N°. 18.
122e Jaargang.
1879
Woensdag
22 Januari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien.* 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6 L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 21 Januari
IFETTXILX^reTOlISr.
Twee oogen op de zee gericht.
In Belgie worden grootsche plannen gekoesterd
tot verbetering der binnenlandsche waterwegen,
teneinde de bestaande zeehavens in beter en
goedkooper gemeenschap te brengen met het
spoorwegnet en de binnenlandsche markten, en
teneinde nieuwe verbindingen met de zee in het
leven te roepen. De groote werken, op dat gebied
in Nederland, Frankrijk en Engeland in de laatste
jaren uitgevoerd, worden daarbij tot voorbeeld
genomen.
Aan een uitvoerig overzicht, in de Indépendance
Beige van Zaterdag jl. voorkomende, ontleenen
wij omtrent deze plannen het volgende, dat meer
in 't bijzonder ons land en onze provincie raakt.
"Vier ontwerpen, de verbetering der gemeen-
scbapswegen te water in het Noordwestelijk deel
des lands ten doel hebbende, treden op den
voorgrond. Het eerste daarvan is het bekende
plan van den ingenieur de Maere-Limnander, om
op de Noordkust, nabij Heijst. eene zeehaven te
scheppen en die door een kanaal, geschikt voor
zeeschepen, met Gent en Brugge te verbinden.
Over dit ontwerp, waarop wij reeds vroeger een
en andermaal de aandacht vestigden, achten wij
het overbodig thans in bijzonderheden te treden.
Genoeg zij de vermelding dat de ontwerper de
kosten raamt op 36 millioen franken. Eaadplegen
wij onze nationale ervaring in dergelijke onder
nemingen, dan komt het ons voor óf dat men
zich in Belgie, wanneer men deze berekening ais
grondslag voor het werk neemt, groote teleur
stellingen bereidt, óf dat men daar het geheim
moet bezitten om veel goedkooper te werken
dan in Nederland geschiedt.
Het tweede en derde plan vormen te zamen
éen geheel, zijn afkomstig van den heer J. Behr,
en hebben ten doel de verbetering van de vaar
waters der Schelde van Gent tot Vlissingen, met
dien vérstande dat in plan II de verbetering der
rivier van de Zuidelijkste punt van Zuid-Beveland
tot Antwerpen en in plan III de regularisatie der
beneden-Schelde, tusschen Gent en Antwerpen
ontwikkeld wordt.
De heer Behr wil, in plan II, de Schelde, van
Antwerpen tot aan de Zuidpunt van Zuid-Beve
land (d. i. ongeveer ter hoogte van Ellewoutsdijk),
door middel van dijkenlo Smaller maken, 2o
den stroom versnellen en het vormen of in stand
houden van zandbanken voorkomen, 3o den
afstand tusschen Vlissingen en Antwerpen met
10^ kilometer verkorten. De breedte van het
tusschen de dijken ingesloten vaarwater zou
Een schets van Gordula
Hoe liefelijk is de kust der Middellandsche Zee,
bekend als de Riviera di Livante (oostelijke kust)!
Wanneer men er op een helderen Decembermiddag
met den spoortrein langs rijdt, vergeet men alle
winterkoude en meent een eeuwigdurende lente
te zijn ingetreden.
Wij verlieten Genua om éen uur en zagen de
eerste dorpen voor onze oogen verdwijnen, terwij!
het volle zonlicht hun bontgeschilderde huizen
bescheen, zoodat wij aan den eenen kant ver
blind werden door het rood, geel en groen der
villa's en aan den anderen kant door de weer
kaatsing van de zon op het water. Vervolgens
zagen wij Nervi met zijne sierlijke buitenverblijven
en oranjeboomen, waarvan de gouden vruchten
tot op .den weg nederhingendaarna Pievi en
Sori, zoo rijk aan bloemen dat de geraniums en
cactussen er op de muren groeien en bloeien;
Rapallo, Recco met hunne heuvelen geheel over
dekt met olijf- en eikenbosschenChiavari met
zijne koepels in Oo3terschen stijl, Moneglia en
Peiva, allen even schilderachtig gelegen. De zon
op de reede van Antwerpen met 350 meter
aanvangen, vervolgens op iederen' kilometer
met 5 meter toenemen en aan den mond eene
breedte van 600 meters bereiken. De bochten
tusschen Antwerpen en Lillo, waarvan de grootste
tusschen de forten Philippe, Sainte Marie en la
Perle gevonden wordt en 700 meter straal heeft,
zouden zooveel doenlijk afgerond moeten worden.
Tengevolge der insluiting van de Schelde tusschen
dijken zouden zoowel Ter Neuzen als het kanaal
door Zuid-Beveland van het vaarwater afgesneden
worden. Teneinde dit te voorkomen zouden twee
verbindingskanalen gegraven moeten worden,
voor de haven van Ter Neuzen lang 3500met,er,
voor het kanaal door Zuid Beveland lang onge
veer 2000 meter.
Plan III heeft ten doel, door de uitdieping,
rechtmaking en verbreeding der beneden-Schelde,
de gemeenschap tusschen Antwerpen en Gent voor
groote zeeschepen mogelijk te maken. 1 e lengte
van den waterweg tusschen de beide steden zou
hierdoor van 92 tot 65 kilom. verkort wordende
rivier zou door sluizen met het kanaal naar Ter
Neuzen in gemeenschap woiden gebracht; de
breedte van het vaarwater zou ter hoogte van
Gentbrugge 40 meter, te üendermonde 177 meter,
voor Tamise 237 meter en bij den mond van den
Rupel 265 meter bedragen, terwijl de diepte voor
Gent op minstens 6 meter gebracht zou worden.
Plan IV eindelijk, door den ingenieur Colson
ontworpen, heeft de verbetering der waterwegen
naar Brussel, Mechelen en Leuven tot onderwerp.
Hiertoe zouden kanalen gegraven moeten worden,
van de Schelde bij Rupelmonde, naar Brussel en
Lenven, met een waterstand van 6.75 meter, een
bodembreedte van 20. meter en eene breedte op
den waterspiegel van 53,75 meter. De kanalen
zouden aan weerszijden een jaagpad van 8 meter
breedte en sluizen van 14 meter breedte en 120
meter lengte krijgen. Met het graven van havens
en het in 't leven roepen van de noodige dokken,
loodsen, kranen, en andere inrichtingen voor de
scheepvaart er onder begrepen, worden de kosten
van dit plan geraamd op 32$ millioen franken,
welke echter niet in eens, maar naarmate de be
hoefte daaraan zich zal doen gevoelen, beschik
baar behoeven te wezen.
Omtrent de kosten voor plan II en III vinden
wij in de Indépendance geen raming.
Deze vier plannen, op welke de heer Dansaert
in het vorige jaar de aandacht der kamer van
afgevaardigden vestigde, zijn thans op kosten des
rijks, met de daarbij behoorende kaarten, staten
en toelichtende bescheiden, gedrukt en in het
licht verschenen. De noodzakelijkheid om tot de
uitvoering over te gaan, wordt voornamelijk af
geleid uit het betoog, dat België door zijne lig-
daalde ter kimme, de zee werd zilverachtig, de
lucht rood gekleurd en het landschap veranderde
telkens weder: wij vlogen voorbij torens en
bouwvallige kasteelen, kerken boven op berg
toppen gebouwd en hec-1 in de verte ontwaarden
wij eeriige toppen van sneeuwbergen. Nog een
maal liet ik den blik rusten op de zee en daarna
op den oever, waar zich, zoo dicht in de nabijheid
van het strand dat de golven het bijna konden
besproeien, een klein nieuw aangelegd kerkhof
verhief, waarvan de geelachtige aarde eerst kor
telings scheen omgewoeld te zijo. Het was aan
drie zijden ingesloten door een munr, doch lag
open naar de zeezijde om als het ware zooveel
mogelijk aan den zeewind blootgesteld te zijn.
opdat de witte kruisen zich in de golven zouden
spiegelen Alhoewel daar een station was hield de
trein er niet stilmaar snelde in vliegende vaart
nog een heel eind voort, terwijl de zon weldra
geheel onder was gegaan. Toch kon ik nog zeer
duidelijk dat kleine kerkhof onderscheiden, met
die sneeuwwitte marmeren zerken uit de naburige
Carrarische bergen afkomstig, met die gothische
kruisen en die liefelijke tuintjes; en te midden
van dat alles ontwaarde ik op twee lange ijzeren
staken twee lichtjes, die niettegenstaande het nog
niet geheel donker was en ondanks het schitteren
van het water, flikkerden als twee groote oogen
die strak op de zee gericht waren.
Ik werd overvallen door een weemoedig gevoel
dat voortduurde, terwijl de avond viel en toen
ik niets meer kon onderscheiden, had ik nog
ging uitnemend geschikt is voor de verbinding
van midden-Europa met de zee. Zooveel zulks
mogfebjk was is daarin voorzien door middel
vaii een dicht spoorwegen net, dat thans voor
weinig uitbreiding meer vatbaar is en waarlangs
de kosten van vervoer mede haar bereikbaar
minimum verkregen hebben. De gemeenschap te
water alleen kan deze kosten nog aanmerkelijk
verminderen en daardoor zoowel het verkeer tus
schen het buitenland, als de vlugge afzet der
voortbrengselen van Belgie's bloeiende nijver
heid aanmerkelijk bevorderen.
Ter versterking van dit betoog is hij de plannen
gevoegd een „Vergelijkend overzicht der scheep
vaart, de binnen-schipperij daaronder niet begrepen,
van België, Nederland, Duitschland, Frankrijk en
Groot-Britannië, gedurende het jaar 1876." Daaruit
blijkt dat de scheepvaartbeweging te Antwerpen
door geen enkele haven in geheel Europa,
Londen en Liverpool alleen uitgezonderd, ge
ëvenaard wordt. In dat jaar kwamen te Ant
werpen 4086 zeeschepen binnenmet een tonnen
inhoud van 2,433,414. Deze laatste was grooter
dan te Hamburg, waar hij, van 5260 schepen
2,117,822 bedroeg, of te Marseille, met 5346 schepen
en 2,077,810 tonnen. In de zeven Belgische
havens Antwerpen, Ostende, Gent, Leuven, Brussel,
Brugge en Nieuwpoort kwamen binnen 6320
schepen, met 2,864,720 tonnen. In de vijfen
dertig Nederlandsche zeehavens kwamen 8392
zeeschepen, met 2,689,616 tonnen inhoud, of on*
ge veer 175,000 tonnen minder dan in België,
dat tot dusverre, in mindere mate dan Nederland,
voor een zeevarend land doorgaat.
Wij kunnen -niet voorzien wat er van de groot
sche plannen, welke de Indépendance mededeelt
komen zal. Wij rekenen het echter onzen
ernstigen plicht de algemeene aandacht ten
onzent daarop te vestigen. Wanneer het
België gelukken mocht, ons, door middel van
kunstwerken, op zijde te streven in het voorrecht
dat de natuur ons land geschonken heeft: het
bezit van goede gemeenschapswegen te water,
dan zoude het met onze scheepvaart in eene mede
dinging kunnen treden, welke, met het oog op
de geestkracht, door beide natiën tot dusverre in
den struggle for life van onzen tijd aan den dag
gelegd, van onzen kant niet anders dan met
bezorgdheid te gemoet gezien zou kunnen worden-
'élGsingen 21 Januari. Op de Boven
schelde is tot Hoedekeuskerke toenemende ijsgang.
Daar beneden wordt geen ijs aangetroffen. De
schepen voor Antwerpen bestemd, ankeren ter
reede van Vlissingen.
steeds dat laatste beeld voor oogen dat kerk
hof aan het strand.
Wij waren reeds ver van de zee af, het was
geheel donker, alleen die lichtjes flikkerden nog,
doch slechts in mijn herinnering. Wij ademden
den geur van een pijnbosch in en toen de nachte
lijke koude zich te sterk deed gevoelen werden
de 'raampjes opgehaald en dook ieder in zijn
hoekje van den waggon, en sloot de oogen, 'tzij
om te slapen, te denken of te phantaseeren. Ik
gaf mij over aan het laatste en in dien half
slapenden, half wakenden toestand, waarin de
verbeelding de herinneringen van het verleden
tooit met nieuwe beelden, doorliep ik in den
geest de geschiedenis dier beide lichtjes op het
kleine kerkhof aan het strand.
Tegen de helling van een heuvel, waarlangs de
spoortrein tusschen Deiva en Spezia loopt, staat
recht tegenover bet kerkhof van X een rood
geschilderd huisje met groene jalousieën; voor
dat huisje ligt een oranjeboschje en er achter een
grooter bosch van olijven en eiken. Achter dien
heuvel verheft er zich nog een, die hooger is en
daarboven op, of liever aan de andere helling,
staat een kerk waarvan niets dan de slanke,
gothische spits te voorschijn komt. Aan den voet
van den heuvel strekt zich het dorpje nit, dat
slechts enkele straten bevat en een groot plein
in de nabijheid van het station. Op den hoek
van dat plein en de hoofdstraat is een winkel,
de grootste van de heele plaats, volgens het uit-
Het koninklijk Engelsc.he stoomjacht Victoria
and Albert, aan boord hebbende Z. K. H. den
prins van Wales en prins Leopold, benevens den
groothertog van Hessen met gevolg, is gisteren
avond te 10 uren van Vlissingen vertrokken. Bij
het verlaten van den ponton had, tengevolge van
het breken van eèn tros, een oponthoud van bijna
een half uur plaats, waarna het jacht veilig de
haven verliet, buiten het zeegat koers zettende
naar het eiland Wight, waar H. M. koningin
Victoria, op haar geliefkoosd buitenverblijf Os
borne-House haar schoonzoon, den groothertog
van Hessen, nog treurende over het gemis zijner
gade, afwacht.
Uit Hansweert meldt men aan de Goesche C/.,
dat de vaart naar België gestremd is. De schepen,
gisteren morgen naar Antwerpen vertrokken, zijn
te Hansweert terug moeten keeren. De Schelde
is vol ijs.
Bij eenige heeren te Goes bestaat het voornemen
om, bij genoegzame deelneming, "Vrijdag avond
te half twaalf een extra-trein van Middel
burg naar Goes te doen loopen, teneinde be
langstellenden de gelegenheid te verschaffen eene
buitengewone voorstelling in het cirque-Corty
bij te wonen. Deze trein zou ook te 'sHeer
Arendskerke stoppen.
Bij besluit van den 17e" dezer hebben gedepu
teerde staten van Zeeland bepaalddat voor het
aandeel, door de geme°nten te dragen in het
gedeelte hetwelk door de provincie in de lichting
voor de nationale militie van 1879 moet worden
geleverd, de volgende gemeenten samengevoegd
wordena Heille en Sint Anna ter Muidenb
Sas van Gent en Zuiddorpe; c Waardeen Schore
d Nisse en 'stleer Abtskerke; e Ovezand en Drie
wegen f Meliskerke en Aagtekerkeg Grijps-
kerke en Sint Laurensh Cortgene en Cats
i Eikerzee en, Serooskerke. (S.)
Blijkens het provinciaal blad van Zeeland n«. 9
heeft de commissaris des konings in de te provincie
bepaald, dat de loting voor de nationale militie
in het loopende jaar zal plaats hebben teMid
delburg 7 Februari te 9 uren voor Arnemuiden
en Nieuw en Sint Joosland, en te 10 uren voor
MiddelburgVlissingen 8 Febr. te 9 uren
voor Vlissingen, te 101 voor Westkapelle, Zou-
telande en Biggekerke en te 1 uur voor Koude-
kerke, Oost en West Souburg en RitthemV e e r e
10 Febr. te 10 tien -uren voor Serooskerke,
Grijpskerke, St. Laurens, Meliskerke, Aagtekerke
en Oostkapelle, te 11 uren voor Domburg, Vrou-
polder en Veere; Cortgene 12 Febr. te9^ uur
hangbord, dat met veelkleurige letters boven de
deur prijkt: Panzardi, Drogist.
Uit het roode huisje, dat in het volle zonlicht
ligt, komt een lange, magere dame naar buiten,
met een soort van deftight id gekleed en met een
kind aan de hand. Zij draagt een pezzoto (sluier)
waarvan de witheid en doorschijnendheid zeer
afsteken bij haar gele tint en bij het zwarte met
grijs vermengde haar. Die lichte wolk van witnetel-
doek slaagt er niet in de scherpe, bijna mannelijke
trekken dier bejaarde dame te verzachten. Zij
heeft een laag voorhoofd en in haar klein hoofd
heeft zich een al te grootsch denkbeeld vastge
hecht, dat daardoor ineengedrongen is en, van
iets wezenlijk groots, kleingeestig en bekrompen
is geworden Dit denkbeeld of liever dit. gevoel
is de vereering voor adellijk bloed en vooral
voor haar eigen voorouders. Zij is een arme af
stammeling der patricische familie Fiesco, en
telt doges en admiralen onder hare voorvaderen,
maar van al die grootheid is haar niets overge
bleven dan het bescheiden rooden huisje met de
omliggende bezitting. En om dién aristocratischen
naam niet voor een anderen, volgens haar minder
voornamen, te verwisselen, bleef zij ongehuwd,
terwijl haar zuster, die niet zoo kieskeurig was,
een braven koopman van de Rivièra di Ponente
(west-oever) huwde, met wien zij zeer gelukkig
werd. Maar toen die zuster en haar man beiden
gestorven waren, had de tante, wel een weinig
tegen haar zin, een meisje van zeven of acht jaar
moeten opnemen, wier burgerlijke naam baar