Telegraphische berichten.
Z e e t ij d i n g e n.
Handelsberichten,
Thermometerstand.
Staten-Generaal.
BUITENLAND.
Algemeen Overzicht.
DUFAUKE
Graanmarkten enz,
Frflzen van Effecten.
Eet huwelijk van den hertog van Connaught
met prinses Louise Margaretha van Pruisen zal
den 13™ Maart te Windsor worden voltrokken.
De bruid zal met hare ouders op de reis naar
Engeland eerst een bezoek te 's Hage aan hare
zuster, onze prinses Hendrik, brengen. De Victoria
and Albert zal het reisgezelschap dan te Antwer
pen wachten, lezen wij. De reis ware een
voudiger en korter over Vlissingen genomen.
buitenland.
Londen. Eene Engelsche kolonne, bestaande
uit 5 compagniën, 600 inlanders en eene batterij?
is door 20,000 Zoeloes nagenoeg geheel vernield.
De Engelschen verloren 500 soldaten en 60
officieren, benevens groote hoeveelheden proviand
en ammunitie. Natal wordt ernstig bedreigd
dit bericht wordt officieel bevestigd.
Brussel. De heer Frère Orban heeft in de
kamer verklaard, dat de Belgische legatie bij het
Vaticaan zal worden gehandhaafd. Aan den
statu quo zal niets worden veranderd.
10 Febr.'s av. 11 u. 48 gr.
11 'smorg. 8 u. 45 gr. 's midd. 1 u. 50 gr.
's av. 6 u. 48 gr.
Effeet en-b elasting.
Het wetsontwerp tot het heffen van een belas
ting op de effecten is in druk verschenen.
De heffing geschiedt naarmate van de werkelijke
beurs- of koerswaarde.
De heffing heeft plaats van bewijzen van aan
deel in geldleeningen, geldbeleggingen of renten
ten laste van den staat of van andere staten, van
provinciën, steden, gemeenten, dijk- en polder
besturen; bewijzen van aandeel in zedelijke
lichamen enz. enz., waar kapitaal door aandeelen
wordt vertegenwoordigd; aandeelen in geldlee
ningen ten laste van zoodanige lichamen enz. of
ten laste van bijzondere personen buitenslands
woonachtig, en in geldleeningen ten laste van
ingezetenen des rijks, doch gevestigd in, of ten
laste van goederen buitenslands gelègen. (Alzoo
alle waarden die de successiewet onder effecten
verstaat, terwijl als belastbare elementen niet zijn
opgenomen schuldvorderingen tusschen particu
lieren, onverschillig of zij al dan niet door hypo
theek, pand of andere zekerheid gewaarborgd zijn).
Op den len Maart van elk jaar geschiedt de
aanslag.
De man is belastingplichtig voor de effecten
der huwelijksgemeenschap. Behalve in geval van
scheiding van tafel en bed of van goederen, is
hij, behoudens verhaal, tevens belastingplichtig
voor de effecten der vrouw, zelfs al heeft zij
krachtens huwelijksche voorwaarden, het beheer
harer roerende goederen, het vrij genot barer
inkomsten, of wel beide.
Tot bepaling der waarde strekken de prijzen
waartoe de effecten zijn verhandeld einde Februari
qf naar de jongst opgemaakte officieele prijs
courant.
Schulden, zelfs die waarvoor de effecten zijn
verbonden, worden van hun waarde niet afge
trokken.
De belasting bedraagt 1 per mille van de
gezamenlijke waarde der effecten waarvoor elk
belastingplichtig is.
Indien er na berekening der duizendtallen een
som overschiet wordt de belasting daarover voor
elk honderdtal berekend in verhouding tot het
bedrag der duizend gulden.
Onderdeelen, kleiner dan honderd gulden, blij ven
verder buiten aanmerking.
Geen belasting is verschuldigd indien de geza
menlijke waarde der effecten van een belasting
plichtige minder dan f 1000 bedraagt.
Het dienstjaar begint 1 Maart en eindigt uit0.
Februari.
De belastingplichtige wordt aangeslagen in de
gemeente waar hij woont.
De heffing geschiedt op eigen aangifte onder
aanbod van eede, naar een schriftelijk formulier.
De aangever is bevoegd zijn aangifte in te
dienen onder gesloten couvert.
Het onderzoek en de beoordeeling der aangiften
zijn opgedragen aan het (in getal vermeerderd)
college van zetters en aan den controleur dei-
directe belastingen.
Het college van zetters is zoowel als de con
troleur bevoegd eiken aangever in den loop van
het dienstjaar tot het beëedigen zijner aangifte
schriftelijk op te roepen.
Boeten van 50 tot f 200 worden gesteld op
de niet-aangifte of de met-tijdige eedsaflegging.
Ontduiking van belasting wordt gestraft met
een geldboete van tienmaal het bedrag der be
lasting.
De leden van de colleges van zetters en de
belasting-ambtenaren zijn tot geheimhouding ver
plicht ten aanzien van hetgeén in de uitoefening
van hun ambt te hunner kennis komt omtrent
het in effecten belegde vermogen van de belasting
plichtigen.
De regeering rekent op een belastbaar kapitaal
van ongeveer 3 milliarden. Bij een belasting van
1 per mille zou dus op een opbrengst van 3 mil-
lioen voor de schatkist te rekenen zijn.
Het is nu toch werkelijk waar, dat het verdrag
tusschen Rusland en de Porte, dat het onderwerp
van zoovele onjuiste berichten is geweest, eindelijk
is onderteekend. Als nu vóór de ratificatie niets
meer in den weg komt, en men het verdrag
gesloten heeft met het doel om het ook uit te
voeren, dan is de Oostersche quaestie weder een
stap nader bij de in het Berlijnsche tractaat
bedoelde pauze. Wat daar ook van zij, wij zijn
onzen lezers de hoofdbepalingen van het verdrag
schuldig, zooals Havas die mededeelt. Den tekst
zeiven zagen wij nog niet. Na geconstateerd te
hebben, dat wederom vrede en vriendschap tus
schen beide staten heerscht, volgt de erkenning,
dat het Berlijnsche tractaat rechtens den vrede
van San Stephano heeft vervangen: Rusland doet
daarmede afstand van alle vorderingen, welke
het op dien vrede nog had kunnen gronden. Het
thans gesloten verdrag regelt de punten van het
verdrag van San Stephano, welke te Berlijn niet
zijn behandeld. De oorlogsvergoeding, door de
Porte aan Rusland te betalen, wordt bepaald op
802,500,000 francs, waarvan de wijze van betaling
nader tusschen beide staten zal worden geregeld.
Dat is een open deur voor nadere onaangenaam
heden. Een Engelsch blad zeide dezer dagen wel
wat cynisch, doch schijnbaar juist, dat Rusland
er evenmin aan denkt ooit een cent van die
schadevergoeding te ontvangen, als het de Porte
ooit voorgekomen is, dat zij er iets van zou
betalen. Indien dit zoo is kan de bepaling enkel
on alleen dienen om Rusland bij voortduring vat
te geven op zijn nabuur, wiens definitief vonnis
slechts op gelegenheid tot uitvoering schijnt te
wachten. Nog twee sommen moet de Porte
buitendien betalen. De eerste is eene schadever
goeding tot een maximum van 26 J millioen francs
aan Russische particulieren of instellingen, welke
vóór den oorlog in Turkije waren gevestigd, en
de tweede, waarvan wij de som niet vermeld
vinden, strekt tot vergoeding van het onderhoud
der Turksche krijgsgevangenen in Rusland. De
eerste moet betaald worden in twee jaren, de
laatste in 21 termijnen binnen zeven jaren. In
ons telegram van gisteren was deze betaling ge
noemd voor de hoofdsom van de indemniteitdit
blijkt onjuist te zijn geweest. Beide regeeringen
doen verder afstand van alle vervolgingen tegen
onderdanen, die in betrekking zouden hebben
gestaan tot het leger van de tegenpartij en belo
ven eene wederkeerige amnestie voor alle mis
drijven vóór het sluiten van het tractaat in dat
opzicht begaan. De vroegere handelstractaten
worden wederom in werking gesteld.
Prins Lobanoff verklaarde na de onderteeke-
ning van het verdrag aan Caratheodori pacha,
dat de Russische troepen aanstonds zouden begin
nen het Turksche grondgebied te ontruimen,
hoewel de overeenkomst voorschrijft, dat men
daarmede een zekeren tijd (35 of 40 dagen, de
berichten loopen daarover uiteen) na de uitwis
seling der ratificatiën tijd zou hebben.
Groote nieuwsgierigheid wekt het in Frankrijk,
hoe het ontwerp van de nieuwe regeering op het
stuk der amnestie zal luiden, dat heden middag
aan de kamer zou worden overgelegd. Een laatste
telegram aan de Indépendance wil weten, dat in
eene laatste bijeenkomst tusschen de ministers
van justitie en van marine en koloniën (die de
administratie voert over de strafkoloniën) is over
eengekomen, de amnestie toe te passen op
alle veroordeelden, welke reeds gratie hebben
verkregen of nog zullen verkrijgen, met uitzon
dering van hen, die veroordeeld zijn wegens mis
drijven welke volgens het gemeen strafrecht
strafbaar zijn. Dat wil zeggen, dat de regeering
zich het recht voorbehoudt om die politieke ver
oordeelden uit te kiezen, welke naar haar inzien
gratie verdienen, maar dan ook aan deze met de gratie
de amnestie verleent, hen dus niet alleen ontheft
van de nog te ondergane straf, maar alle gevol
gen zonder onderscheid van het vonnis voor hen
opheft. Het is dus als dit bericht juist is,
wat wij spoedig weten zullen niet de algemeene
amnestie, door de heeren Hugo en Blanc voorge
steld, welke de regeering wil. De stemming over
dit ontwerp kan zeer belangrijk zijn. De rech
terzijde is tegen iederen algemeenen maatregel
van genade, zoodat het lot van het ontwerp kan
afhangen van het aantal der leden van de linker
zijde, welke niet op dit punt willen transigeeren.
Wordt door een dergelijke combinatie het ont
werp verworpen, dan ontstaat voor de regeering
eene groote moeilijkheid, daar ook voor een
amendement in den geest der uiterste linkerzijde,
waarin de regeering zich wellicht zou kunnen schik
ken, de kansen onzeker zijn. Wat te doen, als onver
hoopt deze beide uitkomsten uit deze netelige
quaestie mochten worden verworpen Een zeer
groot aantal Franschen dringt er op aan, dat er
althans iets worde gedaan. Een blijk van den
geest, die op dit punt vooral onder de Parijsche
bevolking heerscht, vinden wij in een brief, door
zekeren heer Imbert, genie-officier ouder de Com
mune, aan een ultra republikeinsch blad gericht.
Deze heer verklaart zich, na eene vrij zwakke
motiveering, na de verandering van Frankrijk's
regeering feitelijk geamnestieerd en geeft daarbij
het adres op, waar hij te Parijs woont. Dit is
een blague, zoo men wil, maar het feit, dat de
groote bladen alle dezen brief overnemen, bewijst
dat de brief weerklank 'vindt.
In Liverpool is eene zeer ernstige werkstaking
ontstaan bij de werklieden in de dokken en de
matrozen. Gistefen werd het aantal der werk
stakers geschat op 20,000 a 30,000. De goederen
handel staat geheel stil; de werklieden houden
groote vergaderingen en begaan hier en daar
baldadigheden, zoodat de regeering 300 man in
fanterie en 80 man kavallerie naar de stad heeft
gezonden. Als een verschil van opvatting teeke
nen wij aan, dat de Temps eenigszins spottend
spreekt over deze 400 man, die orde moeten
houden in eene stad van 500,000 inwoners, ter
wijl de Indépendance het eene vrij aanzienlijke
troepenmacht noemt.
Men leeft snel in onzen tijd en gunt zich nau
welijks den tijd om te zien naar den dag van
gisteren. Het heden neemt alle aandacht in be
slag. Zoo hoort of leert men thans ternauwernood
meer van den man, wiens naam wij boven dit
opstel plaatsen, en op wien toch nog vóór slechts
weinige dagen aller blikken in Frankrijk, veler
oog in Europa, waren gericht. De tachtigjarige
man zal thans waarschijnlijk wel voor goed af
scheid hebben genomen van het openbare leven,
zoodat het passend kan zijn, dat de geschiedenis
van den dag met een enkel woord afscheid van
hem neme, vóór zij hem geheel overlaat aan de
geschiedenis in ruimer en in hooger zin.
Dufaure's politiek leven begon in 1834, toen
hij door het departement, waar hij geboren was,
de Charente Inférieure, tot lid der kamer was
gekozen. De eerste maal, dat hij op de tribune
trad was ter verdediging van de onafhankelijk
heid der gekozen vertegenwoordigers in de kamer
tegenover de pairs. Een lid der kamer werd wegens
een politiek misdrijf bedreigd met vervolging voor
het huis der pairs. De kamer beraadslaagde of
zij die vervolging zou toelaten, en daarbij verde
digde Dufaure de stelling, dat de kamer de pairs
nimmer moest veroorloven een afgevaardigde voor
hun gerecht te dagen, tenzij aan de kamer het
zelfde recht tegenover de pairs werde toegekend.
In 1839 werd hij voor korten tijd minister van
openbare werken in het ministerie Soult, in 1842
maakte hij grooten opgang door zijn rapport
over de spoorwegwet, en in 1845 werd hij vice-
president der kamer.
Zoo naderde het jaar 1848, waarin een man
van de bekwaamheden van Dufaure, en die eens
op het staatstooneel was Opgetreden, geen lijdelijk
toeschouwer kon blijven. Hij had in de laatste
jaren tegen het ministerie Guizot geopponeerd
echter was hij toen, noch werd hij later de man
van verandering door groote schokken. Nog en
kele dagen vóór het uitbreken der Februari-revo-
lutie verklaarde hij zich tegen het houden der
hervormingsmaaltijden, welker verbod de naaste
aanleiding was tot het uitbreken van den opstand.
Baroche en Odilon Barrot klaagden het ministerie
aan wegens het verbieden der demonstratieDu
faure daarentegen verklaarde„Het ministerie
had verdiend in staat van beschuldiging gesteld
te worden, indien het het banket had toegelaten."
Was hij de man niet om eene omwenteling te
maken, hij was toch niet tegen hare beginselen
gekant, wat vooral schijnt te blijken uit de stem,
welke hij uitbracht voor de verbanning der fa
milie Orléans. Iedere voorslag daarentegen van
eenigszins socialistische strekking vond in hem
een warmen bestrijder, wat maakte, dat hij in
zuiver politieke quaesties stemde met de linker
zijde, terwijl zoodra maatschappelijke verande
ringen werden voorgesteld, hij zich aansloot aan
de rechterzijde. Toen Louis Napoleon president
was geworden bekleedde hij enkele maanden een
ministerszetel en bleef hij na zijne aftreding in
de oppositie, totdat ook hem, zooals velen ande
ren door den coup d'état het veld der politiek
werd gesloten.
Dufaure vestigde zich toen als advocaat in
Parijs en werd onder het keizerrijk door de orde
der advocaten tot deken en door de Académie
frangaise als lid gekozen. In 1868 stelde hij
zich candidaat voor de kamer, doch werd gesla
gen en trad niet meer op politiek terrein, dan
alleen om in het volgende jaar het comité te
presideeren, dat de verkiezing van Thiers te Parijs
bevorderde.
De derde republiek die hij dan ook weder
niet had helpen maken vroeg dra de diensten
van den ervaren man. Den 8 Februari 1871 werd
hij in vijf departementen tegelijk gekozen; hij nam
zitting voor de Charente Inférieure. Aanstonds
werd hij onder Thiers minister van justitie en
bleef dat tot 24 Mei 1873, toen hij met den pre
sident viel. Ook na het tot stand komen der
constitutioneéle wetten, waardoor de republiek
voor goed was gevestigd, werd hij weder minister
onder Buffet, van wien men toen nog eene liberale
regeering hoopte. Hij maakte in December 1876
plaats voor Jnles Simon. Er volgde toen een
treurig jaar voor Frankrijk, en toen in December
1877 de toestand voor den maarschalk onhoud
baar werd en deze alleen heil zag in eene meer
of minder eerlijk gemeende volte-face, was het
weder Dufaure, dien hij tot zich riep als den
conservatiefsten republikein of den meest repu-
blikeinschen conservatief. Toen nog zegt men,
dat de maarschalk eerst poogde hem tot werk
tuig der dat gausche ongeluksjaar gevolgde poli
tiek te maken en om die politiek door zijn ge-
achten naam te dekken. Dufaure antwoordde
(altijd volgens de anecdote): „Ik maak u
opmerkzaam erop, dat men een ouden man als
mij niet laat roepen om hem voor den gek te
houden." En hij liet zich ook niet voor den gek
houden. Wij hebben het gezien.
Dufaure's uiterlijk maakt volstrekt geen bij-
zonderen indruk. Een oude magere heer van
middelbare grootte, met witte das en witte haren,
met verbrande gelaatskleur, niet zeer vast op de
beenen, met een broek, die te kort is, en een rok,
die uit de mode is, met een rol papier onder den
arm zoo vinden wij hem beschreven, en maakt
hij ons uiterlijk den indruk van een plattelands
notaris. Hij was ook niet de man van groote
denkbeelden, van krachtig initiatief, doch solide
boven alles. De overlevering is hem heilig, en
een man van 80 jaren, die zijn gansche leven
hard gewerkt heeft, kan heel wat traditie opge
gaard hebben. Iederen avond om negen uur gaat
hij naar bed, en slechts zelden maakte hij daarop
voor eene receptie of andere plechtige gelegenheid
eene uitzondering, 's Morgens om vijf uur, soms
als hij niet slapen kan, om drie uur begint hij
weder te werken. Zijn materieel leven is Puri-
teinsch eenvoudig.
Als parlementair redenaar heeft hij het gebrek
van door den neus te spreken. Daar staan echter
voordeelen tegenover, die dat kleine lichaamsge
brek wel doen vergeten. Hij maakt geen schoone
redevoeringen, op effect berekend, doch redeneert
zakelijk en met eene onverbiddelijk streng logische
volgordezijn f zinbouw is helder en scherp en
beweegt zich langzaam en koel van de eene
sluitrede in de andere. Wordt hij warm, dan
openbaart zich dat in eene droge, scherpe ironie,
die woorden en qualificaties weet te vinden, welke
de getroffene niet weer ontwassen kan. Men
denke aan de parti sans nom.
Men heeft hem meermalen eenige genegenheid
toegedicht voor clericale begrippen, welke echter
in zijn staatsraansleven moeilijk na te sporen is.
Men wilde, dat hij meer dan wel rechtstreeks
noodig was, onder den invloed eener vrome echt-
genoote stond. Mocht het al zoo zijn, dan
heeft hij nog te meer bewijs gegeven van een
juist inzicht in de zaken van zijn land door na
de aftreding van den maarschalk ook af te treden
als president-minister. Inderdaad was hij in zijne
eigenaardige stelling tusschen rechter- en linker
zijde, eene stelling, welke alleen een man van zoo
onverdachte eerlijkheid kan innemen, de man niet
meer van de in Januari in Frankrijk tot stand
gekomen toestanden. A situation nouvelle, hommes
nouveaux, sprak hij zelf toen/hij zijn ontslag nam,
en hij had gelijk. Met eere gaat hij op het juiste
o ogenblik de rust nemen, die hij zoo goed aan
Frankrijk heeft verdiend.
Vlissingen, 11 Febr. Vertrokken de Noord-
duitsche brik Fortuna, gezagv. Becking, sedert
25 Jan. als bijlegger hier ter reede.
Heden is in het voordok alhier gehaald om
in het droge dok te worden opgenomen, het
barkschip Marie en Antoinette.
Goes, 11 Februari. Tarwe ruim aangevoerd
met weinig vraag. Rogge gerst en boonen met
genegen koopers. Prijzen bleven eender.
Rotterdam, 11 Februari. Ter markt van heden
waren aangevoerd 972 runderen; 116 vette, 39
nuchtere kalveren; 35 schapen; 391 varkens;
39 biggen; runderen le qual. 86, 2e qual. 68
3e qual. 50; kalveren le qual. 105, 2e qual. 85;
schapen 90 cent.
Vlissingen, 7 Februari. Boter per kilogram
f 1.25 a f 1.20. Eieren f 5.20 per 104 stuks.
Bergen op Zoom, 11 Februari. Boter per stuk
f 0.97£, per kilo 0.62. Eieren per 26 f 1.30
Amsterdam10 Febr. 11 Febr.
STAATSLEENIKGE5,
ffederl.Cert. N. W. Sch. 2£ pet. 63-fJ 63}
dito dito dito. 3 761 76}
dito dito dito. 4 98^ 98
België. Certificaten2£ 6l£ 62}
Frankrijk. Origin. Inschr. 3 73
Hongarije. Obl. Goudleen 5 56} 561
Italië. Cert. Adfn. Amsterd. 5
Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 52} 52^
dito Febr.-Aug. 5 52 f 52}
dito Jan.-Juli. 5 53f| 53
dito April-Oct.53} 53
dito dito Goud 4 63 63}
Polen. Obl. Schatkist 1844. 4 75£
Portug. Obl. Btl. 1853/1869. 3 49^ 49f
dito dito 1876. 6 95j$
Rusland. Obl. Hope C.
1798/18155 95£ 95
Cert. Inschr. 5e Serie 1854. 5 54} 541
dito dito 68 1855. 5 751 75}
ObIigatiën-1862f) 801 81
dito-1864 1000 5 90 90}
dito 1864 1005 86f
dito 1877 dito5 85} 85}
dito Oostersche 1« serie 5 53} 531
dito 1872 gecons. dito. 5 82 82}
dito 1873 gecons. dito. 5 83 82}
dito 1850 le Leening dito. 4£ 82£
dito 1860 2e Le ning dito. 4£ 81} 81}
dito 1875 gecons. dito 4£ 75} 75
Cert. Hope C" 1840 4 56
dito 2e, 3 4e Leen. 1842/44. 4 55} 55}
Obligatie-Leening 1867/69. 4 73£ 73 i
dito dito 1859 3 60 59}
Cert. van Bank-Assign. 6 38}
Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 14^5 14^
dito dito 1876 2 32} 32}
dito Binnenl. Es. 5000-10000 1 13^ 13 A
dito dito 1876 2 30}
Turkije. Obl. Alg. Sch. 1865 5 12^ 12rs
dito dito 1869 6 14} 14}
Egypte. Obl. Leening 1876 6 46} 45£
Spoorw. dito 1876 5 69 67£
Vereen. Staten. Obl.1876 4£