BUITENLAND. <êwmTUmdjUtt. Telegraphische berichten, Réclames. Benoemingen en besluiten. Marine en leger. Kunst nieuws. Landbouw. Verkoopingen en aanbestedingen. Thermometerstand. Algemeen Overzicht. beslissing liet wachten, voorshands geen geschikt terrein worden afgestaan. Als de commissie wil bouwen bij de Vuurbaak, in de niet bij allen bekende, vuile en ongezonde omgeving, dan mag ze haar gang gaan, ze mag ook wel naar Loosduinen gaan, en verrijst daar eenmaal ook een badhuis, wellicht kan de inrich ting dan verhuizen naar Ter Heijde. De badarts sprak: doe wat ge wilt, maar niet in mijn buurt, en het gaat met Scheveningen als badplaats: „als de badarts niest, roept ieder wel moge 't u bekomen 1" Het is genoeg bekend, men vindt in Noord- en Zuid-Scheveningen weinig homogeniteitmaar men praat hier wel wat veel Voltaire na, die tot Catharina van Rusland zeide: „C'esf du Nord aujourd' hui que nous vient la lumiereHoe het zij, even als buiten s huis de zon geen glans of warmte verspreidde, vermochten de heldere denkbeelden der 18 voorstemmers niets, en deed de gloed van dankbaarheid en menschenliefde zijn invloed op de 18 tegenstemmers niet gevoelen. Het sluiten der publieke vermakelijkheden geeft aan belangstellenden nu een goede gelegenheid om nog eens te lezen en te herlezen wat er al zoo ten voor- en nadeele van de Vereeniging 't Nederlandseh tooneél is gezegd en geschreven. Velen zullen in spanning de beslissing van de Amsterdamsche vroedschap tegemoet .zien. Ons Hagenaars laat dit tamelijk koel, wij zitten met het „mes in den buik". In tegenstelling met de badinrichting namen B. en W. hierin te vroeg een besluit, 't Is zooals het meer gaat „hollen of stilstaan". De vereeniging 't Nederlandsch tooneél zal hier, behoudens enkele uitzonderingen, zooals door de heeren van 't Dagblad en dr. ten Brink, worden ontvangen als ieder andere tooneeldirectie, doch zeker met wat meer gestrengheid worden beoor deeld, wanneer men gaat bedenken hoe zij bij haar optreden onbarmhartig den staf brak over andere directiën, bij wie dan toch niet zoozeer de verheffing der kunst als wel the struggle for lifei de noodzakelijke drijfveer was. yeebetekis0. Men verzoekt ons mede te deelen dat bij de inwijding van het nieuwe orgel in de N. H. kerk te Ellewoutsdijk op den 12'n dezer (zie M. Ct van 14 dezer, onder Kerknieuwsdit instrument niet bespeeld werd door den hoofdonderwijzer J. P. de Groot, maar door den heer J. Swart, organist en hoofdonderwijzer te 's Gravenpolder. ridderordenIngewilligd het verzoek vah den luitenant-kolonel A. J. M. C. baron de Posson, adjudant deskonings, tot het aannemen en dragen van: het ridderkruis der Pruisische Kroonorde 2' klasse met de ster, en van de ster van het kommandeurskruis der Orde van de Waakzaam heid of van den Witten Valk, hem geschonken respectievelijk door den keizer van Duitschland, koning van Pruisen, en door den groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach. De rouw bij de militaire macht wegens het overlijden van Z. K. H. prins Hendrik, is inge gaan den 16en dezer en duurt vier weken. De rouwband, in alle tenuen en bij alle gelegenheden aan den linkerarm, ongeveer een palm onder den schouder te dragen, is 6 duim breed en van eene roset voorzien. De N. Rott. Ct, die zich mocht verheugen in de primeur der vertaling van Shakespeare 's Macbeth door onzen stadgenoot den heer K. R. Pekelha ring, is thans ook het eerst in 't bezit van den herdruk van dit werk. Zij meldt dat de vertaler bij deze tweede uitgave zijn voordeel gedaan heeft met de scherpe aanmerkingen, o. a. dooi den heer Loffelt op zijn arbeid gemaakt, en vele onjuiste of minder fraaie uitdrukkingen verbeterd heeft. Onder die verbeteringen zijn er echter, die de N. R. Ct nu weder, als minder goed dan de eerste lezing, afkeurt. La critique, est aisée, zal de vertaler misschien denken en met een zucht zal hij, het onuitputtelijke veld der werken van den diepzinDigen Engelschen dichter overziende, boven zijne studiën wellicht het motto van Goethe willen plaatsen Shakespeare und kein Ende; De heer Schipperus, schilder te Rotterdam heeft zich op verzoek der redactie van Eigen Baard naar Walferdange begeven, ten einde voor dit tijdschrift schetsen te vervaardigen van het paleis en de omgeving, waarin Z. K. H. prins Hendrik de laatste dagen zijns levens sleet. De vergunning daartoe werd op de meest heusche wijze verleend. Het bestuur van het den 22, 23, 24, 25 en 26 Juni dezes jaars te 's Hertogenbosch te houden XXXIP Nederlandsch landhuishoudkundig congres vestigt op deze voor den landbouw nuttige in stelling de algemeene aandacht. Ter bereiking van het beoogde doel is in de eerste plaats noodig een belangrijk programma van de werkzaamheden. Tot de samenstelling daarvan behoeft het be stuur de voorlichting en medewerking van des kundigen. Het bestuur neemt derhalve de vrijheid met aandrang de medewerking te verzoeken van alle zoo in Nederland als in de overzeesche bezittingen bestaande maatschappijen of vereenigingen tot aanmoediging, uitbreiding en verbetering van den landbouw en aanverwante vakken. Verder doet het bestuur een beroep op de kennis en ervaring van landbouwers, landeigenaars, volkshuishoudkundigen en beoefenaars van die wetenschappen, welke met den landbouw in eenige betrekking staan; terwijl het voor de mededeeling van raadgevingen in het belang van het congres in het algemeen, zich beleefdelijk aanbeveelt. Bijzonder aangenaam zou het aan het bestuur zijn, voor 1 Maart 1879 te mogen ontvangen de voorstellen en vraagstukken, waarvan de behan deling op het congres of in de aideelingen wensche- lijk voorkomt. De te behandelen onderwerpen worden in drie afdeelingen verdeeld als: 1-afdeeling: Akkerbouw (waaronder verveening en ontginning) veeteelt en zuivelbereiding; 2e afdeeling: tuinbouw, houtteelt en biezenteelt; 3e afdeeling: land- en volkshuis houdkunde, statistiek en koloniale landbouw. De persoon van J. K., gewezen brievengaarder te Kruiningen, wiens arrestatie wij in een vorig nommer mededeelden, is heden morgen van hier naar 's Gravenhage overgebracht om aldaar voor het gerechtshof terecht te staan. De directeur van het cirque-Corty alhier heeft vergunning verkregen morgen avond zijne voorstellingen te hervatten. Het doet ons ge noegen hieruit te mogen opmaken dat de wensch, in ons nommer van gisteren door een inzender geuit, weerklank gevonden heeft en de officieele rouw niet langer dan noodig is van invloed op de particuliere belangen gemaakt wordt. Men schrijft uit Ylissingen aan het Handelsbl. Als een overtuigend be wijshoe een zaak mits goed en flink aangepakt in een zeer korten tijd een kolossale uitbreiding kan erlangen, dient het volgende. De heer Brasch, lid der firma Brasch Rothen- stein, te Berlijn, richtte hier ongeveer een jaar geleden een expeditiekantoor op, aanvankelijk met éen schrijver. Hij zelf gat inderhaast eenig onderricht, hoe de administratie moest gevoerd worden en vertrok onmiddellijk naar het buiten land, om, in verband met onzen maildienst op Engeland, nieuwe connectiën aan te knoopen. Hij kwam na eenige dagen afwezigheid af ën toe weder terug, regelde dan de zaken verder en bracht meer orde in de expeditie. Intusschen namen de vrachtgoederen van dag tot dag aan merkelijk toe, zoodat het noodzakelijk werd geacht een tweeden klerk, toen een derden aan te stellen. Thans zijn er acht klerken met een chef de bureau voor een groot gedeelte Duitschers die allen goed zijn gesalarieerd, maar hard moeten werken, welk laatste niemand zal verwonderen, als men weet dat die jeugdige instelling, in het eerste, jaar van haar bestaan, ruim vijf millioen K. G. vrachtgoederen, uitsluitend voor Engeland, van hier heeft verzonden. Sinds eenigen tijd laat de verlichting van den publieken weg te Rotterdam nog meer dan anders te wenschen oyer. Yan de 1200 gaslan taarns branden thans 50 percent voldoende, 45 percent onvoldoende en 5 percent in het geheel Diet, zoodat halve straten in het duister gehuld zijn. De stuurman der te Dordrecht liggende sleepboot Concurrent V heeft zich op eene niet alledaagsche wijze van het leven beroofd, n. 1. door een schot uit een klein kanon, een zooge naamde kattekop, dat zich aan boord bevond. Het hoofd werd geheel van den romp gescheiden. De toestand der Engelsche financiën schijnt den minister nog geene bovenmatige zorgen te baren, laat hem althans den lust tot letterkundige voor drachten. Sir Stafford Northcote hield dezer dagen ten voordeele van een of ander fonds voor een weldadig doel eene voordracht, waarin hij eerst een tooneel uit King John, toen eeil hoofd stuk uit den Victir of Wakefield, en eindelijk een luimig vers voordroeg, getiteldDe lustige flui tist. Wat zou men in andere landen moord en brand schreeuwen, als een minister zich zoo aan stelde! In Engeland echter vindt men de zaak niet meer dan natuurlijk, en de staatszaken gaan er niet slechter om. binnenl and. 's tfïravenhage. Beuoemd tot burgemeester van Breskens, de heer Van Moerkerken, gepen sioneerd kapitein van het Indische leger. Eerste kamer. Na eene weinig belangrijke discussie werden alle hoofdstukken der staats- begrooting achtereenvolgens aangenomen. De onteigeningswet voor den spoorweg Bolsward Leeuwarden werd verworpen met 17 tegen 11 stemmen, doch uit de, voorafgegane langdurige beraadslaging bleekdat niet de gewijzigde richting de reden der verwerping was, maar alleen het constitutioneel bezwaar tegen de ncideuteele wijziging eener organieke wet. Som mige bestrijders verklaarden zelfs later, indien een voordracht in behoorlijken vorm gedaan werd, de richting over Bolsward te zullen goedkeuren. Voor dat de spoorwegbegrooting aangenomen werd, bracht de heer Borsius de bekende quaestie der spoorwegtarieven ter sprake. De minister van waterstaat verklaarde dat de regeering vol komen bereid i3 zooveel mogelijk hare'macht te doen gelden tot eene goede regeling der door gaande tarieven, doch dat hij vooralsnog niet overtuigd is dat de regeering tot inmenging met het internationaal vervoer bevoegd is. De kamer is op reces uiteengegaan. Amsterdam. De commissie voor de feestviering bij gelegenheid van den intocht des konings alhier heeft besloten in stand te blijven, en te trachten het bestaande tekort van f10.000 bijeen te krijgen, nu de gemeenteraad geweigerd heeft voor die som borg te blijven. buitenland. Londen. De minister Hicks Beach heeft aan een gastmaal verklaard dat hij den oorlog met Afghanistan feitelijk als geëindigd beschouwt. Pea-ija. De aftreding van den minister Du- faure wordt als zeker beschouwd. Men verwacht een ministerie-De Marcère, met den heer Lepere als minister van binnenl. zaken, terwijl diens plaats als secretaris van staat door den heer Brisson ingenomen zou worden. Konstantinopel. Prins Petrovitch, een neef van den vorst van Montenegro, zal waar schijnlijk tot vorst van Bulgarije gekozen worden. Engeland en Oostenrijk zouden met deze keuze weinig ingen omen zijn. Heden werd alhier door den ontvanger der registratie en domeinen, onder nadere goedkeuring, aanbesteed: de bouw eener woning voor den rijks-ontvanger te Veere bij de groote kanaalsluis aldaar. Vier inschrijvingsbiljetten waren ingekomen: van de heeren P. J. van Puffelen zn. alhier, voor ƒ10,700; W. van Uije zn. alhier, voor ƒ10,294J. F. Maes te Hoofdplaat, voor f 10,081.65 en J. van den Hoek alhier, voor 8880. De gunning is 14 dagen voorbehouden. Gisteren is te Biggekerke in het openbaar te koop aangeboden: 1 hectare 66 aren 25 centiaren bouw- en wei land, liggende in de gemeente Biggekerke, verkocht voor f 2773. Henri Rochefort, de schrijver der Lanterne, heeft een anti-clericalen roman uitgegeven, waar van de eerste en tweede uitgaven in weinige dagen waren uitverkocht. De derde druk is reeds in den handel. Onder de Kwakers is de sterfte zeer gering! wilde men de opgaven van het vorig jaar tot grondslag eener statistiek nemen, dan zou men verkrijgen, dat de gemiddelde leeftijd, dien de Kwakers bereiken, 60 jaren is. Op 17000 Kwa kers, die in Engeland wonen, stierven in 1878 281. In onze gemeente, die 16.000 inwoners telt, was het cijfer der sterfte 459, dat wijst op een gemiddelden levensduur van 35 jaren. Van 281 gestorven Kwakers bereikten 123 de zeventig jaren, terwijl in den kinderleeftijd zeer weinig offers werden geëischt. Het is vooral niet kwaad deze statistiek eens in het licht te stellen, wijl de Kwakers zeer matig zijn in hunne geheele leef wijze. 17 Jan. 's av. 11 u. 34 gr. 18 's morg. 8 u. 32 gr. 's midd. 1 u. 34 gr. 's av. 6 u. 32 gr. De tekst van de verklaring, eergisteren door het Fransche kabinet afgelegd, ligt tbans voor ons, en na lezing is het ons gebleken dat het korte uittreksel, gisteren naar aanleiding van een telegram medegedeeld, al de hoofdzaken bevatte, en wij dus den zakelijken inhoud niet meer be hoeven aan te vullen. Wat echter uit het tele gram niet kon blijken is de toon van het stuk. Deze is wel wat koel voor eene inwijdingsrede van een nieuw tijdperk van politieke ontwikke ling. In dien toon meenen wij den sleutel te vinden van den weinigen bijval, welken de voorle zing in de kamer heeft gevonden. De linkerzijde, vol feu sacré voor haar vaderland, had ook uit hare ministers eenige spranken van dat heilig vuur bij deze plechtigheid willen zien springen en iets meer willen liooren dan een discours d'affaires. Het Fransche volk heeft behoefte aan uiting van wat in zijn binnenste omgaat en wenscht, als het blijde is, dat aan die blijdschap vorm gegeven worde in hetgeen zijne voorgan gers bij plechtige gelegenheden zeggen. Men had zich thans minder gespitst op het fijn uitspinnen van de verschillende gewichtige vragen van den dag, als wel op eene korte, warme verklaring nopens de beteekenis, welke het kabinet hechtte aan de verkiezingen van 5 Januari, eene open lijke uitdrukking van de overtuiging van het kabinet, dat er een nieuwe toestand geboren is, dat het zich niet meer behoeft te verschuilen achter de kamermeerderheid tegen de meerder heid in den senaat, doch dat het zich thans aan het hoofd kan stellen van eene eensgezinde wet gevende macht, en dat het den pas wil aangeven aan het Fransche volk. Men zal daartegen aanvoeren, dat zulk eene verklaring, behalve haar warmen toon, niet veel positiefs zou bevat hebben en eer aan een diner op hare plaats zou zijn geweest als politieke toost, dan in eene vergadering, waar men is samengekomen om zaken te behandelen. Wij kunnen dat niet geheel toegeven. Uitvoerige mïnisterieele programma's, die treden in ieder détail van bestuur, hebben meestal eene treurige geschiedenis gehad. Gaven ze te veel, dan geloofde men er niet aan, gaven ze niet meer dan een kabinet meende te kunnen doen, dan wekten ze misnoegen en impopulariteit. Zij wekken on vruchtbare discussiën over zaken, die nog niet in staat van wijzen zijn, baren nutteloos getwist en, dat groote kwaad van alle parlementaire vergaderingen, tijdverlies door ijdel declameeren. Zegt men daartegen, dat men toch dient te weten wat men aan zijne ministers heeft, dan zouden wij willen antwoorden, dat men bij parlementaire ministeriën dat meestal aan de antecedenten weten kan, en dat een actief en zaakkundig parlement zijn ministerie wel in 't rechte spoor kan houden zonder die zoogenaamde algemeene politieke de batten. Daarvan geldt meestal: qui trop em- brasse, mal étreint. Het is onmogelijk om in een debat van enkele dagen alle onderdeelen van staatsbestuur maar op eene eenig3zins grondige wijze te behandelen, en bij iedere poging, welke men er toe aanwendt, loopt men gevaar door onvolledigheid te vervallen in noodlottig misver stand. De debatten, die Maandag in de Fransche kamer zullen aanvangen, zullen ons wellicht daarvan weder een voorbeeld doen zien. De groepen der linkerzijde, uitgezonderd het centrum, zullen onbewimpeld hare teleurstelling uiten en betere waarborgen vergen, dat het republikeinsch programma in zijn geheel worde uitgevoerd. Woorden dus, beloften zullen zij eischen. Waar schijnlijk ook verkrijgen. Of zij er echter veel mede gevorderd zullen zijn leere de tijd. De Temps, aan wiens oordeel veel wordt ge hecht, en die van het Fransche volk een door slaand bewijs van vertrouwen heeft bekomen door de benoeming van zijn directeur, Hébrard, tot lid van den senaat, gelooft echter niet, dat de onhan digheid van het ministerie zijn val zal tengevolge hebben. Het blad gelooft niet, dat de kamer het land, dat zoo dringend behoef-te heeft aan rust, «dat getoond heeft dit ministerie zijn vertrouwen te schenken, thans met eene ministerieele crisis met al hare gevolgen zal vermoeien. Wanneer men thans weder dadelijk onrust veroorzaakt in Frankrijk, dat nu voor zichzelve tevreden is, zou men eene groote verantwoordelijkheid op zich laden en blijk geven van gemis aan politiek doorzichtmen zou grond geven voor het wel eens geuite oordeel, dat de geavanceerde repu blikeinen in Frankrijk sterker zijn in het verkrij gen. dan in het behouden van vrijzinnige instel lingen. Tijdingen uit Afghanistan meldeD, dat de in woners van Kandahar vrij wel tevreden zijn met de bezetting van hunne stad door de Engelschen. Daags na den intocht waren alle winkels weder geopend en gingen de zaken hunnen gewonen gang. De kooplieden drukten zelfs hunne vreugde uit over de komst der Engelschen, daar zij onder het bestuur van den emir nogal eens van vexatie schijnen te lijden gehad te hebben. Uit het noorde lijke leger wordt gemeld, dat generaal Stewart bericht had gekregen, dat ook Yakoeb Khan op zijne beurt uit Kaboel was gevlucht, zoodat de generaal geen hoofd en geene regeering vond om mede te onderhandelen over de gevolgen zijner overwinning. Dat is lastig want als er niemand is om vrede mede te sluiten, dient men wel in staat van oorlog te blijven. De ongeregelde bergstammen toch, die het de Engelsche troepen nu en dan lastig maakten, zijn eeuvoudig behan deld als roovers, daar uit niets bleek, dat zij eenig mandaat van den vorst van Kaboel hadden. Nam men van die lieden gevangen, dan werden zij niet behandeld als krijgsgevangenen, maar als bandieten en eenvoudig opgehangen. Dit systeem, op intimidatie berekend, kan het nadeel hebben van wrok te zetten bij de zoo behandelde bevol king. De Standard maakt er uit een oogpunt van menschelijkheid aanmerking op. Ten slotte nog een bericht van den Berlijnschen corresponden t van de Times, een bericht, waaraan wij echter nog geen geloof kunnen hechten. Prins Bismarck zou bezig zijn aan het uitwerken van een wetsontwerp, waarbij het geheim der post in zooverre zou worden opgeheven, dat de staat zich het recht zou geven om uit den vreemde komende brieven aan de grenzen te openen. Wij herhalen: wij gelooven dat niet vóór er een meer gewaarborgd bericht van komthet is al te erg (Prijs der plaatsing 30 cent per regel.) GENT. Oogziekten Dr. VAN DUIJSE Prudens- zoon, Oogmeester, Nederkouter 67 te Gent. Koste-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2