122e Jaargang.
N°. 3,
Zaterdag
4 Januari.
1878.
HET SKELET IN HUIS.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertenties; 20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 3 Januari,
F BTJILLET03ST.
MIDDELBURG
<;ou
III.
Nadat wij in de beide vorige artikelen de
beide voornaamste verschijnselen hebben be
handeld, die in het vorige jaar het leven der
Europeesche volken kenmerkten, en die beide
een zeer algemeen karakter dragen, zullen
wij den blik nog eens naar verschillende zijden
werpen om enkele gebeurtenissen in de herinne
ring terug te roepen, die meer van speciaal
belang zijn voor verschillende landen.
Reeds in den aanvang van het jaar trof de
katholieke wereld een slag, die reeds zoolang
verwacht was, dat men er haast aan begon te
twijfelen of hij immer vallen zou, en die juist
om die reden nog betrekkelijk onverwacht
was. Pius IX overleed den 7dm Februari,
Lang te voren reeds had men van katholieke
zijde de meest gezochte schrikbeelden opgewekt
en getracht het te doen voorkomen, alsof de
verkiezing van een nieuwen paus met de
grootste gevaren zou gepaard gaan en nood
zakelijk onder de pressie zou moeten geschieden
van den wereldlijken meester van Italië's
hoofdstad. Niets van dat alles gebeurde. Het
conclave vergaderde rustiger dan het wellicht
ooit tijdens de wereldlijke heerschappij dei-
pausen heeft gedaan, en had dan ook reeds
den dertienden dag na Pius' overlijden zijne
keuze gevestigd op kardinaal Joachim Pecci,
die kort daarop onder den naam Leo XIII als
paus werd gekroond. Iedere handeling van
den nieuwen kerkvoogd werd angstvallig be
spied om eenig gegeven te verkrijgen voor de
beantwoording der vraag, of met Pius ook de
politiek was verdwenen, welke het Yatikaan
in open strijd had gebracht met het staatsbe
grip der moderne maatschappij. Het schijnt,
dat men die vraag iu zooverre bevestigend
mag beantwoorden, als men vermoeden mag,
dat de politiek van den pauselijken stoel op
den duur afhankelijk kan zijn van den persoon
des pausen. Leo schijnt eene meer actieve
rol te willen spelen dan die van gevangene
20
dook
FRIEDRIOH SPIELHAGEN.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
„Wat zou dat zeg ik. Wel, zij zou mij niet
nemen, als zij het wist. -Laat haar dan loo-
penzeg ik. Lieve mevrouw, vergeef mij dien
uitroep, ik had u toen nog niet gezien! Hij
glimlachte dan ook vol minachting en begon zijn
lijdensgeschiedenis te verhalenhoe hij God ge
dankt had, dat gij over zijn naam waart heen
gestapt en hij geen moed gehad had om bij dien
leelijken naam Nudel - ook nog, om zoo
te zeggen, de daad te voegenen hoe hij verder
gezondigd had en weken had laten voorbijgaan,
zonder te spreken van iets wat hem, naar hij
stellig geloofde, onuitstaanbaar zou maken, zooal
niet in uwe oogen, dan toch in die uwer betrek
kingen en vrienden; en dat hij zou moeten blij
ven zwijgen tot op het oogenblik, waarop gij,
Nudel, noedel, deegballetje, van meel, boter en
eieren, wordt in Duitschland gebruikt, bij wijze van
jrermicelli-soep.
van het Vatikaan, doch stuit daarbij telkens
op de antecedenten, door zijn voorganger ge
steld, en op het wantrouwen, dat de Katholieke
kerk met reden alom inboezemt, waar zij den
voet wil zetten op het gebied van den staat.
De pogingen om tot een vergelijk te komen
zijn echter nog van te jongen datum om over
hare kansen een oordeel te kunnen vellen. De
zaak is nog im Werden begriffen en gehuld
in het eigenaardig halfduister der diplomatieke
onderhandelingen, waarin het zoo moeilijk is
over kleur en vorm een juist oordeel te vel
len. Vindt werkelijk Leo XIII tegemoetkoming
bij de staten van Europa, en worden de
termen voor den lang gezochten modus vivendi
door wederzijdseh toegeven gevonden, dan
staat Europa waarschijnlijk het schouwspel
van een anderen strijd te wachten, den strijd
tusschen den pauselijken stoel en het ultra-
montanisme. Dit laatste toch kan nimmer
transigeeren. Gehuld in den somberen man
tel eener onwrikbare consequent staat het
op den weg der ontwikkeling, en tracht het
tegen te houden al wie te zwak is om weer
stand te bieden. De sterkeren duwen het, soms
lachende, soms verstoord soms met zachten
drang, soms met hevigen stoot, op zijde en
gaan verder op den vrijgemaakten weg. Het
afgeloopen jaar zag daarvan een voorbeeld in
België, waar na jaren langen strijd het laatste
clerical e ministerie in Europa ten val werd
gebracht.
Er is in 1878 veel sprake geweest van
millioenen, zoo zelfs, dat eene niet onbelang
rijke hesparing in arbeid op de zetterijen der
dagbladpers zou verkregen zijn door het ge
bruiken van een vaste type voor dat woord.
Een knutselend rekenmeester wil dat wellicht
wel eens narekenen. De millioenen, welke de
Engelsche en Oostenrijksche parlementen in de
lente beschikbaar stelden om hunne regeeringen
krachtig te doen optreden in het Oostersche
vraagstuk, geleken slechts op kinderspeelgoed
bij die, welke Rusland wekelijks aan zijn leger
uitgaf en dekte door uitgifte van snel dalend
papieren geld, welks bedrag in den loop des
jaars den eernaam milliard verkreeg. De
knedive van Egypte stond schijnbaar vrijwillig
onrechtmatig verkregen millioenen af tot zeker
heid zijner schuldeischers handel en industrie
verloren ze tengevolge van den stilstand der
zaken, Engelsche renteniers door bedrog van
het Marktplein oprijden en het oude uithangbord
zien zoudt. Kom dan bij avond aanzeg ik.
In de diepste duisternis zouden die letters mij
als vlammenschrift dreigend tegenblinken
Mevrouw, wees niet boos op mij maar ik dacht
dat hij maar half bij zijn verstand wasik voor
mij was het slechts een vierde en met drie-vierden
verstand, die wij samen bezaten, werd de daad
verricht. Maar ik zweer udoor mij alleenik
kwam op het lumineuse denkbeeld, ik nam het
van de oude krammen af, ik zette het in de
kast, vrij onhandig, zooals ik nu gezien heb,
ik was doodelijk verschrikt, gij arme,
dappere vrouwen ik stak ook den sleutel
in den zak. Want, zei ik, het zou toch kunnen
zijn dat de koning van Woldom moed vatte,
iets, waaraan het hem, zoolang ik bij hem in
dienst ben, nog nooit ontbroken heeft, en als hij
dan de goedheid had het mij te schrijven, dan
kon ik het ding bij nacht en ontijd weer op zijn
plaats hangen en dan mochten de anderen zich
verbazen, hoe het weg en weer terug gekomen
was. En als hij geen moed vatte
„Ik zag hem vlak in zijne schooneblauwe
oogen, mevrouw, en ik zag, dat hij geen moed
zou vatten, en dat hij die ontdekking, welke hij
zoo vreeselijk vond, tot het allerlaatste oogen
blik zou uitstellen. En toen ik nu den sterke
zoo zwak, den koning van Woldom zoo hulpe
loos zag werd de verzoeking mij de baas en
dacht ikNu moet hij het doensa moet
hij de vergunning geven, die gij hem in scherts
t witgedaste zwendelaars. Rusland en Turkije,
overwinnaar en verslagene, zoeken zé steeds
nog vergeefs door leening te verkrijgen, Bis
marck, die er een 70tal op de begrooting
voor dit jaar te kort komt, maakt avontuur
lijke plannen om ze op de minst hinderlijke
wijze uit den zak der Pruisische staatsburgers
te kloppen; terwijl hij als minister des rijks
ernstig zoekt naar eene manier om als hij weer
eens millioenen voor een oorlog noodig heeft,
ze in eigen kas te kunnen vinden en niet aan
de bondsstaten als »i«fr*iewh»'-bijdrage te moeten
vragen. Engeland besteedt ze met ruime hand
in Afghanistan en Cyprus, terwijl Oostenrijk
er tallooze geworpen heeft in den zinkput van
Bosnië-Herzegowina. Men duizelt inderdaad van
al die sommen, uitgegeven voor oorlog en voor
toebereiding tot een mogelijken toekomstigen
oorlog. En dat is nog maar het rechtstreek-
sehe nadeel. Veel grooter som van verlies
verkrijgt men, wanneer men daarbij telt, wat
de maatschappij derft door die millioenen
wederom vloeit het woord ons uit de pen
die millioenen handen, door den krijgsdienst
aan allen productieven arbeid te onttrekken.
Het is moeilijk, als men de gevolgen van een
oorlog nagaat, om te bevroeden, hoe er perso
nen gevonden worden, die er de verantwoor
delijkheid voor op zich durven nemen. Een
gewoon gezond verstand staat daarvoor stil.
Doch
Vieles gemeinem Verstand TJnverstandliche
Hat seinen Urquell in Unverstand.
Men heeft in de parlementaire controle wel
eens een middel gezien tot beperking van den
oorlog, doch tot heden heeft dat middel nog
weinig gehaat. Zoolang het hoofd van den staat
het recht behoudt om zonder de vertegenwoor
diging te raadplegen, een oorlog te verklaren,
blijft de invloed der parlementen illusoir. Zij
worden gesteld voor voldongen feiten en kun
nen toch niet weigeren de rekening te betalen,
Hoogstens kunnen zij hot vieren aan de wel
sprekendheid hunner leden en een ministerie
doen vallen, en dit nog niet eens altijd. Een
merkwaardig voorbeeld daarvan leverde Oos
tenrijk in het pas geëindigde jaar op. Een-
voudigen van geest meenden, dat de Oostenrijk-
Hongaarsche monarchie reeds nationaliteiten
genoeg telde, en dat de staat, die reeds zijne
schuldeischers niet ten volle betaalt, niet ge
rechtigd is zich buitengewone weelde te ver
en in ernst reeds honderd maal gevraagd hebt
om nl. de verbaasde wereld te mogen toonen dat
Garrick en Tal na a en Devrient slechts brekebeenen
waren in vergelijking van Hans Fliederbusch
Ik meende hem met dien sleutel in mijn
macht te hebben, mevrouw, en hij wilde niet
ik verzocht, hij weigerdeik smeekte, hij lachte
mij uitik werd booshij noemde mij een
zotik verzette mij, hij verbood het mij eens
en voor altijd. Zoolang hij mijn voogd was
en ik ik dwaze jongen ik dreigde
dreigde dat ik hem zou verradenIk zweer u
dat ik het niet in ernst meende, dat ik het niet
gedaan zou hebben, maar die zware Bourgogne wijn
en het late uur ik ben zeker zeer ongepast brutaal
geweest, zoodat ik volop slaag verdiende, laat staan
dus dien eenen slag, dien hij dat weet ik zeker - mij
bij vergissing gaf, toen hij met den sleutel dien
hij mij ontrukt had, op mijn hoofd sloeg. Maar
zijn hand is zwaar en het bloed spatte mij
uit den neus en ik viel voorover op de tafel,
die ik met alles wat er op stond omverhaalde.
Toen knielde hij naast mij neder tot ik weer
bijkwam, hield mijn hoofd op zijn schoot en sprak
mij vriendelijk toe, maar ach lieve mevrouw! ik
was dronkenik sprong als een razende over
eind en riep: Gij hebt mij geslagen, nu zijn wij
quitteHans, gij blijft hierIk wil niet
Gij moet! om kort te gaan, mevrouw, eerst
in de kajuit bij Martin werd ik weer geheel
nuchter; maar toen waren wij reeds vijf mijlen
in zee en was het te laat.
oorloven. Toch kwam Andrassy met Bosnië-
Herzegowina uit Berlijn terug; toch werden
die landen met groote opofferingen voet voor
voet op eene onwillige bevolking veroverd, en
toch misten de parlementen in heide deelen
der monarchie de kracht om hun protest tegen
die handelwijze in eene daad te kleeden. Aan
woorden ontbrak het niet.
Aan een ons ter lezing gegeven brief van een
officier van het Nederlandsch leger in Atjeh,
ontleenen wij het volgende:
„Dat Habib Abdul Rachman en nog een be
langrijk hoofd zich onderworpen hebben, zal u
reeds bekend zijn uit de krant, evenals dat eerst
genoemde, omdat hij zoolang tegen ons gevochten
heeft, een maandelijksck traktement geniet van
f 2500. Habib is een klein man met zwarte
levendige oogeneen grijzen baard en omstreeks
45 jaren oud, heeft een eerwaardig voorkomen
en moet zeer bij de hand zijn; hij is gekleed in
priestergewaad met tnl'oand, spreekt wat Fransch
en Engelsch, en is dikwijls in Europa geweest.
Ofschoon deze beide heeren zich onderwierpen,
moet men niet gelooven dat de oorlog uit is. De
XXII moekims zijn in lang nog niet ten onder
en blijven voor het grootste deel zeer vijandig;
de XXVI moekims, daar is nog geen sprake van
onderwerping; wij liggen er voor, doch ze houden
zich stil, wat hun geraden is, anders kunnen ze
eenige granaat-kartetsen 12 c.M. naar het
hoofd krijgen, die zoo wat in honderd stukken
springen, plus de 200 lood en en houten kogels.
„Zeer belangrijk is het nieuws, - waaraan het
bestuur zich echter weinig laat gelegen liggen,
daar het tot heden geen notitie neemt van de
door den dokter en mij ingezonden rapporten,
dat we namelijk op een afgelegen plekje, waar
eenige boomen staan, bij de benting, zijde-spinnen
hebben gevonden, die witte (hoogst zeldzaam),
en gele zijde spinnenhet boscbje zat vol er van,
en er zou bij verstandige behandeling veel uit
getrokken kunnen wordendoor overbrenging
enz. Het net en de spin zien er uit als gewone
groote spinnen; het net is echter van zijde en
levert in de zon een prachtig gezicht op. We
hebben ook klosjes zijde gevonden, die langzaam
en voorzichtig af te rollen waren. Overblijfselen
van een huisje waren nog zichtbaar, zoodat blijk
baar hier de zijdeteelt werd uitgeoefend, 't Is
ten minste bekend, dat de Atjehers zijde maken
en uitvoeren; de Engelschen hebben er wel hun
voordeel mee gedaan, maar wij bekommeren ons
niet om dat beetje zijde."...
„Maar mevrouw wat wilt gij toch doen?"
Anna had gedurende het laatste gedeelte van
dit verhaal een zeer nadenkend t gezicht gezet,
was plotseling van haar stoel opgesprongen en
de eetzaal ingeloopen.
„O wee", zuchtte Hans. „Wij waren zoo goed
op streek, ik dacht dat we al over dat ongeluk
kige bord heen waren; maar
Daar kwam ze reeds terug met groote haast
en een van blijdschap stralend gezicht. „Gauw,
beste Hans, gauw!"
„Wat?" vroeg Hans, vast (besloten ter wille
van dat „beste Hans" en dat lieve vrouwtje, het
desnoods met den booze in persoon op te nemen,
als zij het hem gelasten mocht.
„Naar de eetzaal ik heb de deur openge
sloten op hef buffet met dit alles
Zij had reeds van het zilverwerk het eerste
gegrepen wat haar onder de handen kwam en liep
er meê weg, Hans achter haar aan met twee
kandelaars onder den eenen arm, een. kan onder
den anderen en de groote toningsbowl in de
beide handen.
„Breng die maar weer wegzei Anna, toen hij
haar aan het buffet inhaalde. „Ik zal kier
blijven om alles neer te zetten, als gij het mij
aandraagt."
Hans liep af en aanmaar hoe hy zich ook
spoedde en hoeveel hij telkens tegelijk aanbracht,
zij was altijd gereed met het inschikken en op
zetten en dat stond zoo sierlijk en smaakvol,
dat Hans telkens wilde blijven toeven om het te