N°. 295. 121® Jaargang. 1878} Zaterdag 14 December. HET SKELET IN HUIS. Dit blad verschijnt dage laks, met uitzondering van Son- en Feestdagen. Prijs per 3/xn. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertëntien: 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,60 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Middelburg, 13 December. ^SXJIX-,X-,ET03Sr. Benoemingen en besluiten. Naar aanleiding van het gebeurde met den heer Van Houten, treedt de Haagsche correspon dent der Zutphenschecourant in eene beschou wing over het bestaande verband tusschen de liberale leden der tweede kamer, waarbij bij de, uit den mond van een kamerlid opgevangene, mededeeling doet, dat de liberale partij in de kamer, na de aanneming der schoolwet, nog geen enkele maal vergaderd is geweest. Hij laat daar verder op volgen: »Het is bijna niet te gelooven. Na Juni zou er geen enkele vergadering zijn gehoudenEn in dien tijd zijn hoogst belangrijke ontwerpen voorbereidin dien tijd is de wet tot regeling van de financieele verhouding tusschen Indië en Nederland ontworpen en ingediend; in dien tijd heeft de belasting op het kapitaal in portefeuille alle stadiums van het voorbereidend onderzoek doorloopen De geheele zaak is mij raadselachtigmaar juist daarom komt het mij wenschelijk voor dat thans, nu toch eenmaal door het incident-Van Houten het liberale partijverhand in de kamer is ter sprake gebracht, elke sluier voor ons oningewijden worde weggenomen en eens duidelijk in de kamer worde uiteengezet, waarin het partijverhand nu toch eigenlijk bestaat. In het buitenland schuwt men ten dien opzichte ook geen openbaarheid. De partijen in de Pransche kamer geven ^an hare vergaderingen zelfs geregeld verslag in de dSïiëJ&len. Dat moge nu wat overdreven zijn, over de organisatie zelf behoeft m. i. geen nevel te hangen. Nam men elke dubbelzinnigheid weg, dan zou het publiek ook beter knnnen beoordeelen in hoever de stap van den heer v. Houten gerechtvaar digd is. Nu de Groninger afgevaardigde het toch eenmaal noodig heeft geacht zijn' houding' tegenover zijn vroegere partijgenooten in 't openhaar te rechtvaardigen, nu had ik gedacht, dat hij ook in meer bijzonderheden zou zijn afgedaald; want zonder nadere bijzonderheden is een oordeel uiterst moeilijk, zoo niet onmogelijk." Sommige onzer lezers zullen zich misschien nog herinneren dat nu bijna twee jaren geleden, toen de reorganisatie der liberale partij, in verband tot de mogelijke vorming van een ministerie, het drukst besproken werd, door ons op meer open baarheid ten aanzien der samenstelling en der handelingen van het liberaal partij-verband, werd aangedrongen. (Zie o. a. M. Ct. van 18 Januari 1877.) „Langzamerhand, schreven wij toen, stuks gewijs, langs allerlei officieele en officieuse wegen, moeten wij op de hoogte komen van hetgeen door onze liberale vertegenwoordigers besproken en besloten is. Men zou bijna zeggen, doch het ware al te ongerijmd om zoo iets aan te nemen,-— dat de liberale kamerleden van meening zijn dat hunne besluiten en handelingen de liberale party buiten de kamer niét aangaan. Juist omdat het werk nog niet voltooid kan zijn, en behoefte hebben kan aan een goeden en welgemeenden raad, vinden wij vrijheid tot de opmerking dat de liberale partij in de tweede kamer nimmer haar vroegeren invloed bij de natie zal herwinnen, indien zij niet, ook door hare uitwendige hande lingen, toont zich êen te gevoelen met en behoefte te hebben aan den steun van het verlichte deel des volks." Uit hetgeen de correspondent der Z. Ct. schrijft, blijkt dat hetgeen wij destijds aanvoerden niet geheel ongegrond was. Men heeft ons toen tege moet gevoerd dat hetgeen wij verlangden onge rijmd was dat de reorganisatie, die jonge teere plant, de felle zon der openbaarheid niet zou kunnen verdurendat bovendien van deze geheele zaak eigenlijk te veel ophef gemaakt werd, dewijl „het liberaal partij-verband" altijd bestaan had en de liberale kamerleden steeds gewoon waren geweest zich in geregelde bijeenkomsten over de gemeenschappelijk te volgen gedragslijn te verstaan. Wij konden dit toen evenmin tegenspreken als wij nu in staat ziju de juistheid der inlichtingen van den Haagschen briefschrijver te beoordeelen. Maar men zal toestemmen dat onze voorspelling wel eenige kans vertoont van te zullen uitkomen. Wist men op het oogenblik wat aanleiding gegeven heeft tot de uittreding van den heer Yan Houten, wat daaraan voorafgegaan is en welke redenen over en weer zijn aangevoerd, dan bestond er mogelijkheid voor de liberale opinie buiten de kamer, om zich te vormen en uit te spreken. Zooals het nu is, ziet de een in den heer Van Houten eên spelbreker, de ander een martelaar maken sommigen hem uit vooreen grillig,koppig en onhandelbaar man, en huldigen anderen in hem den eenigen man van karakter der kamer, 't Is duidelijk dat, ofschoon deze persoonlijke be oordeelingen betrekkelijk onverschillig zijn, dit niet het geval is met de beoordeeling der begin selen en vraagstukken, welke in de personen belichaamd zijn. Maar tot die beoordeeliDg wordt de publieke opinie niet in staat gesteld, en hetgeen in de volksvertegenwoordiging omgaat maakt dientengevolge te licht op haar den indruk van persoonlijk gekrakeel, hare aandacht onwaardig. Daardoor daalt, te gelijk met de liberale partij, de geheele vertegenwoordiging langzamerhand in de schatting des volks. De opbrengst der rijksmiddelen over de elf verloopen maanden des jaars is geweest 88,043,000, zijnde Ij millioen ineer dan geraamd was en 8j ton meer dan over 1877. Over de maand November alleen was de opbrengst in „1878 f 8,683,000, zijnde bijna zes ton minder dan in het vorige jaar. De ongunstige toestand van nijverheid en handel in de geheele wereld kan hiertoe hebben bijgedragen, hetgeen te meer waarschijnlijk voorkomt als men in aanmerking neemt dat de lagere uitkomst geheel uit de cijfers der indirecte belastingen voortvloeit. De onthullingen van den Amsterdamschen be richtgever van het Vtr. Dagblad jen aanzien van hetgeen bij het bouwen van het rijks museum te Amsterdam voorvalt, zullen eindelijk het gevolg hebben dat zij bebooren te hebben, namelijk bestraffing der schuldigen, óf wel vervolging van den lasteraar. De correspondent schrijft heden het volgende: „Toen ik heden middag te huis kwam vond ik eene dagvaarding van den officier van justitie, om ten zijnent te zeven uren te cómpareeren. Het gold mijne medédeelingen omtrent den archi tect Guy pers. „Eindelijk dan! Thans zal de waarheid aan het licht komen." Omtrent den toestand van den minister van oorlog deelt het Handelsblad het antwoord mede, den ll'n Dec. door den geneesheer des lijders, dr. Borski, gegeven aan een van 's ministers vrienden, die, verheugd over de waar te nemen beterschap, omtrent de beteekenis daarvan het gevoelen van den geneesheer gevraagd had. D'. Borski antwoordde, dat „als resultaat van een pas met d1'. Rienderlioff gehouden consult, werkelijk gedurende de laatste weken eene gun stige wending in den toestand te constateeren viel, en dat mocht deze zich bestendigen, wat alleszins mogelijk te achten was verwacht mocht worden, dat de minister althans tegen Mei zoover kon zijn verbeterd, dat hij de leiding van de zaken van bet departement weder kon op zich nemen." Gedurende de week van 5 tot en met 11 Dec. kwamen te Vlissingen aan met de stoomschepen van de maatschappij Zeeland 209 en vertrokken van daar naar Engeland 263 passagiers. Tot ons groot genoegen zal het hoofdbestuur der maatschappij Tot nut van H Algemeen op de eerstvolgende algemeene vergadering voorstellen f 1000 beschikbaar te stellen voor een tweeden Noordpooltocht. Ook verneemt men dat in ver schillende plaatsen reeds toebereidselen worden gemaakt om de uitvoering van dezen tocht rrMiTOr^""*irir ---1 door FKIEDBICH SPIELHAGEN. DERDE HOOFDSTUK. Voor altijd, mon cherZij liggen daar huiten, in dat paradijs dat thans achter 11 ligt en dat uw vrouw voor goed verlaat met den eersten stap, dien zij over den drempel van uw huis zet, waarvan zij voortaan de meesteres moet zijn. En als zij plotseling al de verantwoordelijkheid voelt van den last, dien zij zoo blijmoedig op zich genomen heeft en zich in hangen twijfel af vraagt zult gij in staat zijn dien last te dragen dan antwoordt zij vol hoop en vertrouwenja, als hij mij trouw en standvastig bijstaat, hij, die de trouw, de standvastigheid, de eerlijkheid en de braafheid zelve is. En nu komt die brave, goede, standvastige man naar haar toe, trekt een leelijk gezicht en zegtgij zijt in een strik gevallen, mijn lieve kindof, en dat is in mijne oogen tienmaal erger, hij fluistert haar onder allerlei liefkozingen in 't oorik heb tegen u gezondigd en ben uwer niet waardig moet dan de jonge man zich ver wonderen als ze hem aan zijn woord houdt Ik zeg u, mon cherik ken jonge dames die het zouden doen en ik houd er uwe jonge dame ook toe in staat. Men is niet voor niet van moeders zijde een von Klungel Putz Want hier, mijn vriend, sluit zich eerst de noodlottige cirkel, waaruit ge te voren nog hadt kunnen ontkomengij hebt uit angst voor de aristocratische vooroordeelen der familie, uw ge heim zoolang bewaard totdat gij het niet meer kunt openbaren zonder niet alleen tegen die voor oordeelen, maar zelfs tegen de moraal te zon digen. De wond die gij, door haar vertrouwen te kwetsen, aan het hart uwer jonge vrouw toe brengt, zal nooit weer geheel genezen. Van dit oogenblik kan ze n nooit weêr op uw woord gelooven en ik zal u met een voor de hand liggend voorbeeld bewijzen, waartoe die ongeloovigheid kan leiden. Gij zegt, juffrouw Uelzen zal haar het geheim niet verraden, omdat gij het haar verboden hebt. Laat ons aannemen dat zij de verzoeking, die in dit verbod ligt, weerstaat en niet babbeltmaar wie staat er u voor in dat zij dit oogenblik niet waarneemt om uw vrouw de geschiedenis van Hans Fliederbusch te vertellen Ik herhaal wie staat daarvoor in en wel met al de akelige commentaren, die nu reeds zoo lang ge weg zijt, bij het volk in omloop zijnen de akeligste heb ik je nog niet eens verteld, omdat ik je wilde sparen, maar hooren zult ge het toch eenmaal, èn dusmen heeft de oude geschiedenis van den onderaardschen gang, die hier uit deze kamer naar een hol aan het strand, tusschen de dennen bij den Galgenberg, loopt, weer opgerakeld, en nu weet men precies waar de jongen gebleven is. Het is bespottelijk, niet waar? en toch ook weer niet. Gij kunt toch niet iedereen hier laten komen om die groote kast te laten zien, en al geeft gij niets om het gepraat van al die menschen, het komt uwe vrouw ter oore en als de jongen, wat God verhoede, eens niet terug kwam, en het ge heim van zijn verdwijnen eens niet opgehelderd werd gelooft gij dan dat het er toe zou bij dragen om uwe vrouw het verblijf in dit too ver paleis zeer aangenaam te maken Gelooft gij dat zij ooit in deze kamer zou kunnen komen zonder aan die geschiedenis te denken? Weet gij wat ik deed, als ik in uw plaats wasik liet, vóór dat ze nog iets van het gebabbel eu van het bestaan van die kast kon vernomen hebben, heel stilletjes die kast toemetselen, en als dan het gekakel tot haar doordringt, kunt gij heel kalm zeggenverbeeld je nu wat een onzin, mijn schat, er is hier niet eens een kast, laat staan een geheimen gang, laat staan dan Wat is er, wordt ge razend De dokter, die tot nu toe onder het spreken steeds zijne knieën bad zitten wrijven en voort durend met het bovenlijf voor- en achterwaarts gebogen had, bleef op eens stokstijf zitten en vestigde de oogen over zijne brillenglazen heen strak op Lebrecht, met den half vorschenden, mogelijk te maken. Alleen op deze wijze kan het góede voorbeeld, door den luitenant De Bruijne en zijne reisgenóoten, op het initiatief van den wakkeren Koolemans Beijnen genomen, de vruchten dragen die er van verwacht worden de vorming eener school van flinke Noordpool - vaarders en de voortdurende uitbreiding der wetenschap. De St.-Ct. bevat het kon, besluit van den 29ea November 1878, tot onteigening van perceelen en perceelsgedeelten in de gemeente Brakel en Pou- deroijen, welker bezit, ten behoeve van den ves tingbouw, vereischt wordt tot het maken van twee batterijen. In de St.-Ct. is opgenomen eene van de Neder landsche hoofdcommissie voor de tentoonstelling te Parijs, ontvangen verbetering van hare opgave van aan Nederlandsche inzenders op die tentoon stelling toegekende onderscheidingen. De lijst van hen die gouden medailles ontvingen, opge nomen in ons nommer van 22 October, moet nu nog vermeerderd worden met: de landsdrukkery t,e Batavia, de stoomweverij en spinnerij te Hil versum, de vereeniging van tuinbouwers en graanhandelaars onder den naam van Bloemisten- vereenigirig te Haarlem en de Nederlandsche maatschappij van tuinbouw. De storing in de telegraaflijn tusschen Hans- weert en Walzoordeu is, volgens het Sluisch Weekblad, weder opgeheven. Met leedwezen vernemen wij dat dr. Mar- tinus Cohen Stuart te Utrecht is overleden. H& was den 23en Januari te 's Gravenhage gebo ren, van 1847 tot 1873 remonstrantsch predi kant in verschillende gemeenten, het laatst te Rotterdam, en leefde daarna, ambteloos doch niet werkeloos, meest te Utrecht. In hem verliest de rechtzinnige protestantsche richting een harer wel sprekendste vertegenwoordigers, de Nederlandsche letterkunde een gelukkig beoefenaar, onze natie een harer rechtschapenste zonen. Yan zijne niet- theologische werken is zijn Zes maanden in Amerika (1875), dat hij ook door mondelinge voordrachten hielp verspreiden, het meest bekend. Hij was ook redacteur van De Zaaier. gemeentebesturen. Bekrachtigd de benoe ming van E. J. Gelderman, burgemeester van Warnsveld, tot secretaris dier gemeente. handels-entrepot. Op nieuw voor den tijd van 3 jaren benoemd tot directeur uit den handel half ontstelden blik van een arts, die bij zijn patient plotseling zeer verdachte verschijnselen van waanzin opmerkt. Lebrecht die, zooais de dokter althans meende, kalm naast hem had zitten luisteren, was eensklaps opgesprongen en had den zwaren leuningstoel, dien de dokter slechts met moeite kon verplaatsen, omhooggetild, alsof het een kinderstoeltje \vas, en daarop weer met zooveel kracht neergezet, dat alles in de kamer er van dreunde en de glazen op tafel rinkelden. Daarop liep hij de kamer op en neder, balde zijne vuisten, streek met beide handen door zijne lange blonde baren en bleef eindelijk tandenknar send voor den dokter staan, met den uitroep „Verwenschtverwenscht „Wat of wie is verwenscht, beste Lebrecht zei de dokter op een kalmen toon, die zonder ling afstak bij de opvliegendheid van zijn vriend. „Wij hebben het daar daar in die kast gezet „Wat „Kunt ge dat nog vragen -— het het „Het corpus delicti „Ja, ja, we moesten er toch ergens mee heen en dat was op dat oogenblik de veiligste en beste bergplaats." ,,'tls waar, ik lieb straks keelemaal vergeten te vragen waar gij het gelaten had." „Hij zou het er later weer uitnemen, en weer op zijn plaats brengen ingeval ik hem kon schrij ven dat ik met Anna gesproken haden bet an ders in stilte ergens anders in veiligheid brengen;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1