N°. 44, X22e Jaargang. 1879. V rijdag 21 Februari. Kos(elooze Koepokinenting en Her-inenting. Dit blad verschijnt dage lij ka* net uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentien: 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Stremming der scheepvaart door de Langeviele-binnenbrug. Middel burg 20 Februari. FEUILLETON. T. van Ferdinand Kurnberger. Benoemingen en besluiten, De burgemeester en wethouders van Middel burg, maken bekend dat de scheepvaart door de Langeviele-binnenbrug gedurende vijf dagen in gaande den 21 dezer, zal zijn gestremd, wegens aan die brug te maken herstellingen. Middelburg den 20 Februari 1879. De burg. en weth. voornoemd, SCHORER. De secretaris. G. N. DE STOPPELAAR De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend: dat het bureau van vaccinatie, te beginnen met Vrijdag 14 Maart e. k., zitting zal houden in het lokaal van het burgerlijk armbestuur, in de Oude Kerkstraat, wijk B n°. 83, iederen Vrijdag, 's na middags te half 4 uren, tot het kosteloos inenten en her-inenten van koepokstof. Burgemeester en wethouders noodigen een ieder ten dringendste uit, om van dat heilzaam middel, ter voorkoming van de pokziekte, zooveel moge lijk gebruik te maken. Middelburg, den 17 Februari 1879. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. Z. M. de koning heeft ter gelegenheid van zijn verjaardag gisteren middag te 12 uren receptie verleend aan de hofdames, de grootofficieren de leden van 'skonings civiel en militair huis, mits gaders aan de leden der hofhoudingen van de prinsen. De ministers, de leden van het corps diploma tique en de burgerlijke en militaire autoriteiten plaatsten hun namen in het ten paleize gereed liggende insohrijvingsboek. Na afloop van dereceptie ten hove was er familiedéjeuner. Z. D. H. de hertog van Nassau bood den koning persoonlijk zijn gelukwenschen aan en was aan den diseh der vorstelijke familie genoodigd. Uithoofde van het overlijden van 's konings broeder zijn de gebruikelijke feestelijkheden in de residentie niet gehouden. In de gestichten van liefdadigheid werden de ver- pl eegden, als gewoonlijk, ter viering van 's konings geboortedag onthaald. NOVELLE i. Het was te Triest, die allerliefste stad en wel in het fraaiste huis, in een der voornaamste straten. En toch begint ons verhaal met tranen; wel geen sentimenteele tranen, die op een vochti- gen dauw gelijken welke in rijp overgaat, maar een paar brandende ingehouden tranen, waarbij wilskracht, hartstocht en vastberadenheid te pas komen! Droppels die uit een-vulkanischen bodem en niet uit een weeken moerasgrond opwellen. In een vensternis staat een jongman gedach teloos en verlegen met een gordijnkwast te spe len. Hij heeft prachtig blond haar, ofschoon wel wat al te blond; en zijn geheele uiterlijk heeft iets bloemzoets. Zijne trekken zijn zacht en goed aardig; hij is een gelukskind, een bedorven zoontje, een wereldling. Leven en laten leven is zijn leus; natuurlijk met de bijgedachte: goed en aangenaam leven. Een leven met plichten, piet moeilijkheden, met strijd en tot ontwikkeling Het Vaderland schenkt een woord van lof aan den minister van binnenlandsche zaken wegens den door hem betoonden ijver in het spoedig voordragen der noodige maatregelen bij het heerschen der pest in Oostelijk Europa. Ook de centrale sectie der tweede afdeeling heeft de noodzakelijkheid van spoed blijkbaar ingezien, door het ontwerp reeds heden in de afdeelingen te doen onderzoeken. Het Vad. houdt echter de machtiging, welke de regeering vraagt, nog van te beperkten aard. Zal b. v. indien de thans ingediende voordracht wet Wordt ook tijdelijk een grens geheel af gesloten kunnen worden Zoo neen is het dan niet verkieslijk ook daartoe de bevoegdheid te verleenen, want gunnen de omstandigheden niet van dien aard worden, dat het noodig wordt een cordon te trekken en niets door te laten Ook de bedreigde straf is nog te licht. Met personen, die uit speculatiezucht er niet voor terugdeinzen om het volk aan de grootste gevaren bloot te stellen, behoeft men geen medelijden te hebben. Dat aan den rechter een groote - speel ruimte wordt gelaten is te prijzen, maar een maximum van drie maanden is tegen den gewe- tenloozen bedrieger niet genoeg. - - Men schrijft ons In het Zondagsblad van het Nieuws ran den Dag wordt in een hoofdartikel de toekomst van het huis van Oranje behandeld. De uitlandigheid van den prins van Oranje wordt daar weder ter sprake gebracht, en de schrijver wenscht dat eene deputatie uit de eerste kamer den prins daarover zal gaan onderhouden. Dit denkbeeld wil ik onaangeroerd laten, en alleen opmerken dat de eerste kamer waarschijnlijk daaraan wel geen ge volg zal geven, om de eenvoudige reden dat zij weten kan dat zoodanige stap geen gevolg zou hebben. Maar in het bedoelde hoofdartikel wordt ook nog een ander punt behandeld, waaromtrent de schrijver geheel in dwaling verkeert en allicht ook anderen iu dwaling zou brengen. Hij verkeert namelijk in de meening, dat eene nieuwe wet op het regentschap noodig en wel zöo urgent is, dat wanneer de regeering geen wet daartoe voordraagt, de vertegenwoordiging in de leemte zou moeten trachten te voorzien. Een regent kan noodig zijn, zegt de schrijver. O zeker, hij kaü noodig zijn. Maar als hij noodig mocht zijn, dan i3 hij er. Doch wat bepaald niet noodig is, dat is de wet welke onze schrijver verlangt. Zoo hij een exemplaar der grondwet bezit en het even opengeslagen had, zou hij dat weten. Onze thans vervallen wet op het regentschap (waarbij die waardigheid aan prins Hendrik werd opge dragen) was noodig, omdat de prins van Oranje destijds minderjarig was. Zoodra deze zijn 18« jaar bereikt had, verviel die wet van zelf. In van het zedelijk karakter moet men niet van hem, dien schoonen blonden man vergen. Wij hebben du3 voor ons iemand dien de beleefde ethnograaf „een goedhartige Oostenrijker" noemt. Gabriel is daarvan het ware type. Candida, zijn jonge vrouw, vertegenwoordigt daarentegen het echte Italiaansche type en nog wel in den allerbeminnelijksten, den Venetiaan- schen vorm. Zij is aan een hevige gemoedsbe weging ten prooi en men zegge toch niet dat „kalme schoonheid" de eenige ware is. Haar gang is gelijk aan de wendingen eener damascener kling. Haar mondje beweegt zich als een speeluurwerk, welluidend en duidelijk, zelfs bij het snelste prestissimo. Haar geheele persoonlijkheid is afge rond, haar karakter, haar leven, haar kracht Alleen in haar oog ligt iets anders, iets dat spreekt van vrouwelijke zwakheid waarvoor de man moet zijn wat het roer is voor een schip in stroomende wateren. Maar nu tintelt en fonkelt dat oog met die zuidelijke wilskracht, die het tegendeel is van die zwakke lijdelijkheid waaraan de Oostenrijksche zelfbegoocheling haar zoogenaamde „goedhartigheid"te danken heeft. „Het kan zoo niet langer," riep de jonge vrouw, hare handen krampachtig ineenslaande. „Daar was ik niet op voorbereid, en gij zelf ook niet. Gij zeidet en gij dacht misschien ook dat zij in den beginne wel wat trotsch en terughoudend zou zijn. Dat waren uwe eigen woorden, weet gij wel het geval van art. 42 der grondwet (dat de schrijver blijkbaar op het oog heeft; het geval namelijk dat de koning buiten staat geraakt de ■regeering waar te nemen) is, volgens art. 46, de prins van Oranje, wanneer hij zijn 18e jaar ver vuld heeft, van rechtswege regent. Zooals men weet, telt de prins van Oranje reeds meer dan het dubbele van dien leeftijd. Door een klein getal leden en enkele geintro- duceerden bijgewoond, werd gisteren avond in het Schuttershof alhier eene vergadering der afdeeling Middelburg van de V ereeniging ter be vordering van fabriek en handiverlcsnijverheid in Nederland gehouden. Nadat de vraag: „van waar komt het dat bij de verschillende handwerksvakken steeds behoefte is aan bekwame knechts?" door den secretaris, den heer Baart, was ingeleid, werd die door verschillende leden besproken. Van de eene zijde werd het kwaad in gebrek aan medewerking der patroons en in het niet naar gehalte van het werk berekenen der loonen gezocht, terwijl van de andere zijde een voortdurend streven naar standsverheffing in den handwerksstand als oorzaak beschouwd werd. Alle sprekers waren het eer s dat de geldquaestie, de gelegenheid om „iets meer te verdienen", zoowel bij de ouders als bij de aankomende knechts zeiven te veel op deD voor grond staat en dat niet de vraag „wat kan ik leerenmaar „wat kan ik verdienen?' het eerst en veelal ten nadeele van de toekomst des vra gers gedaan wordt. Na eene kleine pauze werd door den voorzitter der afdeeling, den heer de Raad, zijne in de vorige bijeenkomst aangevangen lezing over eenige oude gebouwen te Middelburg voortgezet. Tengevolge eener mededeeling van een der leden dat te Middelburg geene commissie voor de tent oonstelling te Arnhem is opgetreden, werd besloten dat het bestuur dezer afdeeling als zoo danig zoude werkzaam zijn. Eindelijk bleek dat van de vraagbus gebruik gemaakt was tot het stellen der volgende vraag „Vele industrieelen en neringdoenden klagen, en niet zonder reden, over de zeer gevoelige con currentie, die, oorsprong vindende in Frankrijk, Belgie enz., zich hier te lande gelden laat. Zou aan die klacht niet op eenigerlei wijze de kracht kunnen ontnomen worden door samenwerking van velen tot betere regeling der grondslagen van orediet geven en nemen?" Deze vraag zal op de gewone wijze bij eene volgende bijeenkomst in behandeling worden gebracht. De leden der Tf erkmans-vereening alhier hebben in eene gisteren avond gehouden vergadering den heer J. A. Pieters tot directeur dier Vereeniging benoemd. Lieve GodTrotsch en terughoudend Was zij dat maar; ik zou niet beter verlangen. Maar is dat trots, wanneer zij baar eigen schoondochter onophoudelijk tegenover de dienstboden vernedert? Is dat terughoudendheid, dat zij mij voortdurend vervolgt en dagelijks honderde gelegenheden zoekt om mij haar haat en vijandschap te doen gevoelen? Gij zoudt uw hond niet zoo willen laten behandelen! Als ik een dier was zou de vereeniging tot dierenbescherming zich over mij ontfermen. Maar ik ben uw gelukkige echtge- noote; en bijgevolg zonder bescherming! Wees toch barmhartig! Leg mij, met een keten om den bals voor het magazijn en laat Tiras voor schoon dochter spelen. Hoe vaak benijd ik dat goede dier zijn kalm hondenleven! Hoe dikwijls wensch ik dat ik maar een hond mocht ziju!" „Sapperloot, Candida,- gij laat u sterk uit beweerde de goedhartige Gabriël. „Zoo, vind gij dat? Maar waarom zou ik dat doen? Waarom moet ik spreken, daar alles wat ik te zeggen heb, onuitsprekelijk, ongeloofelijk is Laat ik mij te sterk uit Neen daar ben ik niet bang voor. Twisten is niet mijn liefhebberij, daarvoor kent gij mij te goed. Heb ik ooit boet predikatiën tegen u gehouden? Verstoor ik uw rust? De hemel beware mijMijn toestand is veel te onhoudbaar om er door praten iets aan te kunnen verhelpen. Het moet tussclien ons tot een be aliasing komen. Zoo kan het niet langer," Naar wij vernemen is de datum der voordracht van den heer Douwes Dekker Multatulialhier bepaald op Dinsdag den llen Maart a. De nog niet geopende meik-inrichting te 's Gra- venhage heeft natuurlijk met den tegenstand te worstelen van de melkverkoopers en hunne vrien den. Met kracht van redenen toonen zij o. a. aan: 1°. dat door deze inrichting vele „eerlijke indus trieelen" met ondergang worden bedreigd 2". dat evenwel de inrichting nooit goede zaken kan maken en dus haar gewissen ondergang te gemoet gaat 3°. dat de meeste der tegenwoordige melkver koopers zich onderscheiden door het leveren van zuivere, lekkere melk, zonder overdreven winst 4°. dat het geheele publiek, zoodra de melk inrichting geopend is, daarheen zal snellen en alle brave, nijvere melkboeren zonder klanten zal laten zitten. Deze verschillende beweringen met elkander overeen te brengen, is niet onze taak. Wij knip pen slechts het een en ander, uit hetgeen de in gezonden stukken in de Haagsche bladen daarover in de laatste dagen te lezen gaven. Heden hebben de melkboeren echter een bondge noot gekregen, die inderdaad niet gering te achten is. Deze heeft op de circulaire der melk inrichting als antwoord geschreven „Als alle melkverkoopers zulke goede melk leveren als die, welke ons sedert jaren bedienen, dan is deze inrichting volstrekt over bodig." Dit antwoord maakt hij heden in het Dagblad wereldkundig. En om het in zijn volle kracht te doen uitkomen, onderteekent hij het onbe schroomd met eenH! Te Rotterdam wordt door de eene gasfabriek 11, door de tweede 12£ cent per kub. meter in rekening gebracht. De hoogste prijs wordt te Middelburg gevorderd, Damelijk 15 cent. Daaren tegen betaalt men te Groningen en Utrecht 7 ct., te Leiden, Zwolle en Leeuwarden 8te Haarlem en Arnhem 9, te Maastricht, Breda, Tilburg, Den Haag, Delft, Schiedam, Zutfen, Deventer, Kampen en Sneek 10 cent. De gemeente Rotterdam heeft een eigen fabriek op Fijenoord, het is niet bekend wat daar het gas aan de gemeente kost. Hbl gezantschappen. Jhr. mr. W. F. Rochussen, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister bij het Duitsche keizerrijk, bij de hoven van Pruisen, koninkrijk Saxen, en Saxen-Weimar, is tevens in dezelfde hoedanigheid benoemd bij het hof van Waldeck en Pyrmont, en zulks buiten bezwaar van 's rijks schatkist. Hij zag zijn vrouw aan, doch zonder te besef fen dat er een groote crisis was aangebroken en hij antwoordde bijna lichtvaardig: „Dat klinkt categorisch! Wat wilt gij dat ik doen zal?" „Gij moet mij wegjagen. Ja, ja, ik meen het. Gij moet u van mij laten scheiden. Uw moeder wil niets van mij weten, en zij alleen is de baas hier in buis. Weg dus met die Venetiaansche bioemenmaaksterMen gunt ze u niet." Gabriël sprak geraakt„Dus zoudt gij mij zoo gemakkelijk kunnen verlaten?" „O neenMaar gij verlaat mij. Trekt gij u mijn lot aan? Bekommert gij er u in het aller minst over of mijn leven ook slechts dragelijk is Gij zijt het eigenlijk eens met Madame. Beken het maar, ik krijg voortdurend den indruk dat gij zelf gaarne van mij bevrijd wilt zijn en er slechts op wajcht dat ik wegloop. „Hoe komt gij aan dat denkbeeld riep Gabriël uit, en stak haar goedig de hand toe. Doch Candida legde hare beide handen op den rug en zei kalm: „Nu handel dan! Het een of het ander. Ik moet weg of ik moet ook weg, maar dan gaat gij met mij mede, en vestigt u elders, of zoekt een boekhoudersplaats. „Gij vrouwen zijt toch niet recht wijs! De jonge Probter zou een betrekking als boekhouder moeten gaan zoeken! zijt gc krankzinnig?" „Krankzinnig?" riep Candida toornig uit, „krank zinnig zegt gij nu? Dus had, ik u niet moeten

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1