122e Jaargang.
1870.
Woensdag
19 Februari.
Beveiliging van telegraaf
kabels.
Afsteken van vuurwerk.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar 5 Gent.
Advertentiens 20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel, meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middel burg 18 Februari.
Samenvoeging van Gemeenten.
De burgemeester van Middelburg,
gezien de circulaire vau den commissaris des
konings in Zeeland van den 12 Februari 11. (pro
vinciaal blad n°. 23);
herinnert aan de gezagvoerders van schepen en
andere belanghebbenden, dat in de Westerschelde
tusschen Walsoorde en Waarde, twee telegraaf
kabels zijn gezonken en op de beide oevers in
gegraven, ter plaatse waar dit door waarschuwings
borden is aangeduid, met dringende uitnoodiging,
het ankeren van schepen aldaar te vermijden, en
iedere beschadiging van die kabels, op welke
wijze ook, te voorkomen.
Middelburg, den 17 Februari 1879.
De burgemeester voornoemd,
SCHOREE.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
herinneren de ingezetenen aan het bepaalde bij
artikel 80 der verordering van algemeene plaat
selijke policie, waarbij het is verboden binnen de
gemeente vuurwerk af te steken, dan met hunne
schriftelijke toestemming, welke vergunning dit
maal, bij afwijking van vroeger, op 's konings
jaardag niet wordt verleend.
Middelburg, den 18 Februari 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHOREE.
De Secretaris,
Gr. N. DE STOFPELAAR.
Beginnen wij met eenige regels statistiek
eene wetenschap, welker uitkomsten slechts
droog en dor lijken voor zoover men ze op
zichzelf beschouwt, doch leven en beteekenis
krijgen zoodra ze tot aantooning van een be
toog, op welk gebied ook van het maatschap
pelijke leven, kunnen aangewend worden.
Van de 1130 gemeenten, welke Nederland
op den 1 Januari 1877 telde, waren er (zie de
Bijdragen tot de algemeene statistiek van Neder
land,jaarg, 1877, afl. 1), 54 met nog minder
dan 500 inwoners. Daarvan bevatte Zeeland
er, volgens het Provinciaal verslag van 1876,
zes, namelijk Sint Anna ter Muiden met 260;
Overslag met 486; 's Heer Abtskerke met 292;
Bath (sedert met Rilland vereenigd) met 365;
Noordwelle. met 499Serooskerke (Sch.) met
340 inwoners. Voorts telde het rijk 213 ge
meenten met 500 tot 1000, 203 met 1000 tot
1500, 343 met 1500 tot 3000 inwoners, terwijl
slechts de overige 307 gemeenten het bevol
kingscijfer van 3000 overschreden.
Strekken wij dit overzicht op een ander
gebied uit, dan vinden wij (zie het aange
haalde Prov. Verslagin Zeeland éen gemeente,
welker begrooting van ontvangsten minder dan
2000 beliep, 8 welke nog geen 3000 en
23 die minder dan 4000 te verteren hadden.
Al deze 1130 gemeenten verheugden zich in
't bezit van een burgemeester, een secretaris,
wethouders, een raad en verdere attributen
van een zelfstandig bestuur Een blik op de
jaarwedden dezer autoriteiten, voor zoo ver
ze tot de bezoldigde behooren, zou echter,
ook al wist men 't niet, reeds doen vermoeden
dat hier uit geen ruime beurzen te putten
viel. In 1866 (zie Statistische bescheiden voor
het koningrijk der Nederlandenjaarg. 1875,
VT deel, 3e stuk,) vond men nog 7 burge
meesters die hun ambt voor de matige som
van 25 guldens in 't jaar waarnamen, 5 a
40, 54 a 50, 62 a 75, 255 a f 100.
Alles wordt echter duurderook de burge
meesters. In 1870 was het aantal van hen
die 100 of minder ontvingen, reeds van
383 tot 203 geslonken. En terwijl Zeeland er
tot dit matig tarief in 1870 nog 13 bezat, zijn
krachtens de besluiten van Gedep. staten van
1 Febr. en 29 Maart 1878 (Prov. Blad No 48)
de gemeenten Overslag én St. Anna ter
Muiden de eenige gebléven wier hoofd slechts
100 trekt. Serooskerke (Schen 's Heer
Abtskerke geven 125; voorts vindt men er
5 a 150, 12 a 175, 12 a 200, 1 a
f 225, 5 a 250, 13 a 300 enz.
„Ter voorkoming van elke eenzijdige be
oordeeling dezer opgaven," zegt de laatst
aangehaalde verzameling Statistische Bescheiden
en wij zeggen 't haar na, dient opgemerkt
te worden dat in het geringe bedrag dezer
jaarwedden te gemoet gekomen wordt door de
bepalingen der gemeentewet, waarbij toegestaan
is: 1°. dat dezelfde persoon burgemeester is
van eenige, aan elkander grenzende gemeenten
van niet meer dan 5000 inwoners, 2°, dat de
betrekking van burgemeester en secretaris,
alsook die van secretaris en ontvanger in éen
persoon vereenigd mag wezen.
Zoo „eenzijdig" kan men echter in zijn
oordeel niet wezen of men zal toestemmen,
zelfs zonder dat wij een overzicht geven dei-
even lage traktementen van secretarissen en
ontvangers, dat voor de opgenoemde bezoldigin
gen in den regel geen personen te krijgen kunnen
zijn, toegerust met de wetskennis en de andere
kundigheden, voor het burgemeestersambt in
den tegenwoordigen tijd vereischt, tenzij het
verlangen naar een eeretitel, naar plaatselijken
invloed, of andere redenen van bijzonderen
aard personen naar deze gemeentebetrekkingen
doen dingen, bij wie eene behoorlijke bezol
diging tot de vereischten van geheel onderge
schikten aard behoort.
Wat is het gevolg van dezen toestand
Even als wij in hetgeen voorafging de on-
wederlegbare cijfers der statistiek lieten spreken,
zoo laten wij hier de woorden volgen van
iemand, wien men op dit gebied geen gezag
kan ontzeggen. De' heer W. A. Coolen, ge
wezen gemeentesecretaris en afdeelingschef
eener provinciale griffie, schreef in het April-
nommer van de Economist van 1877 het
volgende
„Zijn het de handelingen der groote, zich
krachtig ontwikkelende gemeenten en de op
breede schaal ingerichte waterschappen, aan
wier hoofd bekwame, veerkrachtige en van de
waarde des selfgovernments doordrongen be
stuurders staan, die aanleiding geven tot het
nemen dier honderde resolutien, terechtwijzin
gen, nota's van aanmerkingen, rappellen en
dergelijk vulsel van de annalen der gedepu
teerde staten Of is dit euvel niet veeleer te
wijten aan dat groot aantal gemeenten met
budgetten van een paar duizend gulden,
aan welker hoofd staan en in welker be
stuur werkzaam zijn personen die dat be
schouwen als een bijbaantje, waarvan de
bezoldiging, als men zegt, „is meegenomen"?
't Gemis van zelfstandig oordeel, bij gevoel van
plicht en verantwoordelijkheid, doet al die
beslommeringen ontstaan, welke het gewestelijk
bestuur met werk overladen, doch, wat erger
is, het aftrekken van zijn sehoone roeping:
om vóór alles te arbeiden aan den bloei dei-
nijverheid, door ontwikkeling harer natuur
lijke hulpbronnen en om daarnaast het politisch
rechterambt uit te oefenen als eerlijke, ernstige
en onpartijdige rechters. Zeker wordt dat ideaal
nagestreefd, maar tegenover onbeholpen, zwakke
besturen wordt het vaak bemoeilijkt door de
vrees, dat bij toepassing van strikt recht nog
meer verwarring en afwijking van de wet zal
ontstaan.
„Gelijk eene verdeeling van den arbeid,
waardoor de menschen elkaar in den weg loopen^
niet als een gewenschte economische toestand
is aan te merken, is dit evenmin de verdeeling
van het gemeentebeheer onder een groot getal
besturen. Even als in het gewone bedrijf, is
ook hier beter loon voor meer werk
slechts te verkrijgen door samenvoeging. Wel
dadige decentralisatie kan slechts op die wijze
ontstaan. Betere bezoldiging zal van zelf dén
lust opwekken om zich te bekwamen voor een
vak, dat wel verdient in eere gehouden te
worden, als men weet dat de gemeente de
bron is waaruit eeu degelijk publiek leven
ontspringt; dat flinke staatsburgers slechts
daar gevormd worden waar de deelneming
aan en de belangstelling van de ingezetenen
in het bestuur hunner gemeente wordt moge
lijk gemaakt door besturen, die zelf van den
geest onzer staatsinstellingen zijn doortrokken,
't Is daarom zoo jammer dat door de regeering
niet krachtiger de hand wordt gehouden aan
het stelsel om kleine gemeenten te vereenigen,
waartoe de gemeentewet zoo gereedelijk den
weg heeft gewezen, zij het aanvankelijk met
behoud van afzonderlijke huishouding der op
geheven gemeenten, als die van afdeelingen
(art. 217 gemeentewet), in verband met de al
gemeene huishouding der vereeniging."
Op dezelfde gronden en in gelijken geest
als hier door den heer Coolen, is in de staten-
gencraal herhaaldelijk door verschillende afge
vaardigden op samenvoeging van kleine ge
meenten, als middel tot vereenvoudiging en
verbetering vanhetbestuurswerk, aangedrongen.
Geheel zonder weerklank zijn hunne stemmen
niet gebleven en bijzonder in de eerste jaren na
de invoering der gemeentewet, vooral in 1855
en 1857, zijn op den weg, door die wet aan
gewezen, eenige goede stappen gedaan. Men
heeft daarbij echter bijna onveranderlijk met
plaatselijken tegenstand van allerlei aard, met
bezwaren ontspruitende aan de krenking der
persoonlijke en bijzondere belangen, welke in
vele gevallen van die samenvoeging onafschei
delijk is, te kampen.
Op dit oogenblik is, voor zooveel Zeeland
betreft, een ontwerp in behandeling tot ver
eeniging der aan elkander grenzende gemeenten
Heille (585), St. Anna ter Muiden (260) eu
Sluis (1537 inw. op 31 Dec. 1875). Voor de
beoordeeling van dit ontwerp, waarbij zich als
naar gewoonte eenige plaatselijke en bijzondere
belangen doen gelden, hebben wij het niet
ondienstig geacht het algemeen gezichtspunt,
dat aan de vereeniging van gemeenten ten
grondslag ligt, in herinnering te brengen.
Gisteren avond werd in het Schuttershof alhier
eene vergadering gehouden van de leden der te
Middelburg op te richten afdeeling der schippers-
vereeniging Schuttevaer.
De heer mr. G. N. de Stoppelaar nam als mede-
onderteekenaar der rondgezonden circulaire de
leiding der vergadering voorloopig op zich. Na
een woord van hulde aan den heer W. J. Schut
tevaer gebracht te hebben, herinnerde de heer
De Stoppelaar aan het vele dat door de vereeni
ging in het belang der schipperij gedaan is,
waarbij ook de vroegere afdeeling Middelburg en
hetgeen door haar is verricht, herdacht werd.
De heer De Stoppelaar eindigde zijne toespraak
met den wensch, dat de op te richten afdeeling
ook nu weder werkzaam moge zijn tot bevorde
ring van den voorspoed der schipperij en tevens
tot den bloei van Middelburg en verklaarde, na
de mededeeling dat de lijst der toegetreden per
sonen 78 bedraagt, de afdeeling Middelburg voor
geconstitueerd.
Hierna werd overgegaan tot de keuze van een
bestuur en werden de heer De Stoppelaar als
voorzitter, de heer I. Dhont als secretaris en de
heer H. J. Domenie als penningmeester gekozen;
welke heeren alle bereid waren die betrekkingen
aan te nemen.
Vervolgens werden eenige met de scheepvaart
in verband staande aangelegenheden besproken,
waarbij o, a. de wenschelijkheid betoogd werd
om de in de Kil liggende tonnen, die daar geen
nut stichten en zelfs een last voor de binnen-
schipperij mogen genoemd worden, op te ruimen.
Aangezien eenige leden meenden dat omtrent
deze zaak reeds een adres aan de regeering was
ingediend werd besloten om, indien aan bedoeld.
verzoek niet mocht worden voldaan, van deze
zijde zich daaromtrent tot de regeering te wenden.
De aandacht van het bestuur werd vervolgens
nog gevestigd op de behoefte die er bestaat aan
remmingwerken bij de sluizen te Vlissingen en
te Veere; op de wenschelijkheid dat de sein
vlaggen aan de bruggen door borden worden
vervangen en op den last dien de ongeregelde
ligging der modderbakken voor Veere aan de
schipperij veroorzaakt.
Nadat de vergadering met een voorstel van
het bestuur, om de eereleden der vroegere afdee
ling Middelburg, de heeren H. J. Dronkers Sr.
en J. van Meerendonk, ook als eereleden der
nieuwe afdeeling te beschouwen, had ingestemd,
tverd deze eerste bijeenkomst gesloten.
Tijdens de vergadering nog twee personen als
leden ingeschreven zijnde, bedraagt het ledental
thans 80.
Door burgemeester en wethouders van Middel
burg is benoemd tot omroeper, afslager van aard
en boomvruchten en omroeper van de Vischmarkt,
J. P. Engelman, ter vervanging van M. Klink.
Bij de kamer van koophandel en fabrieken te
Vlissingen is een brief ontvangen van den heer
Georgè Collins Levey te Londen, commissaris voor
de tentoonstelling, die in 1880 te Melbourne (Au
stralië) gehouden zal worden, waarin kennis ge
geven wordt van het besluit tot het houden der
bedoelde tentoonstelling eenige bescheiden toe
gezonden worden ter nadere toelichtingen de
medewerking van alle Nederlandsche industrieelen
en handelaren gevraagd wordt om het succes dier
tentoonstelling te verzekeren.
Nog is bij die kamer ontvangen eene mededee
ling van den minister van waterstaat, dat eene
voorloopige regeling heeft plaats gehad met de
regeering van Engeland, betreffende de wegrui
ming van drijvende wrakken, zoo die, voor de
scheepvaart gevaarlijk, ergens ontdekt worden.
Door wederzijdsche telegrafische mededeeling
zullen de be rokken autoriteiten elkaar de noodige
inlichtingen geven, teneinde dit gevaar voor de
scheepvaart te verwijderen of zoo veel mogelijk
te verminderen.
Z. K. H. prins Alexander heeft een prijs geschon
ken voor de verloting die ten behoeve der Ver
eeniging tot weezenver pleging voor Zuid- en Noord-
Beveland gehouden zal worden. De andere prijzen
bestaan uit voorwerpen van kunst en smaak.
Met den verkoop der loten is belast de beer J.
G Broese, boekhandelaar te Utrecht.
Zaterdag jl. is te Sehore feest gevierd bij gele
genheid dat de heer D. P. Dominicus 25 jaren het
ambt van secretaris der gemeente Schore en Vlake
had waargenomen. Den jubilaris werd des avonds
in eene daartoe belegde raadsvergadering dooi
den burgemeester, den heer H. van Koeveringe,
namens de gemeente een fraaie zilveren inktkoker
ten geschenke aangeboden.
Te 's Gravenpolder is eene voorloopige bijeen
komst gehouden tot het oprichten eener afdeeling
Westelijk gedeelte van Zuid-Beveland der Centrale
liberale kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict
Goes. Over 14 dagen zal het huishoudelijk regle
ment vastgesteld en een bestuur der afdeeling
benoemd worden.
Aan de werklieden der bierbrouwerij De Valk
te Amsterdam is na bet opmaken der balans over
het afgeloopen jaar eene week extra-loon uit
betaald.
Men schijnt hier te doen te hebben met eene
soort van (zeer gewijzigde) toepassing van het
stelsel van winstdeeling (participatie). Eenige
inlichting of de uitkeeving het uitvloeisel van een
stelselmatig gevolgd beginsel, dan wel van eene
op zich zelf staande mildheid is, zou aan hen,
die hunne aandacht aan dezen vorm van oplossing
van het arbeidersvraagstuk wijden, zeker aange
naam zijn.
Kotferdais», 17 Februari. Niet enkel Parijs
heeft te klagen over onveiligheid bij nacht, maar
ook onze goede stad Rotterdam. Van aanran
dingen van personen hoort men wel is waar niet,