Benoemingen en besluiten.
U n d e r w ij s.
Marine en leger
Landoouw.
Kunstnieuws.
Sara Bernhardt—Phèdre.
Roo zich als redenaar gevormd naar Thorbecke,
van wien hij jaren lang de intieme huisvriend was;,
maar van slaafs navolgen was geen sprake. In
kortheid van dictie was Thorbecke de meester,
maar De Roo was vermeteler en heftiger, wist
beter nog dan zijn leermeester de klip te vermijden
van zijn hoorders te vermoeien. Hij boeide altijd
en vermoeide nooit. Voor een deel is dat ook
zeker wel hieraan toe te schrijven, dat hij nimmer
sprak over de onderwerpen, waarin hij zich niet
geheel had te huis gewerkt en nimmer het woord
vroeg, of hij had ook werkelijk iets te zeggen,
dat de aandacht verdiende.
„Maar men denke niet, dat de heer De Roo het
zoover gebracht h'eeft door aangeboren talent of
genie. Wat die man in het zes en veertigste jaar
van zijn leven heeft doorgewerkt, i3 verbazend.
Men verhaalt dat hij, toen hij voor eenige jaren
door een lichte ongesteldheid wa3 aangetast en van
zijn arts den raad ontving om 's nachts niet zoo
laat te werken, ten antwoord gatAl moest het
mij ook twintig jaren van mijn leven kosten, ik
kan en wil de eerste zijn en blijven.
Misschien is dat verhaal niet meer dan een
anekdote, maar karakteristiek is ze zeker. Aan
groote eerzucht toch paarde de overledene een
wilskracht, die geen moeilijkheden telde en zich
door geen tegenstand liet ontmoedigen."
Prins Alexander is over Brussel en Parijs naar
Cannes vertrokken.
In eene vergadering van beetwortelsuikerfabri-
kanten, gehouden te Roosendaal, is besloten, dat
zij voor de campagne 1879 zullen volharden bij
een vroeger genomen besluit, om voor de door
hen te koopen beetwortelen niet meer te besteden
dan f 10 per 1000 kilogr. netto beetwortelen, en
dat zij zullen toezien, dat de bepalingen van de
bestaande contracten behoorlijk zullen nagekomen
worden.
Hoewel het bekend is, dat drie fabrikanten uit
Zevenbergen hooger prijs besteden, kunnen en
zullen zij met het oog op de omstandigheden geen
hongeren prijs dan 10 betalen. (A\ o. d. D
In een brief, in de N. R. C. geplaatst en gericht
aan den heer de Haan, bespreekt de heer Saay-
mans Vader de vertaling van een werk van
Biichner door den heer de H. De heer Vader
voert daarin aan ten voordeele van den gods
dienst, dat ook bij oude volken de maatschappij
rustiger was, zoolang zij aan hunne goden ge
loofden. De Arnh. Ct. merkt naar ons inzien
terecht op, dat eene courant de plaats niet is om
de waarde dier opmerking van den antirevoluti
onairen staatsman te bespreken. Zoo er echter
al veel goeds en schoons moge wezen in den
dienst, door de oude volken aan hunne goden
gewijd, zal men ons wel willen toestemmen, dat
er voor een Nederlandsch minister van marine niet
veel reden bestaat, om dien dienst weder in
vroegere eer te herstellen. Niettegenstaande dat
is het aantal Noordsche godhedeo, die met de
geheele managerie van Artis de Hollandsche vlag
naar alle oorden der wereld dragen, weder met
éen vermeerderd. Te Amsterdam is de voor de
Nederlandsche marine bestemde stoomkanonneer-
boot TJlfr te water gelaten, wat het Dagblad
aanleiding geeft om het verlangen te uiten, dat
de uitspraak van het woord voor Janmaat door
koninklijk besluit moge geregeld worden.
Een onzer geabonneerden brengt ons ter aan
vulling van ons artikel over Nederland bij 't begin
van 1879 in herinnering, dat de bedelarijwet den
GeE Mei met 25 tegen 9 stemmen door de eerste
kamer is verworpen.
in staat gerekend had om zich over een kleinig
heid heen te zettenDe krachtige man zonk
bijna ineen onder het gewicht van het geluk, dat
hem bestormde. Hij stond als een dronken man
van zijn stoel op, waggelde naar de kast, rukte
de deuren open
„Hans
Hans was zóo snel in de uitgebreide armen
van zijn patroon gevlogen, dat men bijna niet
wist of hij uit de kast gekomen, of uit den grond
verrezen was. Zelfs Anna 's moeder had geen
tijd gehad om een gil te geven, terwijl die beiden
elkander als broeders omarmden, tranen van blijd
schap vergoten en elkaar herhaaldelijk de hand
schudden.
Hans wist zich echter het eerste te bevrijden,
wischte de tranen uit zijne guitige oogen, boog
beleefd en zei
„Ik vraag u verschooning, mijnheer en me
vrouw, mijn naam is Hans Fliederbusch,
vierde commies op het kantoor van mijnheer uw
schoonzoon. Mijnheer de advocaat von Franck
hoogst aangenaam uw kennis te maken. Gij
moet mij mijn aandoening en eenigszins vervallen
uiterlijk niet euvel duiden, mijne heerenHet
is geen gekheid om hier zes weken lang in 't
donker opgesloten te zitten, zonder andere uit
spanning als eiken avond een wandeling door
den onderaardschen gang naar den Galgenberg,
om een partijtje te maken met de kapiteins der
ridderorden. Vergunning verleend aan den
vice-admiraal P. A. van Rees, directeur en kom-
mandant der marine te Willemsoord,en den in
specteur van den gen.-dienst btj de zeemacht
H. L. Oudenhoven, tot het aannemen en dragen
der versierselen, respectievelijk van grootkruis
van de Zwaard-orde en komm. 2e kl. der Wasa-
orde, hun door den koning van Zweden en Noor
wegen geschonken.
Alsnog benoemd tot ridder 4e kl. van de Mil.
Willemsorde, wegens zijn gedrag op het oorlogs-
tooneel in AtjeB, den 12;n Januari 1874, de le
luit. der inf. bij het leger in Ned.-Indië A. H. W.
Scheuer.
muntcoeleöe. Aangewezen om gedurende het
jaar 1879, in geval van afwezigheid van een der
leden van het muntcollege, en bij de behandeling
der onderwerpen, bedoeld bij artt. 3, 7 en 10
der wet van 1 Juni 1850 {SM. n° 25), diens
plaats te vervullen, mr. L. W. A. Besier, referen
daris-adviseur bij het muntcollege.
leger. Benoemd bij het wapen der artillerie,
bij de le afdeeiing vesting-artillerie, tot le° luit.
de 2' luit. J. Hora Adema, van die afdeeiing.
Tot leeraar in de scheikunde aan de bur
geravondschool te Maastricht is benoemd de heer
R. Fasbender, leeraar aan de h. b. aldaar.
Bij kon. besluit is aan mej. J. A. E. Hesse,
geboren te Emden (Pruisen), mits zij overigens
aan de daartoe bij de wet gevorderde vereisch-
ten voldoet, vergunning verleend om in Neder
land lager onderwijs te geven.
De officieren aan de krijgsschool zijn met 2
maanden verlof gezonden eu hebben voor dien
tijd opdrachten ter uitwerking medegekregen.
De luit. ter zee 2' kl. L. A. T. J. F. van
Oijen, van het eskader in Oost-Indië, in Nederland
teruggekeerd, is op nonactiviteit gesteld.
Blijkens een bij het depaj-tement van marine
ontvangen telegram is Zr. Ms. schroefstoomschip
Paddngouder bevel van den luit. ter zee 1; kl.
D. M. G. de Swart, in den namiddag van den
6en dezer naar zee vertrokken, met bestemming
naar Oost-Indië.
Wij lezen in de Haarl. Ct. onder het opschrift
Zaailingappels:
We zijn in het jaargetijde, waarin het zijn nut
kan hebben, de prijsuitloving der Luntersche
Tuinboaw-vereeniging in herinner,ng te brengen.
Een prijs van f 1000, gegarandeerd door het ge
meentebestuur van Eede, is uitgeloofd voor de
25 soorten der deugdzaamste en schoonste zaai
lingappels, toe te kennen in het najaar van 1899.
Het doel der vereeniging: opbeuring, uitbreiding
en vernieuwing onzer ooftboomteelt, kan niet
dan door algemeene medewerking ten volle bereikt
worden. Vandaar de lange tijdruimte, die nu
of later ieder in de gelegenheid stelt tot mede
werking. Eene tot het onderwerp betrekkelijke
brochure wordt, zoolang de voorraad strekt, aan
belanghebbenden gratis toegezonden.
Op het Niederrheinische Musikfest, dat dit jaar
op de Pinksterdagen te Aken zal worden gehou
den, zullen worden uitgevoerd de Missa solemnis
van Beethoven, de Symphonie C dur van Franz
Schubert, het laatste toonwerk van Max Bruch
Das lied von der Glocke (door Bruch zei ven gedi
rigeerd) en de Symphonie B dur van Robert
slavenschepen. En die schurken hebben mij, om
dat ik geen geld meer had, al het zilver afgeno
men, stuk voor stuk, tot op den koningsbowl
na, dien gij daar eenzaam ziet prijken, mijnheer
Schmitz, en dien ik niet heb willen afstaan. En
kunt gij u zulk een hebzucht voorstellen, mijn
heer de advocaat? ten slotte hebben zij zelfs
mijne laarzen
{Wordt vervolgd.)
Schumann. De heer T. Brennung zal het feest
dirigeeren.
De heer.Jacs. de Jong, solo-fluitist van Z-
M. den koning en lid van het orkest van het
Paleis voor Volksvlijt, herdacht dezer dagen zijn
dertigjarige kunstenaarsloopbaan. Reeds als knaap
van ongeveer 10 jaren trad hij te Deventer als
muzikant in schutterlijken dienst; sedert de op
richting van het Paleis voor Volksvlijt bleef hij
onafgebroken aan het orkest verbonden, steeds
zeer gewaardeerd door de bezoekers. Zoo van
leerlingen als vrienden ontving de jubilaris be
wijzen van sympathie.
Naar men in den Prêcur&eur leest, heeft de
vermaarde directeur der koninklijke academie van
schoone kunsten te Antwerpen, de heer de Keyser,
toen hij op nieuwjaarsdag de bezoeken zijner
ambtgenooten ontving, het voornemen te kennen
gegeven om eerlang zijnen post neder te leggen
en zich geheel aan de kunst te wijden.
Door onzen Brusselschen medewerker.)
Brussel, 6 Januari 1879.
Op gevaar van eene banaliteit te zeggen
want in de taal der dagelijksche critiek heeft
het woord door verkeerd te pas brengen wel wat
van zijne teteekenis verloren wil ik u zeggen,
dat de avond van 30 December in het Thédtre
de la Monnaie een plechtige avond was. Toch
was het noch Rossini, noch Beethoven, noch
Meyerbeer, noch Richard Wagner, wiens werk
men zou ten gehoore brengen. Zelfs was er geen
orchest. De muzikanten hadden hunne gewone
plaats ingeruimd aan de laat gekomen toeschou
wers, die zich nog gelukkig achtten een plaatsje
te vinden. Alleen de muze van het treurspel
trad ten tooneele, en in haren hoogen eenvoud
weigert deze de medewerking van andere kunsten.
Zij is zich zelve genoeg. Eene eenvoudige deco
ratie, een Grieksche zuilengang meer
heeft zij niet noodig. Wie zou er op letten in
dien meu daar de pracht aanbracht van onzen
modernen tooueeltooi? Als het gordijn is opge
gaan, de handeling begonnen, het oor in beslag
genomen door die wonderbaar schoone taal der
goden, zou er dan plaats zijn voor een anderen
indruk?
Men gaf Phèdre. Een gelukkig, met den bes
ten uitslag bekroond denkbeeld had er toe ge
leid, dat de directie van den schouwburg voor
éen avond een contract had gesloten met twee
der voornaamste sociétaires van het Thédtre
Francais, Sara Bernhardt en Monnet-Sully.
Eenige andere tooneelisten waren met hen geko
men, en al waren deze er verre van, om zij het
dan ook maar op eerbiedigen afstand de beide
beroemde vertolkers van Racine te volgen, zij
kweten zich van hunne zware taak op eene wijze,
die aan de uitwerking van het geheel niet al te
veel schaadde. Men was er hun dankbaar voor.
De macht van het genie tart tijd en vergetel
heid. Men kan den naam Phèdre niet uitspreken,
zonder aanstonds de herinnering aan Rachel op té
wekken. Reeds dadelijk dringt zich de vergelijking
aan ons op tusschen die onsterfelijke kunstenares,
welker onvergelijkelijk talent in Frankrijk de
altaren weder oprichtte en den dienst herstelde
van het klassieke treurspel, en Sara Bernhardt,
die haar op zijde streeft, die vol vuur en inspi
ratie hare sporen drukt. Het publiek was zicht
baar verzonken in die vergelijking, en zeer ge
makkelijk kon men waarnemen, dat een groot
deel der toeschouwers vol was van de herinnering
aan de groote tragédienne van vroeger. Sara
Bernhardt had dan ook eenigen tijd noodig, vóór
zij het ijs gebroken had en de geestdrift had op
gewekt. Hare geheel oorspronkelijke opvatting
bracht in den beginne al die toeschouwers en
ze waren vele in de war, die Rachel, hetzij
te Parjjs, hetzij op ditzelfde tooneel in deze rol
hadden gehoord.
Laten wij het erkennen, Sara Bernhardt doet Rachel
niet vergetenzij komt haar zelfs niet gelijk.
Toch maakt zij naast de beroemde vrouw eene
figuuris dat op zich zelfs reeds niet eene zege
praal Sara Bernhardt staat tot Rachel, als de
renaissance tot de Grieksche kunst, als de Itali-
aansche beeldhouwkunst tot de beelden van het
Parthenon.
Rachel was de antieke Muze, vrouw geworden.
Zoodra zij op het tooneel kwam, zelfs vóór zij
den mond opende tot spreken, deed zij in
sommige rollen u die huivering overvallen, die
de uitwerking is van het zien van iets groots op
den toeschouwer, die er het orgaan voor heeft.
En als zij dan sprak, als het passend en edel
gebaar de rhytmische taal begeleidde, dan kon,
ja dan moest men zich bijna voorstellen, dat een
der antieke beelden, eene Minerva of eene Juno,
leven had bekomen, dat' het koude marmer plot
seling bezield was. Voeg er bij, dat de kunst de
se draper de illusie volmaakte. De plooien van
haar gewaad, de wijze, waarop zij dit nu eens
deed sluiten, dan weder los liet hangen, dat alles
was volkomen in overeenstemming met het antieke.
Phidias zou in Rachel zijne leerling erkend
hebben.
Sara Bernhardt is in haar gansche voorkomen
meer modern. Ook in haar spel. Het is bij haar
niet de eenvoud van de antieke kleeding; het
kleed is niet van wol, maar van tulle. De plooien
zijn dus smaller. Dat verhindert echter niet, dat
hare standen, haar gang en hare bewegingen een
zeer bijzonder cachet hebben en vooral eene har
monie in acht nemen, zooals een beeldhouwer die
slechts kan wenschen. Wat zij als Phèdre mist, is
kracht. Hare stem verraadt hare razende liefde
en hare wanhoop, als zij zich op Hippolyte werpt
en hem toeroept:
Yenge toi:'punis moi d' un odieus amour!
Digne fils du héros qui t' a donné le jour,
Délivre 1' univers d' un monstre qui t' irrite
La veuve de Thésée ose aimer Hippolyte!
Ten spijt van de uitsluitende bewonderaars van
Rachel wil ik bekeunen, dat Sara Bernhardt meer
ontroering wekt, eer tot weenen stemt, dan hare
beroemde voorgangster. Deze vertoonde ons in
Phèdre veeleer de trotsche koningin, die door het
noodlot en de onverzoenlijke wraak van Venus
wanhopig bemint, daaraan toegeeft en valt als
slachtoffer van den ongelukkigen hartstocht, door
het noodlot in hare ziel, of veeleer in haar lichaam
gelegd, dat er door verteerd wordt. Sara Bern
hardt brengt daarentegen de bedoeling van Racine
tot werkelijkheid, die het publiek voor zijne
hoofdpersoon belangstelling wilde inboezemen, en
die den toeschouwer een traan wilde ontlokken,
ondanks al wat er kwetsend is in den onwettigen
en afgrijselijken hartstocht van Phèdre voor den
zoon van haren echtgenoot.
Het publiek is ten slotte geheel en al over
wonnen door die oorspronkelijke opvatting, die
des te meer uitkwam, daar Monnet-Sully in zijn
spel de oude traditie volgde. Die antieke kalmte,
dat strenge schoon, deed nog te meer het koorts
achtige, driftige, vurige, maar toch ware en
zuiver menschelijke spel uitkomen van Sara Bern
hardt, die zonder twijfel eene groote en schitterende
kunstenares is.
Wie dien avond in den schouwburg was, zal
lang den indruk behouden van dat wonderbare
spel.
©ostfonrg, 7 JaD. Heden wordt, bij gelegen
heid van de voltrekking van het huwelijk van
Z. M. den koning, van de torens en van de open
bare zoowel als van vele particuliere gebouwen
in deze gemeente, de nationale vlag, (eenige ook
voorzien van oranjewimpels) uitgestoken ten
blijke van deelneming in die voor Nederland zoo
gewichtige gebeurtenis.
Te Loon op Zandmet eene bevolking van
bijna 6700 zielen, werd, naar eene zeer matige
berekening, in 1878 voor ongeveer een halve ton
aan sterke dranken gebruikt, d. i. per hoofd ruim
f 6,70 en per gezin ongeveer 32.
Men schrijft uit Wageningen, dat de rivier
gisteren 41 centimeter gewassen is. De zomer
kaden zijn nog zichtbaar, maar de weg onderlangs
den Wageningschen berg naar Renkum is geheel
onder water.
Zwolle beteekent als middelpunt van den
grooten veehandel in de noordelijke provinciën
heel wat. Wanneer men in aanmerking neemt,
dat gedurende 1878 elke week 2000 stuks vee
werden verhandeld, die, door elkander gerekend
eene waarde van f 400.000 hadden, dan komt men
tot de slotsom, dat in 1878 voor circa 21,000,000
aan veewaarde uit Zwolle werd verzonden. Als
men hierbij nog in aanmerking neemt, wat uit
het noorden per stoomboot of scheepsgelegenheid
wordt uitgevoerd en wat voor verbruik blijft,
dan kan men gevoeglijk aannemen, dat voor p.m
30,700,000 vee is omgezet. De omzet van vette
varkens wordt op ongeveer f 500,000 gerekend.
De meerderheid van den gemeenteraad te
Heemskerk acht openbare verlichting onnoodig.
Buitendien schrikken de paarden er van. Uit dit
laatste schijnt te blijken, dat de gemeenteraad
straatverlichting bedoelt.
Volgens telegrammen uit New-York is de
regeering aldaar van plan om een belangrijken
stap te doen in de quaestie der Chineezen. Het
bestaande tractaat met China wil zij wijzigen in
den geest, dat de immigratie der Chineezen in
de Vereenigde Staten worde beperkt. Dit is een
hoogst belangrijk besluit. Tot nu toe was steeds
het gebied van de V. S. open voor ieder, die er
met zijn arbeid dacht aan levensonderhoud te
kunnen komen, en zag men gaarne daar werk
krachten, onverschillig van waar binnenkomen.
Thans echter wil men aan de agitatie uit San
Fransisco toegeven en juist de goedkoopste en
beste werklieden uit het land houden.
In een idiotengesticht te Neu Eckerode bij
Brunswijk worden uit gebruikte postzegels tapijten
vervaardigd, die naar China en Japan worden
geëxporteerd. Wij vinden niet vermeld, hoe de
tapijten worden gemaakt.
Men maakt te New York plannen voor eene
wereldtentoonstelling, die echter eerst in 1889 zal
plaats hebben, ter herinnering aan de eerste be
noeming tot president van Washington.
De Compagnie des omnibus te Parijs heeft
Vrijdag nieuwe rijtuigen in gebruik gesteld, die
zoo groot zijn als tramwagens en door drie paarden
worden getrokken. Op deze rijtuigen mogen ook
dames op de impériale stijgen.
Te Parijs is een bultenaar gestorven, die
zijn leven heeft gewjjd aan de geschiedenis er
de statistiek der bulten. Rijk en in het be/
eener krachtige gezondheidreisde hij gar
Europa door om gegevens te verzamele'
niet zonder vrucht, zooals een nagelater
cript van bijna 2000 bladzijden bewijs!