Benoemingen en besluiten.
U n d e r w ij s.
Kerkrii e uws.
Marine en leger.
Kunst nieuws.
I
voor Coi'tgene, Cats en Colijnsplaat, te 10 uur
voor WissekerkeZierikzee 14 Febr. te 9
uren voor Zierikzee, te 11 uren voor Bruinisse,
Oosterland, Dreisc'nor, Nieuwerkerk en Ouwerkerk;
Brouwershaven te 9 uren voor Brou
wershaven, Burgb, Haamstede, Ellemeet, Eikerzee,
Serooskerke, Noordwelle, Renesse, Kerkwerve, Zon-
nemaire, Noordgouwén en DuivendijkeT h o 1 e n
17 Febr. te 9), uur voor Tholen, Oud Vosmeer, St.
Philipsland, Stavenisse, St. Annaland,St. Maartens-
dijk, Scherpenisse en Poortvliet; Goes 19 Febr. te
9§ uur voor Goes, te 11 uren voor Borssele,
Ellewoutsdijk,'s Heerenhoek, Heinkenszand, 's Heer
Arendskerke ten Wolfaartsdijk; Goes 20 Febr.
te 9j uur voor Kloetinge, 's Gravenpolder, Kat
.tendijke, Ovezand, Driewegen, Nisse en 's Heer
Abtskerke, te 1L uren voor Oudelande, Baarland
en HoedekenskerkeKap el le 21 Febr. te 9
uren voor Kapelle, Wemeldinge, Yerseke en
Kruiningen, te 10| uur voor Krabbendijke, Waarde,
Schore en Rilland-BathSluis 24 Febr. te 9
uren voor Sluis, Heille, St. Anna ter Muiden,
Aardenbnrg, Eede en St. Kruis, te 11 uren voor
Oostburg, Cadzand, Zuidzande en Retranchement;
IJ z e n d ij k e 26 Febr. te 9 uren voor Nieuw vliet,
Groede, Breskens, Schoondijke, Hoofdplaat, Bier
vliet, Waterlandkerkje en IJzendijke; Axel 28
Febr. te 9 uren voor Axel, Zaamslag en Koewacht,
te 11 uren voor Ter Neuzen, Hoek, Sas van Gent,
Zuiddorpe, Philippine,. Overslag en Westdorpe;
Hulst 1 Maart te 9 uren voor Hulst, Ossenisse,
Hengstdijk, Hontenisse, Boschkapelle, Stoppeldijk,
Graauw, Clinge en Sint Jansteen.
Op onzen graadmeter voor politieke berichten
staat de N. Rott. Ct hoog aangeschreven. Wij
meenden dan ook, toen zij generaal van der Star
als aanstaand minister van oorlog noemde, de
zaak voor uitgemaakt te mogen houden. Maar,
evenals Homerus wel eens dommelde, zoo heeft
ook de' N. Rott. Ct het nu en dan mis. Mj ver
neemt nu weer „van andere zijde," dat de benoe
ming van den heer van der Star niet waarschijn
lijk en men nog altijd zoekende is naar iemand,
die de mantel van De Roo op zijne schouders
wil laten vallen. „De moeilijkheid, voegt die
„andere zijde" er bij, zou vooral hierin bestaan
dat van hen, die in aanmerking kunnen komen,
niemand zich in staat acht het leger te hervormen
zonder den persoonlijken dienstplicht."
Dat deze meening een beletsel zou wezen voor
een officier om in een kabinet Kappeyne minister
van oorlog te worden, had op den avond van
den 24November 1874 niet licht iemand ver
moed. In de kamerzitting van dien dag had men
toch van den leider der liberalen deze betuiging
vernomen: „wanneer wij een hervormingsgezind
minister van oorlog aan de groene tafel zullen
zien, moet het een man wezen die ons leger zóo
inricht, dat wij hem de dienstplichtigheid durven
toestaanVóórdat op die wijze een nationaal
leger geschapen is, is naar mijne overtuiging aan
geen goede inrichting van onze defensie te denken.
En thans zou iemand, die niet eens nog den
dienstplicht, maar alleen den persoonlijken dienst
voorstaat, geen minister kunnen worden Laat
ons hopen dat de N. Rott. Ct het andermaal mis
heeft en haar plaats op onze schaal, zelfs zooals
zij op 't oogenblik genoteerd staat, nog weer een
graad of wat te hoog is.
De Luxemburgsche bladen van alle richting
brengen om strijd hulde aan de voortreffelijke
eigenschappen van wijlen den prins-stedehouder
als mensch en als regent. Over H. K. H. prinses
Marie sprekende, schrijft een hunner
„Een verblijf van slechts een paar maanden on
der ons was voldoende om de eigenschappen van
prinses Marie te leeren waardeeren. Zij, die zoo
gelukkig waren haar van nabij te leeren kennen,
gedurig de heiligschennis, door haar zuster aan
haar blazoen gepleegd, in het geheugen bracht.
Maar Margaretha was zóo lief, dat zelfs het
verdorde en bijna verstokte hart der tante weer
eenige liefde begon te koesteren.
Zij dalen den heuvel af en begeven zich naar
het dorp, terwijl het meisje nu en dan de hand
loslaat om een eind vooruit te loopen en in het
rond te springen. Deze ia bijna als een boerinnetje
gekleed en heeft een strookoed op met een
breeden rand, die haar over de schouders hangt.
Aan den hoek der straat bij den drogist ge
komen, geeft tante Therese haar eenig geld en
zegt:
„Ga eens naar Panzardi, koop een half pond
suiker en breng ook een beschuitje mede voor
uw kanarievogeltje. Dan kunt gij later weer aan
het strand bij mij komen."
Margaretha gaat dansende heen en treedt den
winkel binnen. Achter de toonbank staat een
grijsaard, oom Basilius, die jaren lang zeeman is
geweest; maar sinds hij boven de veertig kwam
bleef hij aan land, en huwde een meisje naar zijn
keuze, die hem een zoon, Jacob genaamd, schonk
deze is nu zestien jaren en staat hem ter zijde
in zijn handelszaak, De moeder is sedert eenige
jaren dood en Jacob is opgegroeid onder de oogen
van zijn vader en van den pastoor; de eerste
heeft hem die liefde voor het zeemansleven en
voor lange reizen ingeboezemd, die zelden aan
strandbewoners ontbreekt en de tweede beeft hem
eeren lezen, schrijven, rekenen en zooveel Latijn,
verklaren eenstemmig, dat men in haar oogen het
vaste voornemen kon lezen om den prins in zijn
edelaardige taak te helpen. -Slechts een korte
spanne tijds was voldoende om van de prinses
eene Luxemburgsche te maken naar hart en ziel,
om haar te maken tot de lievelinge van alle klas
sen in de samenleving. Haar minzaamheid had
aller harten gewonnen en zij was gelukkig in dat
bewustzijn.
„Ook die prinses zal het land verliezen: <iat
is een beproeving te meer. Maar zij' zal van
hier medenemen de herinnering aan onze liefde en
ons leed en, ver van on-, zal zij belang blijven
stellen in ons lot. Wanneer onze politieke hemel
ooit weêr eens verduisterd mocht worden, mogen
wij ons overtuigd houden, dat de prinses zich
beijveren zal haar stem te doen hooren in ons
belang en onze zaak te bepleiten bij het machtige
huis van Hohenzollern."
Z. M. de keizer van Duitschland, Z. M. de keizer
van Rusland en Z. D. H. de vorst van Waldeck
zullen bij de begrafenis van Z. K. H. prins Hendrik
door hooggeplaatste hofdignitarissen, daartoe in
bijzondere zending herwaarts afgevaardigd, ver
tegenwoordigd worden.
Yan de 9 candidaten voor het te Amsterdam
gehouden apothekers-examen (2e ploeg) zijn ge
slaagd de heeren G. H P. Vriens, geboren te
Rotterdam; F. de Haas, te Stadskanaal; E.
Hoekstra, te Grouw K. Yerlaan (militair student),
te Zaandijk; P. H. Bon, te Krommenie, en G.
Plankeel, te Middelburg.
Hiermede is de zitting der commissie afgeloopen.
Tot aanvulling van het ons gisteren per tele
graaf medegedeelde programma voor de begrafe
nis van wijlen Z. K. H. prins Hendrik, is alleen
nog noodig de volgende opgave, omtrent de
samenstelling van den stoet, die zich te Delft,
na aankomst van Z. M. den koning met gevolg
per spoortrein, zal formeeren.
a Twee hoffouriers.
b De kamerheer-ceremoniemeester de3 konings,
gezeten in eene koets, bespannen met twee paar
den, gaande naast elk portier een lakei.
c De hofbeambten en officianten van het huis
van wijlen prins Hendrik, benevens de oud-dienaren
van Z. K. H., en van wijlen H. M. de koningin
weduwe, allen in diepen rouw.
d De rentmeester van wijlen Z. K. H. in
Luxemburg, de heer Schmidt, en de rentmeesters
van Z. K. H. te Soest, de heeren mr. Inckel en
graaf van Limburg Stirum, gezeten in eene koets,
met twee paarden, gaande naast elk portier een
lakei.
e De secretaris-thesaurier van wijlen prins
Hendrik, de heer mr. van Wickevoort Crommelin,
de 2" secretaris, de heer Ragut, en de lijfarts des
konings, (F. Vinkhuijzen, gezeten in eene koets
met twee paarden, gaande naast elk portier een
lakei.
f De hofmaarschalk van wijlen prins Hendrik,
L. R. baron Taets van Amerongen, gezeten in
eene koets met twee paarden, gaande naast elk
portier een lakei.
g Fe opper-ceremoniemeester des konings, ge
zeten in eene koets met twee paarden, gaande
naast elk portier een iakei.
h De rouwwagen, bespannen met zes paarden,
door evenveel stalbedienden begeleid, de vier
slippen van het rouwkleed gedragen door vier
kamerheeren des konings.
Fe kamerheeren, dragers van het vorstelijk lijk,
acht aan elke zijde van den rouwwagen, bijgestaan
door evenveel onderofficieren der zeemacht, der
dienstdoende schutterij van 's Gravenhage en van
Delft, en der landmacht.
i Z. M. de koning, prins Alexander, prins Fre-
rmnuntrTnrirriiii i ubm— —an———mimp—
als hij noodig had om de opschriften op de
flesschen in den winkel te lezen.
Op het oogenblik dat het meisje den winkel in
komt, staat Jacob bij het venster in het winkel-
boek te turen. Hij is zoo verdiept in zijn op
telling dat hij haar niet heeft zien voorbijgaan
doch zoodra zij binnen is staakt hij zijn^ werk en
gaat ook heel dienstvaardig naar de toonbank
om haar te helpen.
Margaretha ziet er uit alsof zij acht of negen
jaren ismisschien is zij ouder, misschien ook
jonger. Zij is vrij groot, maar haar gelaat en
hare bewegingen zijn nog als die van een jong
kind. Haar gezichtje is ingesloten door weelderig
haar, dat vroeger blond is geweest, maar nu hoe
langer hoe donkerder wordt. Zij heeft een paar
heldere kijkertjes, zoo zacht dat zij den hard-
vochtigsten mensch zouden bewegen om haar lief
te hebben en te streelen. Daarom houden die
twee, die jongeling en die grijsaard, ook zooveel
van haar en laten alles staan om haar te helpen
wanneer tante haar met een boodschap zendt.
En dat doet tante nog al dikwijls, omdat Mar
garetha het zoo prettig vindt en omdat ze hare
boodschappen zoo goed verrichtzij verliest
nooit iets, snoept niet en morst niet en brengt
veeleer een ons te veel dan een lood te weinig
thuis. Maar dat komt omdat die twee haar nog
liever den heelen winkel voor twee kwartjes
zouden geven, dan haar een cent tekort te doen.
Tante Theresa is zeer gezien, al staat zij ook be
kend als iemand die hoog in de wapens is. Men
derik Karei van Pruisen en de groot-hertog van
Saxen-Weimar Eisenach, gezeten in eene koets
met acht paarden, door evenveel stalbedienden
geleid, gaande naast elk portier vier lakeien.
De luitenant-generaal Verspijck, adjudant-gene
raal, en de luitenant-generaals jlir. van Panhuijs
en Schöustedt, buitengewone adjudanten des ko
nings, te paard rijdende eerstgemelde ter rechter
en de beide andere ter linkerzijde van de konink
lijke koets.
j Z. K. H. prins Frederik der Nederlanden,
met den prins zu Wied, gezeten in eene koets,
met zes paarden, gaande naast elk portier drie
lakeien.
k De vorsten van vreemde hoven, die voor
deze gelegenheid aanwezig mochten zijn, gezeten
in koetsen met vier paarden, gaande naast elk
portier twee lakeien; en de afgevaardigden, geze
ten in koetsen met twee paarden, gaande naast
elk portier een lakei.
l De opperkamerheer en de grootmeester van
het huis Hunner Majesteiten, gezeten in eene koets
met twee paarden, gaande naast elk portier een
lakei.
m De heeren van het gevolg der vorsten, die
de plechtigheid mochten bijwonen, en de dienst
van de prinsen der Nederlanden, gezeten in koet
sen met twee paarden, gaande naast elk portier
een lakei.
n De stoet zal den volgenden weg nemen:
Binnenwatersloot, Oude,Delft, westzijde, Nieuw-
straat, Cabaretten, Groote Markt,
ridderorden. Vergunning verleend aan den
kapitein H. G. J. van Hoogstraten, van het reg.
grenadiers en jagers, tot het aannemen en dragen
der versierselen van de Koninklijke Kroonoide
3e kl., hem door den keizer van Duitschland,
koning van Pruisen geschonken.
belastingen. Bij beschikking van den minister
van financiën, is in de zesde klasse gerangschikt
het vacante ontvangkantoor der directe belastin
gen en aceijnsen te Wijhe c. a., waarvan de ver
moedelijke belooning kan worden geraamd op
ƒ2675, en na aftrek eener som van 5G8 voor
kosten van beheer, waaronder is begrepen de
belooning voor den sub-ontvanger te Olst, op
(2107 zuiver 'sjaars.
De Utrechtsche universiteit heeft den heer
J. Beckering Vinckers, te Kampen, honoris causa
tot doctor in de letteren benoemd.
Als eene „Christelijke liefelijkheid" verdient
vermelding dat, blijkens het Wag. weekblad, prof.
Cannegieter onlangs zijne rede over Kerkkerkleer,
kerkrechtterug ontving van zekeren „broeder"
Nahuijs, voorzien van de volgende aanteekening
uit den Wandsbecker Bote: „Bleibe der Religion
deiner Vater getreu, und hasse die theologisehen
Kannengieszer."
Geestig is dit bijschrift ongetwijfeldmaai het
i3 ook echt vinnig. En het in een weekblad
publiek te maken, is het tegenovergestelde van
wat men in 't algemeen onder Christelijk of
broederlijk pleegt te verstaan.
De off. van gezondh. 2» kl. P. A. Risch, die
nende aan boord van Zr. Ms. instructiebrik Zeehond
wordt op nonactiviteit gesteld.
weet dat zij zooveel goed doet als in haar ver
mogen is, maar men weet ook dat zij van de
Fiesco's afstamt en zich daar heel wat op laat
voorstaandaarom is ze meer geacht dan be
mind. Margaretha daarentegen is de dochter van
een ouden makker en vriend van oom Basilius
en die heeft niets terughoudends of aristocratisch,
zoodat iedereen haar lief heeft en haar dit openlijk
toont.
Zoodra zij in den winkel is klimt zij op den
stoel bij de toonbank om een mooien porseleinen
vaas uit Savona te bekijken. Oom Basilius weegt
de suiker af, geeft haar die en ontvangt het
geld. Jacob laat haar het beschuitje uitzoeken,
doet er een paar balletjes bij en steekt het pakje
in den zak van haar boezelaartje, zonder het
muntstukje te willen aannemen dat zij hem toe
steekt. Margaretha klimt heel langzaam van haar
stoel af en neemt naar het schijnt tegen haar
zin afscheid.
De oude man knijpt haar eventjes in den wang,
onder het goeden dag zeggen de jongeling zegt
niets en blijft haar met het gelaat tegen de glas
ruiten staan nakijken terwijl zij zich ver
wijdert.
Aan den hoek gekomen keert zij zich nog even
om voordat zij achter den muur verdwijnt om
naar het strand af te dalen, en groet hem vrien
delijk. Die groet is nog zoo kinderlijk en onbe
wust van de waarde harer eigen handelingen en
toch is er in haar geheele houding een zeker iets
ls van een jonge dame die voelt dat er blikken op
Men deelt mede, dat de Vereenigin g Het Ned.
Tooneel gedurende het tijdvak 187982 te Am
sterdam in het Grand Théatre en Zomertheater
van den heer van Lier haar voorstellingen zal
geven.
Zekere B., wonende in de Zusterstraat alhier,
heeft gisteren avond getracht zich door ophan
ging van het leven te berooven. De politie die
men, alvorens den ongelukkige af te snijden, eerst
meende te moeten roepen, haastte zich natuurlijk
den man, die reeds bewusteloos was, onmiddellijk
af te snijden en zag hare pogingen om hem weder
bij te brengen met goeden uitslag bekroond.
Zondag morgen te 12% uur is de trein van
Hengelo nabij het station Enschedé, door het
verkeerd leggen van een wissel, op eenige wagens
steenkolen geloopen; bij dit ongeval zijn een
conducteur en een passagier gewond; terwijl de
locomotief erg beschadigd en eenige wagens
geheel verbrijzeld werden.
In den koepel der groote kas van den
Leidschen Academietuin is thans een Strelitzia
Nicolai (in groeiwijze volmaakt met Str. augusta
overeenkomende) in bloei. De donkerbruine
bloemscheede, uit het oksel van een der bladeren
te voorschijn gekomen, bracht reeds een witte
bloem voort.
Op de schroefstoomsleepboot Eendracht,
van Wezel naar Rotterdam, had Zaterdag ter
hoogte der gemeente Rossum de machinist de
onvoorzichtigheid in een fornuis, dat niet goed
brandde, petroleum uit eene kan te gieten, waarbij
de vlam in de kan sloeg en een ontploffing plaats
had. De machinist werd zoodanig aan de han
den en het aangezicht gebrand, dat hij in het
stedelijk ziekenhuis te Rotterdam moest worden
opgenomen. De kapitein en de stoker, die in de
nabijheid waren, hebben slechts zeer geringe
brandwonden bekomen.
De gemeenteraad van Groningen heeft be
sloten tot verdeeling onder de ambtenaren ter
secretarie van, wegens vacatures, in 1878 onbe
taald gebleven jaarwedden van secretarie-ambte
naren.
Er is sprake van de oprichting van een
paardenstamboek, waartoe het Genootschap voor
nijverheid in Groningen het initiatief zal nemen.
De Amsterdammer meldt, dat de vereeni*
ging Het Nederlandsch Tooneel het eenige Am-
sterdamsche schouwburgbestuur geweest is, dat,
ondanks de schorsing der voorstellingen in de
laatste week, haar gezelschap de volle bezoldi-
diging heeft gegeven.
Te Bassily in België is een sneltrein gede
railleerd, waarbij twee passagiers en de machinist
zijn gedood. De stoker en verscheidene passagiers
zijn gewond, enkelen zeer zwaar. De oorzaak is
nog niet bekendmen denkt aan het breken van
een spoorstaaf.
Eene romantische geschiedenis had dezer
dagen te Parijs eene prozaische ontknooping.
Een bediende van een hoog adellijk Oostenrijksch
heer wist eene dochter van prins X. het hoofd
op hol te brengen en gaf voor, dat zijn liverij
slechts eene vermomming was, eene list om haar
te kunnen naderen, doch dat hij eigenlijk markies
zoo en zoo heette. Ons paartje liep weg en
genoot de zoetheden eener eerste liefde in een
lief huisje te Parijs, daartoe in staat gesteld door
eene som gelds, door den markies aan zijn mees
ter ontstolen. Aan die wittebroodsweken kwam
echter helaas Woensdag morgen een meedoogen-
looze commissaris van politie een einde maken.
haar gevestigd zijn, met een uitdrukking die niet
alleen nieuwsgierigheid is.
Er zijn verscheidene jaren verloopen.
Margaretha is nu vijftien of zestien jaar en
gaat niet meer gekleed zooals de andere meisjes
in het dorp, maar volgens dé stadsmode en
draagt de pezzotto op het hoofd. Zij blijft voor
den winkel van den drogist staan en na eenige
aarzeling gaat zij naar binnen.
Jacob is alleen. Het hart van het meisje klopt
zoo hevig dat zij hem bijna niet durft aanzien
en vragen hetgeen ze noodig heeft. De jongen
grijpt den trommel om haar te bedienen, maar
laat den lepel in de suiker staan, zonder zich
te verroeren.
{Wordt vervolgd
f