BUITENLAND.
Ingezonden Stukken.
Handelsberichten.
Algemeen Overzicht.
Graanmarkten enz,
Frezen van Effecten.
vraag echter is, of uitbreiding van het kiesrecht
niet wenschèlijk zij, vooral nu daartoe kan worden
overgegaan in rustige tijden, wanneer dat na
aangelegen punt met bedaardheid en buiten eeni-
gen drang van omstandigheden kan worden over
wogen.
Velen wenschten zich over deze zaak vooralsnog
niet uit te laten, maar wilden er toch op wijzen,
dat reeds wijziging in den census zal worden
verkregen, indien eene wet tot belasting van het
kapitaal' in portefeuille tot stand kwam. Niet
minder invloed op den census zou worden uitge
oefend door herziening van de patentwet, in
voering daarmede in verband van een inkomsten
belasting, splitsing bij de heffing dér directe
belastingen, zoodat zelfs zonder herziening der
grondwet een belangrijke uitbreiding van het
stemrecht zou kunnen worden verkregen. De
behoefte der uitbreiding was door den min. erkend
bij de behandeling van de kiestabel.
Met betrekking tot het financieele punt werd op
nieuw in 't breede de aandrang tot bezuiniging
in het staatsbestuur herhaald; eene bezuiniging,
waarvan men in deze begrooting echter eenig
belangrijk spoor ongaarne miste.
Intusschen erkenden velen, dat versterking van
's lands middelen daarnevens noodig is, en zij
erkenden tevens, dat slecht3 van herziening van
het bestaande belastingstelsel heil kan worden
verwacht. Zij zouden in de eerste plaats, om
daartoe te geraken, de herziening van de patent
belasting, in verband tot eene algemeene inkom
stenbelasting wenschen. Andere leden, op de
practisehe bezwaren van zoodanige belasting
lettende, gaven de voorkeur aan de plannen der
regeering tot invoering van een kapitaalbelasting
en verbetering van de patentwet.
Maar, zoo deed men opmerken, indien daaraan
wordt toegevoegd een belasting op de traktemen
ten, wachtgelden en pensioenen, dan zou men
biina alles belast hebben wat in Engeland door
de inkomstenbelasting getroffen wordt.
Anderen wilden de versterking niet uitsluitend
zoeken in de directe belastingen. Ook de indi
recte belastingen kunnen tot verbetering der in
komsten medewerken. Vooral kan op artikelen
van weelde het oog geslagen worden. Men stelle
zich. ook niet te groote verwachtingen voor van
de uitkomsten der afschaffing van de mutatie
rechten. Andere belastingen zouden dan eerder
voor afschaffing in aanmerking komen. Evenmin
zouden de laatstbedoelde leden durven aandringen
op afschaffing van den suikeraccijns, omdat der
suiker-industrie toch reeds grootendeels hare be
scherming was ontnomen.
Terwijl men met voldoening de toezegging had
vernomen, dat de regeering het vermeerderen
van drankwinkels en tapperijen zal tegenwerken,
werd door sommige leden ook nog gewezen op
de wenschelijkheid om de belasting op het per
soneel te herzien, in verband met de uitkeering
aan de gemeenten.
Terwijl van verschillende zijden bovenstaande
beschouwingen werden geleverd, verklaarde een
groot aantal leden, dat zij zich op dit oogen-
blik nog niet over hervorming van ons belasting
stelsel of over nieuw in te voeren belastingen
wenschen uit te laten, noch vóór of tegen zich
te verklaren omtrent verhooging van de grond
belasting of omtrent belasting op het roerend
kapitaal. Beide belastingen staan in zooverre
met elkander in nauw verband, dat bij invoering
van de laatste, ook evenredige verhooging van
de grondbelasting volgen moet.
Intusschen werd bij deze gelegenheid opgemerkt,
dat het bij een vroegere gelegenheid niet de be
doeling is geweest een voorbarig protest uit te
spreken tegen een eventueele verhooging van de
percentage, die onder den naam van grondbelas
ting op het belastbaar inkomen der ongebouwde
eigendommen wordt geheven. De bedoeling was
en blijft nog, dat men wilde bestrijden een uitge
sproken gevoelen, dat een geheele reeks van
rechten, obligatie-, hypotheek- en overgangsrech
ten, moesten worden geconverteerd in grondbelas
ting en daarmede het inkomen der ongebouwde
eigendommen moest wórden bezwaard.
Eenige leden verklaarden ten slotte den finan-
cieelen toestand als verre van gunstig te beschou
wen. De Indische bijdrage van 4 millioen achtten
deze leden hoogst twijfelachtig de 3 millioen
van de Kanaalmaatschappij zal waarschijnlijk
ook niet in de kas vloeienhoofdstuk VIII der
staatsbegrooting zal vermoedelijk nog aanzienlijk
worden verhoogd. Door vermeerdering van in
komsten en verhooging van belasting zal daarin
niet geheel kunnen worden voorzien. Om die
reden zou men gaarne van de regeering vernemen
op welke wijze zij meent het tekort van 1879
te kunnen, dekken.
Gisteren middag om half drie uren zijn de
zittingen geopend der beide1 Wetgevende vergade
ringen in Frankrijk. De oudste leden in jaren
bekleedden den voorzitterstoel en spraken beiden
een kort woord om er op te wijzen, dat door de
verkiezingen van 5 Januari de republiek in
Frankrijk geacht kan worden verheven te zijn
tot definitieven regeeringsvorm. Alles wat er nog
voorloopigs was in de republiek door den strijd
tusschen kamer en senaat is thans verdwenen en
de politieke baan schijnt thans effen en glad.
Zoo glad zelfs, dat een weinig remmen aan den
staatswagen niet overbodig schijnt. Het eerste
verschijnsel der veranderde toestanden is geweest,
dat generaal Borel, de minister van oorlog wiens
monarchale en autoritaire neigingen reeds vóór
geruimen tijd ontevredenheid hadden gewekt,
plaats heeft moeten maken voor een erkend ge
matigd republikein, den generaal Gresley. Morgen
ochtend zal, volgens de Temps, het offieieele blad
een decreet van den maarschalk bevatten, waarbij
aan tweeduizend veroordeelden van de commune
geheele kwijtschelding van straf zal worden ver
leend. Het wekt de nieuwsgierigheid op, of de
republikeinen van meer geavanceerde richting
zich zullen tevreden laten stellen met dezen
bliksemafleider, waarlangs de lang gewenschte
algemeene amnestie zal moeten in de vergetelheid
geleid worden. Men betwijfelt het. De familie
betrekkingen en vrienden der veroordeelden zijn
daar om de zaak levendig te houden.
Morgen wacht men in beide kamers mededeeling
van het ministerieel progamma. Hoog links schijnt
men op meer radicale beloften te willen aandrin
gen, doch Dufaure is geen man om daaraan
dadelijk toe te geven. De verschilpunten kunnen
niet met eenige vrucht beoordeeld worden vóór
wij het programma zelf voor ons hebbendoch
in algemeenen zin gelooven wij, dat Frankrijk
wel zal doen den raad te volgen van de groote
Engelsche bladen, die in lange artikels, welke
getuigen van het groote belang, dat zij aan
Frank rijks keuze in dit krit ieke oogenblik hechten,
betoogen, dat men gematigd moet te werk gaan
om niet weder alles te bederven, wat met zooveel
inspanning tot vreugde van gansch Europa is
verworven. Matiging na de zegepraal, geen
overhaaste maatregelen, die wellicht op zich zelve
zonden te verdedigen zijn, doch het groote nadeel
kunnen hebben om de verworven rust weder in
onrust te doen verkeeren, en de minderheid eene
al te welkome aanleiding zou geven om den
hengel in troebel water uit te slaan. De groote
partij, die de republiek heeft aangenomen in den
geest van Thiers als „het eenige mogelijke" moet
met die republiek kunnen blijven instemmen:
haar steun mag niet onzeker gemaakt worden
door een te ver gedreven radicalismede strenge
logica van den regeeringsvorm zal rekening moeten
houden met verschillende omstandigheden. Frank
rijk heeft lessen genoeg had van de a outrance
doorgevoerde systemen, om thans geleerd te
hebben. Dit is in de eerste plaats waar voor
het plan om de ministers van 16 Mei in staat van
beschuldiging te stellen; wij wezen reeds dadelijk
op het onvruchtbare en het gevaarlijke van het
ophalen dier verbitterende schandalen, en achten
het verblijdend, dat dergelijke redeneeringen met
blijkbare ingenomenheid door de Temps uit En
gelsche bladen wordt overgenomen. Daily Neivs
zegt, dat die lieden zich zeker hebben schuldig
gemaakt aan verraad tegen de republiek. Doch,
evenals Sidney Smith zeide van de vorsten op
het congres van Verona, „zoo het al te wenschen
is, dat de wraak des hemels hen treffe, is het
niet minder wenschelijk de zorg voor die wraak
aan den hemel zelf over te laten".
De Norddeutsche Allgemeine Zeitung zegt, dat
prins Bismarck geenszins verwonderd is over den
tegenzin, dien zijn parlementaire-vrijheid-beteuge-
lings-wet wekt. Nu een dergelijk doorzicht
zal wel niemand den kanselier ontzeggen. De
indiening van het ontwerp wordt er te merk
waardiger door. Het officieuse blad maakt het
hof aan de weder weifelende nationaal-liberale
pers, door de nationaal-liberalen tegenover de
mannen van den Fortsohritt te stellen, en deze
laatste voor geheel en al ontbloot van gezond
verstand te verklaren, wijl zij een zoo eenvoudig,
redelijk en noodzakelijk ontwerp beschouwen als
eene inbreuk op de rechten van het parlement.
„Wat bedoelt men inderdaad? vraagt zich
het blad af. Eenvoudig eene regeling der parle
mentaire rechten, en ze toe te vertrouwen aan
eene door het parlement zelf gekozen commissie
uit zijn midden." In zijn officieusen ijver vergeet
de Zg echter, dat men eene buiten-parlementaire
rechtspraak scheppen wil over in de vergadering
geuite woorden, en dat dit juist de steen des
aanstoots is. De Oostenrijksclie Pr esse, die ook
een ministerieel blad is, doet opmerken, die Bis
marck meer geringachting voor zijn parlement
aan den dag legt, dan zelfs Napoleon III ooit
zou hebben durven doen. Des kanseliers wacht
woord in zijne binnenlandsche politiek schijnt te
zijn „betalen en zwijgen."
In de bijeenkomst van de 2° kamer der staten-
generaal van 17 December 11. is, blijkens het
indertijd uitgebracht en bij de Staats-courant
gevoegd verslag, bij gelegenheid van de behande
ling der begrooting van het fonds, voortsprui
tende uit de koopprijzen der domeinen, door den
heer mT. C. J. Sickesz, afgevaardigde van Zutfen,
gezegd het volgende
""Door den minister van financiën zijn de verschillende
opmerkingen van het verslag nagenoeg alle in zijne
nota omstandig beantwoord. In dat verslag is echter ook
de aandacht der regeering gevestigd op de declaratiën
van notarissendie volgens veler oordeel dikwijls buiten
sporig hoog waren. Daarover heeft de regeering geen
enkel woord gerept. Uit de stukken, hij dat wetsontwerp
overgelegd, is niet na te gaan hoe hoog die declaratiën
zijn. In 1873 is bij de behandeling der begrooting van
het domeinfonds voor 1874 en het vervolg de aandacht
der regeering op dezelfde zaak gevestigd. De toenmalige
minister van financiën heeft toen, naar aanleiding van dit
verslag eene nota overgelegd, houdende eene gedetailleerde
opgaaf van veilingskosten en daarbij dus ook van de
salarissen der notarissen. Van die opgaaf heeft de alge
meene rekenkamer bij de behandeling dier zaak, naar ik
meen, veel nut gehad. Daardoor werd tevens de aandacht
gevestigd op de hooge declaration der notarissen. Ik
zou dus den minister van financiën willen verzoeken bij
latere wetsontwerpen tot vaststelling der begrooting voor
het domeinfonds, een meer nauwkeurige staat van baten
en lasten, waarin de de declaratiën der notarissen zijn
opgenomen, te willen overleggen, opdat de kamer daarover
beter kunne oordeelen.""
In die rede is dus alweder hoog opgegeven van
het onmatig bedrag der declaratiën van notarissen
en heeft dus ook de heer m*. Sickesz getracht
eene bijdrage te leveren om die ambtenaren in
een ongunstig daglicht te stellen.
Het doet mij leed dat zoo iets is geschied door
een der liberale leden der kamer, omdat men van
zoodanig lid meer onpartijdigheid zou mogen
verwachten, en daarenboven door iemand, die den
titel van mr voor zijn naam voert, omdat men
bij dezen op meer kennis van de wetten zou
mogeu rekenen.
Immers als rechtsgeleerde behoorde hij te weten
dat de notarissen voor de berekening van hun
honorarium zijn onderworpen aan een tarief, vast
gesteld bij de wet van 31 Maart 1847, Staatsblad
n° 12 dat ingevolge art. 8 dier wet de nota
rissen verplicht zijn aan hunne cliënten, desgevor-
derd, te geven specifieke declaratiën, en dat deze
declaratiën zijn onderworpen aan de taxatie van
den voorzitter der rechtbank, waarpnder de nota
ris ressorteert en zulks nadat zal zijn gehoord
het openbaar ministerie, en dat beide, zoo de
rechter als de ambtenaar van het openbaar minis
terie, bevoegd zijn ook de belanghebbenden te
hooren.
Heeft dus eenig notaris ter zake van den open
baren verkoop van domein-goederen te veel salaris
genoten, dan is dit niet alleen aan hem te wijten,
maar dragen ook de ambtenaren van het domein,
bij zoodanigen verkoop betrokken, schuld; want
zij zouden niet alleen hebben kunnenmaar in
hunne betrekking zelfs hebben moeten vorderen
taxatie dier declaratiën en zouden voorzeker door
den bevoegden voorzitter en ambtenaar van het
openbaar ministerie niet zijn afgewezen, als zij
verzocht hadden ook van hunne zijde de zaak te
mogen toelichten.
Intusschen de heer ra'. Sickesz en ook het volk
van Nederland, in welks belang hij sprak, mogen
gerust zijn, de heeren ambtenaren van het domein
kennen hunnen plicht eu betrachten dien ook,
ofschoon niet altijd ten voordeele van de notaris
sen, belast met den verkoop van domein-goederen,
zooals ik bij ondervinding heb leeren kennen en
uit bet volgende zal blijken.
Toen in het jaar 1871 bij het domeiubestuur
besloten was om over te gaan tot den openbaren
verkoop van het fort Frederik Hendrik en andere
domeingronden, alle gelegen aan den linkeroever
der Wester-Schèlde, voormalig 4e district van
Zeeland, in de gemeente Breskens, kanton Oostburg,
behooreude onder het ressort van den heer ont
vanger der registratie en domeinen te Sluis,
ontving ik, toen notaris, residereende te Groede,
in het zelfde kanton, van evengenoemden heer
ontvanger een brief, gedagteekend 30 October
1871 n». 7463, waaarbij mij werd gevraagd of ik
mij met dien verkoop zou willen belasten, tegen
genot van het honorarium vermeld in de artikelen
drie, vijf, zes en zeven der wet van 31 Maart
1847 hierboven vermeld. Daar art. 4 dier wet,
waarbij eene percentsgewijze belooning, boven het
vacatie- en schrijfloon wordt toegestaan voor het
houden van openbare verkoopingen van vaste
goederen door notarissen, in den brief van den
heer ontvanger niet was genoemd, was ik zoo
vrij den heer ontvanger daaromtrent opheldering
te vragen, waarop mij door dien heer werd ge
antwoord, dat dit artikel met opzet niet was
genoemd en mij alleen het houden van die ver-
kooping zou worden gegund onder beding dat
ik zou afstand doen van het recht om volgens
gemeld art. 4 eenige percentswij ze belooning te
rekenen. Ik verklaarde toen mij daaraan te
onderwerpen, en de bedoelde verkooping had dien
tengevolge plaats door middel van mijn ministerie
den 29 November 1871.
Er werden toen geveild 19 verschillende perceelen,
alle eerst afzonderlijk en sommige later gecom
bineerd, waartoe werd gevaceerd van des voor
middags 10 tot des namiddags 6 uren, zoodat het
proces-verbaal van veiling en toewijzing bevat 18
dicht beschreven bladzijden, en het alleen te
danken was aan de voortvarendheid van mij als
notaris en het vlugge schrift van mijn klerk, dat
de veiling dien dag heeft kunnen afloopen.
Zij heeft opgebracht f 41 265, van welk bedrag
mij volgens het tarief, hoven en behalve het
vacatie- en schrijfloon voor percentswijze belooning
zoude zijn verschuldigd geweest een honderdvier
en twintig gulden, vijf en negentig cent, waarvan
ik nu tengevolge van de mij gestelde voorwaar
den, ben verstoken geweest.
En nu, niet tevreden, met mij als het ware te
hebben gedwongen om van deze belooning afstand
te doen, heeft het domeinbestuur mijne declaratie
op allerlei wijze beknibbeld en mij eindelijk er
toe gebracht zelf de taxatie dier declaratie van
den rechter te verzoeken, hetwelk tot uitslag heeft
gehad, dat niettegenstaande die taxatie met de
meeste gestrengheid is geschied, mij nochtans
daarbij eenige tientallen guldens meer zijn toege
legd dan het domeinbestuur aanbood te betalen.
En vermits ik uit de brieven, betrekkelijk de
voormelde veiling, mij door boven bedoelden heer
ontvanger geschreven, meen te mogen afleiden
dat door het domeinbestuur steeds op gelijke
wijze jegens notarissen wordt gehandeld, geloof
ik gerust aan iederen ^onpartijdige te mogen
vragen of de heer mr. Sickesz niet beter zou ge
daan hebben met zijnen bovenvermelden speech
voor zich te houden, dan, zoo als nu is geschied,
zonder grond mede te werken om het notariaat
onverdiend in een ongunstig daglicht te stellen,
Groede, 14 Januari 1879. Hammacher.
Oud Notaris
Amsterdam, 15 Januari. Raapolie op zes weken
f 37$. Lijnolie 28$.
Amsterdam14 Jan. 15 Jan.
STAATS1EEHIH6EH,
Ufcderl. Cert. N. W. Sch. 2$ pet. 62^ 63}
dito dito dito. 3 75$
dito dito dito. 4 97$ 97ff
ISelglë. Certificaten2$
Frankrijk.. Origin. Inschr. 3 73$
Hongarije. Obl. Goudleen. ft
Italië. Cert. Adm. Amsterd. 5
Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 52f 52$
dito Febr.-Aug. 5
dito Jan.-Juli. 5 54$ 54
dito April-Oct.5353|
dito dito Goud 4 63
Polen. Obl. Schatkist 1844. 4 76$
Portug. Obl. Btl. 1853/1869. 3 49$ 49$
dito dito 1876. 6 96$ 96$
Rusland. Obl. Hope C.
1798/18155 94$ 95$
Cert. Inschr. 5e Serie 1854. 5 56$ 56$
dito dito 6e 1855. 5 76 76
Obligatiën 18625 81$
dito 1864 /1000 5 91 90$
dito 1864 1005 86$ 86$
dito 1877 dito5 86^ 85$f
dito Oostersche le serie 5 55$ 55$
dito 1872 gecons. dito. 5 83 83
dito 1873 gecons. dito. 5 84$ 84
dito 1850 le Leening dito. 4$ 82$ 82$
dito 1860 2e Letning dito. 4$ SI-/* 81$
dito 1875 gecons. dito 4$ 75$ 75^$
Cert. Hope C° 1840 4 56$
dito 2e, 3' 4e Leen. 1842/44. 4 56 56
Obligatie-Leening 1867/69. 4 73 73$
dito dito 1859 3 60$ -
Cert. van Bank-Assign. 6 38$
Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 14$ 14^
dito' dito 1876 2 32$ 32$
dito Binnenl. Es. 5000-10000 1 13$ 13$$
dito dito 1876 2 30$
Turkije. Obl. Alg. Sch. 1865 5 11$ 11A
dito dito 1869 6
Egypte. Obl. Leening 1876 6 49$ 49$
Spoorw. dito 1876 5
Vereen. Staten. Obl. 1876 4$ 104$
dito dito 1871 5 105$
dito dito 1861 6 105 105
Rrazlltë. Obl. Londen 1865 5 89 90$
dito Leening 1875 5 85$ 86$
INDUSTRIEELS EN FINANCIEELE
ONDERNEMINGEN.
RTederl. Afr. Hand.-V. Obl. 5 pet. 100
Ned. Hand.-Maatsch. aand.
rescontre5 103$ 102$
Ned. Ind. Handelsb. Aand. 119
Stoomvaartm. Java Obl. .5 99
dito Zeeland Obl5 88$ 88$
dito gegarand. dito4$ 100 99
Duitschland. Cert. Rijks
bank Adm. Amsterdam. 9 -
Oostenrijk. Aand. Nat. B. 114$
SPOORWEG-LEENINGEN.
NTederland. Maats. t. Expl.
St.-Spw. Aandpet. 108
Ned. Ind. Spoorw. Aand. 101$
Ned. Rijn-spw.volgef. Aand. 133$ 134
N.-Brab. Boxt. Obl. 1875. 5 GO 60
dito dito 2® Hypoth.
Hongarije. Theiss.Sp. Obl. 5 71 71
Italië. Zuid-Ital. Spw. Obl. 3 45 45$
Polen. Wars.-Bromb. Aand. 4
Warschau-Weenen dito. 54 53$
Rusland. Gr. Sp.-Maats.
Aand5 116} 116$
dito Hypoth. Obligatiën. .4$ 87$ 87$
dito dito dito 4
Baltische Spoorweg. Aand. 3 47$ 47$
Chark.-Azow Oblig. 100. 5 82 82
Jelez-Griasi dito5 82 82
Jelez-Orel dito f 1000. 5 84$ 85
Kiew-Brest Aand5 65$ 65$
Losowo-Sewastopol f 1000. 5 78
Morschansk-Sysran. Aand. 5 62$ 62$
Mosk.-Jaroslaw Obl. 100. 5 93 93$
Mosk.-Kursk dito dito .6 97} 97
Mosk.-Smol. dito dito 5 86$ 86
Orel-Vitebsk Obl. dito .5 82$ 82$
Poti-Tiflis dito f 1000. 5 84}
Riaschk-Wiasma Aand. 5 61$ 61$
Amerika. Cent. Pac. Obl. 6 105$ 105$
dito California Oregon dito. 6 96$ 96}
Chic. N.-W. Cert. Aand. 82$
dito Mad. Ext, Obl7 100 100}
dito N.-W. Union, dito 7 95$ 94}
dito Winona St. Peter dito. 7 98 97
Illinois Cert. v. Aand. 82$ 82$
dito Redempt. Obl. 6 103$
Union Pac. Hoofdl. dito. .6 105$ 105
PREMIE-LEENINGEN.
Wederland. Stad Amst. 3 pet. 104 104$
Stad Rotierdam3 103$
Gemeente-Crediet3 88$ 88}
België. Stad Antwerp. 1874 3 95 94$