N®. BO. 122e Jaargang. 1879 5 Februari. W oensdag LOTIHG. Nationale üilitie. Een ergerlijke historie Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50, [Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6 L. Daubs en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Advertentien: 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Gemeente-belastingen. Suppletoire kohieren n° 2 voor de plaat selijke directe belasting op de inkomsten en op de honden over 1878. FEUILLETON. Middelburg 4 Februari De burgemeester en wethouders van Middelburg, gelet op art. 28 en volgende der wet van den 19 Augustus 1861 (staatsblad n". 72); brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden: dat de loting der in het vorige jaar voor de militie ingeschrevenen, zal plaats hebben op de boven-voorzaal van het raadhuis, Vrijdag den 7f" Februari 1879, te beginnen des voormiddags te 10 uren; dat gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de loting heeft plaats gehad, tegen de wijze waarop zij is geschied, bij gedeputeerde staten bezwaren kunnen worden ingebracht door belanghebbende lotelingen, of door hunnen vader of voogd; dat de bezwaren moeten worden ingediend door middel van een door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoekschrift, op on^ezegeld papier, onderteekend door hem, die ze inbrengt, welk verzoekschrift bij den burgemeester moet worden overgebracht, tegen bewijs van ontvang; dat op Dinsdag den 25 Februari 1879, des voormiddags van 10 tot 12 uur, in de boven- achterzaal van het raadhuis zitting zal worden gehouden tot het opmaken van de getuigschriften ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon, be doeld in de 2e en 3e zinsnede van art. 53 der bovengenoemde wet; dat zij die op zoodanige vrijstellingen aanspraak maken, op gemelden tijd ten raadhuize zullen moeten verschijnen, vergezeld van twee bij den burgemeester bekende meerderjarige ingezetenen. Middelburg, den 3 Februari 1879 De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De burgemeester en wethouders van Middelburg, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat de suppletoire kohieren n» 2 voor de plaat selijke directe belasting op de inkomsten en op de honden, beide over het jaar 1878, door gede puteerde staten van Zeeland zijn goedgekeurd en ter invordering aan den gemeente-ontvanger uit gereikt. Middelburg, den 3en Februari 1879. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. DOOR W1LK1E COLLINS- Ik hoor dat de „ergerlijke historie" van mijn gedrag wijd en zijd verbreid is op het laatste bal en dat de algemeene opinie (onder de dames) was dat ik mij vernederd heb. Er was echter éen afwijkende stem in dit alge meene koor van veroordeeling. Gij, mevrouw, hebt gesproken met al bet gezag uwer vermaard heid en van uw hoogen rang. Gij zeidet„Ik ken de jonge dame die bet onderwerp van dit gesprek uitmaakt niet persoonlijk. Ik weet zelfs haar naam niet eens en indien ik er mij inmeng is het alleen om er aan te herinneren dat elke geschiedenis twee zijden heeft. Mag ik in het belang der mënschlievendheid vragen of gij gewacht hebt met een oordeel over haar te vellen, totdat gij gehoord hadt wat zij tot haar verdediging te zeggen heeft?" Deze rechtvaardige en edelmoedige woorden brachten (als ik wel onderricht ben) een doodelijke stilte te weeg. Geen der dames die mij verooideelden, had mijne verdediging gehoord. Nie- ia»ud der aanwezigen waagde bet n te antwoorden. Vlissingen, 4 Februari. Ter reede Ylissingen liggen op dit bogenblik 5 stoomschepen van het grootste charter, waarvan 3 volgeladen met graan en de andere met stukgoed, welke door hun grooten diepgang vooreerst niet in de dokken te Antwerpen kunnen toegelaten worden en wegens ijsgang daar ter reede ook niet kunnen lichten. Wanneer schepen voor Gent bestemd te Ter Neuzen slechts den minsten tegenspoed ontmoeten, waardoor zij de plaats hunner bestemming niet kunnen bereiken, gaat men in den regel onmiddel lijk over tot het lossen der lading, die dan verder per spoor wordt vervoerd. De groote tegenstelling tusschen deze twee in hetzelfde geval verkeerende plaatsen springt te zeer in het oog, dan dat er niet herhaalde malen over gesproken en onderzoek naar de oorzaak gedaan wordt, en steeds hoort men, zoo van gezagvoerders als van andere belang hebbenden: „de kosten te Vlissingen zijn in ver gelijking veel te hoog!' Zelfs hoorden wij reeds meermalen van hen, die het te Ylissingen eens hadden willen beproeven, de betuiging: „dat is ééns te Vlissingen gelost, maar nooit weêr." Het schijnt of zelfs de algemeen als waar er kende moderne spreuk „Tijd is geld" ten opzichte van Vlissingen niet waar is. De schepen getroosten zich liever een onbepaald wachten dan in de haven hunne lading te lossen, teneinde daardoor spoediger gereed te zijn om weder uit te gaan en geld te verdienen. Het moet dus wel waar zijn dat Vlissingen een zeer dure haven is en dit eenmaal als bewezen aangenomen zijnde, mogen wij onzen dringenden wenseh niet terughouden dat van regeeringswege eindelijk stappen gedaan worden; om de vele millioenen, die reeds aan onze haven besteed zijn, door vermindering der kosten van lossing en vervoer eindelijk eens productief te maken, of althans te beletten dat die langer negatieve winst voor het rijk afwerpen. Zoo al geen talrijk publiek gisteren avond de voorstelling in het Cirque-Corty bijwoonde, een dankbaar publiek was het zekei. De schoolkinderen van school F, ten getale van 464 woonden de voorstelling bij, dank zij de bemoeiingen van het bestuur der afdeeling van Volksonderwijsgesteund door velen die ter be vordering van kindervreugd eens in hun zak Hoe dergelijke menschen over mij denken is mij volkomen onverschillig. Niet omdat ik een vrouw van buitengewone geestkracht ben, maar omdat ik weldra buiten het bereik der Londen- sche praatjes en der Londensche dames zal zijn. Mijn goede man heeft een betrekking in den vreemde gekregendie ons een fatsoenlijke en onafhankelijke positie verschaft. Over eenige dagen verlaten wij Engeland en zullen er waarschijnlijk in de eerstvolgende jaren niet terugkeeren. Mag ik onder deze omstandigheden mijn hartelijke dank baarheid uitspreken? Mag ik bekennen hoezeer ik er op gesteld ben dat gij een gunstige meening van mij hebt Ik kan niet aan mijn aanstaand vertrek denken zonder de behoefte te gevoelen om u te overtuigen dat ik de belangstelling, welke gij aan een vreemde betoond hebt, waard ben. Ik zou zoo blijde zijn indien ik slechts een klein onbe duidend bewijs uwer sympathie mocht ontvangen Wilt gij mijn geschiedenis lezen en voor u zelve beslissen of ik het harde oordeel verdien dat over mij is uitgesproken? Ja, ik weet zeker dat gij dat wilt II Om te beginnen: Wie ben ik? Ik geloof dat ik die vraag het best kan beant woorden door mij zelve te beschrijven als een van die gelukkige wezens die het voorrecht eener hooge geboorte genieten. Mijn vader was de tweede zoon van een Engelsch edelman en mijn hadden willen tasten. Voor velen der kleine toeschouwers was het hun eerste kennismaking met een paardenspelallen zal de vroolijke avond lang heugen. ■"Stond, wanneer mej. Gierach en m'. Wels, mr. Dio, mr. Eldred of mr. Erber optraden be wondering op de kindergezichtjes te lezen, een vroolijk gejuich verwelkomde Rose en de andere Clowns en August den Domme niet het minst. Dat gejuich steeg, toen het carnaval op het ijs, voor de kinderen het glanspunt van den avond, werd opgevoerd. Het dankbaar hoera, na elk tafereel, bewees dat de kleinen overvoldaan waren. De verloting van het „vette" varken, dat zonder veel moeite aan den gelukkigen winner, J. D., van Vlissingen, in handen kwam, vormde ook een vroolijk tusschenspel, dat voor de kinderen nog prettiger gemaakt werd, door dat de heeren die het feest op touw hadden gezet, in de gele genheid waren hen ook op broodjes met kaas te onthalen. Een woord van dank aan het bestuur der afdeeling Volksonderwijs, aan allen die blijken van sympathie met het doel der vereeniging gaven en aan den directeur van het cirque die de ver wezenlijking er van mogelijk maakte, mag dan ook hier niet ontbreken voor den prettigen avond, die zij deze kinderen bezorgden, een avond, wij zijn er zeker van, die weken, ja maanden lang, eene genoegelijke herinnering bij allen die tegen woordig waren zal achterlaten. t De heer Kuiler, tot dusver buitengewoon op zichter van den waterstaat te Borsele, en met 1 Februari als opzichter 4e klasse overgeplaatst «aar Haarlem, wordt vervangen door den heer Mulder, buitengewoon opzichter te Vlissingen. (G. Ct.) Te Sint Annaland wordt Donderdag avond eene bijeenkomst gehouden om over de oprichting eener kiezersvereeniging te spreken, voornamelijk tot het stellen van candidaten voor leden van den gemeenteraad. Uit IJerseke wordt het volgende aan de Nieuwe Goesche courant geschreven „Spaarbanken zijn nuttige dingen voor menschen; die sparen kunnen en sparen willenNu is het zeker waar, dat velen wel kunnen sparen, doch wien de wil ontbreek. Maar het zal ook wel waar zijn, dat eenigen gaarne zouden willen spa ren, als zij konden, 't Is gemakkelijk genoeg te zeggen tot lieden die in den winter armoe lijden „Lieve menschen, waarom ben je ook nog dom mer dan de mieren en de bijen, en leg je in den tijd des overvloeds niet wat op voor de kwade moeder 3tamde regelrecht van een oud adellijk geslacht in Zuid-Duitschland af. Op mijn zestiende jaar verloor ik mijne beide ouders en ging in wonen bij mijn oom (den jongsten broeder van mijn vader) die mijn voogd werd, zoolang ik nog minderjarig was. Zijn vrouw had hem een mooi fortuin aangebracht en ook zij behoorde tot den eersten stand in de maatschappij. Gij zult zien dat ik het noemen van familie namen vermijd. De voorvallen die, zoo zij al niet de aanleiding tot mijn huwelijk waren het tech zeker verhaast hebben, staan in verband tot de ontdekking van een geheim, dat nooit mag kunnen nagespoord worden tot aan de personen die er in betrokken zijn Indien ik mijn oom slechts noem bij zijn militairen titel van „generaal", en indien ik den doopnaam mijner tante verander, bewaar ik een geheim dat ik gedrongen word te eerbiedigen door de sterkste banden der dank baarheid. Ik draag den naam mijner moeder „Wilheimina". Doch al mijne vrienden, in den tijd toen ik nog vrienden had, pleegden dien te verkorten in „Mina". Laat ik dus voor u ook „Mina" mogen zijn. Mijn moeilijkheden zijn begonnen met ja waar mede denkt gij Met niets meer of minder dan het huren van een rijknecht. Dit schijnt een zeer zonderlinge manier om uwe belangstelling in mijn verhaal te wekken, maar gelukkig schrijf ik aan een rechtvaardige, verstandige vrouw, die haar oordeel zal opschorten totdat zij iets meer van mij weet. Wij bevonden ons gedurende het dagen Dat is gemakkelijk gezegd, maar de vraag is, of er voor velen, vooral onder de dag- looners onzer maatschappij, ooit een tijd des over vloeds aanbreekt. Hoe dit zij, 't is een feit, dat in deze gemeente, dooi de oesterteelt, direct en indirect meer dan éen gezin genoeg verdient om althans iets voor den winter over te garen. Pas hoorde ik van een man, die zich had ver bonden op eene voorgeschoten som wekelijks vier gulden af te doen, en die dit niet alleen trouw doet, maar daarbij nog verklaart, dat hij het er niets minder om heeft. Mij dunkt, dat dit nog al wat beteekent, en toch verdient die persoon met zijn gezin niet meer dan verscheidene anderen. „'k Acht het dan ook eene gelukkige gedachte, die eenige mannen, welke het goed meenen met de mindere klasse, hebben gevormd, om nl. den verstandigen en gewilligen onder deze het sparen gemakkelijk en rentegevend tevens te maken. Zij hebben die gedachte bijna reeds verwezenlijkt, want zij zullen een spaarbank oprichten en wach ten daartoe nog slechts de goedkeuring der ont worpen statuten door den minister. „De inleg is zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt: tot 10 cent toe kan men inbrengen en wel op den voor daglooners gunstigsten tijd, den Zater dag avond. „Over 't geheel belooft deze spaarbank volgens de statuten eene instelling te zullen zijn, die op goede grondslagen rust. 't Is te wenschen, dat velen verstandig genoeg zullen zijn om, zoo zij kunnen, van deze gunstige gelegenheid gebruik te maken." Zierikzee, 3 Febr. Gedurende het jaar 1878 zijn alhier langs den Roompot uit zee binnenge komen 66 schepen te weten: 47 schepen onder Engelsche, 6 onder Nederlandsche, 4 ouder Noor- weegsche, 3 onder Deensche, 2 onder Ameri- kaansehe, 1 onder Grieksche, 1 onder Duitsche, 1 onder Oostenrijksche en 1 onder Belgische vlag. Langs den Roompot zijn naar zee gezeild 37 schepen alle onder Engelsche vlag. Volgens de N. Rott. Ct. wordt de nieuwe minister van oorlog door eene vrij ernstige onge steldheid verhinderd reeds dadelijk zijn ambt te aanvaarden. Het kon. be.3luit, waarbij de minister van marine andermaal, na daarvan reeds ontheven te zijn geweest, met de waarneming van het departement van oorlog belast wordt, deelden wij gisteren onder onze Telegraphisehe berichten reeds mede. Het gisteren medegedeelde bericht dat de minister van waterstaat zijne goedkeuring ont houden had aan de gewijzigde dienstregeling op zomerseizoen te Londen en op het oogenblik waarvan ik nu spreek had ik vijf jaren onder de bescherming van mijn oom en tante geleefd. Als ik aan de vaderlijke genegenheid van den gene raal voor mij denk, waukoöp ik er aan of ik die ooit naar waarde zal kunnen schetsen. Om u de waarheid te zeggen komen mij dè tranen in de oogen en ik kan in 't geheel niet schrijven. Wat Lady Catherina, mijn tante, aangaat kan ik niet anders zeggen dan dat zij haren plicht jegens mij altijd zonder eenige aanmatiging en op eer. aller liefste manier vervuld heeft. Opmeer dan veertig jarigen leeftijd werd zij nog algemeen bewonderd, ofschoon zij de aantrekkelijkheid verloren had die haar voor mijn tijd onderscheiden had, namelijk een volmaakt mooi figuur. Zij had nu nog. sprekende oogen en glanzig haarmaar was overigens leelijk; doch haar eenvoud, knapheid en aangename manieren waren ongetwijfeld de oorzaak dat zij zoo algemeen bemind was. Wij hadden nooit eenige onaangenaamheid samen; niet omd^t ik altijd zoo lief was; maar omdat tante Catherina het niet gedoogde; zij regeerde mij, even als zij haar echtgenoot regeerde, met den meesten takt. Op enkele kleine botsingen na kleine uitzonderingen die den regel beves tigden wond zij den generaal om haar vinger. Hij had een karakter dat hein bijzonder geschikt maakte om door een kuappe vrouw geregeerd te worden eu tante wist altijd haar zin door te drijven, door zich schijnbaar in alles naar hem te schikken. Behalve wanueer mijn goede oom in

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1