N®. 1879. Maandag 27 Januari. 122e Jaargang. Inschrijving Een Elba op de Theems, MAZELENEPIDEMIE. Nationale Militie. Bit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijkelnommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiens 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Verkeer, laügs den Seissingel. LOTIN Gr. FEUILLETON. Middelburg 25 Januari. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6 L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Voor de tweede maal bipnen een tijds bestek 'van nog geen twee jaren wordt de koninklijke grafkelder te Delft, voor een lijk uit het Oranjehuis, ontsloten. Het is eene indrukwekkende gedachte, onder den indruk van onzen rouw, ons de mogelijkheid voor te stellen, dat aan de stoffelijke overblijfsels, die in den loop der eeuwen daar hun laatste aard- sche rustplaats vonden, een oogenblik de ademtocht wierd ingeblazen, teneinde den nieuw aangekomene te kunnen be groeten. Met billijken trots, want ook prins Hendrik was een onzer tijd- en landgenooten, mogen wij de overtui ging koesteren, dat noch prins Willem I, de groote staatsman, de strijder en grond legger voor onze vrijheid, noch zijne zonen, de beroemde veldheeren en de bevestigers onzer onafhankelijkheid, noch prins Willem IV, de verlichte regent, noch koning Willem I, de hersteller van onze nationale zelfstandigheid, noch Wil lem II, de ridderlijke koning, wien wij de weldaad onzer tegenwoordige staats inrichting danken, dat zij geen van allen zouden aarzelen aan dezen jongst gestorvene hunner nazaten de mannen hand te reiken als aan een van huns gelijken. En evenmin zou Louise de Coligny, weduwe en moeder van slacht offers en strijders voor gewetensvrijheid, of Sophia van Wurtemberg, koningin evenzeer op het gebied van den geest als op dat van den staat, zich afwenden van dezen geestverwant en broeder, die heden aan hunne zijde eene rustplaats komt vragen. Prins Hendrik heeft zich hunner waardig gemaakt in wier gezelschap hij gaat vertoeven; laat ons trachten te verdienen dat onze naam met den zijnen in éen adem genoemd en niet als tegen stelling met dien van vroegere geslachten geminacht worde. .In deze plechtige ure te herhalen wat in de jongste dagen gezegd is over de deugden van prins Hendrik als menseh, over zijne werkzaamheid als vorst en staatsburger, over zijne voortreffelijke hoedanigheden als regent, achten wij geheel overbodig. Slechts moge, ten troost in ons verlies, de betuiging ons van het hart, dat zoolang ons geslacht en ons volk zulke dooden aan den schoot der aarde heeft toe te vertrouwen, daar geen reden bestaat om aan de toekomst onzer natie te twijfelen, op voorwaarde alleen dat wij hem, dien wij betreuren, niet slechts nastaren, maar ons ook plechtig voornemen hem na te volgen. De burgemeester van Middelburg, Gezien een schrijven van den waarnemenden inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht in Zeèland, van den 23™ Januari jl. n° 5222, maakt bekend: dat de epidemie van mazelen in deze gemeente heeft opgehouden te heerschen. Middelburg, den 24™ Januari 1879. De burgemeester van Middelburg, SCHORER. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gelet op de vanwege de vereeniging Uit het volk—voor het volk te houden hardrijderij op schaatsen, maken bekend dat Maandag den 27™ Januari a. Van 's mor gens 8-tot 's namiddags 5 uren het verkeer over de ijsvlakte der buitenvest en langs den singel tusséhen de Seisbarrièrs en de buiteuplaats de Gri'fioen voor het publiek zal gestremd zijn. Middelburg, den 25™ Januari 1879. De burgemeester en wethouders van Middelburg, SCHOKEE. De secretaris, G. N. DE STOPPEL AAR. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gelet op art. 28 en volgende der wet van den 19 Augustus 1861 Staatsblad n° 72); brengen bij deze Ier kennis van belanghebbenden dat de loting der in het vorige jaar voor de militie ingeschrevenen, zal plaats hebben op de boven-vooizaal van het raadhuis, Vrijdag den 7 Februari 1879, te beginnen des voormiddags te 10 uren dat gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de loting heeft plaats gehad, tegen de wijze waarop zij is geschied, bij gedeputeerde staten bezwaren kunnen worden ingebracht door belanghebbende lotelingen, of door hunnen vader of voogd dat de bezwaren moeten worden ingediend door middel van een door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoekschrift, op ongezegeld papier, onderteekend door hem, die ze inbrengtwelk verzoekschrift bij den burgemeester moet worden overgebracht, tegen bewijs van ontvang dat op Dinsdag den 25 Februari 1879, des voormiddags van 10 tot 12 uren, in de boven- achterzaal van het raadhuis zitting zal worden gehouden tot het opmaken van de getuigschifteu ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van te ziin eenige wettige zoon, be doeld in de 2e en 3e zinsnede van art. 53 der bovengenoemde wet dat zij die op zoodanige vrijstellingen aanspraak maken, op gemelden tijd ten raadhuize zul en moeten verschijnen, vergezeld van twee bij den burgemeester bekende meerderjarige ingezetenen. Middelburg, den 24 Januari 1879. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris, G. N. DE STOPPEL AAR. VOOR DE De burgemeester en wethouders van Middelburg, Gelet op art. 4 der verordening op de brand weer in deze gemeente, houdende, dat alle inge zetenen van 35 tot 50 jaren, die niet vallen in de daarbij vermelde uitzonderingen, en uit dien hoofde later zullen worden vrijgesteld, na voorafgaande DOOK RICHARD DOWLING. Ongeveer half December ik weet den datum niet meer zat ik op een avond in mijn studeer kamer voor het vuur te lezen toen onze dienst maagd op haar gewone onbehouwen manier aan de deur tikte envoor ik nog even tijd had om te antwoorden binnen stoof en als iets schrikver- wekkends uitriep „Mijnheer, daar is een heer om u te spreken". „Heeft mijnheer gezegd wie hij is?" „Ja, mijnheer Zwarts". „Zwarts Zwartsmompelde ik gemelijk, „ik ken niemand die zoo heet. Maar 'tdoet er niet toe Johanna, laat mijnheer binnen komen." Een oogenblik later ging de deur weder open en trad er een deftig in 't zwart gekleed heer binnen. „Zwaandersriep ik uit en stak hem de hand toe. „Zijt gij het? De meid zei dat er iemand was die Zwarts heette. Ga zitten. Hoe gaat het Hij keek met een droeven glimlach naar zijn zwart pak en zei op zachten toon „zij zou ook ioting verplicht kunnen worden bij de brandweer dienst te doen; Noodigen mitsdien alle mannelijke ingezetenen dezer gemeente uit, die op den "éérsten Januari dezes jaars hun 36' jaar zijn ingetreden (hoe- danigen zijn alle ingezetenen geboren in het jaar 1843), alsmede diegenen welke hun 50e jaar niet voleindigd hebbende, sedert de laatste inschrijving in de'gemeente zijn komen inwonen, om zich in de maand Februari aanstaande, des Woensdags en Zaterdags, des morgens van tien tot twee uren, ter gemeente-secretarie in de daartoe aangelegde registers voor den dienst bij de brandweer te doen inschrijven, zullende zij, die deze aangifte ver zuimen, achtereenvolgens art. 5 van voornoemde verordening, ambtshalve worden ingeschreven en, onverminderd de boete, zonder loting in dienst worden gesteld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, op heden den 24 Januari 1879. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. VlSsslngen, 25 Jan. De elkander opvol gende berichten, in de groote bladen, omtrent den toestand van de Schelde en de reede van Vlissiiigen vereischen noodzakelijk verbetering, en het is onverklaarbaar dat men in het belang van handel en scheepvaart niet met wat meer omzich tigheid te werk gaat. Dat die toestand zoo verschrikkelijk erg nog niet is blijkt voornamelijk uit twee onwederleg bare feiten, al., dat gisteren avond van Antwer pen hier ter reede kwam de stoomboot van Antwerpen op Harwich, Rotterdamdit schip had slechis éen uur langer reis dan gewoonlijk, en heden morgen het Belgische stoomschip Mercator. Beide vertrokken zonder eenig letsel naar zee. Zonder gevaar is evenwel de reis van Antwer pen de rivier af niet. Beneden Ter Neuzen tot in zee is noch geen ijs gezien. Het bericht in het Handelsblad, dat hier door Antwerpsche handelshuizen goederenloodsen ge huurd en een twaalftal klerken gedetacheerd zijn, is niets meer dan een canardalthans in Vlissin- gen is niemand daar iets van bekend. Eene zaak is zeker: dat de voortreffelijkheid der haven van Vlissingen door sensatie-berichten niet verminderen of vermeerderen kan, en bij voortdurende vorst, genoeg zal blijken, zonder dat er nog iets meer van wordt gezegd. moeilijk iemand kunnen vinden die er zwarter uit ziet dan ik". Ik merkte nu op eens dat hij een rouwband om zijn hoed had. „Dat zie ik met leedwezen, Zwaanders" zei ik, terwijl ik zijn hoed nam en dezen op een hoop boeken legde. „Ja," vervolgde hij," ik heb zes maanden geleden mijn vrouw verloren „Zpo waarlijk! dat spijt mij". „Maar ik kom niet hier om u mijn huiselijk leed te klagen. Ik ben al aan uw oude woning geweest en daar verwezen zij mij hierheen, omdat ik u over een zaak moet raadplegen." „Het is mij altijd aangenaam u te zien" zei ik, „wat ook de reden zij die u hier heen voert en ik deel hartelijk in uw verlies. Maar voor dat gij verder gaat moet ik u zeggen dat ik niet bijzonder knap ben in die dingen, ik geloof dus niet dat gij er veel bij winnen zult met mij tot uw vertrouwde te maken. Wilt gij rooken?" „Zeer gaarne. Men zegt wel dat rooken de reuk en het gezicht bederft en als gerechtsdie naar moet ik mijne zintuigen sparen, maar ik waag het er op." „Ja, Zwaanders, zoolang gij bezig zijt feiten te verzamelen of waarnemingen te doen, maar zoodra gij daarmede klaar zijt moet gij alles met nicotine verwerken, dat is mijn overtuiging. Ik voor mij geloof dat de lichtstraal die een geheim moet ophelderen het eerst in een rookwolk flik kert." „Daar is misschien wel wat van aan" zei de In een bericht uit Hoedekenskerke wordt in de Goesche Ct. van heden de gezagvoerder van de provinciale stoomboot Zedaws't It Vlaanderen van plichtverzuim beschuldigd, omdat hij op Woensdag 22 dezer niet te Hoedekenskerke heeft aangelegd, terwijl 13 personen aan het steigerhuis stonden te wachten en te wuiven om naar Ter Neuzen te worden overgevoerd. Volgens den berichtgever liep er een streep verbrokkeld ijs in het vaarwa ter, maar niemand twijfelde of een stoomboot zou daar wel door kunnen. Eenige oogen blikken later ging er dan ook een raderboot, zonder eenig letsel te ondervinden, doorheen. De passagiers, die hierdoor gedwongen werden over Goes en Vlissingen naar Ter Neuzen te vertrekken, leden tengevolge hiervan belangrijke schade. Den 22™ dezer is te Kruiningen met groote feestelijkheid de 80« verjaardag gevierd van den dijkgraaf van den polder Kruiningen, den heer M. de Jonge, die gedurende bijna 30 jaren, als gezworen en als dijkgraaf, lid van het polderbe stuur geweest is. Door het polderbestuur werd hem een fraaie zilveren tabaksdoos met inschrift aangeboden, terwijl het aan bewijzen van belang stelling en vriendschap van andere zijden niet ontbrak. Het armbestuur ontving bij deze gele genheid van den jubilaris eene som gelds, waar voor dekens werden aangekocht. Anrdenjbnrg, 24 Jan. Gisteren 23 Jan., juist op den gedenkdag van de Unie van Utrecht, had de tooneelvoorsfelling en muziekuitvoering door de leerlingen van de hoogste klasse der openbare school alhier plaats. Voor een buiten gewoon groot aantal belangstellenden schetste de jongeheer R. den toestand der Nederlandsche gewesten uit die dagen in eene voordracht, getiteld De Unie van Utrecht. Vervolgens werd ten ge- hoore gebracht en tot algemeen genoegen uitge voerd eene operette in 2 bedrijven, getiteld De varkenshoeder. Daarna werd door een 5tal ge zongen Zacht ontsliep de lieve kleine. Dit zang stukje met koor weid allerliefst uitgevoerd. Na een pauze werden we vergast op een aardig stukje van inejuff. Leopold, getiteld: Ik je noodig? waarin een juiste schets uit het kinderleven werd weergege ven. Het 5= nommer van het programma was: De geneesheer tegen wil en dank, een blijspel in 3 bedrijven naar Molière. Dit stuk was door den heer Vorsterman vanOijenin dier voege om gewerkt, dat het door kinderen kon opgevoerd worden. De ongedwongenheid in houding, de vrijmoedigheid in 't spreken en het goed kennen der rollen waren bij allen te roemen. De moeite, die onderwijzers en leerlingen zich gegeven hebben, ander nadenkend. „Laat ik u nu de gegevens van het onderhavige geval eens blootleggen." „Mijn goede Zwaanders, geef u asjeblieft die moeite niet. Ongetwijfeld heb ik in die vorige zaak den spijker vrij wel op den kop geslagen, maar ik deed het toch alleen op den gis en bovendien naar aanleiding van een gewichtig in cident dat mij alleen bekend was. Zoodat ik waarlijk niet geloof dat het iets geeft of gij het mij al vertelt. Ik ben er in 't minst niet nieuws gierig naar." Die woorden schenen niet veel indruk op hem te maken en hij vervolgde be daard. „Ongetwijfeld hebt gij het den vorigen keer gewonnen door er naar te raden, maar al brengt in een gewoon geval onderzoek en redeneering iemand het verst, in een buitengewoon geval beduidt dit alles niets wanneer men niet jibst kan gi>sen. Iemand die niet kan raden is in ons vak van weinig nut; want gij kunt door gegevens op de meest stellige wijs in een bepaalde richting geleid worden en dikwijls zal alleen een juist vermoeden u redden uit de noodlottige dwaling waarop al de feiten schijnen uit te loopen. In dit geval zijn een menigte gegevens en tallooze vermoedens, maar tot nog toe ben ik nog niet op den goeden weg en ik ben nog net even ver als drie weken geleden, toen de zaak mij in handen werd gegeven. Wilt gij mij aanhooren en helpen indien gij kunt?" Ilt protesteerde opnieuw, maar nu stel ie hij de zaak in een ander licht. „Gij weet dat ik met die vorige zaak eenigen naam gemaakt heb en

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1