Kerknieuws. K u n s t n i eu w s. Koloniën. kennen willen dat in hetgeen gedaan werd veel goeds is geweest, dewijl het niet vol maakt was. De heer Bosscher spaart aan de uitvoering, welke aan de liberale koloniale politiek gege ven is, zijne critiek niet. Beslist tegenstander van het verouderde conservatisme, huldigt hij de liberale grondbeginselen slechts op voor waarde dat er, en wel krachtiger en met beter inzicht dan tot dusverre geschiedde, op worde voortgebouwd. Maar desniettemin is hij niet onbillijk tegenover hetgeen reeds gedaan is, niet blind voor de moeilijkheden waarmede men te worstelen had en ontzegt hij aan de hervormers, die den tegenwoordigen toestand geschapen hebben, zijn waardeering niet op grond dat ook zij zich feilbaar en niet altijd volkomen standvastig getoond hebben. In een volgend opstel zullen wij hem bij deze beschouwing ontmoeten. In de heden gehouden zitting van den gemeen teraad werd, naar aanleiding van een schrijven van ged. staten, houdende bezwaren tegen de goedkeuring van het in de vorige vergadering genomen besluit, tot aanstelling van onderwijzers aan de herhalingsschool en de bepaling van hunne bezoldiging, op voorstel van B. en W., besloten dat besluit in te trekken, de zaak thans te laten rusten en tijdig een nader besluit te nemen, ten einde de inrichting voor het herlialings-onderwijs in Sept. 1879 kunne geopend worden. Een verzoek van dr. H. A. de Jongh om met ingang van 1 Januari e. k. eervol als gemeente geneesheer te worden ontslagen is aangehouden. Een voorstel van B. en W. tot regeling van eenige zaken betrekking hebbende op de voor malige wisselbank, werd na langdurige discussie aangenomen. Aan commissarissen en den directeur benevens aan de heeren Frederiks en de Baad werd onder dankbetuiging voor de vele bewezen diensten, eervol ontslag uit hunne verschillende betrek kingen verleend, wat de twee laatsten betreft met toekenning van een wachtgeld, voor den tijd van 4 jaren, den heer Frederiks tot een bedrag van f 824, den heer de Baad ad 66.67 voor 1879 en van /50, voor de drie volgende jaren. Voorts werd besloten het kapitaal der bank te bestemmen tot aflossing der leening van 1871, terwijl de effecten van het reserve-kapitaal zullen worden te gelde gemaakt, en het bedrag bij de Associatie Cassa tijdelijk gedeponeerd. Voor eene som van 38,617,081 voortkomende uit 1338 onafgehaalde saldo's, zal eene inschrijving op het grootboek der Ned. werk. schuld worden aangekocht en het bedrag der saldo's bij opvrage aan de daarop rechthebbende worden uitbetaald. Aan den heer Best, tweeden boekhouder, is opgedragen, met behoud zijner jaarwedde, B. en W. en de commissie van liquidatie behulpzaam te zijn. In een volgend nommer geven wij een meer uitvoerig verslag. Op eenvoudige wijze had heden de teraarde bestelling plaats van het stoffelijk overschot van dr. A. A. Fokker, inspecteur voor het genees kundig staatstoezicht in Zeeland. Behalve de naaste betrekkingen werd onder hen, die den lijkstoet volgden, ook opgemerkt dr. B. Carsten, adjunct-inspecteur voor het geneeskundig staats toezicht in Zuid-Holland, benevens de secretaris van den geneeskundigen raad in Zeeland dr. J. P. Berdenis van Berlekom. Op het kerkhof sloten zich eeuige geneeskundigen en eene deputatie uit het bestuur van het Zeeu-wsch genootschap der wetenschappen bij den stoet aan. van haar de logeerkamers eens te wijzen, daar ze die gaarne wilde zien, yoordat hare ouders kwamen, om zich te overtuigen dat er niets ontbrak. Daarop verliet zij de keuken, gevolgd door juffrouw Uelzen, die bij zichzelve de opmerking maakte dat mevrouw heel anders sprak dan van te voren en zeker heel boos wasmaar ze was vast besloten om den storm het hoofd te bieden en begon mevrouw mocht het haar toch niet verwijten dat er zulke leelijke praatjes in omloop waren in de stad, en dat die advocaat het er op toelegde om mijnheer van zijn eer en goelen naam te berooven en hem aan de galg te bren gen. Zij had er eerst niet van willen spreken om mevrouw niet dadelijk beangst te maken, maar het was toch niet kwaad dat zij het hoorde, dan kon ze mijnheer waarschuwen dat hij zich voor dien advocaat moest wachtenwant als iemand, die altijd met verlakte schoenen en glacé handschoenen loopt, in zulk vuil weer naar den Galgenberg gaat om een paar oude laarzen op te zoeken en daarna den schoenmaker laat komen am te bezweren dat die van mijnheer Flieder- busch zijn dan zou zij toch wel eens willen vragen of men zoo iemand vertrouwen zou Zij vond het al heel onaangenaam dat, terwijl zij al pratende de stoelen recht zette en de bed den gladstreek, mevrouw, met den rug naar haar toe, aan het venster stond en geen woord ze! daardoor sprak ze steeds luider en met levendiger Door een der leden van die deputatie, den heer Luti, werd, toen de kist in de groeve was neder- gelaten, het woord genomen „Wij staan aan het graf van een man zoo ongeveer sprak hij door wiens overlijden een trouw burger, een trouw staatsdienaar, een trouw echtgenoot wordt verloreu, een man, steeds bereid zijne medewerking te verleenen aan hetgeen goed en waar was, een man van wien onze dagblad pers naar waarheid gezegd heeft dat hij was „een man van een helder verstand, een achtenswaardig karakter en een onvermoeiden ijver", een man, niet alleen wel begaafd waar het de beoefening van de wetenschap in zijne betrekking gold, maar een beoefenaar der wetenschap in den ruimsten zin des woords. „De overledene, niet slechts bereid overal hulp te verleenen en steeds gereed bijstand te ver schaffen waar iets goeds was tot stand te brengen, was bovendien een man van karakter, een man uit éen stuk, die bij de eerste kennismaking zich niet dadelijk innemend voordeed, doch later altijd bleek een man van zijn woord te zijn. „Waar wij hier hem de laatste hulde brengen, erkennen wij hem noode te missen, want in onze dagen hebben wij zulke mannen noodig. „Trouw, trouw ook in het kleine, is de ware grootheid in den tijd dien wij beleveneen tijd moeilijk en bang, zoowel in den staat als in de wetenschap en in het huisgezin, nu overal de Vraag rijst: wat zal de toekomst baren? „Ons, met het levendig bezef van den toestand, leere die vraag steeds meer en meer onzen plicht te volbrengen en te doen wat onze hand vindt om te doen. „Adriaan Abraham Fokker blijve in onze her innering leven, zijne edele plichtsvervulling zij ons steeds ten voorbeeld". De hoogleeraar dr. A. P. Fokker, oudste zoon van den overledene, betuigde namens de familie dank voor de bewijzen van hulde en waardeering, bij deze treurige gelegenheid aan den dag gelégd. Vlisslngen27 December. Zeker tot ge noegen van vele onzer Vlissingsche lezers, kunnen wij mededeelen, dat de bedeeling voor den aan staanden Nieuwjaarsdag, nog ongeveer de vroegere uitbreiding zal erlaDgen. Eene commissie uit het college van diakenen schijnt zich te zullen belas ten met de uitdeeling der gaven, ook aan anderen dan de gewone bedeelden. Moge zij van de in gezetenen eene ruime medewerking ondervinden. Gedurende de week van 19 tot en met 25 De cember zijn aangekomen met de stoomschepen van de maatschappij Zeeland 553 en vertrokken van daar naar Engeland 378 passagiers. - »- -i De hoofdredacteur van het VaderlandT mr. A. Greebe, zal eerlang die betrekking neerleggen en daarin worden vervangen door mr. A. Th. Heijligers. Voorts zal de heer Slingervoet Bamondt als lid der redactie optreden. De St.-Ct. bevat de wet van den 14en December 1878, tot wijziging der omschrijving van artikel 4 van het eerste hoofdstuk der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1877. In de St. Ct. zijn opgenomen de wetten, hou dende bekrachtiging van provinciale belastingen in Groningen en Drenthe. Heden heeft alhier een vergadering plaats van de verschillende reeders van vischsloepen, teneinde te beraadslagen welke middelen er moeten aan gewend worden om de visscherij van Arnemuiden kleuren en ontstelde hevig toen mevrouw zich opeens omkeerde, met een gezicht zoo wit als de gordijnen en strakke onbewegelijke oogen en zonder om te zien langs haar heen ging, naar de deur, die nog open stond, en in 't voorbijgaan op afgemeten toon zeï„Als men naar mij vraagt, ben ik in de kamer van mijnheer." Juffrouw Uelzen was zoo geschrikt, dat ze een oogenblik als vastgenageld bleef staan, en toen ze later in de keuken terug kwam en de bood schap van mevrouw aan Nebelow gaf, antwoordde zij op de vragen der beide anderen, wat dit te beduiden had, dat ze geen woord meer zou spreken, al haalde men haar met gloeiende tangen de tong uit den mond. In de kamer van Lebrecht zat Anna voor het vuur, met de handen voor het gelaat te peinzen over het tafereel dat zij zooeven door dat venster in het steegje gezien hadeen groote helder ver lichte kamer van het raadhuis, die iets lager lag dan die waarin zij zich bevond. Aan de tafel, waarop verscheidene kaarsen brandden, stond de gebochelde gedaante van mijnheer von Franck, met zijn magere armen drukgesticuleerende tegen den dokter, die met gebogen hoofd vlak voor hem stond en stilzwijgend naar hem scheen te luisteren. Daarop was de dokter begonnen allerlei gebaren te maken met zijne lange armen, zoodat het den schijn had alsof hij den ander ieder oogenblik bij de haren zou grijpen. Daarop had mijnheer von Franck op een schel gedrukt, die op en Veere voor een dreigenden ondergang te be hoeden. Wij koesteren den wensch dat de reeders middelen zullen weten te vinden, waardoor het bestaan van deze visscherij verzekerd worden. Te Utrecht zijn een aantal personen bekeurd, omdat zij geen zand voor hunne woningen hadden gestrooid. In Den Haag is 't elkeen geoorloofd vóór zijn huis gelegenheid te geven tot het breken van armen en beenen. Te Middelburg is, zooals ieder weet, dit laatste niet alleen niet geoorloofd, maar op politiestraf verboden. De toepassing van het politiereglement heeft echter, bij de jongste gladheid, veel te wenschen overgelaten. Menigeen heeft, ten koste van arm of been, de onaangename gevolgen daar van ondervonden. Rotterdam, 26 Dec. De Afrika-reiziger Stanley heeft twee dagen hier vertoefd. Vrijdag kwam hij uit Brussel hier aan, in gezelschap van den heer Pincoffs, wiens gast hij was. Een ge- ruimen tijd heeft hij met den directeur der Afrikaansche Handelsver eeniging geconfereerd, zoodat zijn bezoek voordeelen belooft voor onzen handel op de .westkust van Afrika. Zaterdag werd door de directie dier vereeniging ter eere van Stanley een déjeuner gegeven, waartoe enkele plaatselijke autoriteiten en bestuursleden van het Ned. Afrikaansche comité genoodigd waren. Zondèrling genöeg, is de komst en het verblijf van den beroemden reiziger zooveel mogelijk ge heim gehouden, zoodat hem dan ook geen enkele publieke ovatie gebracht is. Zelfs de pers was niet verwittigd, noch tot het ter eere van Stanley gegeven déjeuner genoodigd. Op den gast, zelf journalist en nog altijd reporter van het Ame- rikaansche dagblad, hetwelk hem uitzond naar centraal Afrika, moet dit een vreemden indruk hebben gemaakt. Hoe stak de ontvangst (in klein comité) bij die in Frankrijk, in Engeland én in België af! Zaterdag is Stanley weder vertrokken. r:\ i De algemeene vergadering van-het Nederlandsch Werkliedenverbondop de beiede Kerstdagen te Amsterdam gehouden, werd slechts door 29 leden bijgewoond. Het daar gesprokene is dus meer van belang als uitdrukking van hetgeen door eenige onzer meest ontwikkelde werk'ieden over hun toestand gedacht en verlangd wordt, dan als vertegenwoordiging der gevoelens van een eenigs- zins beduidend deel van onzen werkliedenstand. Het doel der vergadering, wijziging der statuten, werd door den voorzitter, den heer B. H. Heldt in zijne openingsrede uiteengezet. Aan het ver slag der N. Kott. Ct. is daaromtrent het volgende, ontleend. Het verbond wil, wat vele beginselen betreft, hetzelfde als de sociaal-democraten, maar het ver schilt met hen hemelsbreed in de keus der mid delen die het gewenschte doel kannen doen be reiken. Het standpunt van het verbond is alzoo hetzelfde als hetgeen het vroeger heeft ingenomen tegen de Internationale. Maar tot welke partij behoort dan het verbond? Moest men op die vraag een antwoord geven, spreker zou zeggen dat het verbond naar geest en richting vrij wel overeenkomt met althans het dichtst nabij komt aan de beginselen .der katheder-socialis ten. Met andere woorden krachtig vooruitstre vende, wenscht men zich tijdelijk te behelpen met het mogelijke. Spreker weet niet of de katheder» socialisten het nieuwe programma van het verbond onderschrijven, maar dat neemt niet weg, dat het zeer dicht bij het program der genoemde socialis ten staat. De aanneming van dat nieuwe pro- tafel stond en toen was er een verschrikkelijke lange gedaante in uniform binnengekomen en achter den dokter gaan staan,, terwijl von Franck, zonder te gaan zitten, met haastige hand op een wit vel papier begon te schrijven. De dokter had echter zonder zich om te keeren dsn langen arm ver achterwaarts uitgestrekt, naar den man in uniform, die eveneens den arm uitstrekte, zoodat hunne handen elkaar even aanraakten en dadelijk weêr uiteengingen, juist op het oogen blik dat von Franck het toegevouwen papier in een couvert stak, er een adres op schreef, en het den politie-dienaar overreikte, die er terstond meê de kamer uitging. In haar verbeelding zag zij hem langs nauwe gangen, en breede trappen de Markt opgaan, waar een met zwart behangen schavot verrees en daar boven op stond hij bleek en treurig naar zijn eigen huis ziende en de armen naar haar uitstrekkende, als wilde hij zeggen„Gij hadt mij kunnen redden, maar gij hebt u den sleutel laten ontnemen en nu nu moet ik sterven Wordt vervolgd.) gramma acht hij noodig in het belang van v. gezonde en naar flinke hervorming strevende arbeidersbeweging. De tijdsomstandigheden zijn hachelijk en dwingen tot nadenken. Meer dan ooit is thans noodig dat- allen, die het wel mee- nen, de handen ineenslaan om op practische wijze het gevaar af te wenden, dat met den dag drei gender wordt. Wie waagt b. v. te voorspellen wat in de naaste toekomst zal geboren worden uit de alom heerschende malaise op het gebied van handel en nijverheid? Wie staat er voor in waartoe de wanhoop de duizenden en tienduizen den brengen zal, die op geenerlei wijze in hun levensonderhoud kunnen voorzien en wien de hand der hulpvaardigheid niet genoeg lafenis schenken kan? En waar zal het einde zijn van dezen toe stand? Spreker gelooft namelijk Biet dat die het gevolg is van de oorlogen, wèl dat deze bem hebben verhaast. Wat spreker het opmerkelijkste toeschijnt is, dat, naar zijn oordeel, de bestaande werkeloosheid minder een gevolg is van te weinig werk dan van te veel werk. „Het is waar zegt hij dat, zoo de vraag vermindert, ook de productie moet verminderen, maar is het wel mo gelijk dat de maatschappij op den duur in aller behoeften aan arbeid kan voorzien? De productie is, door de hulp van den stoom en de toenemende verbetering van werktuigen overvloedigde maga zijnen zijn vol; en nu worden de arbeiders aan den dijk gezet en lijden gebrek. Zou het der halve niet tijd zijn, dat er werd omgezien naar eene betere verdeeling van de vruchten van den arbeid? Ik beweer dat het daarheen moet en dat van dien kant alléén redding is ta wachten. Maar ik stem tevens toe dat in de allernaaste toekomst van zulk eene betere verdeeling nog weinig is te verwachten. Misschien is het reeds te laat. Misschien zal dit geslacht nog de straf moeten ondervinden van jarenlange zorgeloosheid. Dat zou te betreuren wezen, maar er is weinig aan te veranderen. Zorgen wij slechts dat, wat dan ook onvermijdelijk is, minder droevig worde, en leggen wij er ons met dubbelen ernst op toe om voor de toekomst betere toestanden te doen geboren Worden. Dat is ons belang, dat is het belang onzer kinderen en lotgenooten, dat is het belang van geheel de maatschappij. Is dat ons heilig voornemen, dan ongetwijfeld zullen wij deze beide dagen een nuttig werk doen en, al is het in eene andere omgeving dan die der kerk, onge twijfeld arbeiden aan de verwezenlijking van het Vrede op Aarde" dat reeds sinds bijna twee duizend jaren door de Christenheid met zooveel warmte en gevoel gezongen wordt, want zon der algemeene welvaart geen vrede, geen broe derschap, geen zedelijkheid." Bij de artikelsgewijze behandeling der voorge stelde wijzigingen, deed zich hoofdzakelijk twee erlei stroom van gevoelens waarnemen, waarvan de een, door van der Heijden vertegenwoordigd, naar het communisme overhelt, terwijl de andere zich naar het meer gematigde stelsel, waarvan de voorzitter en de Bot als woordvoerders op traden, richtte. Een voorstel om het bijzonder eigendomsrecht te erkennen, „mits ontsproten uit plichtmatigen en rechtmatigen arbeid," - werd met 22 tegen 4 stemmen aangenomen. De wijziging-voorstellen werden overigens, zoo- als zij door 't bestuur waren gedaan, met geringe wijziging goedgekeurd. Men verzoekt ons, nogmaals de aandacht van de houders van hypothecaire verbanden, te vestigen op de wet van-5 Juni 1878, Staatsblad n° 90, waarbij bevolen is, dat alle op den 1 Januari 1879 bestaande hypothecaire inschrijvin gen, binnen twee jaren en dus vóór den 1 Januari 1881, moeten worden vernieuwd en dat het in hun belang is, dat die vernieuwing plaats hebbe vóór den 1 Januari 1880, in welk geval de wet vermindering van kosten vastgesteld heeft. Inschrijvingen welke niet binnen den voorge schreven termijn van twee jaren vernieuwd zijn verliezen al hare kracht. Te Renesse en Noordwelle is tot predikant bij de Ned. herv. gemeente beroepen de heer W. A. van der Scheer, candidaat bij bet prov. kerkbe stuur van Noord-Holland. Aai-denburg. Op den 2en Kerstdag gaf Aardenburgs Mannenkoor de aangekondigde open bare muziekuitvoering. De herhaalde blijken van goedkeuring, gegeven door de aanwezigen, die, niettegenstaande het ongunstige jaargetijde, zoo wel van deze als van naburige gemeenten opge komen waren, gaven veel voldoening. Zij, die zich de moeite getroost hadden om verschillende stukjes te leeren zullen daardoor zeker aangespoord worden de krachten te erlangen om het publiek' nog menigen genoegelijken avond te verschaffen. De gouverneur van Atjeh telegrapheerde uit Kotta Radja, 11 November: „ToekoeLamkoenjit Nek Poerba is alhier aangekomen om zich te onderwerpen, met de meeste Imans en andere

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2