N°. 296.
I21e Jaargang.
1878:
Maandag
16 December.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m, franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére 6 L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
Middelburg", 14 December.
De spoorweg Boxtel—Wezel.
Benoemingen en besluiten»
0 n d e r w ij s.
IDDËL
GSCHE
De strijd tusschen de Maatschappij tot exploi
tatie der Staatsspoorwegen en de Noordbra-
bantschDuitsche Spoorwegmaatschappij is onzen
lezers, uit de. in onze nommers van 16, 20 en
26 November jl. medegedeelde stukken, bekend.
Dank zij de openhartigheid waarmede de
directeur-generaal der staatsspoorwegen zijn
standpunt tegenover de concurreerende maat
schappij kenbaar heeft gemaakt (zie N. Rott. Ct,
van 19 Nov.), is het geschilpunt ook voor den
niet-ingewijde in spoorwegzaken vrij duidelijk.
Een blik op de kaart doet zien dat de spoor
weg van Boxtel naar Wezel den afstand tus
schen de Duitsche stations ten Oosten en de
Nederlandsche ten Westen van dien spoorweg
korter maakt, dan bij het volgen van den weg
langs de staatssporen over Venlo. In cijfers
uitgedrukt, blijkt het verschil, voor eenige
voorname stations tot Vlissingen, uit het hier
volgend staatje.
Van Vlissingen
naar:
Afstand in kilometers
via Venlo.
via BoxtelWezel,
Bremen
524
505
Dortmund
329
322
Essen
293
289
Hamburg
635
615
Minden
472
453
Munster.
353
333
Oberhausen.
290
277
Osnabrück
403
384
Wanne
307
297
Berlijn.
797
786
Gelsenkirchen
302
295
Hierbij dient opgemerkt dat de boven ver
melde cijfers tarief-kilometers voorstellen,
dat zijn de kilometers voor welke vracht be
rekend wordt. Korter afstand beteekent dus,
behalve besparing in tijd, minder vracht en
dat wel in tweeërlei beteekenis. Rechtstreeks
daalt de vracht, door vermindering van 't aan
tal tarief-kilometers. Indirect wordt, door het
in gebruik nemen eener kortere lijn, mededin
ging tusschen twee maatschappijen geboren.
Wilde de Expl, maatschappijdoor verlaging
harer tarieven, beproeven de jongere onderne
ming afbreuk te doen, dez laatste zou verplicht
zijn haar voorbeeld te volgen. Omgekeerd zou
de staatsspoorweg niet kunnen nalaten zijne
vrachten, ondanks den grooteren afstand, be
neden of gelijk met die der concurreerende
maatschappij te houden, wilde hij den handel, die,
vooral waar het vervoer-kosten geldt, scherp re
kent, niet in de armen vanzijn mededinger jagen,
In alle gevallen komt dus de exploitatie eener
kortere lijn den handel, hier bijzonder de ge
meenschap met Vlissingen, ten goede. Op dat
standpunt hebben wij ons te plaatsen, willen
wij den strijd tusschen de beide maatschappijen
met het oog op 't algemeen belang beoordeelen.
Om 't gebruik van dien kortereu spoorweg
mogelijk te maken, is noodig dat tusschen zijn
bestuur en de directiën der aangrenzende
spoorwegmaatschappijen onderling geregeld
worde, wat in art. 32 der Wet tot regeling
van den dienst en het gebruik der spoorwegen
(Stbl. 1875, no. 67) genoemd wordt„het
doorgaand vervoer van reizigers en goe
deren over de spoorwegen, tusschen alle daartoe
door den minister (van waterstaat) aangewezen
stations, in dier voege datlo voor reizigers
met hun-bagage doorgaande plaatsbewijzen te
verkrijgen zijn; 2o goederenverzendingen kun
nen geschieden met doorgaande vrachtbrieven
'en zooveel rfiógélijk met overgang der wagens**.
Deze regeling moet geschieden door het, bij
onderling overleg der spoorwegbesturen, vast
stellen der doorgaande tarieven voor het
vervoer, zoodanig dat b. v. om van Vlissingen
over de kortste lijn goederen naar Oberhausen
te verzenden, de enkele aanduiding op het
adres voldoende is, geen overlading of opont
houd onder weg vereischt wordt en slechts
eenmaal vracht betaald behoeft te worden,
waarvan de verschillende maatschappijen, bij
onderlinge verrekening, haar deel ontvangen.
Het bestuur der KeulenMinden-spoor
weg-maatschappij, op welke de lijn Boxtel-
Wezel aan den eenen kant uitloopt, heeft
zich bereid verklaard tot de vaststellirg
dezer doorgang-tarieven mede te werken. De
tusschenkomst der Pruisische regeering be
hoeft dus niet ingeroepen te worden om te
verkrijgen dat in dit opzicht voldaan worde
aan hetgeen bij art. 8 van het tusschen Nederland
en Pruisen gesloten tractaat (Staatsblad 1871
No. 102) betreffende de aansluiting der beide
spoorwegen bedongen is. Daarentegen heeft
men uit de in 't openbaar gewisselde stukken
kunnen zien dat de directeur-generaal der
staatsspoorwegen zijne medewerking eenvoudig
weigert, en wel omdat bij de vaststelling dier
tarieven de belangen der N. B. D maatschappij
in botsing komen met die, waarvan de behar
tiging aan hem is toevertrouwd.
Het argument dat de Noordbrabantsch
Duitsche maatschappij is eene onderneming,
zonder staatshulp, met Nederlandsch kapitaal
tot stand gebracht, acht de directeur-generaal
der staatsspoorwegen niet krachtig genoeg om
hem in dit opzicht van zienswijze te doen
veranderen.
Het mag even onmogelijk geacht worden, den
directeur-generaal tot andere inzichten te bren
gen, door te wijzen op de voordeelen, welke van
eene meer vrijgevige spoorweg-politiek, ook
voor z ij n e onderneming, te wachten zouden
zijn. Wanneer een man als de heer 's Jacob
dat niet inziet, dan moeten wij aannemen dat
hij het niet w i 1 inzien, hetzij omdat hij reden
heeft elke concurrentie voor zijne maatschappij
te duchten, hetzij omdat hij de hoop koestert,
door nog eenigen tijd vol te houden en te
chicaneeren, de zwakkere N. B. D, maatschap
pij ten ondergang te brengen. Was dat oogen-
blik eenmaal aangebroken, dan zou de Exploita
tiemaatschappij misschien door het aankoopen
van den spoorweg een goeden slag kunnen slaan.
Toch willen wij, daar de directeur-generaal
een souverein is met groot, doch nog niet met
geheel onbeperkt gezag, op een drietal voor
deelen wijzen, welke zijn eigen maatschappij
van de exploitatie der N. B. D. zou kunnen
hebben.
Ten eerste valt alleen langs den weg
Boxtel—Wezel aan concurrentie met den Rijn
spoorweg te denken, voor het goederen-vervoer
uit de nijverheids-centrums in Rijn-Pruisen
naar Rotterdam. Langs den bochtigen staats
spoorweg over Venlo is die mededinging niet
mogelijk.
Ten tweede is de uitvoer van steenkolen
over Vlissingen, in concurrentie met Hamburg
en Bremen, slechts mogelijk indien van den
korts ten weg gebruik gemaakt wordt.
Ten derde kan van den meer dan 40 kilo
meters korteren weg Boxtel—Wezel gebruik
gemaakt worden om te concurreeren met de
Grand Central Beigedie thans al het goed,
uit Duitschland naar Antwerpen bestemd, over
Aken vervoert. Het gedeelte Boxtel—Breda
van den staatsspoorweg zou hierdoor een
aanzienlijk vervoer kunnen bekomen.
Wij herhalen echter dat wij de pretentie
niet hebben, den heer 's Jacob in zijn eigen
vak een lesje te geven. Neemt hij deze
kansen niet in aanmerking, dan is 't dewijl
hij zijne redenen heeft om ze te verwaarloozen.
Êr blijft ons, die voor de exploitatie der lijn
BoxtelWezel meenen te mogen pleiten, dewijl
zij in ons oog eene zaak van algemeen belang
is, dus niets anders over dan te onderzoeken
of er geen ander middel bestaat dan dat der
overreding, om de medewerking der Expl.
maatschappij te verkrijgen.
Dat middel is, naar onze meening, te vinden
in het reeds aangehaalde art. 32 der wet van
1875 (stbl. No 67). Daarin wordt bepaald:
„De vrachtprijzen voor die overbrenging
(tusschen verschillende spoorwegen) van reizi
gers en goederen worden door den minister
van binnenlandsche zaken, (van waterstaat),
de ondernemers gehoord, vastgesteld.
„Waar en zoolang geen tarieven voor d o or-
gaand vervoer zijn aangekondigd, worden de
vrachtprijzen berekend door samentelling van
die der tarieven voor lokaal of doorgaand
verkeer op de baanvakken der verschillende
ondernemingen, waarlangs moet worden ver
voerd.
„Heeft het overleg, voorde in dit artikel
bevolen regeling, met de óndernemers der spoor"
wegdiensten niet binnen den door den minis
ter voorgeschreven tijd tot overeenstemming
geleid, dan regelt de minister, na de onder
nemers te hebben gehoord."
De minister van waterstaat heeft dus niet
alleen het recht tusschen beide te komen, hij
is daartoe verplicht, en verantwoordelijk wan
neer, tengevolge van den onwil eener maat
schappij, eene spoorweglijn niet behoorlijk geëx
ploiteerd kan worden.
Die onwil is in deze duidelijk en erkend.
De Duitsche maatschappij wilde Nederlandsche
weigert. Er bestaat derhalve, meenen wij,
voor den minister aanleiding tot vaststelling
van den tijd, waarin de directiën tot overeen
stemming moeten geraken. Alleen bepale hij
dien tijd niet te lang. Want de Noordbra
bantschDuitsche maatschappij is niet bestand
tegen veel langer wachten. En het belang
harer aandeelhouders moge geen algemeen be
lang in den strikten zin des woords meer zijn,
een gewichtig Nederlandsch belang is
het toch ongetwijfeld. Ook kan het de roeping
der regeering niet zijn, als zij de bevoegdheid
heeft om tusschenbeide te treden, door wer
keloosheid te bevorderen dat, in den strijd om
't bestaan tusschen twee ondernemingende
zwakste door overmacht ten onder gebracht
worde.
De kamer van koophandel en fabrieken alhier
zal op Maandag den 16c= dezer te 3 uren precies eene
openbare vergadering houden, waarin de volgende
onderwerpen zullen worden behandeld: Verondie-
ping Veere; rapport BoxtelWezej; en voordracht
Entrepot.
De St. Ct. bevat het koninklijk bèsluit van den
len Dec. 1878, tot wijziging van het reglement
van politie voor het kanaal door Zuid-Beveland,
vastgesteld bij kon. besluit dd<>. 5 Oct. 1866
(Stbl. n°. 163),
NToordgouwe, 12 December. Gisteren werd
alhier het vergelijkend examen gehouden voor de
vaceerende betrekking van hoofdonderwijzer.
Het werd afgenomen door den heer districts
schoolopziener mr. Schneiders van Greijffenswerth,
die daarbij werd geassisteerd door den heer J.
Th. Oosterman, hoofdonderwijzer te Zierikzee.
Van de 16 sollicitanten waren slechts 7 opge
komen. Onder de afwezigen behoorden eenige
die reeds op reis waren, maar door den op 10
dezer ingevallen mist, Noordgouwe niet konden
bereiken, daar de stoomboot Stad Zierikzee dien
dag uit Rotterdam niet kon afkomen. Een
ander uit Axel gaf kennis, dat hij te Middel
burg was gearriveerd, maar te laat om met de
spoorboot te komeu. Als men zulke teleurstel
lingen ondervindt, dan kan men niet nalaten
luide te zuchten over de onvoldoende communi
catie-middelen der eilanden Schouwen en Duive-
land en te wenschen dat de pogingen, die thans
weder worden aangewend om daarin verbetering
te brengen, beter mogen slagen dan de vroegere.
Waar zulke feiten spreken, zijn immers niet vele
woorden noodig om het dringend noodzakelijke
daarvan aan te toonen Het examen begon des
voormiddags 10 uren en eindigde, met slechts
twee uren pauze, des nachts te 1 uur.
Tot lid van den raad te Hoedekenskerke werd
gekozen de heer J. de Schipper en te Yerseke,
bij herstemming, de heer M. van Stee.
Uit den door het bestuur der spaarbank te
Rotterdam openbaar gemaakten staat van het
aantal posten van inlage, bedrag, enz. van het
sparen op scholen, van 1 Mei tot 31 Oct. 1878 j
blijkt, dat van de 5790 kinderen, welke het 20tal
scholen bezoeken, waar gespaard wordt, 3035
kinderen in dien tijd hebben ingelegd tot een
bedrag van f 6398.51. In ditzelfde tijdvak van 1877
werd er door 2779 kinderen van de 5234, die 18
scholen bezochten, waar toen gespaard werd,
f 5374.88 gespaard. Het getal scholen is alzoo
met twee vermeerderd, doch in het laatste half
jaar zijn geene nieuwe scholen bijgekomen. Er
werden 396 nieuwe boekjes minder uitgegeven
dan in genoemd tijdvak van 1877.
De St. courant bevat een besluit van 1 Decem
ber jl. bepalende1° de maten en gewichten die
in het jaar 1879 onderworpen zijn aan den herijk
bedoeld in art 15, litt a, der wet van den 7en April
1869, 2° die herijk geschiedt binnen het tijdvak,
dat aanvangt op 1 Jannnari en eindigt op 1
October van dat jaar3° aan gedeputeerde staten
der onderscheidene provinciën wordt opgedragen
het tijdstip te bepalen, waarop die herijk in elke
gemeente, gedurende het sub. 2° vermelde tijd
vak, zal plaats hebben.
posterijen. Benoemd tot directeur van het
postkantoor te Scheemda A. J. Rama, thans
brievengaarder aldaar en tot directeur van het
postkantoor te Haarlem, H. J. Vinckers, thans
directeur van bet postkantoor te Leeuwarden.
geneeskundigen dienst. Benoemd, voor den
tijd van vijf jaren tot officier van gezondheid 2°
kl. bij het leger in Ned. Indië dr. F. W. Stam-
meshaus, practizeerend geneesheer te Duhr, bij
Wiilfrath (koninkrijk Pruisen).
leger. Benoemd o bij den prov. staftot
majoor en prov. adjudant in Friesland, de kapt.
J. G. Strootman, van het le reg. inf.: b bij het
wapen der inf., tot le luit., de 2" luits. J. W. de
Groot, B. G. de Gouberville en P. A. H. F. Ter-
gau, allen van het wapen, gedetacheerd bij het
leger in Nederlandsch-Indiëbij het le reg., tot
kapt. van de 2* kl., de V luit. C. T. Verkerk,
van het 8' reg tot 1" luit., de 2e luit. W. G. L.
van Tengnagell de Raad, mede van het 8e reg.;
bij het 3e reg.tot lp luit., de 2e luits. R. K. de
Jong en L. A. de Jong van Lier, beiden van het
korps; bij het 4e regiment, tot majoor, de kapt.
W. C. D. van Rijen, van het korps; tot kapt.
van de 2e kl., de le luit. A. Jongquiére, van het
reg. grenadiers en jagers; bij het 5e reg. tot
kapt. van de 2" kl. de 1" luit. L. W. Muller, van
het 7P reg., tot lc luit., de 2e luit. H. H. E. baron
van Voorst tot Voorst, mede van het 7e reg.;
bij het 7e reg. tot kapt. van de 2" kl., de lcluit.-
adj. L. P. van der Wal, van het 2e reg.bij het
8C reg., tot le luit., de 2" luit. H. Vreede enC. F.
Ouwerling, beiden van het korps; bij het instr.-
bat. tot 1" luit., de 2' luit. C. A. Engelbregt,
van het korps.
Door den kerkeraad der Chr. ger. gemeente
alhier is gisteren avond, met het oog op de be
hoefte aan meerdere ruimte, ten gevolge van het
aantal kinderen dat de school voor gewoon en
meer uitgebreid lager onderwijs bezoekt, besloten