Maandag 302. 23 December. 1871 e bericht. Nationale Militie. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m, franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertenties 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publieité étrangére G L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Zij die zich vóór 1 Jaüuan IST3 Óp deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nom mers gratis. Middelburg, 21 December, *4 De burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg gelet hebbende op de bestaande wettelijke be palingen betrekkelijk de nationale militie; brengen bij deze ter kennis van een iegelij k dien zulks zoude mogen aangaan: dat het register tot inschrijving van alle man nelijke ingezetenen, welke op den l1"1 Januari aanstaande hun 19e jaar zullen zjjn ingetreden, dat zijn diegenen, welke in I860 zijn geboren, zal gereed liggen op de gemeente-secretarie van den le" tot en met den 31e» Januari 1879, van des middags 12 tot des namiddags 3 uren, met uit zondering van den Zondag; dat voor ingezeten wordt gehouden: 1°- hij wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd, ingezeten is volgens de wet van den 28en Julij 1850, Staatsblad n°. 44); 2°. hij, die geene ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste achttien maanden, vooraf gaande aan den len Januari van het jaar waarin hij zich moet laten inschrijven, in Nederland verblijf hield; 3°. hij, van wiens ouders de langstlevende in gezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf houdt; dat niet voor ingezeten wordt gehouden de vreemdeling, behoorende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienst plichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen (art. 15 der wet van 19 Augustus 1861, Staatsblad n°. 72) dat hij, die eerst na het intreden van zijn 19e jaar, doch voor het volbrengen van zijn 20°, in gezeten wordt, verplicht is, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij burge meester en wethouders der gemeente, waar de inschrijving volgens art. 16 moet geschieden (art. 20 der wet), dat voor de militie niet wordt ingeschreven: 1°. de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is; 2". de in een vreemd rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten (art. 17 der wet) 3°. de zoon van den Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in 's rijks overzeesehe bezit tingen of koloniën woont; dat de inschrijving geschiedt: 1°. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beide overleden, de voogd woont; 2°. van een gehuwde en van een weduwnaar, in de gemeente waar bij woont; 3°. van hem die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, ot wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont; 4°. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland ge woond heeft (art. 16 der wet); dat elk, die volgens art. 15 behoort te worden ingeschreven, verplicht is zich daartoe bij bur gemeester en wethouders ter boven aangegeven plaatse en binnen den daar bepaalden tijd aan te geven, en dat, bij diens ongesteldheid, afwe zigheid of ontstentenis, zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden zijn voogd, tot het doen van die aangifte verplicht is tart. 18 der wet). Belanghebbenden worden mitsdien dringend aangemaand aan de op hen rustende verplichting te voldoen en wordt hun ten overvloede onder de aandacht gebracht, dat bij bovengemelde wet, onder meer, is bepaald: dat met boete van 25 tot 100 wordt ge straft de overtreding van art. 18 en dat bij elke veroordeeling tot boete tevens door den rechter wordt bepaald, dat, indien daaraan niet is voldaan binnen twee maanden nadat de veroordeelde is aangemaand, de boete door gevangenisstraf van ten hoogste tien maanden zal worden vervangen. En opdat niemand ten deze onwetendheid zoude kunnen voorwenden, is deze, ter voldoening aan de bepaling van art. 19 der wet van den 19 Au gustus 1861, Staatsblad n°. 72), op heden voor de tweede maal afgekondigd en aangeplakt, waar zulks binnen deze gemeente te doen gebruikelijk is. Middelburg, deu 20 December 1878. De burgemeester en wethouders voornoemd, S CHOREE. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. In de avondzitting der tweede kamer van gis teren werd de wet op de middelen eenparig aan genomen. Alvorens dit geschiedde constateerde de heer Van Delden dat in de behandeling dezer wet, vóór dat het hoofdstuk Koloniën der staats- begrooting aangenomen was, slechts bij uitzonde ring was toegestemd, omdat de minister van koloniën door oogziekte verhinderd was in de vergadering tegenwoordig te zijn. Als ante cedent zal dit alzoo niet kunnen gelden. Bij de beraadslaging voerden de heeren De Rruijn Kops, Blussé, Mees en Van Houten het woord over de suiker-qaaestie, de heer Corver Hooft over den algemeenen financieelen toestand en de heer Goeman Borgesius over de patent belasting. De minister van financiën wees in zijn antwoord op het uiteenloopende der meeningen ten aanzien der suiker-belasting. De zwaartillende beschouwingen van den heer Corver Hooft deelde de minister niet, op grond van de stijgende op brengst der middelen en het vooruitzicht dat de bijdragen uit Indië niet altijd zullen blijven ont breken. Bij de herziening van de patentwet, welke in bewerking is, zal de minister de wen- schen van den heer Borgesius, ten aanzien der beperking van het aantal kleine tapperijen, in 'toog houden. Op voorstel van den beer Sandberg werd de bijdrage uit de Indische geldmiddelen weder onder de Middelen als memorie-post opgenomen. De minister had daartegen geen bezwaar. In deze zitting werd ook medegedeeld het vol gend antwoord, dat Z. M. de koning heeft gege ven op het adres van gelukwensching „Mijne heeren „Ik verzoek u, aan de tweede kamer der staten-generaal mijnen bijzonderen dank te willen overbrengen voor de gevoelens in haar adres uitgedrukt. „Met groote ingenomenheid en waardeering ontvang ik de mij aangeboden gelukwenschen en de verzekering der ingenomenheid, eerbied en liefde, waarmede de aanstaande koningin door het Nederlandsche volk zal worden begroet." - Tot onze groote verwondering komt de Arnh. Gtop tegen de toepassing der wet op den kinder arbeid, in het onlangs medegedeelde geval der optreding van kinderen beneden de 12 jaren, in een schouwburg te Amsterdam, bij de opvoering van Der jSeecadet. „Lichaam noch geest, schrijft zij, hebben onder het vervullen van die figuranten-rolletjes, een keer of drie in de week gedurende eene maand, te lijdendaarentegen is het voor de kinderen eene uitspanning, en de ouders krijgen vrij toegang in den schouwburg, 't Is waar, het zou beter zijn als de schepseltjes sliepen, maar eene wet kan toch niet gemaakt worden, ten doel hebbende dat de kinderen vroeg naar bed zullen gaan. Laat men dan ook bij de wet be palen, dat zij gezonde slaapplaatsen zullen hebben en voedzaam eten." Aangenomen, wat wij niet doen, dat kin deren zedelijk noch lichamelijk te lijden hebben wanneer ze vóór hun 12e jaar „op de planken" gebracht en misschien tot middernacht gehouden worden, dan springt het, naar wij meenen, toch in 'toog dat dé wet allen kinderarbeid, ook den schijnbaar onschadelijken, heeft moeten verbieden, teneinde den werkelijk nadeeligen te kunnen beletten. De wet in dit geval toe te passen is dus niet, zooals de Arnh. Ct. verder schrijft, „noodelooze plagerij van de kinderen en ouders, uit letterknecbterijmaar noodzakelijk, ten einde aan de overheid de zedelijke bevoegd heid te verleetien om tusschen beide te komen, overal waar de werkkracht van kinderen, door de baatzucht en het onverstand hunner ouders, geëxploiteerd dreigt te worden. Vlissingen, 21 December. Naar wij nader vernemen is het besluit van den hervormden kerkeraad tot afschaffing van de bedeeling zooals die primitief is ingesteld, eerst genomen nadat zeer vele leden een warm pleidooi gehouden hadden tot behoud van deze zaak in den oor spronkelijken vorm. Daartegen werden echter verschillende bezwaren aangevoerd door anderen, die op grond van verkregen ervaring, de bedee- ling op den ouden voet onuitvoerlijk en onraad zaam achten. Tengevolge daarvan heeft de kerkeraad ge meend, hoewel ongaarne, tot de afschaffing te moeten besluiten. Men schrijft ons uit Vlissingen: Na lezing van het bericht uit Vlissingen, in de M. Ct. van Vrijdag, omtrent de bedeeling op den Nieuwjaarsdag aan de Nederduitsche hervormde armen in het algemeen, waarmede wij het in hoofdzaak eens zijn, kwamen ons een paar opmer kingen tot recht verstand uwer belangstellende lezers niet ongepast voor. Een der hoofdredenen, welke tot dien maat regel hebben geleid, namelijk „de groote wijzi ging, die in de laatste jaren het personeel van hen die bedeeling vragen heeft ondergaan", meenen wij dat eer pleit voor het voortgaan op den nu jaren lang ingeslagen weg, aangezien juist nu van het aantal polderarbeiders, gedurende de spoorweg- werken hier aanwezig, en voor die bedeeling een groot bezwaar, de meeste naar elders zijn ver trokken en de te bedeelen personen zich nu meer bepalen tot feitelijk hier inwonende armen, wien het steeds op den Nieuwjaarsdag eene verkwikking was, zij het dan, slechts eenmaal per jaar, door tusschenkomst der kerkelijke gemeente te worden bedeeld. Het bezwaar „dat de gelden, voor die be deeling henoodigd, uitsluitend bestreden werden door de geregelde kerkbezoekers" zou geheel wegvallen indien, gelijk vóór drie jaren met gunstig gevolg plaats had, door diakenen thans weder eene inzameling van gelden werd gedaan aan de huizen der geloofsgenooten. Terwijl eindelijk, mocht de kerkeraad in zijn besluit volharden, eene algemeene commissie voor dat doel, even als te Middelburg, ons zeer wen- schelijk zou voorkomen. Gisteren avond werd, in het Schuttershofonder voorzitterschap van den héér J. W. de Raad, eene algemeene vergadering van de afdeeling Mid delburg der Vereeniging tot bevordering van fabriek en handieerlcsnijverheid in Nederland gehouden. Naar aanleiding van een schrijven van het hoofdbestuur, houdende verzoek om de punten van beschrijving voor de eerstvolgende bijeenkomst voor 15 Januari e. k. in te zenden, werd besloten een voorstel van de afdeeling Middelburg in te zenden, strekkende tot wijziging van art 51 der algemeene wet in dien zin dat niet zoo als thans 1 1 voor ieder lid aan het hoofdbestuur worde afgedragen, maar in het vervolg j der te beffen contributie worde afgestaan. Nog Werd besloten, met het oog op het minder voordeelige slot der rekening over het afgeloopen dienstjaar, in 1878 79 geen wedstrijd van ambachts lieden te houden. Door den heer Jeras, die de afdeeling ter algemeene vergadering te Utrecht had vertegen woordigd, werd dienaangaande op luimige en onderhoudende wijze verslag uitgebracht. Na de pauze werd door den voorzitter eene voordracht gehouden over oude gebouwen in Middelburg, waarbij omtrent het Stadhuis eu de Abdijtoren, tot welke twee gebouwen hij zich voor dezen avond bepaalde, tal van belangrijke en ge schiedkundige mededeelingen gedaan werden. Aardenburg 20 Dee. 1878. De collecte voor de sinds 25 jaren alhier bestaande commissie tot wering van bedelarij en het tegengaan van het zoogenaamd Nieuwjaarwenschen heeft dit jaar opgebracht f 475, benevens 7 ILL. tarwe en 60 kilo's tarwe meel. Kloetlnge, 20 December. Tot het tegen gaan van het bedelen op den Nieuwjaarsdag heeft zich hier weer eene commissie gevormd om den armen op dien dag eene uitdeeling van de nood zakelijkste behoeften te doen. Zij hield zich heden bezig om de bijdragen der ingezetenen in ontvangst te nemen. Bij de Donderdag té Wemelditige gehouden verkiezing voor een lid van den raad werden 58 stemmea uitgebracht. Er moet eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren A. de Broekert, die 19 en M. van Oosten, die 15 stemmen verkreeg. Oostburg 21 Dec. Door de plaatselijke commissie in deze gemeente, ter inzameling van bijdragen voor het aan te bieden nationaal ge schenk aan H. M. de koningin bij hare komst in het vaderland, is van 49 personen, die daartoe door inteekening hebben bijgedragen, ongeveer f 40 ontvangen. Voor het nationaal geschenk, aan te bieden aan H. M. de koningin bij hare komst in Neder land, is in de gemeente Zierikzee bijeengebracht na aftrek der kosten f 99.53. De St.-Ct. bevat de statuten der naamlooze vennootschap Rotterdamsche tramway-maatschappij De zetel der vennootschap is te Rotterdam en het kapitaal bedraagt f 500,000, verdeeld in aandeelen van ƒ1000. Rotterdam, 20 December. Het bestuur der afdeeling van Volksonderwijs alhier had aan de leden voorgesteld de afdeeling te ontbinden, omdat het meende, dat na bet tot stand komen van de nieuwe wet voor haar niets meer te verrichten viel. Dit voorstel kwam in eene heden avond gehouden vergadering aan de orde, en werd alleen verdedigd door de leden van het bestuur, terwijl alle andere sprekers het met warmte en nadruk bestreden. Men meende, dat er voor Volksonder wijs wel degelijk nog eene taak was. De nieuwe wet is onbevredigend, en daarom moet er eene kern van oppositie in wezen blijven, om later werkzaam te zijn voor eene volledige uitvoering van het programma van Volksonderwijs. Ook meende men, dat, nu de tegenpartij zich krachti ger dan ooit organiseert, het onverantwoordelijk zou zijn deze vereeniging op te heffen, die een heilzaam tegenwicht kan aanbrengen en de belang stelling in deugdelijk volksonderwijs op den grondslag der neutrale school levendig houden. Voorts achtte men instandhouding der vereeniging noodzakelijk tot bestrijding van het schoolverzuim. Het denkbeeld van ontbinding werd vooral levendig bestreden van de zijde der werklieden. Ten slotte werd dan ook het voorstel, waarin dat denkbeeld belichaamd was, verworpen en alzoo tot instandhouding der afdeeling besloten. Alleen de aanwezige vier bestuurders stemden voor het voorstel. De commissiën uit de beide kamers der staten- generaal, belast met de aanbieding van adressen van gelukwensching aan Z. M. den koning, zijn gisteren middag achtereenvolgens ten paleize ont vangen. Volgens het Dagbladbetuigde Z. M. in harte lijke bewoordingen aan de commissiën zijn dank. Heden wordt de gelukwensch van den raad van state aangeboden. De commissie belast met het afnemen der examens, ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardijschepen, heeft 8 zittingen gehouden; 1 te Amsterdam, 2 te Rotterdam en Groningen en 1 te Middelburg. In het geheel hebben zich 99 candidaten aangemeld; van deze trokken zich 6 vóór het examen terug en werd 1 niet toegelaten tot het examen. In het geheel zijn dus 92 candidaten geëxamineerd, en wel: 13 voor den rang van le stuurman groote vaart22 voor den rang van 2e stuurman groote vaart; 51 voor den rang van 3" stuurman groote vaart; 6 voor den rang van 2e stuurman kleine vaart. Van deze werden toegelaten: 3 voor den rang van 1B stuurman groote vaart11 voor den rang van 2° stuurman groote vaart20 voor den rang van 3e stuurman groote vaart 2 voor den rang van 2° stuurman kleine vaart. Slechts 39 pet. der candidaten is in het examen geslaagd. In de Marine-Club te Nieuwediep kwamen gisteren de aldaar aanwezigen zee-officieren bijeen, om een woord van buide te brengen aan den kommandant en den état-major van de Willem Barentsvoor de volharding, die deze officiereu

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1