0 n d e r w ij s.
Kunstnieu ws.
Landbouw.
Rechtszaken.
Koloniën.
week van 26 December tot en
met 3 Januari zijn te Vlissingen aangekomen met
de stoomschepen van de maatschappij Zeeland
192 en vertrokken van daar naar Engeland 229
passagiers.
Bij prov. blad n». 122 wordt door den commis
saris des konings in Zeeland medegedeeld dat ten
gevolge van het overlijden van <P. A. A. Fokker,
de waarneming der betrekking van inspecteur
voor het geneeskundig staatstoezicht in Zeeland,
bij ministerieele beschikking van 27 dezer, tijde
lijk is opgedragen aan dr. B. Carsten, adjunct
inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht
te 's Gravenhage.
CJoes, 2 Januari. De gemeenteraad had in
zijne zitting van heden eene gewichtige keuze te
doen, n.l. het kiezen van een wethouder.
Zooals reeds per telegraaf bericht werd, is daar
toe Jhr. M. J. de Marees van Swinderen gekozen.
Uit de verschillende stemmingen, die plaats vonden
vóór dat die uitslag gevallen was, blijkt dat de
liberale raadsleden twijfelden tussehen de heeren
van Swinderen en Ochtman, welke laatste in deze
zelfde vergadering zitting had genomen.
Nadat na de derde stemming de heer
Ochtman van de benoeming was uitgesloten, en
de keuze zich bepaalde tussehen de heeren van
Swinderen en Callenfels, kon die voor de liberalen
niet moeilijk meer zijn.
Immers, Jhr. v. Swinderen heeft steeds getoond
de liberale beginselen geheel te zijn toegedaan
en was altijd een werkzaam gemeenteraadslid die,
volkomen op de hoogte van zijn werkkring, gaarne
zijn tijd tot welzijn der gemeente besteedde.
Door Fortuna rijkelijk gezegend èn geen be
paalde beroepsbezigheden hebbende, vereenigt hij in
zich de zoo gewenschte volkomen onafhankelijk
heid en zelfstandigheid die, gepaard aan de vrije
beschikking over zijn tijd, hem zoo uitmuntend
in de gelegenheid stellen zich geheel aan de ge
meentebelangen te wijden.
We weten dat het lidmaatschap van het dage-
lijksch bestuur een veel tijd eisehenden en vaak
moeilijken werkkring met zich brengt, wat vooral
ook het geval is voor den wethouder voor de
openbare werken, voor wien eenige technische
kennis, ook in onze kleinere gemeente, zoo ge-
wenscht is.
Den heer v. Swinderen wacht eene niet ge
makkelijke taak wij willen hopen dat die de
krachten zijner gezondheid niet te boven zal gaan en
dat hij even als hij zelf te kennen gaf nog
veel nut moge helpen stichten.
Voor velen, die vreesden dat het nederleggen
der betrekkingen van burgemeester van Nisse,
Ovezande en Driewegen het voorteeken was van
het naderend vertrek van den heer van Swinderen,
waardoor de draagkracht voor den hoofdelijken
omslag een niet ongevoeligen stoot zou hebben
gekregen, zal het bericht van de aanneming der
benoeming eene geruststellende tijding zijn.
Z. K. H. prins Alexander vertrekt den 6e» dezer
naar het buitenland en zal reizen onder den naam
van graaf van Buren.
De opening van het Noordzeekanaal heeft tot
dusverre op de scheepvaart-beweging te Amster
dam geen merkbaren gunstigen invloed uitgeoefend.
Zij heeft althans de vermindering van het ver
keer, welke het gevolg is van de voortdurende
stremming in handel en nijverheid, niet kunnen
tegenhouden. Gedurende het jaar 1878 zijn er
691 zeil- en 763 stoomschepen aangekomen, te
zamen 1454, tegen 1484 in 1877.
Het Nieuws van den Dag is thans in staat te
bewonderen; maar zij gunde hem er geen tijd
voor, eer het laatste stuk gehaald was.
„Wat nu!" vroeg Hans, in de hoop dat er nog
veel te doen was, alleen om het genoegen te
smaken van dat lieve vrouwtje verder te helpen.
„Ik weet eigenlijk niet of het wel mogelijk is,"
zei Anna.
„Het is mogelijk", zei Hans vastberaden.
Zij stonden reeds weder in de. hoekkamer bij
de kast.
„Kunt gij dat ding gij zeidet zooeven dat
gij het weer op zijn oude plaats hadt willen
hangen maar er zal geen tijd meer voor zijn."
„Nog alle tijd!" zei Hans, „het is halt elf; de
trein komt geregeld een half uur te laat; ik wed
dat hij er nog niet is, of op zijn hoogst net
aankomt; zij hebben zeker een kwartier noo-
dig om uit- en in te stappen en hierheen te rijden
en ik ben er in vijf minuten meê klaar."
„Gij? gij geheel alleen?"
„Ik, geheel alleen zonder eenige hulp, even
als ik het afgenomen heb; mijnheer wilde geen
hand aan het heiligdom slaan. Het hangt hier
vlak onder het venster en rust nog bovendien op
een breede lijst en zwaar is het volstrekt
niet de hand des tijds en de wormen hebben
het doorboord gelijk een spons; de verf houdt
het alleen nog bij elkaar, en de eenige zwaarte
zijn de twee groote ijzeren oogen aan de beide
uiteinden. De krammen zitten er zeker nog en
niemand zal het zien; er is nu niet eens een kat
op de markt, laat staan een mensch!"
verzekeren dat, in het wetsontwerp tot invoering
der belasting op het kapitaal in portefeuille, het
bedrag der heffing is voorgesteld op éen per
mille van de werkelijke waarde.
Het bericht van het Haagsche Dugblad, dat zij
een percent zou bedragen, behoort dus tot de
categorie der boosaardige verzinsels en voorstel
lingen, waarin het conservatieve hoofdorgaan,
sedert er eene regeering van andere richting dan
de zijne aan het roer is, zijne kracht weder zoekt
Aan het Rott. Nieuwsblad wordt uit Ter Neuzen
gemeld dat aldaar vanwege België opne
mingen gedaan zijn voor den aanleg van groote
zeesluizen, in verband tot de verbreeding en ver,
dieping van het kanaal naar Gent.
Ofschoon daarbij gevoegd wordt dat het plan
tot het graven van een rechtstreeksch kanaal van
Gent naar zee, zou zijn opgeheven, maakt dit het
bericht niet duidelijker. België zal toch, op ons
grondgebied, geen groote zeesluizen kunnen aan
leggen.
De St. Ct. bevat de wet, houdende vaststelling
der begrooting van Nederlandsch-Indië voor het
dienstjaar 1879 (hoofdstuk I. Uitgaven in Ne
derland).
De minister van binnenlandsche zaken heeft
bepaald dat de verkiezing voor een lid van de
tweede kamer der staten generaal in het hoofd
kiesdistrict Amersfoort, ter vervanging van
jhr. mr. M. M. van Asch van Wijck, die inge
volge art. 91 der grondwet met 1 Januari 1879
heeft opgehouden lid dier kamer te zijn, zal plaats
hebben op Dinsdag 28 dezer. Zoo herstemming
noodig is zal die geschieden op den ID" Februari
1879.
De verzending van brieven en verdere stukken
voor Curasao langs den weg van Duitschland,
zal voortaan weder geregeld kunnen plaats vinden
met de pakketbooten, welke den 7en van elke
maand van Hamburg naar West-Indiën vertrekken.
De verzending over Hamburg geschiedt alleen
wanneer het verlangen daartoe op het adres der
brieven en verdere stukken is uitgedrukt.
Bij beschikking van den minister van water
staat, handel en nijverheid is bepaald dat de
navolgende ambtenaren bij de administratie der
posterijen hunne functien zullen uitoefenen als
volgt, te weten:
de commiezen 2e kl. J. D. J. M. Bekaar ten
postkantore te Utrecht; F. H. de Meester te
Rotterdam
de commiezen 3e kl. J. A. K. van Hasselt te
's HageR. L. Houwink te BredaC. E. van de
Kamer te Groningen P. J. Th. Voet ten spoor-
weg-postkantore n°. 1; D. II, van de Werk ten
postkantore te Leeuwarden;
de commiezen 4C kl., J. S. Parker te Zwolle;
W. F. van Oldenborgh te ZutphenT. de Groot
te SchiedamJ. Post te AmsterdamF. H. Croes
van Thielen te Utrecht; D. van der Hoek te
RotterdamH. J. Messink te Rotterdam J. F.
Hennequin te Gorinchem L. C. von Sternbaeh
te Gouda;
de surnumerairs G. Bouricius te Kampen; G. J.
Veenhoven te Groningen; H. J. Lettink te Har
derwijk; T. Jager te Oude Pekela; G. J. Schol-
ten te OldenzaalE. W. van Musschenbroek te
Deventer; N. C. Muller te Leiden; A. J. Terveer
te Wageningen; J. H. de Laat de Kanter te
Middelburg; J. F. Abbema Copes van Hasselt te
Haarlem; K. Schraver te Middelburg; D. J. H.
van Tussenbroek te Zwolle; D. J. Hofsommer
te Tiel; en C. P. W. J. Beudeker te Doesborgh.
Bij beschikking van den minister van water-
Hans liet zich door geen bezwaren der jonge
vrouw weerhouden, ook niet door den angstkreet,
dien zij uitte toen hij het venster opende en
storm en regen hun tegen de verhitte gezichten
sloegen; zelfs niet door de opmerking die hij zeer
spoedig moest maken, dat het bord veel gemak
kelijker uit de krammen in het raam, als uit het
raam in de krammen te brengen was; noch door
het zeer groote gevaar om voorover op de straat-
steenen neder te storten en juist toen hij
dacht„daar ga ikvaarwel, schoone dame
voelde hij dat die schoone hem bij zijn jas pakte.
Dat verleende hem nieuwe kracht, en het bord
zat vasthij keerde in de kamer terug, kuste de
vriendelijke hand die hem gegrepen had, sloot
het venster en vroeg:
„Wat nu?"
„Kom eerst eens tot u zeiven!"
„Waarvan schielijk, mevrouw, veel tijd hebben
we niet meer te verliezen wat is er
„Nu moet gij het skelet worden
Zij wees op de leege kast. Hans barstte in
uitbundig gelach uit; zij lachte mede, en het
scheelde weinig of zij hadden elkaar bij de hand
gevat en als een paar dartele kinderen in de
rondte gedanst.
„Dat is prachtigriep Hans, „dat mankeerde
er waarachtig nog aanDomkop die ik ben
wat zijt gij slimhij moest mij immers in de
kast vinden nu zal hij er mij ook vinden
„Maar het zal nog wel een poosje duren eer
ik u bevrijden kan, minstens een uur."
staat, handel en nijverheid is C. M. Ritmeester
benoemd tot opzichter van 's rijks waterstaat
4" klasse.
De St. Ct. bevat de statuten van de Wissel- en
effectenbanlc gevestigd te Rotterdam, ten doel
hebbende het drijven van wissel- en andere ban
kierszaken en den commissiehandel in effecten.
Het kapitaal der vennootschap bedraagt een
millioen gulden.
Gedeputeerde staten van Overijsel hebben hun
goedkeuring onthouden aan een besluit van den
gemeenteraad van Oldemarkt, om het gemeente
huis aldaar als tapperij te verhuren.
O.-I. MAILDIENITEN.
Via Brindisi 3 Jan. 17 Jan.
Marseille 10 24
De booten van Marseille vertrekkende doen
Riouw Banka en Palembang niet aan.
Stoombootmaatschappij Nederland. Eerstvol
gende expeditie van Nienwediep naar Padang,
Batavia, Samarang en Soerabaija 18 Jan. Conrad,
kapt. J. F. Graadt van Roggen; 8 Februari
Prins Hendrik, kapt. M. C. Braat.
Ned. Mail naar Ned Oost-Indië via Napels, per
Stoomvaart-Maatschappij Nederland.
De verzending heeft plaats des Maandags om
de drie weken. Eerstvolgende verzending 6
Januari.
Rotterdamsclie Lloyd. Den 15en Jan. zaljvan
Rotterdam naar Padang, Batavia, Samarang en
Soerabaija vertrekken het stoomschip Hampton,
kapt. Preston.
Er is ernstig sprake om te Velzen een rijks
normaalschool op te richten, tot opleiding van
onderwijzers en onderwijzeressen. Reeds een
groot aantal jongelieden heeft te kennen gegeven
van die gelegenheid gebruik te willen maken.
Bij miuistcrieele beschikking van den 31
December jl, is de rijksbeurs van ƒ300 aan de
normaallessen alhier begeven aan P. van Pien-
broek, te Axel.
Het Handelsblad brengt in herinnering dat
gisteren voor 50 jaren de beroemde tooneelspeler
Andries Snoek overleed, en verhaalt daarbij de
volgende anecdote. Snoek wandelde eens op een
Zaterdag avond, met zijn kunstbroeder Westerman
naar den stads-schouwburg, waar Sylla zou worden
vertoond. Op een timmerman wijzende, die juist
zijn sloofje oprolde, zei hij tot zijn metgezel:
„wat is die man toch een boel gelukkiger dan
ik. Hij gaat tevreden en wel met zijn weekgeldje
naar moeder de vrouw, om op zijn gemak zijn
pijpje te rooken en ik een ongelukkig toeval
en ik word misschien uitgefloten." De ander
lachte eens even.
Na de bekende toespraak in 't vierde bedrijf
van Sylla scheen er geen einde te zullen komen
aan de toejuichingen en de zwaarmoedige kun
stenaar van zooeven werd herhaaldelijk terugge
roepen. Bij zijn laatste „uitkomst" zag hij toe
vallig zijn kunstbroeder tussehen de zijschermen
staan; hij schudde hem hartelijk de beide handen
en riep nu, vol geestdrift uit„'t is toch maar
goed, dat ik geen timmerman ben geworden!"
Snoek was den 14e° Nov. 1765 te Rotterdam
geboren en trad den 13'" Dec. 1828 voor 't laatst
op in het treurspel „Ninus." 22 Jan. 1829 werd
ter zijner gedachtenis in den stadsschouwburg een
dichtstuk met koren voorgedragen, vervaardigd
door zijn vriend Westerman.
„Al duurde het tot morgen ochtend!"
„Ga er nu dadelijk in en ik moet de deur
sluiten; want ik heb nog iets voor het huis
houden
„Geneer u om mij niet, mevrouw
Hans had zich reeds in de kast nedergezet en
wilde juist de tweede deur dicht halen, doch stak
nog even het hoofd door de reet
„Maar, niet waar, mevrouw, gij neemt de ver
antwoordelijkheid tegenover uw echtgenoot op u
„Maak u niet ongerust."
„Dank u, mevrouw, en wat ik al dien tijd
heb willen vragen hoe is de dokter toch eigen
lijk aan den sleutel gekomen
„Dat gaat u in het minst niet aan."
„Dank u! maar, niet waar, mevrouw, als gij
het geweten hadt, zoudt gij hem toch genomen
hebben
„Het is goed dat ik het niet geweten heb."
Zij zei dit zoo ernstig, Hans moest haar
noodzakelijk daar eens op aan zien.
„Waarom, mevrouw
„Ik zou een zwaren strijd gehad hebben en
Opeens streek zij met de hand over het voor
hoofd, doch lachte terstond weder en zei„nu
sluit ik u op
„Nog watmag ik af en toe steunen, zuch
ten en kloppen of ander lawaai maken?"
„Gij moet u zoo stil houden als een muis 1"
„Dan heb ik de eer u mijn alleronderdanigst
compliment te maken, tot straks, mevrouw
Zijn lachend gelaat verdweenAnna duwde de
Aagtekerkc, 3 Januari. Ter veredeling van
het rundvee is door de Landbouwvereeniging
alhier van den heer baron van der Borch, land
bouwer bij Zevenbergen, aangekocht een prachtig
stierkalf van zuiver Noord-Hollandsch ras. De
landbouwer G. van der Meule te Aagtekerke zal
zich met de verdere opkweeking belasten.
Van het appel, door het openbaar ministerie
aangeteekend in de zaak van J. de Decker
is, naar wij vernemen, door den officier van
justitie, daartoe door den procureur-generaal ge
machtigd, weder afgezien.
Het gerechtshof te 's Gravenhage deed gis
teren uitspraak in de op Vrijdag jl. behandelde
zaak van M. M., laatst woonachtig te Wissekerke,
beschuldigd van poging tot moedwilligen dood
slag.
Hij werd tot 6 jaar tuchthuisstraf veroordeeld.
Op Atjeh is zware overstrooming geweest,
hooger nog dan die, welke in 1874 de in den
kraton geparkeerde troepen teisterde. Kotta-
Radja zelf is door de bedijking van den daar door
heen loopenden rivierarm beter beveiligd dan
toenmaals. Van de nieuwe posten langs de Atjeh-
rivier heeft men sommige wegens het water
moeten ontruimen. De toegebrachte schade moet
zeer belangrijk zijn.
Men schrijft uit Banjoemaas aan het Algem.
Dagbl. van N. I.
„Het is te erg. Tot heden toe is hier nog altijd
geen dokter door het gouvernement aangesteld,
ofschoon de vorige dokter reeds bijna zes maan
den weg is. En er zijn hier zieken genoeg.
Dat de regeering zich niet schaamt, de behoeften
der hoofdplaats eener residentie, die tot p. m.
20,000 picols koffie heeft geproduceerd, zoo
onvervuld te laten
Wij hebben hier zelfs geen brug over de rivier
en de inwoners zijn van geneeskundige hulp ver
stoken, alsof zij ergens in een achterhoek van
het binnenland woonden.
Vraagt men in Holland, waar in de kolonie te
kort gedaan wordt aan de vervulling van gewich
tige behoeften, ten einde geld over te houden
voor Holland, men wijze op zulke gevalleti
als dat van de hoofdstad van Banjoemaas."
De Utrechtsche politie heeft, op aangifte
van een paar winkeliers, die valsche guldens
ontvangen hadden, een onderzoek ingesteld bij
zekere P. en S., beiden bij haar niet onbekend.
Hunne woningen werden in 't oog gehouden en toen
P. zich Maandag avond bij S. bevond, werd tot
een huiszoeking besloten. Bij het eerste voorloopig
onderzoek werden eenige compromitteerende voor
werpen, o. a. een vijl, een bruineerbout, een
ijzeren gietlepel, een smeltkroes en een plankje
met soldeersel, in beslag genomen, en dientenge
volge P. en S., benevens de vrouw van laatstge
noemde, die verdacht wordt van medeplichtigheid
in het uitgeven der valsche geldstukken, naar
het hoofdbureau van politie overgebracht. Een
nader onderzoek bracht een meer overtuigend
bewijs van de schuld der verdachten aan het
lichtin het privaat werd nl. een zakje gevonden
met een twintigtal guldens, voorts drie kwartjes
en een onafgewerkte halve gulden, gebroken
vormen in gips van een gulden en een kwartje,
en eenige stukjes compositie.
deur verder dicht, deed haar op slot en liet den
sleutel in haar zak glijden, sloot schielijk alle
deuren open en spoedde zich naar de keuken,
waar zij het drietal, dat daar zwijgend, vol be
kommernis en angst bijeen zat, door een paar
vroolijke jubeltoonen, die zij door den gang liet
weerklinken, in de grootste verbazing bracht.
„Ze is krankzinnig geworden," zei juffrouw
Uelzen.
„Of ze heeft hem ook gezien," zei Nebelow.
„Dat kan mevrouw niet zijnbeweerde
Doortje.
Wwit wrvolgi.)