N°. 303. Dinsdag 24 December. 121' HET SKELET IN HUIS. Uithoofde van het^Kerst- feest zal deze courant aan staanden Woensdag avond niet verschijnen. MAZELEN. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiens 20 Cent per regel, Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en'Jones, Zij die zich vóór 1 Januari 1879 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nom mers gratis. Besmettelijke ziekte. Middelburg, 23 December. FETJILLBTOIT. De burgemeester van Middelburg, Gelet op .art. 21, alinea 2 der wet van 4 De cember 1872 Staatsblad n° 134), Maakt bekend, dat in de week van Zondag 15 tot en met Zaterdag 21 December jongstleden, binnen deze gemeente aan de mazelen 5 personen zijn overleden. Middelburg, den 23™ December 1878. De burgemeester voornoemd, SCHOEER. Voldoende aan een tot ons gericht verzoek, nemen wij de volgende stukken op. N°. 45. Aan de Eedactie van de met 1 bijlage. Middelburg sche Courant. Middelburg, 20 December 1878. Daartoe door de kamer van koophandel en fabrieken gemachtigd, hebben wij de eer u een plaatsje in uw blad te verzoeken voor de hierbij gaande mededeeling, die naar wij vertrouwen de belanghebbenden bij de scheepvaart zal over tuigen dat de loopende geruchten omtrent den toestand te Veere minder juist mogen worden genoemd. Het bureau der kamer, (get.) Borsiüs, voorzitter, (get.) E. Fokker, secretaris. De in de laatste maanden in omloop zijnde ongunstige berichten omtrent den toestand van het vaarwater, dat toegang geeft tot het kanaal door Walcheren bij Veere, gaven der kamer van id door FRIEDRICH SPIELHAGEN, VIJFDE HOOFDSTUK. „Of dit de sleutel van zijn hart was?" vroeg de dokter en zag haar deelnemend aan. „Ja, ja „En dat hij in 't vervolg beter op moest pas sen „Ja, ja „Gij ziet, ik heb ook wel een weinig verstand van liefdeszakenmaar laten wij weer gaan zitten, dan kunnen we beter praten." Zijn stem was niet spottend, zijn gelaat niet sarcastisch meer, en hij bood haar met groote hoffelijkheid een fauteuil aan. „Gij wildet hem den sleutel terug geven zoodra gij hier waart?" „Ja, en daarom had ik hem in mijn koffertje gelegd, maar later heb ik hem weer vergeten dien geheelen laatsten tijd was Debrecht zoo vreemd zoo verstrooid ik maakte mij zoo pngerust, ik dacht dat hij koophandel en fabrieken aanleiding zich tot den hoofdingenieur van den waterstaat te wenden, met verzoek haar wel te willen inlichten omtrent den feitelijken toestand. Zij mocht daarop van dien hoofdambtenaar een schrijven ontvangen vergezeld van een uitgewerkten staat der resul taten van de nagenoeg elke week gedane peilingen. Uit dien staat is o. a. gebleken dat sedert Juli van dit jaar de diepte heeft gevarieerd buiten de koppen tusschen 53 en 60 decimeter bij hoog water. De aangegeven diepte is de min ste die over een breedte van 25 meters werd waargenomen. Volgens dat bericht bedroeg sedert Juli 1878 de diepte, waarmede de haven bij hoogwater kon worden bevaren 3 Juli 60 decim. 4 Sept. 57 deeitn. 2 Nov. 57 decim. 15 »60 13 57 16 58 29 53 25 54 28 60 16 Aug, 58 15 Oct, 57 Bij hoogwater wordt aldaar een waterstand van minstens 1 m. 53 boven A. P. verkregen. Neemt men in aanmerking dat het in de laatste jaren steeds de bedoeling is geweest een peil van 4.5 m. A. P. aldaar te verkrijgeneen alles zins rationeele bedoeling, daar schepen met meer diepgang toch de Hollandsche havens van Veerè uit niet kunnen bereiken, zoo blijkt overtuigend dat de toestand der laatste maanden in stede van ongunstig te zijn integendeel alleszins aau het tegenwoordige plan voldoende mag worden genoemd en de haven bij hoogwater goed bevaar baar is. Dat een vaarwijdte van 25 meter bin nen de hoofden bij kennis van het vaarwater geen bezwaar oplevert, zal geen nader betoog behoeven. Bij het verlaten van het stoomschip Prinses Elisabethdat door de Britsehe admiraliteit voor den overtocht naar en van Vlissingen terug werd ingehuurd, dewijl het koninklijke stoomjacht zich in reparatie bevond, heeft Z. K. H. de prins van Wales zijne bijzondere tevredenheid aan den directeur der stoomvaartmaatschappij Zeeland betuigd over H.D. verblijf aan boord. De maatschappij Zeelandwelke het voorwerp der voortdurende zorg van Z. K. H. prins Hendrik blijft, zal hierdoor in het buitenland, vooral in Engeland, niet weinig in aanzien winnen. De eerste afkondiging van het huwelijk van Z. M. den koning met H. D. H. prinses Emma van Waldeck-Pyrmont, heeft gisteren middag te 12 uren op het raadhuis te 's Gravenhage plaats gehad. Hier beletten hare tranen haar voort te gaan. „U niet zoo lief hadt als gij het verdiendet?" „Ik heb zoo veel geleden," zei Anna snikkend, „ik vroeg mij gedurig af, wat ik toch gedaan kon hebben, waarmede ik zijn liefde verbeurd had. Maar neenhij heeft mij liefniet waar maar hij was niet gelukkig en ik maakte hem ongelukkig. Van avond, eer juffrouw Uelzen kwam, heb ik alles nog eens goed overdacht en altijd kwam het op hetzelfde schrikkelijke denk beeld neergij maakt hem niet gelukkig en zult het nooit kunnenToen kwam die oude vrouw en praatte zooveel ik hoorde nauwelijks wat zij zeide, totdat zij, ik weet niet hoe ze er toe kwam, begon te vertellen van den avond vóór Lebrecht's vertrekhoe zij in de keuken „Den twist gehoord heeft en zoo voortik kan mij begrijpen hoe die oude babbelkous die stof verwerkt en uitgesponnen heeft. En toen dacht gij aan den sleutel „Zij had zooveel over die kast gesproken en „Over de malle praat welke demenschen daar over uitkramen Dat gelooft ge toch niet „Neen, maar ik vond het zoo akelig zoo afschuwelijk en het verwonderde mij zoo dat Lebrecht er mij nooit iets van verteld had, zeker om mij niet bang te maken; maar het zou toch beter geweest zijn. Ik wilde mij zoo gaarne verheugen dat ik nu een reden voor zijn ver stoordheid gevonden had, maar ik kon niet ik bleef bedrukt, zonder te weten waarom. Ik kreeg den sleutel om hem Lebrecht te geven De Maatschappij tot redding van drenkelingen te Amsterdam, heeft aan A. Vogel, sleeper alhier, eeo'& zilveren medaille geschonken wegens het op 28 September jl. redden en in het leven terug roepen van een sehijndooden drenkeling, het vijfjarig zoontje van den agent van politie C, Kraak. Volgens het Vaderland is de toestand van den minister van oorlog in de laatste dagen weder ongunstiger. Z. M. de koning heeft de grootmeesteresse, de dames-du palais en de hofdames van wijlen H. M. de overleden koningin, die geen deel nitmaken van het vereenigde hof, den honorairen ran^Ver- leend, aan de vroeger door haar bekleede betrek king verbonden. Op de algemeene vergadering van Eigen Enlp, Zaterdag te 's Gravenhage gehouden, waaromtrent een telegrafisch bericht reeds in ons vorig nommer voorkwam, was o. a. aan de orde het verslag van het district Amsterdam, omtrent de oprichting van een centraal magazijn. Op voorstel van den voorzitter werd besloten tot het benoemen eener commissie om te doen onderzoeken in hoever het wensehelijk en nuttig is te Amsterdam een maga zijn van levensmiddelen op te richten. Deze commissie, zal zijn samengesteld uit leden der districten Middelburg, Haarlem, Dordrecht, 's Hage, Amsterdam, Eindhoven en Hengelo. De beweging tot het aanleggen van tramwegen, welke wij toejuichen, heeft aanleg om in eene speculatie te ontaarden, tegen welke wij waar schuwen. Te Rotterdam werd voor het nog benoodigde kapitaal in de Tramweg-maatschappij, bedragende f 375,000, ingeschreven voor een en zeventig millioen! De Standaard waarschuwt, bij het naderen der verkiezingen in Juni van het volgende jaar, hare geestverwanten vooral tegen vrome intri g a n t e n. Die twee woorden had een liberaal blad eens moeten schrijven! De St.-Ct. bevat de wet van den 14e° December 1878, tot verhooging van het vijfde hoofdstuk, der staatsbegrooting van het dienstjaar 1877. In de St.-Ct. is opgenomen de wet van den 15™ December 1878, waarbij bekrachtiging wordt verleend aan de heffing, ten behoeve van de provincie Zeeland a. van twee en dertig opcenten op de hoofdsom van de grondbelasting over 1879; en want juffrouw Uelzen had mij gezegd dat hij den sleutel van die kast verloren had, en ik was over tuigd dat het deze was. Daarop ging ik al die kamers door, tot aan die deur, dokter dokter, heb medelijden met mijWat moet Le brecht mij zeggen wat is er in die kast Zij was van haar stoel afgegleden en lag voor hem op hare knieën. De dokter hief haar op, plaatste haar weder in haar stoel, deed een paar groote stappen door de kamer en ging voor haar staan. „Ziet gij, lieve mevrouw, ik zou wel om een mooi ding willen dat Lebrecht de wijze man uit mijn voorbeeld nommer éeu geweest ware en u, te gelegener tijd zijn geheim had meegedeeld. Ik vrees dat het geschikte oogenblik voorbij is; maar hoe het ook zij, hij alleen kan het u zeg gen; ik mag niet en gij zijt veel te verstandig en scherpzinnig om de dwaze rol der nieuwsgie rige mevrouw Blauwbaard te spelen. Wat het skelet aangaat, dat behoort tot de laatste, door haar bespottelijkheid, afzichtelijkste categorie. En wat dien mallen Hans betreft „Ik wil alleen maar van hem weten," zei Anna gejaagd. „Als gij mij kunt verzekeren dat er niets van aan is de menschen vertellen zulke vreeselijke dingen „Praatjes, mevrouw, niets dan praatjes „Maar dat zij dat kunnen! en zij zullen het blijven doen, zoolang dat jonge mensch weg blijft. O God! als hij eens weg bleef! als hij eens dood wasals die ontzettende geschiedenis b. van vier en twintig opcenten op de hoofdsom van de belasting op het personeel over den dienst 1879/80. Na afgelegd vergelijkend examen zijn benoemd tot aspirant-landmeter bij bet kadaster, de heer en P. W. G Romijn, te ArnhemF. J. Wanninkhof, te Almen, gemeente GorsselM. W. Hildernisse, te Goes; F. H. A. J. Bingen, te Roermond; M. J. L. Vogel, te MiddelburgJ. Gostelie, te 's Hertogenboschjhr. D. van Heemskerk van Beest, te ArnhemA. Robbers, te Zutphen H. van den Briel Hzn., te Nijmegen; T. J. Prins, te DelftP. W. Goetmakers, te ArnhemB. C- Hengevelt, te Papendrecht; G. J. Hietink, te ZutphenW. Fokkens, te BolswardA. E. Jans sen, te Goes; P. Hunse, te Assen; E. M. van Dord, te Tiel; H P. J. Persoon, te Leiden M. Winkels, te Zutphen. Gedeeltelijk reeds onder Tel. ber. gemeld). Op de door het hoofdcomité voor den Noord- pooltocht belegde vergadering te 's Gravenhage, welke Zaterdag door een groot aantal belang stellenden werd bijgewoond, werd door den waar- nemenden voorzitter, den staatsraad Jansen, een uitvoerig overzicht gegeven van den tocht van de Willem Barents. Uit de mededeelingen van den penningmeester, jhr J. K. J. de Jonge, bleek, dat ontvangen was ruim 51,000 en uitgegeven f 47,000, zoodat een saldo van 4000 aanwezig was. Op de vraag hoe verder te handelen gaf de heer Jansen als zijne zienswijze te kennen, dat in gelijken geest als nu geschied was, de tochten moeten worden herhaald, niet met een stoomschip, maar met een zeilschip en niet uit een handels oogpunt, maar met een wetenschappelijk doel. Naar zijne meening behoorde het doel zich voor eerst te beperken tot het gadeslaan van de ijstoestanden in de Barentszee, ook met het oog op de financieele moeielijkheden. Vandaar zijn advies, om op den ingeslagen weg voort te gaan en eerst gedurende 4 of 5 jaren een onderzoek naar de bewegingen van het ijs te doen, alvorens met zekerheid te zeggen waarheen men gaan zal. De kosten van eene tweede expeditie werden op 30 a 40 duizend gulden geraamd. Hoewel het denkbeeld van een gezamenlijken tocht van Nederland en Engeland naar de Noordpool en eene voortzetting der beweging in de richting van den handel door enkele sprekers werd aanbevolen, waren echter allen, die aan de gedachtenwisseling deel namen, van gevoelen, dat met de bestaande middelen moest worden voortgegaan. Immers hadden wij, door ons in die zeeën te bewegen, onzen naam eer aangedaan nooit opgehelderd werd, die akelige verdenking men verdenkt hem immers i dat heb ik opge maakt uit de verwarde verhalen -der huishoud ster." „Dat domme schepsel „Eu toen gij straks van mijnheer von Franck spraakt dat was niet zonder bedoeling gij wildet Lebrecht waarschuwen." „Maar waarvoor, beste mevrouw, waarvoor?" „Voor de geheime plannen van dien man, dien ik doodelijk beleedigd heb en die mij en Lebrecht wraak gezworen heeft en die zich wreken zal, waar en wanneer hij kan." „Dat wist ik niet, maar het heldert mij veel op, zeer veel. Wat was het. als ik vragen mag, of is het u onaangenaam om er over te spre ken „Neen, neen gij moet het weten, ik ben mis schien wel wat al te hardvochtig geweest., maar die akelige man en al zijn vrienden, zij waren allemaal zoo onaangenaam tegen Lebrecht en zeiden zooveel kwaad van hem achter zijn rug, dat hoorde ik alles van een vriendin en ook dat ze een lied op hem gemaakt hadden Das hat Herr Lebrecht Nuclei, der Köuig von "Woldom gethan, enz. Ik kon het niet langer verdragen, en zei op zekeren dag op de stoomboot tot dien bochel, von Franck „Men moet zich voor den geteekende in acht nemen maar ook de geteekende mag wel op zijn hoede zijn, want koningen hebben lange armen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1