Telegraphische berichten. Benoemingen en besluiten. n d e r w ij s. Marine en leger begrippen verre staan van de theorieën der hedendaagsche socialisten, medelijden en sym pathie gevoelen met hem, die wegens eerlijk beleden gevoelens vervolgd wordt. Er ligt scheppende kracht in het martelaarschap voor eene gedachte, en eene regeering, die slechts in het gebruik van hare macht kracht zoekt, doet de gerechtvaardigde verdenking ontstaan, dat zij het bewijs van haar recht schuwt. Ook kunnen wij niet medegaan met de bewering, dat de verschillende moordaanslagen op vorsten in dit veelbewogen jaar 1878 zouden wijzen op een werkelijk gevaar voor de maat schappij, vooral niet, dat zij een kenmerk vormen van de sociale beweging van deze tijden. De TJrquell kan dezelfde zijnhet groote verschil in levensgenot tusschen gelijk geboren wezens. Van die oorspronkelijke oor zaak leiden verschillende wegen tot uitingen van zeer vei-schillenden aard. Uit die bron spruiten zoowel de edelste uitingen van den men- schelijken geest, zooals wij ze in een Schulze- Delitzsch bewonderen, als de dikwijls onbe stemde hervormingszin der sociaaldemocraten en als de misdaden van Hödel, Nobiling, Moncasi en hoe de moordenaarsbent verder heeten moge. De laatsten vormen eene acute kwaal in het streven van den tijd, die even plotseling zal verdwijnen als zij zich vertoond heeft, mits men er niet te veel gewicht aan hechte. Men spore niet immer angstvallig na, wat de politieke meening geweest is van zulk een gewetenloozen dweper, doch stelle vooral in het licht, dat hij wat hij ook meenen of denken moge in zelfverblinding en halve krankzinnigheid een middel heeft gekozen, dat eer zijn doel kan tegenwerken dan bevor deren men make van hem geen politicus, maar een man met verward denkvermogenmen stelle hem niet op den voorgrond als den ver dediger eener mèening, maar op den achter grond, waar hij thuis behoort, als een warhoofd, dat bijna veel kwaad had gesticht. Men make vooral door lange declamatiën 's mans daad niet aantrekkelijk voor overprikkelde gemoe deren, doch behandele hem met de koele min achting, met het schouderophalen, dat hij ver dient. Dan zal die epidemisch geworden moord zucht spoedig verdwijnen, zonder een spoor na te laten, De publiciteit werkt in deze wel licht eenigszins op dezelfde wijze aanstekelijk als bij zelfmoord. Ook deze komt, naar de statistiek leert, epidemisch voor. Vele dag bladen dienen tot verspreiders dezer ziekte door, om den smaak van den aan hysterie van den geest lijdenden lezer te vleien en verder te bederven, de voorgekomen gevallen tot in de meest stuitende bijzonderheden te verhalen. Een zeer treffend voorbeeld van dergelijke aanstekelijkheid is, dat, toen voor eenigen tijd in Londen eene vrouw door haar moordenaar aan stukken was gesneden, en deze treurige geschiedenis in alle bijzonderheden was uitge plozen door alle groote bladen der aarde, kort daarop in andere landen die nieuwe mode in het moorden ook in zwang is gekomen. Alle ziekten van dien aard moeten haar geregeld verloop hebben, eer zij geuezen zijn, en zoo zal ook de koningsmoord onzer dagen genezen worden, vroeger of later, dat hangt van de behandeling af. Men bega echter in geen geval de schreeuwende onrechtvaardigheid om de sociale theorieën voor die feiten aansprakelijk te stellen. „Noemt gij dit een grap mevrouween grap waarover mijn brave patroon zich bijna dood- getreurd heeft Een grap, ter wille waarvan hij zijn trouwsten dienstknecht bijna vermoord heeft? Een grap, niets vermoedende mevrouw? Hebt gij het dan nog niet gelezen Kruideniers- en Grutterswaren, 1654. Renovatum. 1854. Benovatummevrouw, dat wil zeggenver bouwd, door den ouden heer Lebrecht den acht sten, den koning van Woldom, die op zijn sterf bed zijn zoon, Lebrecht den negenden, heett bezworen dit uithangbord te laten hangen, waar het sedert twee eeuwen gehangen heeft, hier onder dit venster. En Lebrecht de negende, die, toen hij aan de regeering kwam, den jezuïeten-streek beging van den winkel te verplaatsen naar het kleine steegje heett dat bord toch laten han gen, tot op dien bewusten avond Toen sprak hij tot mij, hier in deze kamer, aan deze tafel, die vol leêge glazen en flesschen stond, dicht bij middernacht: Hans, sprak hij, zij weten daar in dat huis met de groote spiegelruiten en de met bloemen versierde balcons, in de heilige stad, daar beneden- aan den Rijn, niet, dat hier in Woldom, aan het Oostzeestrand, elke waschvrouw haar loodje koffie en elke matroos zijn pruim tabak bij den koning van Woldom haalt. Wordt vervolgd.) Door al onze bladen worden, naar aanleiding van het overlijden van den heer De Roo Van Alderwerelt, beschouwingen over diens militaire, wetenschappelijke en staatkundige loopbaan gele verd. Uit die in het Handelsblad teekenen wij aan, dat de heer De Roo langen tijd een hoogge schat medewerker van dat blad is geweest en onder den titel Vragen van den Dag opstellen over militaire zaken schreef, welke de redactie, niet altijd met volkomen instemming, doch immer met waardeering opnam. Aan het opstel in de Arnhemsche courantdat in belangrijkheid van inhoud zoowel als in keurigheid van vorm boven alle anderen de kroon spant, ontleenen wij het volgende „Men heeft de Roo 's voortdurende oppositie tegen al de ephemerische ministers van oorlog, die zich aan de kamer kwamen aanbieden als kwamen zij om geslacht te worden, aan onedele, althans onoprechte beweegredenen toegeschreven, aan onverzadelijke eerzucht en aan portefeuille bejag; voor velen was het eenig motief van de Roo 's oppositie een persoonlijk motief, dat al dus moest geformuleerd wordenöte-toi de la, pour que je m\j melte. „Wij zijn overtuigd, dat men hiermede de Roo groot onrecht doet. De Roo voorzag en hij moest voorzien,dat hij de noodzakelijkeministervan oorlog, de minister van oorlog der toekomst was. Wanneer een politiek man en hij was een politiek man niet minder dan eene specialiteit in zijn vak zulk eene positie in de kamer inneemt als de Roo deed, is zijn ministerschap slechts eene vraag van tijd. De vraag is dan alleenwanneer zal de tijd ver vuld zijn? wanneer zal het oogenblik gekomen zijn, dat komen moethet oogenblik, dat de criticus maker, en de parlementaire opposant re- geeringsman wordt Dit doel moet een politiek man voor oogen hebben hij moet trachten het te bereikendaardoor alléén, door, wanneer de tijd er toe gekomen is, de verantwoordelijkheid van het regeeren op zich te nemen, rechtvaardigt hij zijne stelselmatige oppositiezoo heeft onge twijfeld ook de Roo zijne taak opgevat en volgens deze opvatting heeft hij gehandeld. En dit is niet deze kleine eerzucht, dié hunkert naar den machtstitel en het eerbetoon aan den titularis, die er een kinderlijk behagen in schept in latere dagen te kunnen zeggen „ook ik ben, in mijn tijd, eens minister geweest neendit is gehoor geven aan de roeping welke men niet mag afwijzen; niet de persoon lijke eerzuchtniet de schitterend vergulde ministerrok is. hier het motief, maar een diep gevoeld en erustig gemeend plichtsbesef, het besef van den staatsman dat het land hem tot dienst oproept, en dat hij niet weigeren mag te komen De stelselmatige oppositie van de Roo is hierdoor verklaard en gerechtvaardigd. Zoolang er geen minister van oorlog optrad die het even goed deed als de Roo het zou gedaan hebben, of beter dan de Roo, moest hij op de Roo's critiek en oppositie rekenen. Hij mocht de Roo's minister schap, zijn organisatieplan der toekomst, niet bederven. „Alles of niets" was de Roo's alter natief. Hij kon de hand niet leenen aan een ge deeltelijken opbouw, dien hij later, om een nieu wen bouw te beginnen, weder zou moeten sloopen. Misschien is de Roo in dit opzicht te ver gegaan misschien ware het voorzichtiger geweest het goede aan te nemen, totdat men het betere en het beste verkrijgen kon; maar zulke tijdelijke compromissen en provisioneele verbeteringen kun nen karakters als de Roo zich niet laten welge vallen. „Wij kennen ons het recht toe, dit oordeel over den persoon en de beweegredenen van de Roo's handelingen te vellen. Hij is voor ons geen on bekend man, geen man dien men slechts uit de verte en van aanzien kent. Jaren lang is de Roo een ijverig en gestadig medearbeider aan de Arnhemsche courant geweest. Jaren lang is zij voor hem een orgaan geweest, waarin hij zijne denkbeelden uiteen zette. Er was toen tusschen hem en haar volkomen sympathie en volkomen homogeniteit. Later veranderde dit. Er ontston den verschillen van inzicht, verschil vooral over de Roo's houding in de kamer, in de politieke partijstrijden, bij de toenmalige oneenigheid der liberale partij. Een scherp oordeel der Arnhem sche courant over een naar haar oordeel onjuist gemotiveerd votum van de Roo, leidde tot een volslagen vredebreuk. Geduld was geene eigen schap van hem; zooals van een zoo prikkelbaar man te wachten was, schreef hij een heftig ant woord; het was met de vriendschap tusschen de Arnhemsche courant en hem gedaan, en wanneer er geen wrok en geene onverzoenlijke veete achterbleef, er was toch eene koelheid ont staan die bracht tot geheele vervreemding. Dit is het ongelukkig gevolg van twist tusschen partijgenootenaan een tegenstander vergeeft men eene beleediging veeleer dan men een scherp woord vergeeft aan een medestander. Dat onze vijand ons kwetst, mogen wij hem niet kwalijk nemen: elkander wederkeerig te kwetsen is het recht der vijandschap maar dat hij, die naast ons in het gelid staat, zich tegen ons keert, is iets onvergefelijks en onvergetelijks, iets om nooit te vergeten en nooit te vergeven, - totdat de oude wapenbroeder gesneuveld is en noch ons vergeten noch ons vergeven behoeft; en dan, hoe klein en nietig worden dan in onze oogen deze grieven, die ons eens zoo enorm groot en zoo enorm zwaarwichtig voorkwamen! Dan vra gen wij ons af, nu het te laat is: had zulk een nietig geschil ons van elkander moeten ver vreemden?" Dinsdag is de extra-veetrein, die iederen Dins dag van Rotterdam naar Antwerpen loopt, te Zwijndrecht ontspoord, tengevolge waarvan drie begeleiders van het vee licht werden gekwetst en de spoorweggemeenschap tijdelijk storing onder vond. Daardoor is de trein, die 5 u. 20 m. alhier moest aankomen, tegen negen uren, en de laatste trein eerst omstreeks 12 uren aangekomen. Door den minister van marine is gunstig be schikt op het verzoek van het hoofdbestuur der Schippersvereniging Schuttevaer, tot plaatsing van een .mistklok aan den hoek van het IJ, en zal deze klok denkelijk in de eerste helft van dit jaar worden aangebracht. Westkapelle 31 Dee. Bij de herstemming voor een lid van den gemeenteraad heeft de heer J. Dormaar 38 en de heer J. B. Gabriëlse 31 stemmen bekomen. Van onwaarde 1 blanco briefje. Eerstgenoemde is dus verkozen. Door het bestuur van het fonds Eendracht, in den jongsten zoniet te Wolfaartsdijk opgericht met het doel óm gemeenschappelijk steenkolen aan te koopra, is aan de 147 leden rekening en verantwoording gedaan.' Daarbij bleek dat de prijs der beste kachelkolen, vrij aan huis bezorgd, welke eerst op 65 cent per mud gesteld was, slechts tot 61J cent berekend behoefde te worden. Hierdoor ontving ieder nog eenig geld terug, ter wijl bovendien, teneinde een ondeelbaar overschot op te maken, nog 16 halve kilo 's versche var kensworst ónder de aanwezigen verloot werden. Men heeft dus alle reden om met de aanschaf fing, welke uit wekelijksche bijdragen bekostigd wordt die achtereenvolgens in de spaarbank be legd worden, voort te gaan. Bij beschikking van den minister van koloniën zijn de heeren S. W. Baints en W. J. Angeaent gesteld ter beschikking van den gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië, om te worden benoemd tot derden stuurman bij de gouverne- ments-marine daar te lande. De St.-Ct. bevat de wet tot nadere wijziging en verhooging van het zevende hoofdstuk B der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1877de wet tot wijziging en verhooging der koloniale huishoudelijke begrooting van Suriname voor het dienstjaar 1877de wet tot wijziging der begrooting van het fonds, voortspruitende uit de koopprijzen van domeinen voor het dienstjaar 1877, vastgesteld bij de wet van 19 Januari 1877 (iStaatsblad n° 1); en de wet tot wijziging der begrooting van Nederlandsch Indië voor het dienstjaar 1877 (hoofdstuk I. Uitgaven in Ne derland). In de St.-Ct. zijn opgenomen de wetten hou dende bekrachtiging van provinciale belastingen in Friesland en Limburg. ministerieele departementen. Benoemd bj het departement van oorlog tot commies, de ad junct-commies bij het departement H. van Dam; tot adjunct-commies de heer J. H. Scheltema, te s Gravenhage. stoomwezen. Benoemd tot aspirant-ingenieur voor het stoomwezen, de tijdelijke aspirant-inge nieur voor het stoomwezen H. W. E. Struve. ridderorden. Vergunning verleend aan den gepensioneerden Oost-Indischen hoofdambtenaar C. de Groot, gewezen hoofdingenieur, chef der afdeeling mijnwezen bij de directie der- burgerlijke openbare werken in Nederlandsch Indië, tot het aannemen der versierselen van ridder, en aan den gepensioneerden luitenant-kolonel der genie en sappeurs van het leger in Nederlandsch Indië L. C. van Kerkwijk, tot het aannemen der onder scheidingsteekenen van officier der orde van het Legioen van Eer, hun door den president der Fransche republiek geschonken. burgemeesters. Benoemd tot burgemeester van Dokkum, D. de Vries; van Staphorst, nu. P. Slot, secretaris dier gemeente; van Wonseradee), L. Britzei; van Brandwijk c. a, Molenaarsgraaf en Wijngaarden, A. C. Groeneveldt Hz., secretaris dier gemeente; en van Oost- en West-Barendiecht, H. Swank, secretaris dier gemeente. middelbaar onderwijs. Op verzoek eervol ontslag verleend aan dr. C. A. Tebbenhoff, als leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Gouda- Benoemd tot hulponderwijzeres te Leiden mej- C. F. Timmer alhier. Benoemd tot hulponderwijzer aan de leer school, verbonden aan de rijkskweekschool alhier J. N. van Driel, van Katwijk a/d Rijn. De heer H. Kolde wijn, hulponderwijzer te Dordrecht, is voor één jaar benoemd tot leeraar in de wiskunde aan het gymnasium, de hoogere bur ger- en avondschool, te Kampen. Kaamslag, 31 Dec. Tot hoofdonderwijzer aan de op te richten christelijke school alhier is benoemd de heer J. Boot, thans hoofdonderwijzer aan de christelijke school te Oud-Vossemeer. Benoemd tot leeraar in de wiskunde aan 'tgymnasium te Leiden dr. J. C. van Deventer; tot conrector aan 't progymnasium te Doetinchem dr. K. G. P. Schwarz, van Utrecht. De luitenants' ter zee 1" en 2e klasse A. baron Collot d'Escury en C. J. de Vriese, behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en in Nederland teruggekeerd, zijn op nonactiviteit gesteld. Aan het Handelsblad meldt men Bij de garnizoensveranderingen van 1° Mei schijnt niet aan alles gedacht te zijn. Zoo meldt men ons dat te Bergen op Zoom voor de drie compagnieën, die er meer komen, geen voldoende huisvesting is en men kan ze toch niet reeds met Mei laten kampeeren? Te Ter Neuzen zijn de bestekken voor het jaarlijksch onderhoud van vestingwerken en militaire gebouwen opgemaakt, alsof van vertrek des garnizoens op 1 Mei geen sprake ware. Te Vlissingen wordt het algemeen depot van discipline gevestigdmaar nog geen maatregel is genomen om een der kazernes daar voor in te richten. Men verwacht dus nog menige verandering in de regeling. De onlangs bij het 3e regiment infanterie benoemde kapitein jhr. H. L. A. J. Bowier, van het regiment grenadiers' en jagers, is ingedeeld bij de 1° komp. 2S bat. ie Bergen op Zoom, ter vervanging van den kapitein M. B. Erdtsieck die op non-activiteit is gesteld. Aan de Bredasche courant wordt uit den Haag geschreven dat, naar men aldaar algemeen verzekert, de in de Staats-courant aangekondigde groote garnizoensvefanderihg geen plaats zal hebben. Men zou den aanstaanden minister van oorlog niet voor zulk een belangrijk fait accompli willen stellen. Bovendien rijzen tegèn de ontworpen verdeeling der troepen, vólgens den briefschrijver, allerlei bezwaren van plaatselijken en alge- meenen aard. ïïiggekerke, 30 December. De zangvereni ging Nut en Genoegen alhier vierde heden haar eenjarig bestaan, welk feest door tal van genoo- digden werd bijgewoond. De uitvoering bestond in het zingen van psalmen, lofzangen en geeste lijke liederen, afgewisseld door letterkundige voor drachten. Een en ander bracht eene ware feest vreugde teweeg, ja zelfs uit den mond van die genen die vroeger afkeurend spraken, vernam men thans de betuiging: zulke genotvolle uren hebben wij nog nooit bijgewoond. De heer Fransen van de Putte, lid der tweede kamer, is thans herstellende van de ern stige ziekte, die hem had aangetast. Zondag avond zijn te Utrecht twee kinderen aangekomen onder een bank van een 3de kl waggon, het een 11, het ander 9 jaar oudzij kwamen van Breda. Maandag zijn zij op verzoek der ouders teruggezonden. Van 1 Januari tot 31 December dezes j aars heeft de Amsterdamsche brandweer gebluscht 808 branden, namelijk 384 schoorsteenbranden, 379 kleine binnenbranden, 12 groote idem, 12 kleine uitslaande branden, 3 groote idem, 9 scheeps branden, 9 buitengewone branden. 492 maal rukte de brandweer daarenboven uit op geruchten, die valsch bleken te zijn. In de Czar-Petei'straat te Amsterdam, door de spraakmakende gemeente gewoonlijk Salpeterstraat genoemd, zijn twee nog onvoltooide huizen omgewaaid. Gelukkig dat dit niet in de nabijgelegen Wagenaarstraat is geschied, anders zou men allicht van de Waggelaarstraat gaan spreken. - Te Amsterdam is thans een kind aangeko men, oud volgens de advertentie, 10 maanden, wegendeéen kilo,en lang dertig duim, geboren te Ossendrecht. Het wordt „ter bezichtiging gepresenteerd" in de maand Januari. Er wordt echter niet bij vermeld of het dwergje leeft. In de gemeente Zuiddorpe heeft op Kerst avond een brutale diefstal plaats gehad. Terwijl A. Gijzel, zich met zijn huisgezin met kaartspelen vermaakte, is een dief in zijne keet gedrongen én heeft uit de schouw een half ge rookte zware ham ontvreemd. Van den dief is tot hiertoe nog niets bekend. (T. N. Ct Als een nieuw bewijs hoe slecht men tegen woordig bouwt, dient dat Dinsdag middag een in aanbouw zijnd huis op het Funen te Amsterdam is omgewaaid, ofschoon men niet zeggen kan, dat de wind zoo bijzonder sterk was. Als men nagaat, hoe sommige perceelen er als 'tware worden neergegooid, moet men zich verwonderen, dat dergelijke ongevallen niet meermalen plaats hebben binnenland. Goes. In de zitting van den gemeenteraad werd heden tot wethonder gekozen de heer jkr. M. J. de Marees van Swinderen, op wien 7 stem men waren uitgebracht, terwijl de heer Callenfels

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2