N°. 287,
121e Jaargang.
Donderdag
5 December.
1
HET SKELET IN HUIS.
Dit blad verschijnt dagelijks,
'met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentien! 20 Cent per regel,
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de puhlicité étrangère 6. L. Daubk en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg, 4 December.
3?BUILLHTOlsr.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs,
Kerknieuws,
Marine en leger
St. Laurens, 3 December. In de beden
gehouden zitting van den raad dezer gemeente
werd in plaats van den heer D. Rooze, die zijn
ontslag had verzocht, tot wethouder benoemd de
heer D. Gideonse, terwijl tot ambtenaar van den
burgerlijken stand de burgemeester, de heer P. J.
Davidse, benoemd werd.
Tevens werd, in plaats van den heer H. F.
Haman, tot gemeente-geneesheer benoemd dr. H. A.
de Jongh, arts te Middelburg.
BFleuw- en St. «Foosland, 3 Dec. Als een
waarschuwend voorbeeld van vergiftiging door
kooloxydegas kan het volgende dienen.
In den avond van 11. Zondag werd in een kamer
alhier een kachel zonder schoorsteen of buis, zooals
Jn den laatsten tijd in gebruik zijn gekomen,
gestookt en wel met daartoe aanbevolen kolen
zonder rook of walm.
Bij eene behagelijke warmte begaf zich de
familie, bestaande uit man, vrouw, een jongeling
vaii 16 en een kind van 2 jaren, ongeveer te
11 uren naar bed. De deur van de kamer was
gesloten doch uit voorzichtigheid was een raam
op een kier gezet. De man ontwaakte smorgens
omtrent half vijf met duizeligheid en braken,
evenzoo de hoogst zwangere vrouw. De man
ging daarop, of liever kroop, daar het gaan hem
onmogelijk viel, naar de wieg van zijn kind, dat
hem wezenloos en naar het hoofd wijzend aan
staarde, hij nam het op en bracht het naar het
open staand raam, waarna het dadelijk begon te
vomeeren.
De man nu de kamerdeur geopend hebbende,
sukkelden vrouw en kind naar buiten, terwijl hij,
na veel roepen en schudden, den jongeling, zeer
bedwelmd en half bewusteloos, wakker kreeg.
Deze laatste, de buitenlucht zoekende, viel geheel
bewusteloos op de binnenplaats neer, doch kwam,
na eveneens gebraakt te hebben, met hevig klop
pende hoofdpijn weder bij.
De man, met blauwachtig aangezicht en uit
puilende oogen, moest dadelijk aan zijne dage-
lijksche bezigheden, terwijl de overigen, na hevige
koude, te bed in diepen slaap vielen, waaruit zij
veel verlicht ontwaakten.
De twee overige huisgenooten, die in eene
andere kamer sliepen, bleven ongedeerd.
Gelukkig zijn de vier lijders thans weder her
steld toch blijft de vrees gewettigd dat, bij een
langeren duur der vergiftigende oorzaak, de dood
dook
FRIEDRICH SPIELHAGEN.
EERSTE HOOFDSTUK.
Die eenige dagen waren er veertien geworden
en de zaken van den heer Nudel duurden zelfs
nog tot in de derde week voort, en die arme
Arthurhij had zich wel willen doodschieten
en hij kon zich ook dood geschoten hebben
op zijn woord! als hij dan niet het genoegen
verbeurd had om op haar bruiloft te dansen en
haar te toonen dat in zijne aderen het echt adel
lijke bloed van de von Kliingel Putz vloeide en
niet zulk halfslachtig patricisch bloed, dat zoo
danig met het burgerlijke der Schmitz 's vermengd
was, dat het bijna onkenbaar was geworden,
nu het in de aderen zijner nicht was gevloeid.
Haar mama was zeer op de hand van Arthur
geweestzij had gaarne met het patricische goud
der Schmitz's den kalen stamboom der Kliingel-
Putz tot vernieuwden bloei gebracht; maar de
goede papa had zijne dochter trouw bijgestaan
en op zijn kalmen, aangenamen toon gezegd:
dat Arthur blij moest wezen een neef te krijgen,
door verstikking van een of meer hunner het
gevolg zou zijn geweest.
Volgens het Padangsah Handelsblad leggen de
hoofden in het binnenland van Sumatra eene zoo
heslist wantrouwende gezindheid ten opzichte van
den wetenschappelijker onderzoekingstocht in-hun
gebied aan den dag, dat aan voortzetting daarvan
niet te denken is en men in afwachting blijft,
wat'in Nederland besloten zal worden.
Volgens het Nieuws van den Dag is de inzender
van het ontwerp, geteekend Res Dubia, voor de
monumentale fonteinen op het buitengoed van
Z. K. H. prins Hendrik, de beeldhouwer Stracké
te Amsterdam. Men herinnert zich dat dit ont
werp door den bouwkundige Godefroy is uitge
maakt voor eene copie der „schildpadden-fontein"
te Rome.
Een ander ontwerp, ingezonden onder de zin
spreuk Constantia en behoorende tot het drietal,
dat door de jury aanvankelijk is uitverkoren is
het werk van den heer Molkenboer, leeraar aan
de hoogere burgerschool te Leeuwarden.
Van het derde ontwerp is de maker nog niet
bekend.
Op de 286 algemeene vergadering der Vereeni-
ging van en voor industrieelen, die Woensdag 11
dezer zal gehouden worden, zullen o. a. de vol
gende punten behandeld worden.
Vaststelling der concept-statuten voor een
verbond van gebruikers van stoomtoestellen en
der wijze en middelen van uitvoering.
De drinkwaterquaestie.
De Parijsche tentoonstelling, bepaaldelijk wat
betreft de oorzaken harer over het algemeen
minder gunstige resultaten voor de Nederlandsche
nijverheid, en de vraag: hoe deze in het ver
volg te voorkomen.
De nieuwe richting der buitenlandsche tarief
wetgeving en wat onzen industrieelen in verband
daarmede te doen staat.
notarissen. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan H. Hamer, als notaris te Neede.
burgemeesters. Op verzoek eervol ontslag
verleend als burgemeester der gemeente Klnndert,
aan G. W. Bossers.
leger. Voor den tijd van vijf jaren gedeta
cheerd bij het wapen der artillerie van het leger
hier te lande, de 1® luit. jhr. H. P. Tindal, van
het wapen der artillerie in Ned. Indie, thans met
verlof hier te lande, en de le luit. C. H. A. R.
Schuurman, van de 2e afdeeling vesting-artillerie,
die bij gelegenheid een lastig wisseltje voor hem
kon honoreeren. Hij was nu eenmaal, ondanks
de vermaagschapping met de Klüngel-Putz en
zijn echt Keulsch patriciërschap, een eenvoudig
hnrgerinan, die juist geld genoeg had om het
naar waarde te schatten. Ja, hij kwam er rond
voor uit dat de twee millioen van zijn schoonzoon
hem bepaald ontzag inboezemden en als Anna
den man liefhad ja, God wist hoe gaarne hij
haar in zijn nabijheid gehouden had! Maar
Woldom lag toch nog niet buiten de bewoonde
wereld. Hij hoopte, hoe ongaarne hij ook reisde,
zich in persoon daarvan te overtuigen en aan
het Oostzeestrand, met echten Rijnwijn, op het ge
luk van het jonge paar te drinken, uit den bowl,
dien de koning van Pruisen den koning van
Woldom ten geschenke had gegeven.
Den koning van Woldom
Een bankier uit Berlijn, hij wien papa onder
de hand geïnformeërd had naar het vermogen
van den koopman,, had niet alleen de eensluidende
berichten der Londensche en Hamburgsche huizen,
die Lebrecht hem opgegeven had, bevestigd, maar
er bijgevoegd„Ik hond den man zelfs voor
nog veel rijker; hij is inderdaad hetgeen onze
geestige overleden koning reeds van zijn vader
gezegd heeft. Laat hij u zelf die geschiedenis
eens vertellen, zooals zij mij verleden jaar ver
haald is door een dokter uit Woldom, dien ik
te Heringsdoif heb leeren kennen.
En Lebrecht had haar verteld, met neergesla
gen oogen, alsof hij er zich over schaamde, en
mede voor den tijd van vijf jaren gedetacheerd
hij het wapen der artillerie van het leger in Ned.
Indie.
Overgeplaatst in zijnen rang bij het reg. grena
diers en jagers de kap. D. Aeyelt, van het 7®
reg inf.
Benoemd tot 2e luit.Bij het wapen der inf.
bij het le reg., de sergeanten K. R. L. Koene,
van het 6e, en G. Pieters, van het 8e reg.bij het
2® reg., de sergeanten F. C. G. A. A. Schwartz
en E. P. van Thiel, beiden van het 6e, G. W. L.
Hollenbach, van het 8®, en P. van den Hoonaard,
van het le reg.hij het 3® reg., de sergeanten
F. H. Tissot van Patot, van het 6e, L. C. W.
Defïze, van-het 2«, A. Klontje, van het le, en H.
Spruyt, van het 2e, benevens de sergeant-majoor
J. C. Frederiks, van het 6» reg.; bij het 4® reg.,
de sergeanten G. A. van Driel, van het 6e, H. M.
Koolhoven, van het 7e, J. G. A. Frommann, van
het 2e reg., M. J. L. Oudshoorn, van het instruc
tie-bataljon, D. Schoonman, van het reg. gren.
en jag., en J. A. Houbolt, benevens, D. H. Ger-
dessen, beiden van het 5' reg.bij het 5e reg. de
sergeanten J. C. H. A. Quack, van het instructie
bataljon, en E. K. Blokzijl, van het 3e reg.; bij
het 6® reg., de sergeanten P. A. Sernée, van het
4®, H. C. E. J. Bonemeijer, van het 2e, P. Glerum,
van het 3e, J. Boot, van het 2® en J. Rogier,
van het 3® reg.; bij het 7e reg., de sergeanten
G. van der Reyden, van het 6e, D. J. Ruitenbach,
van het 1®, A. J. P. A. de Vries, van het 5®,
benevens A. Kniphorst en E. Jacobs, beiden van
het 1® reg.; bij het 8® reg., de sergeanten J. S.
van Dijk, van het instructie-bataljon, A. Holland,
Aan het 6® reg., en L. G. T. W. Fontein, van het
instructie-bataillon.
Bij het wapen der cavalerie, bij het le reg.
huz., de wachtmee^ers A. Geel, van het 4e reg.
huz., en A. I. Storm de Grave, van het korps
bij het 2e reg. huz., de wachtmeester W. H.
Piepers, van het 3e reg. huz.
Bij het wapen der artillerie, bij de le afd. vest.-
art., de sergeanten W. F. Pop, van de 3® afd.
vest.-art., en L. C. van Kuyk, van het korps;
hij de 5e afd. vest.-art., de sergeant J. E. Renneft,
van de 3„ afd. vest.-art.; bij de 6- afd. vest.-art
de sergeanten W. Vosmaer, van de 2e, en G. J.
Neizen, van de 1® afd. vest.-art
Benoemd tot 2e luit. kwartierm. bij het personeel
der mil. adm., bij het 6® reg. inf., de serg.-maj.
C. Broeksma, van het 3« reg.bij het 7® reg. inf., de
serg.-maj. J. Sneep, van het 1® reg.bij het 8®
reg. inf., de serg. C. J. H. J. Schuak, van het 7®
reg.hij het 1® reg. veld-art.de serg. W.
Woudstra, van het 5e reg. inf
geneeskundige dienst. Benoemd tot off. van
gezondh. 2® klasse-- bij het personeel van den
met een haperende,stem, als iemand die een mis
drijf bekent.
En toch was het de onschuldigste anecdote van
de wereldde overleden koning, die zoo gaarne
in Nieuw-Yoorpommeren en op Rügen vertoefde,
was ook te Woldom geweest en had welwillend
de hem aangeboden gastvrijheid in het ouderwet
se! e huis op de Markt aangenomen, en toénZ. M.
zich den volgenden morgen door zijn gastheer al
de bescheiden merkwaardigheden der stad liet
wijzen, moest vader Nudel op alle vragen van den
belangstellenden monarchWie beeft deze kade
gebouwd aan wie behooren die pakhuizen aan
wie die schepen wie heeft deze Promenade aan
gelegd wie heeft dit armhuis gebouwd enz.
steeds naar waarheid antwoorden mij, Majesteit
ik, Majesteit al naardat de vraag was, totdat
de koning, die zeer nadenkend geworden was,
plotseling bleef stilstaan en uitriep, terwijl hij
zich tot de heeren van zijn gevolg wendde„Ik
zeg u, mijne heeren, als ik helaas geen koning
van Pruisen was, zou ik de koning van Woldom
willen zijn."
En op den prachtigen bowl van gedreven zilver,
die een half jaar later uit Berlijn kwam, prijkte
het Woldommer stadswapen, naast het koninklijk
Pruisische en onder de ineengestrengelde initialen
van den koninklijken naam en van den naam
van Nudel, stond met gouden letters„De dank
bare koning van Pruisen aan zijn collega van
Woldom."
Hoe dikwijls had Lebrecht die geschiedenis
geneeskundigen dienst der landmacht in Neder-
landsch Indie, de heer A. J. Helfrich, arts eu
medicinae doctorandus.
Benoemd tot leeraar in de wiskunde aan het
gymnasium te Delft de heer J. F. von Söhsten,
te Gorinchem.
Goes, 4 Dec. Sedert geruimen tijd verkeert
het kerkgebouw der Nederlandsche Israëlietische
gemeente alhier in een bouwvalligen toestand.
Thans is dat zoo verergerd, dat de godsdienst
oefening daarin onmogelijk wordt.
De leden der gemeente hebben nu ernstig het
voornemen opgevat om pogingen aan te wenden,
teneinde een nieuw kerkgebouw te stichten.
Men acht dit, al was de tegenwoordige toestand
van het thans gebruikt wordende lókaal niet on
houdbaar, toch zeer wenschelijk, daar dit eene
bovenkamer is, van een zeer onaanzienlijk huis,
door twee of drie gezinnen bewoond. Mochten
de noodige fondsen niet bijeen gebracht kunnen
worden, dan zal men trachten het bestaande lokaal
te herstellen. De medewerking daartoe is dezer
dagen bij circulaire van het bestuur der N. I.
gemeente verzocht, ook van die ingezetenen welke
geen leden der gemeente zijn.
Vllssingen, 3 Dec. Gisteren meldden wij
dat tot lid van het college van notabelen der
N. H. kerk alhier gekozen is de heer A. Loois Jz.
Als men in aanmerking neemt dat dit college
de controle uitoefent over het beheer der geld
middelen van de gemeente, en medewerkt tot
regeling van den hoofdelijken omslag, die alhier
geheven wordt, dan staat men verbaasd over de
onuitsprekelijke onverschilligheid der Nederlanders
waar het de behandeling van hunne eigen zaken
betreft. Immers telt de hervormde kerk alhier
ruim 900 stemgerechtigde mansledematen, waarvan
er toch zoowat 350 in den hoofdelijken omslag
zijn aangeslagen, en hiervan hebben er 26 slechts
aan de stemming deelgenomen.
Moet men met dergelijke cijfers voor oogen
niet wanhopen dat Self-government ooit in Ne
derland vasten wortel zal schieten?
De luit. ter zee 1® kl. W. M. E. Bervoets, be
hoorende tot de rol van Zr. M3. wachtschip te
Amsterdam, en belast met het bevel over de
stoomkanonneerboot Gier, wordt op non-activiteit
gesteld.
daarna moeten vertellen! en hoe hartelijk had
papa er telkens om gelachen, terwijl de trotsche
mama glimlachte; en zij zelve zij had haren
lieven Lebrecht maar aangekeken zij vond dat
hij haar door dien bedeesdheid nog veel dierbaar
der werd en zei bij zich zeiven hij koningen
ik zijne koningin o, hoe gelukkig zullen wij zijn
Zullen wij zijnHeelemaal waren zij het nog
niet; althans Lebrecht was het niet en hoe kon
zij het dan zijn als hij het niet wasHij voelde
zich niet op zijn gemak in haar ouderlijk huis.
Met papa kon hij het best vinden, dat sprak van
zelf, wie zou niet van dien goeden lieven man
houden, die jegens de geheele wereld zoo wel
willend gezind was en vooral jegens den aan
staanden echtgenoot van zijn lief kindMama
meende het ook niet zoo kwaad, zeker niet
maar het was voor Lebrecht, wars als hij was
van al wat naar grootspraak geleek, een ware
beproeving om altijd in gesprekken gewikkeld te
worden die steeds op hetzelfde neerkwamen de
verheerlijking van het geslacht der von Klüngel-
Putz hoe dat eenmaal vijftig burchten aan den
Rijn had bezeten, hoe het met de von Sickingens
en andere hoogadellijke familiën verwant'was ge
weest en zelfs half en half vermaagschapt aan
het Huis van Ilabsburg; hoe evenwel die glans
van lieverlede was afgenomen, gelijk die van een
ondergaande zon, totdat o wreedheid van het
noodlot! een von Klüngel-Putz zij zelve,
met een burgerman was gehuwd en de dochter
uit dit huwelijk zich nu weder aan een burger-