MIDDELBURGSGHE COURANT
HET SKELET IN HUIS.
BIJVOEGSEL
Middelburg, 31 December.
FBXTI2L.2L.3HT03ST.
48
(Smreflër 'JSmdjtru.
Gemeenteraad van Middelburg.
TAN DE
VAN
Woensdag 1 Januari 1879. N° 1.
Men schrijft ons:
Met recht werd door u in uw n°. van den 24<:n
dezer opgemerkt, met het oog op de inschrijving
in de Rotterdamsche tramweg-maatschappij, dat
de beweging tot het aanleggen van tramwegen
aanleg heeft in eene speculatie te ontaarden, waar
tegen gij meent te moeten waarschuwen. Ons
komt het voor, dat die geheele inschrijving steunt
op eene beurs-manoeuvre en dat de goedgeloo-
vigen, die aandeelen boven pari hebben gekocht,
zeer bedrogen zullen uitkomen. De vraag rijst
van zelf: „Om welke reden zijn deze aandeelen
zoo veel waard Bevindt zich de Eotterdamsche
tramweg-maatschappij in zulke bijzonder voor-
deelige condities?" Wij gelooven veeleer het
tegendeel. Om de concessie te erlangen heeft deze
maatschappij f 106,000 moeten geven aan de ge
meente; de voorwaarden waarop de concessie
verleend is zijn niet zoo bijzonder mooi, en van
stoom als trekkracht zal te Eotterdam niet spoe
dig sprake zijn.
Eu lezen wij in het verslag der Parijsche
tramweg-maatschappij
„D'après les calculs les plus précis, la dépense
pour une ligne de Q a 8 kilometresexigeant
environ 20 voituresest de 120 francs par voiture".
Indien men naar dezen maatstaf de uitgaven
derRotterdamsche tramweg-maatschappij berekent,
die ongeveer dezelfde lengte heeft, dan zal men,
zelfs de kosten per rijtuig op 50 gulden per dag
stellende, dus lager dan de ondervinding te Parijs
geleerd heeft, bevinden dat de exploitatiekosten
per dag 1000 gulden zullen bedragen. Men
zal dus tegen 0,10 per rit dagelijks 10,000 per
sonen moeten vervoeren om de kosten goed te
maken. Zullen die vervoerd worden? Wij be
twijfelen het zeer en zijn het volkomen eens met den
Amsterdamschen correspondent der Börsen Zeitung
„dat zelfs uit den bloeitijd van het Gründerthum
zulk een voorbeeld van inschrijving onbekend is."
Het Bulster Had van 28 dezer bevat eene be
schrijving van den herbouwden St. Willebrordstoren
aldaar, waarvan sedert den 24en dezer de vlag
wappert ten teeken dat het werk gelukkig, zonder
dat er eenig ongeval bij te betreuren was, vol
bracht is. Zoowel het afbreken na den brand als
het herbouwen is geschied door de bouwkundigen
Gustijn en Keijenberg, met den opzichter van der
Drift, naar een bestek ontworpen door den heer
Cuijpers.
Op 't midden van het lichaam der kerk verheft
zich weer de herbouwde St. Willebrord, hooger,
slanker dan zijn voorganger, bevalliger en fraaier,
omdat hij met 't geheel in overeenstemming is.
Op den achthoekigen kuip, die na den brand
Staande was gebleven, doch aanzienlijke herstel
ling vorderde en waar zich de eerste galerij of
omgang bevindt, verheft zich een tweede kuip met
zijn vier open, en vier bijna gesloten trotsche
boogvensters op de acht zijden, in denzelfden
stijl als die der kerk, met zijne pinacles en
ÖOöft
FRIEDRICH SPIELHAGEN.
ZESDE HOOFDSTUK.
Daarop werd het stikdonker voor hare oogen
en in die diepe duisternis, flikkerde eensklaps een
bliksemstraal, als een blinkend zwaard
Zij sprong met een rauwea krëètovereind
daar stond de man voor haafj diëh gjj had zien
vertrekken. 1
„Ik vraag il verschooning, mevrouw, men heeft
mij hierheen verwezen. Ik moet mevrouw dezen
brief geven, compliment van den heer advocaat."
De schorre stem van den politie-dienaar trilde
terwijl hij sprak en zijn groote bruine hand
beefde, toen hij haar den brief overreikte: hij
verwonderde zich dat het blanke handje, dat hem
aannam,, zoo vast was en dat die schoone, jonge
vrouw, die nu naar de tafel ging, om den brief
bg het lamplicht te lezen, zoo rechtop bleef
staan, tot het einde toe doorlas en daarna kalm
den brief op tafel lef, zeggende: „Het is goed,
dgnk u."
fleurons, met zijn acht zijtorentjes, met zijn crochets,
en lofwerk, alles uit witten zandsteen vervaardigd
en kunstvol gebeiteld. Inwendig is dit gedeelte
verder hecht en sterk met gewonen steen bemet-
seld. Hier hangt de luiklok. Wij bereiken den
tweeden omgang, wederom op de acht hoeken vafl
zijtorentjes voorzien en even als de eerste uit
witten zandsteen vervaardigd. Hier is de zooge
noemde klokken-etage, bestaande uit acht geheel
opene boogvensters, van waar ('t zal er bij storm
tamelijk frisch zijn) te bekwamer tijd, de klokke
nist zoo men hoopt, zich weer zal laten hooren.
Ook in deze boogvensters wordt het karakter
van die der kerk teruggevonden. Dit gedeelte
bestaat uit greenen hout, zwaar met lood bedekt,
zoo ook de derde omgang, die nu aan de beurt
ligt, met wederom acht zijtorentjes, en onder elk
daarvan een zoogenaamde waterspuwer in de
gedaante van een vliegenden visch. Deze dienen
tot lozing van het regenwater. Bijna aan den
top der spits, eene zuivere achthoekige piramide,
mede van greenen hout en met leien bedekt, heeft
men de vierde galerij. Hier treft men weer, reeds
vermelde versieringen aan en ook nogmaals acht
torentjes in miniatuur, telkens als zooveel uit
spruitsels van den gemeenschappelijken stam.
Onder dit beeld willen wij den toren voorstellen,
die met zijne trotsche spits eene waardige voor
stelling is van dat opwaarts streven, 't welk
steeds het kenmerk was der Gothische bouwkunst.
De Hulstersche Willebrord-toren bereikt eene
hoogte van 86 meter boven den beganen grond.
De ouden steenen wenteltrap leidt naar het ge
welf. Van daar bereikt men langs 5 gemakkelijke
houten trappen, de klokken-etage, waar twee
ijzeren en verder een paar houten ladders, naar
den hoogsten top voeren. Men heeft dan 293
treden gedaan. De abdij toren (lange Jan) te
te Middelburg haalt slechts 82,5 M. De Amster-
damsche Westertoren is 85,5, de Martinitoren te
Groningen 95, de Domtoren te Utrecht 110, de
Lieve Vrouwetoren te Antwerpen 125 meter hoog.
Een Noorsch dokter had een lijstje voor
een photographie gekocht, waaraan een stukje
groen papier hing, nog geen vierkante centimeter,
als prijsbriefje. Zijn dochtertje van vier jaren
kreeg dit papiertje in handen, scheurde het, kauwde
er op en slikte een klein stukje in. Spoedig deden
zich de verschijnselen voor van arsenicum-vergif-
tiging, welk gevaar slechts door spoedige hulp
verijdeld werd. Men passé dus goed op met
groen papier en gebruike het liever zoo min mo
gelijk.
De heer Castan, de bezitter van het bekende
Panopticum te Brussel, heeft dezer dagen in te
genwoordigheid van verscheidene Duitschers de
beeltenissen van flödel, Nobiling en Kullmann uit
zijn museum verwijderd en vernietigd.
Graaf Harry von Arnim verhaalt in zijne
laatste brochure de volgende karakteristieke
uitdrukking van Bismarck. De kanselier verde
digde tegenover graaf Arnim eens in vollen ernst
de stelling, dat, indien in grondwettigen vorm
eene wet tot stand kwam, waarin bepaald werd,
dat alle goederen van hen, wier naam met eene
A begint, zouden vervallen aan degenen, wier
naam met B begint, de A's als zij zich verzetten
revolutionairen zouden zijn. „Er ligt troost,
laat de 'schrijver der brochure er op volgen, -
in de overtuiging, dat de maatschappij sterk
genoeg zou zijn om den staat te vernietigen, die
tot zulke consequenties komen zou."
Niets kan beter het karakter der Fransche
republieken doen uitkomen, dan het dezer dagen
aan den heer Gairoli verleende grootkruis van
het Legioen van Eer, dat vergezeld ging van een
hoffelijken brief van den heer Waddington, die
Kabelmann schudde het hoofd. „Tot uw dienst,
mevrouw, en met uw verlof, mevrouw, ik
ben een goed vriend van mijnheer uw echtgenoot
en van mijnheer den dokter, maar mag ik
vragen wat mijnheer de advocaat u schrijft?"
„Alleen dat hjj over een half uur met den
dokter komt om ons en mijne ouders te verwel
komen wij kennen hem reeds sedert jaren."
En terwijl zij dit zeide, lachte zij zoo vreemd,
dat Kabelmann er een koude rilling van kreeg
en fluisterend zei:
„Als gij hem zoo goed kent, mevrouw, zult
gij u het half uur dat u nog overblijft wel ten
nutte maken en weten wat gij met dezen sleutel
te doen hebt, dien de dokter mij in de hand ge
stopt heeft»"
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Zij bleef onbeweeglijk staan, totdat hij de deur
achter zich dicht gedaan had en vloog toen eerst
naar diezelfde deur om den sleutel om te draaien,
toen naar de tweede, die naar de eetzaal leidde,
en vervolgens naar de derde, waarmede men in
het salon kwam. Toen die alle drie op slot wa
ren, keerde zjj naar de tafel terug, greep den
grooten sleutel, en deinsde terug alsof ze gloeiend
ijzer aanraakte, zoodat zij hem bijna liet vallen;
maar zij hield hem vast, terwijl hare oogen
staarden op het papier dat er naast lag:
schreef, dat de Fransche republiek hulde wilde
brengen aan den burger, die met gevaar van
zijn eigen leven voor zijn koning was in de bres
gesprongen. Er is een groote afstand tusschen
deze republikeinen en de mannen van 1793, die alle
koningen monsters noemden welke zoo spoedig
mogelijk van de aarde verdelgd moesten worden.
Menig despoot zou wellicht thans in de straten van
Parijs veiliger zijn, dan in zijn eigen hoofdstad.
Er zijn echter in Frankrijk nog republikeinen
van den ouden stempel, die dien regeeringsvorm
als doel en niet als middel beschouwen. Een
hunner bladen, de Marseillaise, was dezer dagen
bijzonder verstoord op Gambetta, omdat deze
gezegd had, dat de Fransche republiek zich alleen
met zich zelve moest bemoeien en geene propa
ganda maken om haren regeeringsvorm verder
in Europa te verspreiden.
Onder de ultramontaansche bladen van alle
landen bekleedt het Baierische Vaterland eene
eerste plaats in feilen en onbetoomden godsdienst
haat. Vooral de Joden moeten het dikwijls ont
gelden, en omdat er, zooals men pleegt te zeggen,
geen stuk aan hen heel zou blijven, werden zij
onlangs ook aangetast op het gebied der muziek
en op het onheil, dat zij daardoor hebben aange
richt. Het artikel, getiteldMuziek-Joden, valt
eerst Meyerbeer aan. De strekking van zijne
muziek heet altijd tegen het Christendom gericht.
Geen vroolijker avond voor de Joden, dan wan
neer in de Hugenoten katholieken en protestan
ten elkander doodschieten. In den Robert laat
Meyerbeer misdadige nonnen dansen, en in den
Profeet wordt de geheele staat der wederdoopers
slechts op het tooneel gebracht om de gebruiken
der katholieke kerk te honen, en Christen-dom
koppen roepen bij zulke muziekbravo
Daarop krijgt Halévy zijne beurt, in wiens Jodin
een jood de mooie rol heeft, en een kardinaal de
slechte. In zijn Ahasver zoekt hij de Joden in
teressant, de Christenen slecht voor te stellen.
Nog gevaarlijker is de Jood Offenbach, die met
zijn libretto-maker Crémieux, ook een Jood, kerk
en staat, godsdienst en koningschap, in een be
lachelijk daglicht stelt. Nog andere muziek-
joden zijn Félicien David, Rubinstein, Strakosch,
Ullmann, Lucca, de Patti 's. Kortom het gansche
stuk, aan welks slot ook Ernest Renan nog een
veeg krijgt, maakt een zoo onwederstaanbaar
koddigen indrük, dat men niet eens verwonderd
is aan het slot een verhaal te vinden van een
jood, die aan den graaf van Chambord een paard
met zwakke beenen verkocht, om dezen trouwen
katholiek den hals te laten breken.
Zitting van Vrijdag 27 December.
Vervolg).
Punt 116 van het voorstel: B. en W. te mach
tigen de effecten tot het reservefonds behoorende
te doen verkoopenwordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
III». B. en W. onder goedkeuring van Ged.
staten van Zeeland te machtigen tot het aankoo-
pen van inschrijvingen op een der grootboeken
der N. W. S. ten name der gemeente, tot het
bedrag der tot nogtoe onafgehaalde saldo's en
met beknopte aanwijzing van waar het kapitaal
dezer inschrijving afkomstig is.
De beraadslaging over dit punt geopend zijnde
wordt door den heer Fokker een amendement
voorgesteld, strekkende dat het saldofonds der
hoofden van rekening zal worden belegd in pand
brieven der hypotheekbank voor Nederland te
Rotterdam en de nationale hypotheekbank voor
Nederland te Amsterdam, en gedeponeerd worden
„Mevrouw
„Een aangifte, die, een uur geleden, aan het
politie-bureau alhier gedaan is, ten opzichte
eener hoogst pijnlijke zaak, namelijk het
tot nogtoe niet opgehelderde, zoo al niet ge
heel spoorlooze verdwijnen van een jong mensch
van het kantoor van mijnheer uw echtgenoot,
dwingt mij nog heden avond een onderzoek
ten uwen huize in te stellen. Ik zou waarlijk
de tusschenkomst van dokter Bertram, die zich
op dit oogenblik bjj mij bevindt en die in zijn
qualiteit bij het onderzoek moet tegenwoordig
zijn, niet noodig gehad hebben, om mij voor
te nemen mijn plicht op de meest kiesche wijze
te vervullen. Dat zou mij bovendien reeds zijn
voorgeschreven door de onderscheiding en den
onbevlekten naam dien mijnheer uw echtgenoot
alhier genietdoor de vriendschap die mij
zoovele jaren achtereen aan uw ouderlijk huis
verbonden heeft en door de bewondering die
ik u steeds op een eerbiedigen afstand heb toe
gedragen. Vergun mij dus, dat ik mij, op het
oogenblik waarop uw echtgenoot met uwe ge
liefde ouders aankomt, in den kring der feest
vierenden meng, als een stille gast die nog een
oogenblik blijft nadat uwe ouders zich ter
ruste begeven hebben.
„Ik zeg geen woord tot mijne verontschuldi
ging, mevrouw. Het schijnt mijn noodlot te
zijfl u steeds te mishagenmaar er is éen
in de consignatiekas bij den bewaarder der hypo
theken, ten name der gemeente.
Nadat door den voorzitter is opgemerkt dat
door het gemeentebestuur geene andere fondsen
dan N. W. S. mogen worden aangekocht, wordt,
nadat het amendement ondersteund is, dit door
den heer Fokker toegelicht. Spreker zegt tot
het doen van het voorstel geleid te zijn dewijl
fondsen als het onderhavige zoo stabiel mogelijk
moeten worden belegd, 't Geval zou zich kun
nen voordoen, bij belegging in N. W. S., dat,
bij uitbetaling een gedeelte van het fonds zou
moeten gerealiseerd worden en dat dit bij lagen
koers tot verlies zou leiden. Bij pandbrieven
bestaat daar minder gevaar voor, aangezien die
niet zoo aan koersverandering onderhevig zijn.
De heer Snijders, door wien het amendement
is ondersteund, verklaart dit alleen te hebben
gedaan om den voorsteller in de gelegenheid te
stellen het toe te lichten, maar wenscht die onder
steuning niet beschouwd te zien als reden om
voor het amendement te stemmen. Hetzelfde be
zwaar door den heer Fokker aangevoerd tegen
de N. W. S., geldt ook ten opzichte der pand
brieven, die eveneens aan koersverandering bloot
staan.
Het amendement, daarna in stemming gebracht,
wordt met algemeene stemmen, uitgenomen die
van den voorsteller, verworpen.
Door den heer Snijders wordt nog opgemerkt
dat als ten opzichte van het eene artikel de ver
ordening wordt gevolgd, dit ook ten opzichte
van het andere het geval moet zijn en dat als
de geheimhouding, door de verordening voorge
schreven, gevolgd wordt, dit ook met de vereeni-
ging van de overgeblevene gelden moet geschie
den en hij dus storting der gelden in de gemeen
tekas, vermenging met de gelden der gemeente
wenscht.
De voorzitter acht eene vermenging der gelden
ongeoorloofd omdat zij niet het eigendom der
gemeente zijn, waarbij hij, wat de practische
bezwaren aangaat, opmerkt dat eene dergelij ke
vermenging tot moeilijkheden aanleiding zou
kunnen geven, doordien wanneer op voor het
verkrijgen van geld ongeschikte tijden een saldo
werd opgevraagd, de gemeente dit tot hare schade
misschien zou moeten voldoen.
Het door B. en W. voorgestelde wordt alsnu
in stemming gebracht en aangenomen met 12
tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren
Dronkers, Jeras, van der Harst en Snijders.
III. 6. aan B. en W. en de commissie van
financien op te dragen, onder geheimhouding als
in de verordening op de wisselbank was voorge
schreven, eventueel inkomende aanvragen van
zich noemende rechthebbenden te onderzoeken en
zoo noodig voorstellen tot uitbetaling te doen.
Over dit punt geen beraadslaging gevoerd zijnde,
blijkt uit de stemming dat zich 11 leden voor en
5 tegen het voorstel verklaren. Tegen het voor
stel brachten de heeren Dronkers, Jeras, van der
Harst, Snijders en Fokker hunne stem uit.
III. c. Eervol ontslag te verleenen aan de com
missie van toezicht de heeren J. W. M. Schorer
en Joh5. Luteijn.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
wordt hiertoe besloten.
III. d. Den heer J. F. Eest tijdelijk op te
dragen B. en W. en de commissie van financien
ten deze behulpzaam te zijn op eene jaarwedde
van 835, zooals die tot dusver door hem genoten
werd.
De beraadslaging hierover geopend zijnde, dient
de heer Roetert Tak een amendement in om die
jaarwedde op 886 te bepalen.
Dit amendement wordt door den heer Tak
toegelicht op dezelfde gronden, als door hem bij
de bespreking van het wachtgeld aan den heer
Frederiks aangevoerd.
gevoel dat hooger staat dan alle anderen en
dat is het gevoel van plicht.
„Met hoogachting,
„Oscar von France."
„Het gevoel van plichtprevelde Anna„ik
zal zijn voorbeeld volgen.'
Zij hield den sleutel stijf in haar rechterhand,
en nam met de linker een kandelaar van den
schoorsteen. Zoo begaf zij zich naar den hoek
der groote kamer, waar de vooruitspringende
dikke muur die bewuste kast moest bevatten.
De dokter had ook naar dien hoek gewezen en
toch kon zij, hoe zij het licht ook omhoog of
omlaag hield, op dat glimmende lederen behang
sel het sleutelgat maar niet vinden. Iedere se
conde leek haar een eeuwigheid „O God sta
mij bij," steunde zij, daar, eindelijk, stak de
sleutel in het slot.
Opnieuw gierde de wind met akelig gehuil
door het venster, waar zij nu vlak bij stond,
het gele gordijn bewoog heen en weder, alsof er
iemand achter stond, in die kast rammelde
iets alsof er beenderen tegen elkaar klapperden,
„O Godsta mij bij
Daar vlogen de beide deuren te gelijk open
en op hetzelfde oogenblik gleed er een groot
voorwerp vlak langs haar heen en viel met een
doffen slag op het dikke tapijt. Het kon een
groote plank zijn die uit een der deuren viel, of
iets anders. Zij lette er niet op, evenmin als op
het gevaar, waaraan zij ontkomen was. Zij