Tefegraphische berichten.
BÏÏITSflLAITP.
Benoemingen en besluiten.
n d e r w ij
Rechtszaken.
Thermometerstand.
Staten-Generaal.
Algemeen Overzicht.
pleinen en grachtenmaar ook in stegen en sloppen (en
vooral dat laatste verzuimt de politie bijna geheel) ge-
strengelijk toe te ziendat niemand zich op straat (of
voor open deur en ramen, wat op hetzelfde neerkomt
anders dan in welvoegelijke kleeding zien late. Dat nie
mand door luid gevloek, ruwe taal of gemeenen deun zich
tot een aanstoot voor andere stelle. En zoo ook dat nie
mand door dronkenschap of moedwil het vrij gebruik van
den weg voor den stillen burger store.
»Op stille, onopgemerkte gesprekken heeft ze niet te
letten. Maar vindt iemand er. lust in, om overluid, om
hardop, om zoodat ieder voorbijganger het moet hooren,
de schandelijkste vloeken uit te braken of de gemeenste
vuilheden hij beur naam te noemen, dan moet dit wel
terdege tegengegaanonverschillig of deze vloeker en
vuilspreker een atheïst is of niet. Immers, dat alzoo te
doen niet "eerbaar" is, stemt ieder toe, en juist voor
dat «eerbare" heeft de politie te waken."
Wie zoo mooi preekt, mocht ten minste wel
beginnen met zelf het voorbeeld te geven.
Ylisslngen, 5 Maart. Het militair assaut,
wegens het overlijden van Z. K. H prins Hendrik
tot na 1 Maart uitgesteld, had gisteren avond,
opgeluisterd door de stafmuziek van het 3 reg.
inf. in de net versierde zaal van den heer Kuipers
alhier plaats. Het werd geopend met eene op
heldering door het jongste lid der commissie,
waarom dit feest, dat gewoonlijk op 'skonings
verjaardag werd gevierd, nu eerst plaats had.
Vervolgens had het trekken door prevóts en
meesters, op de verschillende wapens plaats, nu
en dan afgewisseld door zang. Na afloop werden
aan de onderwijzers in «de verschillende vakken
de belooningen, en aan hen die op het eene of
andere wapen tot prevót of meester waren be
vorderd de brevetten, uitgereikt, welke uitreiking
voorafgegaan werd door eene kernachtige toe
spraak tot de onderwijzers en leerlingen, door
den kommandeerenden officier.
De onderofficiersvereeniging Ons Genoegen had
daarna bal, afgewisseld door voordrachten over
goed gekozen onderwerpen, waardoor men nog
eenigen tijd gezellig bijeen bleef.
Het geheel was een avond van uitspanning,
vooral voor de militaireneen uitspanning die
men in het garnizoen Vlissingen wel mag waar-
deeren.
De minister van binnenlandsche zaken heef
de burgemeesters van verschillende havensteden,
alwaar schepen op de reede aan quarantaine
kunnen onderworpen worden, den last verstrekt
om, voor zoover dit mocht noodig wezen, de
hulp van de militaire macht in te roepen. Vad).
burgemeesters. Op verzoek eervol ontslag
verleend aan jhr. Gr. A. van Nispen, als burge
meester der gemeente Stad-Doetinchem.
Goedgekeurd de benoeming van C. W. Mans jr.,
burgemeester van Klundert, tot secretaris dier
gemeente.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der
directe belastingen en accijnsen te Gemert c. a.
K. W. van Sandick, thans ontvanger derzelfde
middelen te Vip men c. a.
leger. Benoemd bij het personeel der militaire
administratie, bij de kwartiermeesters: tot kap-
kwart. 2e kl. bij het reg. rijdende art., de le luit.-
kwart. H. A. J. Kuyper, van het reg. grenadiers
en jagers; tot 1« luit.-kwart. bij het 4' reg. inf.,
de 2e luit.-kwart. M. H. Kroonenburg, van het
korps; in zijn rang overgeplaatst bij het reg.
grenadiers en jagers de kap.-kwart. W. H. van
der Meer, van het reg. rijdende art.
In rang en anciënniteit overgeplaatst bij het
wapen der inf. bij het leger in Ned. Indië, de 2e
luit. G. J. Feith, van het wapen der inf. die o. a.
voor den tijd van 5 jaren werd gedetacheerd bij
het genoemd leger.
Adulis zei„Neen dat niet, maar zoo gij wel
eens jaagt zegt mij dan dit eene: gaat men op
de jacht altijd openlijk te werk, of zijn daarbij
ook listen en lagen geoorloofd?"
„Nu, dat is ook een aardigheid? Wat zou
de jacht wezen, zonder krijgslist
„Dat dacht ik ook. Ik heb eens gelezén dat
de robbenvangers zelfs zoover gaan van zich in
een robbenvel te steken, op handen en voeten
voort te kruipen, alle gebaren der robben na te
bootsen 't geen zeer belachelijk moet staan
om kort te gaan zij nemen alle mogelijke listen
te baat om die arme zachte dieren in hun verderf
te lokken."
„Hij ijlt niet," fluisterde de Rus en Lequile zei.
nieuwsgierig. „Ga voort jongmensch
Adulis vervolgde„Zoo is de jacht, de jacht
op wilde dieren. Maar nu de hoogste jacht? De
jacht op wilde menschen, op schelmen, op monsters
op sluipmoordenaars, op giftmengers? Mijne
heeien hoe is die jacht? Geneert die zieh heeft
die een point d'honneur? geschiedt die met ver
schooning, met een goudschaaltje, met fiuweelen
handschoenen? Zijn listen en lagen ook niet
tegen menschelijke roofdieren geoorloofd
„Onder sommige omstandigheden, ja," 'zei
Lequile en de directeur van politie haastte zich er
bij te voegen: „Onder zeer vele omstandigheden
Adulis hief het hoofd op en vervolgde op vrijer
toon; „Mijne heeren gij ontheft mij met die
Eervol ontslag verleend uit Zr. Ms. militairen
dienst, met toekenning van pensioen, aan den
met verlof hier te lande aanwezigen onderinten
dant 2e kl. van het leger in Ned. Indië C. van
der Meulen, wegens ongeschiktheid tot het gaan
hervatten 'van den werkelijken dienst, ten gevolge
van lichaamsgebreken.
geneeskundige dienst. De apotheker 2e kl.
A. J. C. Geerts, van het personeel van den ge
neeskundigen dienst der landmacht thans tijde
lijk in .Japanschen militairen dienst, is op zijn
verzoek, in afwachting van nadere beschikking,
en zonder bezwaar der schatkist, op nonactiviteit
gesteld en aan hem vergund, om zich gedurende
zijn nonactiviteit in Japan op te houden en
aldaar in eene burgerlijke rijksbetrekking werk
zaam te zijn.
consuls. De heer W. H. Pasteur, benoemd
tot consul der Nederlanden voor de Portugeesche
bezittingen ter Zuidwestkust van Afrika, alsmede
voor die kust tussehen genoemde bezittingen en
de Fransche bezittingen aan de Gabon, is door
de Portugeesche regeeriug in eerstgemelde hoeda
nigheid erkend.
Blijkens het voorstel tot reorganisatie van'het
gymnasium te Utrecht, dat Donderdag in behan
deling komt, zal het personeel bestaan uitden
rector, (Grieksch en Grieksche letterkunde) 3600
den conrector, (Latijn) 2800; 1« praeceptor,
(Grieksch en Latijnsche letterkunde) f 2600
2e praeceptor, (Latijnen Grieksch) 2600leeraar
in de geschiedenis, Romeinsche oudheden en oude
aardrijkskunde f 2600leeraar in de wiskunde n° 1
(wis-, natuur- en werktuigkunde en wiskundige na
tuur- en aardrijkskunde) ƒ2600; leeraar in de
wiskunde n° 2, (natuurlijke historie en wiskunde)
2200; leeraar in de Fransche taal, in de En-
gelsche taal, in de Duitsche taalelk 1200, (bij
combinatie van twee talen 2200); leeraar inde
Nederlandsche taal en aardrijkskunde 2600.
Het schoolgeld wordt gestéld op 100. Het
bedrag der geraamde kosten is 30.432het
geheel bedrag van 't schoolgeld wördt geraamd
op ƒ6000, zoodat er ƒ24,432 ten laste van de
gemeentekas blijft. Men meent daarom op een
rijkssubsidie te mogen rekenen van 12,000.
—Bij beschikking van den minister van koloniën
a. i.j zijn de hulponderwijzeressen J. H. C. Kuy-
pers, E. M. Ranneft en C. M. A. van den Berg,
gesteld ter beschikking, van den gouverneur-
generaal van Ned. Indië, om te worden benoemd
tot hulponderwijzeres voor den dienst daar te
lande.
Tot hulponderwijzer aan de openbare sehoo
te Katendrecht, gemeente Charlois, is benoemd
de heer Z. Bouwens te Arnemuiden.
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland heb
bed hun goedkeuring onthouden aan het raads
besluit, waarbij aan den heer C. H. Voorhoeve
te Scheveningen het locaal der gemeenteschool
tot het houden van zondagschool in gebruik ge
geven werd.
Deze weigering grond zich op de overweging,
dat bij de wet van 13 Aug. 1857 het in gebruik
geven van schoollocalen voor godsdienstig on
derwijs uitsluitend kan geschieden aan Kerk
genootschappen en ten behoeve der
leerlingen, die er ter school gingen.
Benoemd tot leeraar aan de H. B. S. te
Delft in meet-werktuigkunde en cosmographie, dr.
Scheltema, te Schiedam.
In de heden gehouden zitting van het ge
rechtshof te 's Hage heeft het openbaar ministerie
geconcludeerd tot bevestiging van het vonnis door
de arrondissements-rechtbank gewezen in de on-
enBMMasKaanMHManaanBaBMnaHBBHinnBaaHO
woorden van een zwaren last! Er leven hier in
Odessa twee booswichten, die gij kent, of eigenlijk
niet kent, want ik alleen ken hen in hun ware,
afzichtelijke gedaante en dat ook eerst sedert
enkele uren. Ik zeg niet meer dan dat deze
onmenschen mij omgekocht hebben voor een
sluipmoord. Dat heeft mij ziek gemaaktJa ik
ben ziek: maar alleen van afgrijzen. Ik kan
niet slapen en ga den heelen nacht niet naar
bed ik houd van nacht wacht als een jager.
Ik heb een strik gespannen en een kuil gegraven
een plan gemaakt dat berust op list en hinderlaag.
Ik heb doodsangst uitgestaan of het zal geluk
ken want door u alleen kan het gelukken. En
ach, gij zijt heeren en ik ben slechts een jon
geling. Zou ik durven wagen om mannen, zooals
gij zijt, in hinderlaag te leggen, mannen die ge
woon zijt openlijk strijd te voeren en den vijand
in het front aan te vallen? Maar deze vijand
heeft geen front! Hij is een laf, listig wezen,
dat met plannen van sluipmoord omgaat en ik
zou niet weten hoe er redding mogelijk zou zijn,
indien het niet geoorloofd ware hem met zijne
eigen wapens te verslaan. Goddank! dat is ge
oorloofd, zegt gijGij bespaart mij een cri
mineele aangifte, en verhooren en processen,
ach dat had ik niet uitgehouden en die zou-
den ook nieta gebaat hebben want ik heb geen
getuigen. Neen aan het gerecht durfde ik niet
denken. Ik moest al mijn moed verzamelen om
zen lezers bekende zaak tussehen den commissaris
des konings in Zeeland qq, als eischer, nu gein-
timeerde, tegen den heer Carpreau als gedaagde,
nu appellant. Het hof bepaalde de uitspraak
op 7 April e. k.
De hooge raad behandelde gisteren het beroep
in cassatie, ingesteld door M. M. te Wissekerke
tegen een arrest van het hof te 's Gravenhage,
waarbij hij tot zes jaren tuchthuisstraf werd ver
oordeeld wegens poging tot moedwilligen doodslag
op zijn huisvrouw gepleegd. Tegen 's hofs
arrest werden door den advocaat mr. J. J. Bergsma
drie cassatiemiddelen voorgesteld en toegelicht,
luidende: I. schending en verkeerde toepassing
dor art. 432 en 188, 3o, in verband met de artt.
428, 439 en 445 wetb. van strafvord., II. schen
ding en verkeerde toepassing van de artt. 206
en 211 wetb. van strafv., III. schending van art.
443 in verband met de artt. 427, 428, 206 en 211
wetb. van strafv.
De conclusie is bepaald op den 17 dezer. (Fad)
Aan den Zwarten hoek in de gemeente
Westdorpe, heeft het volgende treurige voorval
plaats gehad. Een der bewoners dezer buurt
schoot zijn geweer af op eenig schadelijk gevo
gelte, met het ongelukkig gevolg dat de loop in
stukken sprong en hij daardoor zoodanig aan
de linkerhand werd getroffen, dat de afzetting
van de geheele hand noodzakelijk was, welke
operatie dan ook kort daarop door de genees-
heeren de Fouw te Axel en Muijshond teSelzaete
werd verricht.
Tot dusverre is de toestand van den ongeluk
kige bevredigend.
Moge dit ongeval velen eene les zijn in het
vaak onvoorzichtig gebruik van verouderde vuur
wapens, daar later toch is gebleken, dat in den
loop van het geweer van binnen een oude scheur
aanwezig was. (T. N. Ct
De inschrijvingen voor een gedenkteeken
ter herinnering aan 't beleg van Leiden bedragen
nu, door oplooping van rente, 20,112.52$. De
heer Koelman is met de bewerking van het stand
beeld en het voetstuk reeds vrij ver gevorderd.
Er ontbreekt echter nog f 5000, om welke te
bekomen, als men het geld alleen door de rente
bekomen moet, het beeld nog een jaar of vijf
moet staan te roesten. Het Leidsche Dagblad
vraagt daarom andermaal om bijdragen langs
anderen weg.
Reeds sedert een jaar neemt de Zweedsche
regeering proeven met de licht-boei van Pintsch,
en de verkregen resultaten zijn van dien aard,
dat men hoopt eene aanmerkelijk grootere veilig
heid te brengen in het bevaren der lastige Scan
dinavische vaarwaters. De boei bevat eene zekere
hoeveelheid samengedrukt gas, dat gedurende
weken een pit brandende kan houden, en men
heeft reden te verwachten, dat men door vergroo
ting van de boei en door verbetering van de
hoedanigheid van het gas, den toestel slechts om
de twee jaren zal moeten vullen. Het licht wordt
van de kust uit door electriciteit aangestoken en
uitgedoofd. De kesten van het gas worden voor
ieder baken op minder dan een halve stuiver
per uur gerekend.
binnenland.
Tweede kamer. Het wetsontwerp tot
aanvulling der wet op het middelbaar onderwijs
werd aangenomen met 57 tegen 8 stemmen, ge
wijzigd in dien zin dat het bezit der akte A voor
taalonderwijs niet verplichtend is gesteld om de
drie eerwaardige mannen over te halen tot een
avontuurlijken jongensstreek, tot een kinderach-
tigen inval, dat beken ik zelf, maar ik moet
tevens zeggen, er zit niet anders op! Het moet
gewaagd worden! Het plan zal gelukken als gij
maar ja zegt. Komt morgen een partij spelen,
waarbij om moordenaarshoofden gespeeld wordt.
Gun ons éen uur van den dag, wij hebben er
slechts een kwartier van noodig. Zegt dat gij
komt! Zegt dat gij mij vertrouwt! Indien gij
jagers zijt, mijne heeren, beproef dan mijn jacht.
Helpt mij het wild, dat een tijger is, vellen! Zoo
ik ziek ben, maakt mij weder gezond door mijn
verzoek in te willigen. Zegt gij neen, dan over
leef, ik dezen nacht niet. Zegt gij ja, dan zege
vieren wij allen."
„Bij de Iberische Madonna," riep Pogowitsch,
„die jongen is een en al politie! Hij omschrijft
onze geheele praktijk. Hoe vaak doen wij iets
raadselachtigs, ja schijnbaar zonderlings en knoopen
onze draden vast aan punten, waai' anderen niets
dan leege ruimte of dwaasheid zien? Ik begrijp
hem volkomen. Gij zult uw zin hebben, mijn
jongen," zei hij tot Adulis, dien hij vertrouwelijk
toeknikte. „Morgen om drie uur staat de
directeur van politie te Odessa tot uw beschik
king."
Wordt vervolgd.)
akte B te kunnen verkrijgen. De overige voor
gestelde wijzigingen zijn ingetrokken of verworpen.
Vervolgens werden nog eenige kleine wetsont
werpen, benevens dat betreffende de voorziening
tegen besmettelijke ziekten aangenomen, waarbij
de minister beloofde waakzaam te zijn ten op
zichte der eventueele toepassing der wet van
1872.
Donderdag of Vrijdag komt het wetsontwerp
tot herziening van de belastbare opbrengst der
ongebouwde eigendommen in behandeling.
buitenland.
Londen. Volgens Daily News is Nubar weder
als minister opgetreden.
IConstantinopel. Door 500 gewapende
Grieken, die de grenzen van Thessalie overgetrok
ken zijn, worden verwoestingen aangericht.
4 Mrt. 's av. 11 u. 43 gr.
5 's morg. 8 u. 44 gr. 's midd. 1 u. 47 gr
!s av. 6 u. 45 gr.
Op de loopende waterstaats-begrooting is voor
verbetering van de Dordtsche waterwegen een
som van 280.000 uitgetrokken, waaronder een
bedrag van /250.000 is begrepen voor de *ver-
breeding van het Mallegat en voor de verruiming
van den mond der Dordtsche Kil. Toepassing
van de onteigeningswet is daarvoor aangezegd.
De verruiming zal worden verkregen, door zoo
veel mogelijk met behoud van de wederzijdsehe
bedijkingen, de scherpe en onregelmatige bochten
te vervangen door flauw gebogen, regelmatig in
elkander overgaande oeverrichtingen en door op
ruiming van in de rivier uitstekende punten.
De heer de Marcère kan niet geacht worden
met vlag en wimpel gevallen.te zijn. Zijne ver
dediging was mat en krachteloos. Tegenover de
door den heer Clémenceau aangevoerde feiten
had óf eene wederlegging moeten gesteld worden
óf, indien de minister zijn interpellant niet in
bijzonderheden wilde volgen, had hij zich in zijn
antwoord op een hooger standpunt moeten plaat
sen. Hij had tegen den eisch van eene openbare
enquête de bewering kunnen stellen, dat de dienst
der politie niet op ieder oogenblik voor geheele
openbaarmaking geschikt is te achten, en dat het
in volle naaktheid blootleggen van alle geheimen
van den politiedienst in eene grootestad vrij wel
gelijk zou staan met het geheel krachteloos maken
dier politie. Hij had zich op het standpunt kun
nen plaatsen, dat het niet aanging aan de ambte
naren der politie den eisch eener politieke over
tuiging te stellen, vermits hun plicht is iedere
wettelijk bestaande regeering te dienen. Beide
punten roerde hij aan, doch niet op den hoogen
toon van overtuiging, dien men van hem had ge
wacht. Dit vindt waarschijnlijk zijne oplossing
in het isolement, waarin de heer de Mareère door
zijne ambtgenooten was gelaten. Zoodra hij op
de tribune te kennen gaf alleen voor zich te zul
len spreken, was zijn vonnis geveld. De zoo
begonnen rede moest een zwanenzang zijn, en
het was in constitutioneelen zin slechts eene be
vestiging van een in den ministerraad geveld
vonnis, toen de motie van orde werd aangenomen.
Het kan toch moeilijk anders, of de quaestie van
de politie moet na het proces der Lanteme in
den ministerraad ter sprake zijn gekomen, en
waar dus de overige leden van het kabinet den
minister van binnenlandsche zaken tegenover de
kamer alleen lieten staan, is het bewijs geleverd,
dat zij zich met hem niet solidair achtten. Ook
zonder de interpellatie dus waren de dagen van
den heer de Marcère geteld. Het is jammer,
dat hij op deze wijze is gevallen. Hij Was een
man de Rappel zegt het, en het radicale blad
is niet te verdenken van vleierij tegenover den
minister van het linker-centrum „die, hoezeer
laat onder de republikeinen gekomen, hun dege
lijke panden had gegeven van zijne eerlijke be
doelingen".
Zijne plaats wordt ingenomen door den heer
Lepere, onder het kabinet Dufaure onder-secreta
ris van staat aan hetzelfde ministerie en thans
minister van handel en landbouw. Deze porte
feuille zou, naar men wil, bestemd zijn voor den
heer Tirard, die lid was van de commissie van
enquête over de politie, en die eergisteren op
uitnemende wijze van de tribune een herstel van
eer heeft uitgesproken van den afgevaardigde
Rouvier, die door de Parijsche politie lichtvaardig
was beschuldigd van zeer onteerende handelingen,
waaraan hij geheel onschuldig was.
Gisteren is in den Duitschen rijksdag de dis
cussie aangevangen over de wet op de discipline
in het parlement, die, minder eerbiedig dan juist,
de muilbandwet is bijgenaamd. De heeren von
Heeremann, een nltramontaan, en Lasker spraken
tegen de wet, die door prins Bismarck in eigen
persoon verdedigd werd. De kanselier zeide,
dat het doei der wet was om beleedigingen en
aansporingen tot oproer te voorkomen, zooals
binnen de grenzen van de tegenwoordige regeling
niet alleen kunnen worden uitgesproken, maar
ook in het verslag moeten gedrukt worden. De
redevoering van den sociaal-democraat Hasselmann
bij de behandeling van de socialistenwet werd