N°.'8. 122e Jaargang. 1871).
10 Januari.
Rosa Cherril
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Ce^<
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére 6 L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 9 Januari
rFETTXZLIL.IEJTOlSr.
Wij vernemen, dat bij het ministerie van water
staat «nz. een onderzoek aanhangig is naar de
mogelijkheid en wenschelijkheid om de haven
werken V-lissingen in exploitatie aan eene of
andere maatschappij over te dragen. Eene com
missie van drie ingezetenen van Vlissingen is
door den commissaris des konings in deze provincie
uitgenoodigd omfie uitvoerbaarheid van dit plan
te onderzoeken.
Reeds in 1874 isVdoor de Maatschappij tot
exploitatie van gronden te Vlissingen een voorstel
in dien zin aan de regeefteg gedaan. De onder
handelingen sprongen toenS omdat het beginsel
zelf bij de regeering nog eeh punt van overweging
uitmaakte. 1
Gisteren morgen heeft eene oeyen^schuiving plaats
gehad aan de grens der polders Qostbeveland en
Wilhelmina (aan de noordkust va\u Zuid Beve
land), zich uitstrekkende tot aan hipt rijsbeslag
van de Oostnol.
Zooeven vernemen wij, dat de afschuiVmg zich
over eene lengte van ongeveer 60 met<5f s heeft
uitgebreid.
Z. K. H. prins Hendrik heeft een rustigen nacht\
gehadde algemeene toestand is gunstig. Vad.)
van de gemeente Nieuwe Pekela als standplaats
van een postkantoor.
Het port der gefrankeerde brieven voor Uru
guay, bij verzending over Engeland, bedraagt in
het vervolg 65 cent per 15 gram.
De ongefrankeerde brieven zijn bij aankomst
hier te lande aan een port van 80 cent per 15
gram onderworpen. (St. Ct.)
Zierlkaee, 8 Januari. De bevolking dezer
gemeente bedroeg op 31 Decemöer jl. 7315 zielen
zijnde 80 minder dan op 31 December 1877.
In het afgeloopen jaar zijn geboren 220 kin
deren overleden 166 personen en gehuwd 47
paren 4 huwelijken werden door echtscheiding
ontbonden.
Aardenbnrg, 8 Jan. Gedurende den loop
van 1878 werden alhier geboren 52 kinderen en
stierven 42 personen. 84 personen vestigden zich
in de gemeente terwijl 105 haar verlieten. De
bevolking, die op 31 Dec. 1877 1769 zielen be
droeg, is dus met 11 verminderd en bestaat thans
uit 836 mannen en 922 vrouwen, te zamen 1758.
De St. Ct. bevat in haaf officieel gedeelte het
volgende bericht
Den 7sn Januari heeft'te Arolsen de plechtige
voltrekking plaats gehad van het huwelijk van
zijne majesteit den koning met hare doorluchtige
hoogheid mevrouw de prinses Adelkeid Emma
Wilhelmina Theresia van Waldeck-Pyrmont.
Op den 10en en ll=n dezer zal aan het, rijkste
legraafkantoor te Apeldoorn doorloopemde dag
dienst worden gehouden. (St. Ct.)
Goes, 9 Januari. De hier sedert Zondag
voorkomende mazelen zijn zoodanig toegenomen
dat ér tot heden ruim dertig biljetten aan de
betrokkene huizen zijn aangeplakt. Tot heden
deden zich gelukkig nog geen gevallen van over-
lijden aan die ziekte voor.
>»Van de vele jongens, die heden ochtend vóór
schoontijd de lust niet bedwingen konden om te
beproevéTsf. of het ijs in de vest hen reeds zou
kunnen draghï® zijn er twee, kinderen van den
heer L., doorgeWallen. Na veel moeite gelukte
het met behulp van een ladder, den heef S. de M.
hen nog,f 10 redden.
In het afgeloopen jaar zijn te Brouwershaven
binnengekomen 415 schepen, waaronder 122
stoomschepen; de grootste diepgang bedroeg 74
d. m.naar zee zijn vertrokken 40 schepen, waar
onder 11 stoomschepende grootste diepgang
bedroeg 66 d. M.
De St. Ct. bevat de wet, houdende goedkeuring
der overeenkomst betrekkelijk den onderhand-
schen verkoop aan de weduwe en de erfgenamen
van wijlen P. Regout va'n een gedeelte van het
talud van den dijk dei' Zuid-Willemsvaart te
Maastricht; het kon. besluit tot vernietiging van
het besluit van den gemeenteraad te Peize, van
2 October 1878, betrekkelijk de benoeming van
een hulponderwijzer aan de openbare lagere school
aldaaren het kon. besluit houdende aanwijzing
of de liefdesgeschiedenis van een balling.
I.
„Rosa lief," zei Miss Smalway, voor haar
hoogen lessenaar in de leerkamer gezeten, „ik
sta er op om van Mosier Brun zelf te hooren of
het zijne bedoeling is geweest met uw hart te
spelen."
„Maar ik verzeker u dat gij u vergist," zei
Rosa Cherril met nadruk, terwijl een donkere
blos haar gelaat overdekte. „Mijnheer Brun heeft
nooit een woord gezegd, waaruit ik zou kunnen
opmaken
„Stil Rosa; gij moogt iedereen zoo iets op de
mouw kunnen spelden, maar mij niet", viel Miss
Smalway haar ernstig in de rede. „Wilt gij mij
eens aanzien en beweren dat die beginsellooze
Franschman „Ik geloof niet dat hij beginsel
loos is," prevelde Rosa.
„Gij ontwijkt mijn vraag, juffrouw. Wilt gij
mij aanzien en mij 'verzekeren dat het u niet zou
kunnen schelen al zaagt gij Mosier Brun nooit
terug
Het was een schoon gelaat 't welk de jeugdige
Te Baarland is met 1 Januari eene havenbe
lasting ingevoerd. De heffing daarvan is aange
nomen door C. Zeevaart, aldaar voor f 307.
Vlissingen, 9 Januari. Door eene onzer
aanzienlijke dames-ingezetenen zijn de diaconie en
algemeene armbesturen in staat gesteld aan de
armen eene ruime extra-bedeeling uit te reiken.
Het laat zich denken, dat dergelijke weldadigheid
hier goed te pas komt, daar het volslagen gebrek
secondante van Acacia House tot de directrice
ophief. Er lag openhartigheid en zachtheid in
maar nu Waren hare heldere oogen vochtig, de
fijne lipjes die nooit een onwaarheid spraken
trilden en Rosa barstte in tranen uit. Zij kon
piet nagaan hoe Miss Smalway een geheim ont
dekt had, dat zij ternauwernood zich zelve had
durven bekennen. Zij mocht den Franschen
meester gaarne lijden, maar wat had dat met
liefde te maken Was dat liefde als men beleefd
tegen iemand was, zijne talenten bewonderde en
zoo begon te schreien als men beschuldigd
werd van hem lief te hebben?
Miss Smalway verheugde zich over haar door
zicht, en terwijl zij het jonge meisje gadesloeg,
zat zij te knikken en zei dat zij het al lang had
zien aankomen. Miss Smalway was gewoon de
dingen te zien aankomen en Rosa, die reeds een
jaar bij haar was, moest nu ook geweten hebben,
dat niets aan haar scherpziend oog kon ontgaan.
Miss Smalway was een magere dame van mid
delbaren leeftijd, die haar instituut met veertig
leerlingen zeer goed bestuurde, doch niet kon
verdragen, dat iets wat dezen of de andere leden
van het huisgezin betrof, voor haar verborgen
bleef. Zij was zeer kortaf tegen de meisjes die
verzuimden haar de brieven te laten lezen, diezij
schreven of van huis kregen. Zij sloop des avonds
op dunne pantoffels door de gangen om de ge
sprekken in de slaapzalen af te luisteren; zij
bespiedde hare secondantes, zoodanig dat zij
nooit den sleutel op hare lessenaars durfden te
aan werk den nood der armen veel hoogër, dan in
vroegere winters heeft doen klimmen.
Naaf men zegt worden te Vlissingen pogingen
aangewend om concessie te verkrijgen van de
regeering om uit het midden der stad een stoom-
tramway te doen loopen, die Vlissingen, behalve
met andere gemeenten, ook met het lokaal
station en het badhuis zou verbinden.
De afdeeling Bergen op Zoom van de Schippers-
vereeniging Schuttevaer vergaderde verleden Zon
dag en besprak den toestand der haven aldaar.
Bij goed weder en doode tijen kunnen geladen
schepen daar meermalen in 3 of 4 dagen niet
varen, terwijl bij storm uit het westen of noord
westen pakhuizen en kelders door het hooge
water nnderloopen. Nog werden besproken de
onvoldoende bebakening der Ooster-Schelde en
het wenschelijke eener betere betonning op de
Waal tusschen Gameren en den Nieuwaalschen
dijk.
Door de heeren S. Brons te Kralingen, Jos.
Levelt te Rotterdam en James Powe 1 te Shef
field is concessie aangevraagd voor het leggen
en exploiteeren van tramwegen te Dordrecht.
De Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij
heeft de gelegenheid opengesteld om van de
voornaamste stations der Hollandsche lijn de sta
tions aan de Zaanstreek te bereiken over Amster
dam, zonder daar opnieuw plaats te moeten
nemen, zoo als vroeger noodig was. Daardoor
is men dus niet meer genoodzaakt de grootere
reis over Uitgeest te maken of zich te Amsterdam
aan het. gevaar bloot te stellen eene aansluiting,
waarop men rekende, te zien mislukken. Even
zeer kan men nu van Velzen en Beverwijk recht
streeks Amsterdam bereiken, zonder over Uitgeest
te moeten reizen. (Hb.)
Z. M. de koning heeft aan den erfprins Frederik
Adolf Hermann van Waldeck en Pyrmont (gebo
ren 20 Januari 1865) het grootkruis der orde
van den Nederlandschen Leeuw verleend.
In eene vergadering van de burgemeesters van
Amsterdam, Rotterdam en 's Gravenhage is be
sloten de levering van het nationaal huldeblijk
aan H. M. de koningin op te dragen aan de fir
ma's W. Josephus Jitta en zonen en D. en J.
Mendes, juweliers te Amsterdam.
In een brief van eene jeugdige kloosterlinge,
Sophia Treulieb, in den Noordbrabanter opgenomen
laten zitten, uit angst dat Miss Smalway er in zdu
gaan snuffelen, en zij maakte hare dienstboden
tot joksters door haar altijd uit te hooren over
hare vrijaadjes met den bakkers-en slagersknecht.
Miss Smalway beweerde, dat zij dit alles alleen
deed in het belang der goede zeden en men moet
tot haar eer zeggen, dat zij nooit misbruik maakte
van de geheimen die zij uitgevorscht had.
„Ik zie volstrekt niet in waarom gij niet met
Mosien Brun zoudt trouwen, als gij van hem
houdt," hervatte zij na een poos van stilte.
„Schrei toch zoo niet, kindlief."
„0, ik ben niet half goed genoeg voor hem,"
jammerde Rosa door hare tranen heen.
„Niet goed genoeg! Gij, de dochter van een
Engelschen dominé, niet goed genoeg voor een
ijdelen Franschen uitgewekene! Weet ge wel dat
men, als hij naar zijn land terugkeerde, zijn
mooien krullebol terstond zou afslaan en in een
mand met zaagsel stoppen Gij moet de zaak
in het ware licht beschouwen, Rosawant gij
zijt een mooi meisje, in een Christenland opgevoed,
en als gij er in toestemt om een vreemden heiden
te huwen, komt al de gunst van uw kant."
Het was zeer aangenaam voor Rosa Cherril om
te hooren dat ze een mooi meisje was, maar het
beviel haar volstrekt niet om Paul B*un als een
heiden te hooren beschrijven. „Ik weet niet
waarom hij in ballingschap gezonden is, maar ik
heb nooit een onvertogen woord van hem ge
hoord," zei zij.
„0, hij praat natuurlijk mooi genoeg," zei Miss
vinden wij o. a. het volgende omtrent het gedrag
van een der examinatoren bij gelegenheid van
haar examen als onderwijzeres
„Of het yas wegens onze kleeding gij weet,
wij mogen ons ordekleed niet afleggen of
waarom, ik weet het niet, maar hij scheen bij
voortduring moeite te hebben zijn lachen te
bedwingen.
„Hij liet mij uitBilderdijk's Ziekten der geleerden"
lezen. Wanneer wij aan een woord kwamen, dat
hem bijzonder merkwaardig toescheen, klonk de
stereotype vraag„wat is dat voor een woord
zoowel wanneer het antwoord moest luiden„een
nader bepalend bevestigend bijwoord," als wan
neer het had dienen te wezen: „een gemeenheid,
mijnheer de schoolopziener!" Eens had ik wel
willen schreien. Daarbij blies hij mij bij voort
during zoo dikke rookwolken in het gezicht, dat,
toen hij zeker tot afwisseling gedurende het tweede
gedeelte van het examen begon te vragen: „waarom
dat woord?" ik de woorden nauwelijks meer van
elkander kon onderscheiden, zoo traanden mij de
oogen.
„Ik moet eerlijk echter wezen: eenmaal is de
examinator van zijn stereotype vragen afgeweken,
toen hij mij naar het onderscheid vroeg tusschen
burgerlijke rechten en burgerschapsrechten. Hoe
hij die quaestie er bij haalde, begrijp ik nog niet;
wij waren bezig met het „kronkelend ingewand."
Men zal het met ons eens zijn, dat deze zaak
dient te worden opgehelderd, en dat zoo de
beweringen waar zijn de onwellevende ambte
naar eene zeer gestrenge les verdient.
Dinsdag deelden wij mede, dat te Arolsen nog
slechts drie correspondenten van Nederlandsche
dagbladen waren, van het Handelsbladhet Nieuivs
van den Dag en de Nieuwe Rotterdamsche courant.
Dit was waar tot verleden Zaterdag, toen de
correspondent van het Hbl. het aan zijn blad
schreef. Zondag echter kwamen er nog een zes
tal correspondenten aan (het Vaderland had in
zijn nommer van Dinsdag reeds een brief), zoodat
de Nederlandsche pers wel geacht kan worden bij
deze gelegenheid blijken van krachtsinspanning
te hebben gegeven.
Na van den minister van marine een bevesti
gend antwoord te hebben gekregen op de vraag
of op zijne medewerking op nieuw kon
worden gerekend voor een tweeden Noordpool
tocht met de Willem Barentsheeft het comité
van uitvoering (de heeren I. D. Fransen v. d.
Putte, voorzitter; M. H. Jansen, O. baron van
Wassenaer Catwijck, jhr. mr. J. K. J. de Jonge,
penningmeester), dat in de vergadering van 21
Smalway hoofdschuddend, „maar hij zal met mij
verder moeten gaan dan mooie woorden, wanneer
ik hem van daag ondervraag."
„Maar ik zou heusch veel liever hebben dat gij
hem niet ondervroegt," zei Rosa neerslachtig „Hij
moest eens denken dat ik er u toe aangespoord
had en dat zou verschrikkelijk zijn. Ik zou voor
geen geld ter wereld willen dat hij dacht
„Geen woord meerwant mijn besluit staat
onwrikbaar vast," zei Miss Smalway, terwijl zij
haar boek sloot, waarin zij de halfjaars-rekenin-
gen voor de élèves had opgemaakt.
„Het is nu drie uren en tijd om te luiden voor
de klasse. Over een paar minuten zal Mosier
komen en dan zal ik eerst een woordje met hem
spreken."
Dit zeggende schudde Miss Smalway zeer beslist
met haar hoofd, Rosa Cherril droogde met een
zucht hare tranen af en ging naar buiten om de
bel te luiden, die de veertig jonge d.tines va de
speelplaats naar binnen riep voor de namiddag-
lessen. Daarna liep zij naar haar eigen kamer
om hare oogen met koud water te betten, opdat
de kinderen niet zouden zien dat z.ij geschreid had.
De groote vacantie te Acacia House, Richmond,
was ophanden en van daag zouden de laatste
muziek- en teekenlessen gegeven worden. De
meisjes kwamen groepsgewijze naar binnen van
het croquet- en raketspelen onder de groote
boomen op de speelplaats, die een ware tuin was,
met groote grasperken voor de "liefhebsters van
stoeien en lommerijke paadjes voor degenen die