N°. 299.
I21e Jaargang.
187SI
Donderdag
19 December.
RODOGUNE.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a/5 Cent.
Advertentieni 20 Gent per regel,
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Qroote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére G L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Zij die zich vóór 1 Januari 1879 op
deze courant abonneeren, ontvangen de
nog in dit kwartaal verschijnende nom
mers gratis.
BURGERLIJKE^ STAND,
Marktwezen.
Middelburg, 18 December.
FEUIXjLjBTOlsr.
middelbiirgsche courant.
De wethouder, ambtenaar van den burgerlijken
stand te Middelburg brengt ter kennis van de
belanghebbenden dat op den 2511 December en
1 Januari a. het bureau zal gesloten zijn, terwijl
op den 26™ December a. de aangifte van plaats
gehad hebbende geboorten en overlijden kan
geschieden tusschen 12 en 1 uur 's middags.
Middelburg, den 18 December 1878.
De wethouder, voornoemd,
N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM.
De burg. en weth. van Middelburg maken bekend,
dat, daar de tweede Kerstdag invalt op Don
derdag, den 26e dezer maand, de gewone weekmarkt
zal gehouden worden op Vrijdag daaraanvolgende.
Middelburg den 18 December 1878.
De burgemeester en wethouders voornoemd
SCHORER.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Het volgende is ontleend aan het in de Staats
courant opgenomen „programma van het ceremo
nieel, hetwelk zal worden in acht genomen
bij de aankomst van hunne majesteiten den koning
en de koningin der Nederlandenbinnen het
koninkrijk, in de hoofdstad Amsterdam en in de
koninklijke residentie 's Gravenhage".
Hunne majesteiten zullen Arolsen Vrijdag den
10™ Januari 1879 verlaten en zich, per specialen
spoortrein, over Oldenzaal begeven naar het Loo.
Bij aankomst te Oldenzaal, aan het station te
Zutfen en op het paleis het Loo zullen hunne
majesteiten gecomplimenteerd worden door ver
schillende autoriteiten.
Maandag 20 Januari e. k., den dag bepaald
voor de intrede van hunne majesteiten te Amster
dam, zullen hoogst dezelven met specialen trein
««-^-w^vvvvAA/VXA/VVVvv^-^----
Het treurspel Rodogune behoort niet tot de
schoonste voortbrengselen van P. Corneille's
rijken en vruchtbaren geest. Met zijne vier
meest bekende werken, de Cid, de HoracesCinna
en Polyeucte, die van 1036 tot 1639 spoedig na
elkander volgden en tot op onzen tijd voor in
hun soort onovertrefbare meesterstukken gelden,
schijnt de dichter zijne beste krachten uitgeput
te hebben. Zijn Mort de Pompée stond reeds
lager en in zijn Rodogune, welke in 1646 ver
scheen, hebben, naar de uitspraak van P. Nisard,
in zijn Histoire de la littérature Frangaise, de
gebreken ontegenzeggelijk de overhand op de
schoonheden. Opmerkelijk is het, dat de dichter
zelf met dit stuk bijzonder ingenomen was en
hij het hooger schatte dan al zijne andere treur
spelen. Misschien vindt dit gevoelen, zooals hij
zelf schreef, zijne verklaring in „de blinde voor
liefde, welke vele vaders voor sommige hunner
kinderen gevoelen." Eene duidelijker verklaring
lijkt onS< echter de opmerking, welke Francisque
Sareey onlangs ïd de Temps maakte, dat Rodo
gune, door het onverwachte en schokkende der
wendingen die er in voorkomen, tot het melodra
matische genre overhelt. Deze opmerking wordt
van het Loo vertrekken, tegen omstreeks tien
uren des morgens, en aan het stationsgebouw van
de Nederlandscbe Rijnspoorweg-maatschappij, ten
twaalf uren ongeveer, in de hoofdstad aankomen.
Aan gezegd stationsgebouw zullen zich ver
schillende autoriteiten bevinden, ten einde hunne
majesteiten te complimenteeren.
De dienstdoende schutterij en het garnizoen zullen
zich en haie opstellen van het stationsgebouw af
tot aan het koninklijk paleis.
Hunne majesteiten met gevolg zullen alsdan
plaats nemen in de rijtuigen van den stoet, die
intijds vóór bet stationsgebouw opgesteld, zich
zal begevendoor de Sarphatistraat, over het
Frederiksplein, door'de Utrechtsche straat, langs
de Beerengracht, door de Gasthuis-Molensteeg en
de Paleisstraat, naar het koninklijk paleis op
f
den Dam.
De stoet zal bestaan uit:
a een eskadron van het le regiment huzaren
met den standaard en de muziek tot opening
b den kamerheer-ceremoniemeesterin eene
koets met twee paarden, gaande naast elk portier
een lakei
c den opper-ceremoniemeester, in eene koets
niet twee paarden, gaande naast elk portier een
lakei
d een gedeelte der eerewacht te paard;
e hunne majesteiten de koning en de koningin,
in eene koets met zes paarden, gaande naast elk
portier drie lakeijen.
De luitenant-generaaladjudant-generaal, ter
rechter- en de kommandant van de 2C divisie met
den kommandant der eerewacht ter linkerzijde
van de koets; volgende daarachter het dienst
doende militaire huis des konings, allen te paard;
f het andere gedeelte der eerewacht te paard;
g den grootmeester van het huis des konings
en van hare majesteit de koningin en den schout
bij nacht, adjudant-generaal der marine, tweeden
chef van het militaire huis des konings, in een
koets met twee paarden, gaande naast elk por
tier een lakei;
li de grootmeesteres van de koningin, in eene
koets met twee paarden, gaande naast elk portier
een lakei
i de hofdames van de koningin, in eene koets
met twee paarden, gaande naast elk portier een
lakei
j den kamerheer van dienst, in eene koets met
twee paarden, gaande naast elk portier een lakei;
k een eskadron van voornoemd regiment huzaren
tot sluiting van den stoet.
Bij het binnentreden in het paleis zullen
hunne majesteiten ontvangen worden door hunne
hoogheden prins en prinses Hendrik, prins Frede-
rik, de prinses Zu Wied en den prins Zu Wied:
bevestigd door de reden, welke Corneille zelf
voor zijne ingenomenheid geeft: „Ik beschouw
dit treurspel als meer oorspronkelijk dan een
mijner vroegere werken, op grond van de ver
rassende wendingen, welke geheel van mijn eigen
vinding zijn en nooit te voren op het tooneel
gezien waren." Het is echter juist dat melodra
matische, waarin de waarschijnlijkheid en natuur
lijkheid te dikwijls aan het theatraal effect ten
offer gebracht worden, gepaard aan vele zwakke
plaatsen en duisterheden, waardoor Rodogunein
het oog der beste beoordeelaars, op lager trap
staat.
Wat hiervan zij, zeker is het dat het treurspel
niet tot de meest geliefkoosde van het Fransche
répertoire behoort en in de laatste twintig jaren
zelfs in 't geheel niet meer werd opgevoerd. De
hoofdrol echter, bij uitstek geschikt om het ta
lent eener dramatische kunstenares met vollen
luister te doen schitteren, heeft ten allen tijde
eene groote aantrekkingskracht op de Fransche
tragédiennes uitgeoefend, en het is daaraan toe
te schrijven, dat ook mej. Agar, zich met de ge
weldige rol van Cleopatra willende meten, de
opvoering van Rodogune op het Thédtre Frangais
heeft weten door te zetten. Van deze voorge
nomen opvoering, welke dezen winter te Parijs
zal plaats hebben, ontvangt Nederland, bij het
korte bezoek dat de groote tooneelspeelster dit
jaar aan ons land brengt, de première, mis
schien wel om mej. Agar in de gelegenheid te
stellen vooraf op ons publiek den indruk waar
de groot-officieren, de dames du Palais, het
dienstdoende civiele en militaire huis des konings,
vei'eenigd in de van Speykzaal.
Aldaar zullen zich mede ter ontvangst bevinden,
in de Mozeszaal: de voorzitters van de kamers
der staten-generaalde ministersde minister van
staat, president van de Luxemburgscbe regeering;
de generaal, kanselier der Nederlandsehe orden;
de vice-voorzitter van den raad van state; de
voorzitter, de vice-voorzitter, en de procureur-
generaal bij den hoogen raadde voorzitter van
de algemeene rekenkamer.
Op den doortocht zullen aan de stationsge
bouwen te Amersfoort en te Utrecht verschillende
autoriteiten hunne majesteiten complimenteeren.
Bij aankomst in de hoofdstad zullen hunne
majesteiten met 101 kanonschoten worden begroet
het carillon bespeeld en de klokken geluid worden.
Maandag, 27 Januari e. k., den dag, waarop
de intocht van hunne majesteiten in de koninklijke
residentie 's Gravenhage zal plaats hebben, zullen
hoogst dezelven, met specialen trein van de
Nederlandsehe Rijnspoorwegmaatschappij, de hoofd
stad verlaten, tegen omstreeks elf uren des mor
gens, om aan het stationsgebouw van genoemde
maatschappij, te twaalf uren ongeveer, in de
residentie aan te komen, vergezeld van hunne
hoogheden prins en prinses Hendrik, prins Fre-
derik, de prinses Zu Wied en den prins Zu Wied.
Aan evengenoemd stationsgebouw zal het
dienstdoende militaire huis des konings zich te
paard bevinden.
Hunne majesteiten zullen aldaar ontvangen en
gecomplimenteerd worden door verschillende
autoriteiten.
Hunne majesteiten en gevolg zullen plaats nemen
in de rijtuigen van den stoet, welke vervolgens
zich zal begevenlangs de Prinsessengracht, door
het Korte Voorhout, over het Tournooiveld, den
Vijverberg en de Plaats naar het koninklijk
paleis in het Noordeinde.
De stoet zal bestaan uit:
a een eskadron van het 3e regiment huzaren,
met muziek tot opening;
b den kamerheer-ceremoniemeester, in eene
koets met twee paarden, gaande naast elk portier
een lakei;
c den opper-ceremoniemeester, in eene koets
met twee paarden, gaande naast elk portier
een lakei
d hunne majesteiten den koning en de koningin,
in eene koets met zes paarden, gaande naast elk
portier drie lakeien. De luitenant-generaal, adju
dant generaal ter rechter- en de waarnemend
gouverneur der residentie met den generaal-majoor
kommandant der le divisie, ter linkerzijde van de
koets; volgende daarachter het dienstdoende
te nemen, dien haar spel op haar veeleischende
Parjsche toeschouwers bestemd is te weeg te
brengen.
De mindere bekendheid van het treurspel
maakt een overzicht van zijnen inhoud misschien
weuschelijk voor de vele onzer lezers, die, zoo
wij hopen, van de gelegenheid gebruik zullen
maken om aanstaanden Vrijdag mej. Agar alhier
in eene, door haarzelve boven alle anderen uit
verkoren rol te kunnen bewonderen. Te meer is
zulk een overzicht noodzakelijk, dewijl, naar wij
vermoeden, vrij aanzienlijke brokstukken van het
treurspel bj de opvoering zullen weggelaten
worden. Tot die brokstukken zullen misschien
behooren eenige lange, vervelende relazen van
„vertrouwelingen", die tot de handeling niets
afdoen en door alle beoordeelaars zoozeer als
hors d1 oeuvre beschouwd worden, dat Voltaire,
in zijn Commentaire op Corneille's werken, ervan
zeide dat ze in drieërlei opzicht onuitstaanbaar
zijn, omdat de toeschouwer niet weten kan: 1°
wie spreekt, 2° over wie gesproken wordt,
3" waar men spreekt. Corneille zelf erkende
hierin een fout begaan te hebben, doch achtte
deze récits niettemin, voor het goed begrip van
hetgeen aan de handeling voorafgaande is, onmis
baar. Hetzij men ze bij de opvoering weglaat
of behoudt, mag dus eenige verduidelijking niet
overbodig gea-cht worden.
Demetrius Nicanor, koning van Syrië, gehuwd
met Cleopatra, niet te verwarren met de be
roemde Egyptische Cleopatra, het voorwerp der
militaire huis des konings, allen te paard;
e prins en prinses Hendrik, iu eene koets met
zes paarden, gaande naast elk portier drie lakeien
f prins Frederik, de prinses Zu Wied en prins
Zu Wied, in eene koets met zes paarden, gaande
naast elk portier drie lakeien;
g den grootmeester van het huis des konings
en van de koningin, en den schout-bij-nacht,
adjudant-generaal der marine, tweeden chef van
het militaire huis des konings, in eene koets met
twee paarden, gaande naast elk portier een lakei
h de grootmeesteres van de koningin, in eene
koets met twee paarden, gaande naast elk portier
een lakei;
i de hofdames van de koningin, in eene koets
met twee paarden, gaande naast elk portier
een lakei;
j den kamerheer van d ienst, in eene koets met
twee paarden, gaande naast elk portier een lakei
h de heeren en dames van het gevolg der
prinsen en prinsessen, in koetsen met twee paarden,
gaande naast elk portier een lakei
l een eskadron van voornoemd regiment tot
sluiting van den stoet.
Bij het binnenkomen in de residentie zullen
hunne majesteiten met 101 kanonschoten worden
begroet, het carillon bespeeld en de klokken
geluid worden.
Van alle forten, verdedigingswerken en stellin
gen, waarlangs de koninklijke trein zal komen
zullen 101 saluutschoten worden gelost; terwijl
de oorlogschepen, liggende ter reede v an Amster
dam, hunner majesteits komst aldaar zullen ver
kondigen door het lossen van hetzelfde aantal
kanonschoten.
De leden der verschillende hofstaten zijn in
gala-costuum.
Alle hierbij aanwezige autoriteiten zijn in
ambtsgewaad en in gala gekleed.
De militaire machten in groote tenue.
Blijkens het onderschrift onder een ingezonden
stuk in de Haagsche bladen, heeft de minister
van waterstaat aan de brievenbestellers niet ver
boden het aannemen, doch wel het vragen
van Nieuwjaarsfooien.
Wie dus, met ons, van gevoelen mocht zijn dat
eene vermindering van de inkomsten dezer nede
rige staatsbeambten, wier diensten ieder schier
dagelijks op prijs leert stellen, niet wenschelijk is,
vindt eerlang gelegenheid om zulks metterdaad te
bewijzen.
Tot geruststelling van het publiek en als te
genhanger van al de onbillijke oordeelen, welke
in den laatsten tijd, tengevolge van bet wegraken
liefde van Julius Cesar en van Antonius, -—werd
in een oorlog met de Partben gevangen genomen
en in ballingschap weggevoerd. Zijne gemalin,
in de hoofdstad door den vijand belegerd, en
misleid door een valseh gerucht dat Demetrius
gesneuveld was, schonk, op het aandringen des
volks, hare hand aan Demetrius' broeder Antio-
chus, wieu hét gelukte de Parthen weder uit het
land te jagen. Door bezorgdheid voor hare beide
tweeling-zonen gedreven, had Cleopatra deze met
hun gouverneur Timagenes naar Egypte doen
vertrekken, teneinde hen buiten het bereik van
haar tweeden gemaal te houden. Na zeven jaren
geregeerd te hebben, sneuvelde ook deze in een
tweeden krijg met de Parthen en nu zag Antio-
chus, die al dien tijd in gevangenschap geleetd
had, zijne kans schooa om, door de hulp zijner
vijanden, zijne kroon en zijne hoofdstad terug te
krijgen. Hij verloofde zich met Rodogune, zuster van
den koning der Parthen, en, gedeeltelijk om aan
Cleopatra haar huwelijk betaald te zetten, gedeelte
lijk om het verdrag met de Parthen zooveel te vaster
te maken, beloofde hij zijne eerste gemalin te zullen
verstoeten en zijne twee zonen van den troon ver
vallen te verklaren. Door deze -behandeling tot den
felsten haat geprikkeld, trok Cleopatra zelve ten
strijde, lokte Antiochus en Rodogune met hun
gevolg in eene hinderlaag en doodde met eigen
hand haar echtgenoot in 't gevecht, terwijl zij
Rodogune als krijgsgevangene medevoerde. Maar
de Parthen lieten deze nederlaag niet onge
wroken. Ten tweeden male drongen zij in Syrië,