N«; 45,
122e Jaargang.
18T9.
Zaterdag
22 Februari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
net uitzondering van Zon- en feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6 L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middel burg 21 Februari
FETJILLBT03ST.
NOVELLE
van Ferdinand Kurnberger.
Benoemingen en besluiten.
IDDGLBL
De korte ongesteldheid van den minister van
koloniën heeft spoedig eene ernstige wending
genomen, die heden nacht tot een noodlottigen
afloop voerde. De minister is in den vroegen
morgen zacht en kalm overleden.
Mr. P. P. van Bosse is een der Nederlandsche
staatsmannen geweest die, bij de snelle afwisseling
van bewindslieden welke ten onzent regel is,
sedert 1848 het langst in de gelegenheid werden
gesteld om op een bepaalden tak van dienst
hun persoonlijken invloed uit te oefenen.
Reeds in November 1848, in het eerste minis
terie na de grondwetsherziening, werd hij tot de
portefeuille van financiën geroepen en behield die.
nadat Thorbecke in November 1849 opgetreden
was, tot diens val, den 19"° April 1853. Van
18 Maart 1858 af zien wij hem met de heeren
Van Tets, Van Goltstein, enz. weder in het
ministerie, tot den 23" Februari 1860. In 1866
voerde hij gedurende het korte ministerie-Van
de Putte-Geertsema andermaal de portefeuille van
financiën, die hem van 3 Juni 1868 tot 4 Januari
1871 voor het laatst ten deel viel in het ministerie-
Fock. In het toen gevolgde derde ministerie-
Thorbeeke trad hij voor het eerst op als minister
van koloniën, werd den 7en Juli 1872 als zoodanig
door den heer Fransen van de Putte opgevolgd
en nam, nu vóór ruim een jaar, voor het laatst
dezelfde portefeuille van den heer Alting Mees
over.
Telt men alles bijeen dan heeft de heer Van
Bosse dus 9 jaren 2 maanden en 26 dagen aan
het hoofd onzer financiën gestaan. Financier van
buitengewone bekwaamheid en als zoodanig ook
in het buitenland gewaardeerd, was hij in die
betrekking het meest op zijne plaats. In de
laatste jaren van zijne loopbaan buiten deze
specialiteit werkzaam, was hij minder iu de ge
legenheid om van zijne groote administratieve
talenten te doen blijken, die hem onder de Netter -
landsche staatslieden van onzen tijd een eervollen
rang doen innemen.
Omtrent het in de heden gehouden zitting
van den gemeenteraad alhier verhandelde bepalen
wij ons voor heden tot de mededeeling van de
genomen besluiten.
Een zeer omvangrijk schrijven van den heer
dr. H. A. de Jongh, omtrent het in de vorige
vergadering ten zijnen opzichte genomen besluit,
werd, nadat door den heer Jeras nog eenige
inlichtingen waren verstrekt, voor kennisgeving
aangenomen.
2.
i.
„Halt, Candida, daar heb ik u!" riep Gahriël,
hijna verheugd over zijn gelukkigen inval. „Als
gij met mijne verkeerdheden geduld wilt hebben,
verbeeld u dan dat mijn eenige zonde is dat
ik een lastige schoonmoeder bezorgd heb en
verdraag ook dat."
„Jaduizendmaal ja 1" riep Candida hartstoch
telijk uit. „Maar verstaat gij mij dan niet?
Spreek ik dan in raadselen? Geef mij die schoon
moeder op een eiland, op een toren, waar we
allen gevangen zitten en ik zal er geen woord
meer van zeggen. Toon mij een noodzakelijkheid,
een noodlot aan dat zelfs een man beheerscht en
ik zwijg als een lam. Maar ziju wij in dat geval?
Zijt gij niets? Zijt gij hulpeloos? Zijt gij niets
dan de zoon uwer ouders? Hoe anders klonk
dat: wij gaan heen en ik word boekhouder! Dat
woord klonk heilig in mijne meisjesooren en
bracht mjjne jeugdige verbeelding in verruk
Een voorstel van burg. en weth., tot wijziging
van den geneeskundigen dienst bij de armen,
waardoor in het vervolg het getal der gemeente-
genèesheeren van drie op twee wordt gebracht,
en de jaarwedde alsdan op 1000 voor ieder
bepaald wordt, werd aangenomen.
Eveneens werd aangenomen een voorstel van
den heer Roetert Tak om art. 13 van de veror
dening op den geneeskundigen dienst, tengevolge
waarvan ook de gemeente-apotheker, diens gezin
en het vaste personeel aan de apotheek verbon
den, in geval van ziekte, door gemeente-, genees-
en heelkundigen zullen worden bijgestaan.
Een verzoek van A. D. Yreke tot het in eigen
dom verkrijgen van een stukje gemeentegrond
werd ingewilligd.
Tot hulponderwijzeres aan school D, hoofdon
derwijzeres mej. Achilles, werd benoemd mej. E. A.
Sacré, alhier, en tot lid der commissie van toezicht
op de gymnastiekschool, waarin door het bedan
ken van den heer Sibmacher Zijnen eene vacature
bestaat, de heer J. C. van den Broecke.
In een volgend nommer geven wij het gewone
verslag.
Gedurende de week van 13 tot en met 19 Feb.
zijn te Ylissingen aangekomen met de stoomsche
pen van de maatschappij Zeeland 233 en vertrok
ken van daar naar Engeland 246 passagiers.
Het Weekblad van het Regt bevatte gisteren
een hoofdartikel, waarin met voldoening gecon
stateerd werd dat de hooge raad, door eene be
slissing van den 18" Januari jl. zich eindelijk,
ten aanzien van een gewichtig staatsrechtelijk
vraagstuk, vereenigd heeft met de zienswijze van
Thorbecke, Van Hogendorp, De Bosch K'cmper,
Boissevain, de Pinto en andere staatkundigen en
rechtsgeleerden van naam. Bij die beslissing toch
heeft de raad, 'met loslating van zijne sedert jaren
gevolgde jurisprudentieuitgemaakt dat alge-
meene maatregelen van inwendig bestuur alleen
betreffen mogen zaken, "die reeds bij eene wet zijn
omschreven en op dien grond het koninklijk be
sluit buiten kracht verklaard, waarbij aan besturen
van gestichten de verplichting werd opgelegd tot
het houden van bevolkingsregisters, onder bedrei
ging van straf tegen het niet nakomen dier
verplichting.
Een gevolg dier beslissing scheen echter te zijn,
zooals de minister van waterstaat spoedig daarna
in de eerste kamer verklaarde, dat „gansche
reeksen voorschriften hun wettelijke kracht zouden
missen".
Het Weekblad wees er op dat dit gevolg te
voorkomen zou zijn door eene wetsvoordraeht,
waarbij, in afwachting dat al deze wettelooze
voorschriften door wettelijke vervangen zouden
zijn, voorloopig verbindbaarheid zou worden toe
king! en nu! Ik schaam mij over mijn
onnoozelheid om mij zoo te laten bepraten; ik
schaam mij over den man die die mannentaal mis
bruikte om mij te bepraten, Gahriël, ik schaam
mij over onszelven! Gahriël keer terug! Red
u en mij. Ik spreek niet meer voor mij. Neen
wees niet goed op mij, wees boos, mishandel mij,
maar doe het zelf. Wie' mij slaat, die toont mij
ook den toorn waarmede hij slaat, en toorn kan
men vergeven. Maar mij door anderen te laten
mishandelen en het kalm aan te zien, of zich
lafhartig aan dien aanblik te onttrekken, eerst
des middags en eindelijk ook des avonds van
tafel weg te blijven, en zoo laat naar huis te
komen dat men juist tijd heeft om het hoofd in
het kussen te steken, en de struisvogelpolitiek
na te volgen Gahriël wij kunnen alles
verdragen, maar geen lafhartigen man
In den regel houdt men het er voor dat vrou
wen niet in staat zijn den gedachtenloop der
mannen te volgen: Zij vangen uit een geheele
reeks van gedachten slechts een enkele op en
houden daaraan vast. In dit geval was het echter
juist omgekeerd. Gabriël antwoordde met bijna
ongeloofelijke bekrompenheid: „Ik zal met moeder
gaan spreken."
De uitwerking van dit gezegde was plotseling
en Candida wendde schielijk haar hoofdje af, daar
zij voelde hoe een stroom van verachting zich
over hare bewegelijke trekken uitstortte. Na een
gekend aan alle koninklijke besluiten, waarbij
onder bedreiging van straf aan de ingezetenen
des;rijks verplichtingen worden opgelegd.
Volgens het Vaderland zou echter door de
regeering een wetsontwerp zijn ingediend, waarbij
alleen de voorschriften betreffende de bevolkings
statistiek afzonderlijk worden geregeld.
Den 19" dezer zijn de lichten in de vuurtorens
te IJmuiden ontstoken. Men verheugt zich dat
de vuren thans mijlen ver den zeeman de behou
den haven aankondigen, als(zegt het
Handelsbladhet weder helder Is en de zoo dik
wijls op onze kusten voorkomende nevels het
gezicht niet belemmeren. Men verlangt daarom
nog naar een mist-signaal, bestaande uit een ton
met klok of eenig ander toestel.
Gisteren kwamen binnen en voeren dadelijk op>
met een diepgang van 65 palm, het stoomschip
Stad Amsterdam, van Philadelphia, en het drie
mastschip President Trakranen, van Java.
De buitenhaven wordt steeds met kracht verder
uitgebaggerd.
Zr. Ms. ijzeren schroefstoomschip (met houten
bekleedsel, dat met een laag zink is overdekt)
Koningin Emma der Nederlanden, waarvan op 6
December 1876 aan 's rijks werf te Amst rdam
de kiel werd gelegd, is gisteren met goed gevolg
te water gelaten. Het schip, geheel gelijk aan de
Atjeh en de Tromp, is lang tusschen de loodlijnen
80 m., van den voorkant der krul tot den achter
kant van het hek (over alles) 91.83 m.; wijd op
den buitenkant der houten huid 12.50; diep voor
5.16,. achter 6.02 m. (in beladen toestand). Het schip
wordt gewapend met zes 17 cent. Krupgkanonnen en
vier 12 cent. Kruppkanonnen, op draaisleden,
zoodat daarmede in alle richtingen kan worden
gevuurd. De stoommachines zijn van 2750 paar
denkracht en zullen het schip een snelheid geven
van 14 mijlen per wacht.
Den 7en Januari jl. is op de werf de kiel ge
legd voor het ijzeren schroefstoomschip Michiel
Adriaansz. de Ruijler.
Op gevaar af dat men ons van vitzucht be
schuldigen zal, veroorloven wij ons weder een
opmerking over de onnoodige lengte der namen
die men soms aan onze oorlogschepen geeft.
Waarom is voor een Nederlandsch oorlogschip
Koningin Emma of Prins Hendrik niet voldoende
en moet er nog het aanhangsel der Nederlanden
bij Waarom is voor ons, en voor de geheele
zeevarende wereld, de Ruijter niet duidelijk
genoeg en moet de voor- en de vadersnaam van
den „schrik des grooten oceaans" er bijkomen
Lange namen zijn niet slechts onnoodig, maar
onpractisch. Een korten naam kan men met
poos sprak zij op ijskouden toon. „Dus wilt gij
met uwe moeder gaan spreken? Het is waar,
vrouwen worden meestal door het oor gewonnen,
maar toch slechts in enkele gevallen. Anders
verstaan zij alleen de taal van handelingen
Het is ongeloofeiijk hoe weinig eerbied vrouwen
voor woorden hebben. Wanneer gij een daad
verriehtet, wanneer gij met mij de wijde wereld
ingingt en een jaar lang beproefdet op uwe eigen
beenen te staan, is niets zoo zeker dan dat het
geen jaar zou duren eer uw huis u met vliegende
vaandels terugriep en dat zelfs madame de eerste
zou zijn die ons de sleutels bracht. Ik geloof
zelve dat zij niet onverbeterlijk is; haar geheele
kwaal bestaat misschien hierin, dat zij in haar
geheele leven nog nooit gezien heeft wat een
man is Maar dien ziet men ook niet in woorden.
Waarom is gemakkelijk te verklaren. Tegen
mannelijke handelingen hebben wij niets meer in
te brengen, maar tegenover woorden hebben wij
altijd zelve nog woorden te stellen. Spreek met
uw moeder, ja spreek maar met haarmaar wees
er op verdacht dat zij ook met u zal spreken. Ik
zal u zelfs zeggen wat zij tot u spreken zal. Zij
kan mij nog niet geheel met voeten treden, zoo
lang er nog eenige band bestaat tusschen man
en vrouw. Aan dien band knaagt zij nu. Hoor
wat er gisteren is voorgevallen. Ik ging naar de
kerk om te bidden, maar ook dat geeft thans
mijn bezwaard gemoed geen verlichting meer.
flinke groote letters op spiegel of naambord zet
ten; hij klinkt duidelijk en verstaanbaar door een
scheepsroeper en behoeft bij 't schrijven niet ver
minkt te worden. Met lange hamen, is dit alles
het tegenovergestelde en 'tis daarom dat meH
zelfs enkele koopvaardijschepen alleen met een
paar letters (N. N., L. R. C., A. W. C. enz.)
aanduidt. Dat is ten minste doelmatiger dan een
lange litanieals Dankbaarheid aan de Neder
landsche handelmaatschappij, die men voor eenige
jaren onder onze scheepslijst aantrof.
De proeven met een achterlaadkanon voor de
bewapening van sloepen hebben, zoo wordt
uit Nieuwediep gemeld, „uitmuntende uitkom
sten" opgeleverd. De nauwkeurigheid'van 't schot
liet niets te wenschen over en na 1000 schoten is
de ziel van het kanon maar 6 streep wijder ge
worden. Al wat artillerist heet, is over deze ge
ringe zielsgrootheid in verrukking.
De commissiën uit de beide kamers der staten-
generaal, benoemd tot aanbieding van het adres
van rouwbeklag aan den koning, wegens het
overlijden van Z. K. H. prins Hendrik, hebben
zich gisteren van dien last gekweten.
De Amst. Ct. meldt dat het hoofd-comité voor
het nationaal geschenk aan wijlen Z. K. H. prins
Hendrik nog niet bekend is met eenig verlangen
van de prinses-weduwe, om de monumentale fon
teinen te Soestdijk niet te doen oprichten.
Een krans is op het graf van prins Hendrik
nedergelegd door de heeren P. H. Witkamp en
Kalff, in hunne Levensschets van den vorst, welke
bij de firma Scheitema en Holkema te Amsterdam
uitgegeven is. Eene volks-uitgaaf van dit met
eerbied en gevoel geschreven boekje is thans van
de pers gekomen. Den wensch dat het in veler
handen zal komen, spreken wij niet uitde
naam van den edelen prins, dien het op het
titelblad draagt, en zijne beeltenis, die de eerste
bladzijde er van siert, waarborgen ons de ver
vulling van dien wensch. Wij hopen daarom dat
het niet slechts gelezen, maar opgenomen en
onthouden moge worden en de vruchten drage,
die prins Hendrik, ware hij nog in ons midden,
het liefst gezien zou hebben dat zijn voorbeeld
en leven te voorschijn riepeu.
leger. Benoemd bij het wapen der infanterie
tot len luit de 2e luits. van het wapen F. T. Potter,
op nonactiviteit, F. W. G Nieuwiand, gedeta
cheerd bij de landmacht in West-Indië, benevens
F. J. Engelenburg en A. R. B. Opstelten, heiden
Toen beproefde ik het met goede werkén. Ik her
innerde mij dat in de buurt der kerk die sjou
werman woont, die zich onlangs met een olievat
in onze magazijnen aan den voet bezeerd heeft.
Ik maakte daar een ziekenbezoek, gaf hem wat
en sprak hem meed in. Natuurlijk kwam ik dus
later thuis. Waar ik zoo lang geweest was?
vroeg mama, en nog wel in tegenwoordigheid van
Josephia, die al lang haar spion en niet meer
mijn kamenier is. Ik wilde eerst antwoorden
dat ik haar ook niet vroeg waar zij heen ging
en dat een vrouw alleen aan haar man rekenschap
verschuldigd is; maar ik bedwong mij ik heb
geduld, veel meer dan gij denkt, en zei dus alleen
Ik heb den ouden Seramba den voet verbonden.
Gij zijt een engel, zei zij spottend, waarop Jo
sephia onmiddellijk inviel: Hij verdient het wel,
die oude Seramba, het is zoo'n brave man, die
zijn kinderen ook ordentelijk wat laat leeren. Nn
zal August, de student te Weenen, wel met de
vacantie thuis zijn. Een mooie zwarte krullebol.
Ozei madame op gerekten, veel beteekenenden
toon, begeleid van knipoogjes en glimlachjes en
allerlei geheimzinnige wenken en daar tusschen in
stond uwe vrouw, als het mikpunt dier gemeene
toespelingen Foei! wie dat verdraagt, heeft het
reeds half verdiend. Ontneem mij alles wat gij
mij gegeven hebt, maar laat mij de eer die ik
hier iu huis gebracht heb. Ik had het kunnen
uitgillen over die verraderlijke sluipmoordenaars-