BUITENLAND.
Telegraphische berichten.
Gedachten over oorlog.
Algemeen Overzicht.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ijs.
Kerknieuws.
Kunst nieuws.
Staten-Generaal.
de belangen der inlanders gebaat waren. De oor
zaken van den achteruitgang van handel en
scheepvaart waren gelegen in de surtaxe van
vreemde landen of in het gemis van energie ten
onzent. De heer Wintgens wees daarentegen
nogmaals op de toeneming van den handel van
Engeland ten koste van den onzen.
Daarop volgde een langdurig debat over een
voorstel van den heer Wintgens, tot weglating
der belasting op het personeel voor de in Indië
gevestigde Europeanen. Daar de zaak nog in
haar geheel was, betoogde hij dat de vertegen
woordiging nu het gewichtig beginsel kon uitmaken,
of aan de ambtenaren belasting behoorde opgelegd
te worden.
Dit voorstel werd bestreden door de heeren
Mees, Ileydenryck, van der Hoeven, van de Putte en
den minister. Zij betoogden dat het hier in de eerste
plaats eene quaestie van gezag goldmen moest
niet wijken voor een overigens ongerechtvaar
digd verzet. Voorts zou door het weglaten der
belasting verwarring gebracht worden in eenmaal,
krachtens een besluit der kamer, gemaakte finan-
cieele berekeningen.
De belasting werd daarna aangenomen met 44
te:cn 5 stemmen en de Indische begrooting met
46 'egen 1 stem.
's Gravenhage. Benoemd tot directeur van
het kabinet des konings mr. J. T. Alewijn, secre
taris van dat kabinet.
BUITENLAND.
liahore. Gisteren werd een hevig geweervuur
vernomen nabij Alimushid, op een plateau tegen
over den Khijberpas. De Engelschen werden door
de Afridies aangevallen; de bergpas is sedert
gisteren versperd.
Konstaistïnopel. Het ministerie is gewij
zigd; er is eene bezuiniging op de consulaten
ingevoerd; de Fransche en Engelsche gedele
geerden zijn bezig met eene hervorming in de
uitvoerrechten te brengen.
Petersburg. De berichten omtrent de toe
spraak van generaal Kaufmann bij het overhan
digen van een eeresabel aan Sjier Ali, zijn niets
dan moedwillige verzinsels.
ontworpen moeten worden, zal weldra'geheel voor
zien zijn in de bewapening der werken van de
N. Holl. Waterlinie, die in de eerste linie liggen,
aangezien het daaraan ten vorigen jare nog ont
brekende, op genoemd aantal na, thans óf aan
geschaft óf aangemaakt is.
De bewapening der overige werken in de N.
Holl. Waterlinie, alsmede die der werken gelegen
in de stelling van het Holl. Diep en Volkerak,
van de monden van de Maas, het Haringvliet en
van den Helder, behoeft nog steeds aanvulling.
Nog aangeschaft zullen ook moeten worden de
ontbrekende vuurmonden voor de werken tot
dekking van rivierovergangen en opname van
troepen aan IJsel, Maas en Waal, van de stelling
van Amsterdam, van de Zuiderwaterlinie, van de
positie aan de Wester-Schelde en van de stelling
van de Geldersche vallei met die in de Neder-
Betnwaa
Sp
-
Eene merkwaardige uiting van onwaardigen
angst valt heden te vermelden. In de zitting van
den Duitschen bondsraad is eergisteren eene
voordracht van Pruisen behandeldom art. 28
van de socialistenwet toe te passen op Berlijn en
aangrenzende gemeenten, met uitzondering van de
bepalingen omtrent het recht van vergadering en
den verkoop van drukwerken. Deze zullen echter
wel volgen. Het deel van het artikeldat nu
toepassing zal vinden, ja reeds den eersten dag
gevonden heeft, luidt aldus
28. In plaatsen en districten, waar woelingen,
als in 1al. 2, bedoeld, de openbare orde bedrei
gen kan de opperste regeering van den betrokken
bondsstaat de volgende maatregelen nemen onder
goedkeuring zoover de landswet daartoe geene vrij
heid geeft van den bondsraad, eu voor niet langer
dan een jaar
3o aan personen, van wie eene verstoring van
den openbaren vrede te vreezen is, bet verblijf in
eene bepaalde stad of district ontzeggen;
4o het bezittendrageninvoeren en verkoopen
van wapenen te verbieden te beperken of slechts
onder zekere voorwaarden toe te laten.
aan hunne leiders, een gang naar de stembus niet
durven nalaten. Zij geven opnieuw en krachtig
blijk, hoe vast zij staan in hunne overtuiging,
dat alleen aan mannen die algemeene verlichting
en beschaving voorstaan, die weten dat alleen
goed ouderwijs voor alle lagen van het volk de
kiemen in zich bevat voor waarachtigen en duur-
zamen vooruitgang, de behartiging der algemeene
belangen mag worden toevertrouwd. En zulk
een man, we weten het, vinden we in den heer
J. J. OCHTMAN.
Bij de verkiezing van een lid van den gemeen
teraad te Yerseke zijn van de 51 ingeleverde
stembiljetten uitgebracht op M. van Stee 2L en
op J. den Doorn van Eoojen 12stemmen, terwijl
op verscheidene andere personen een minder
stemmental was uitgebracht. Tusschen de twee
genoemden zal den llsn December eene herstem
ming plaats moeten hebben.
Utrecht 30 November. Gister avond had
alhier eene vergadering plaats van het district
Utrecht van Eigen hulp. Dit district, hetwelkin
het begin van het jaar 390 leden telde, heeft thans
nog slechts een ledental van 326, of volgens
de nieuwe indeeling 354 leden. De hoogleeraa r
van Pesch besprak in die vergadering de levens
verzekering in het algemeen, die van Eigen hulp
•n het bijzonder. Spreker wees er op, dat bijna
iedereen lid is van een brandassurantie, maar
dat slechts weinigen lid zijn van een levensver
zekering-maatschappij en toch, meende hij, was
het laatste zoo niet nuttiger, dan toch even ge-
wenscht als bet eerste. Met eene opwekking aan
de leden, om lid te worden der „levensverzekering'',
waartoe hij bijzonder aanbeval zich volgens de
tarieven E en H te verzekeren, besloot spreker
zijn vurig pleidooi.
De coöperatieve vcrbruiksvereeniging telt thans
120 leden. Waren deze 120 leden ook alle
kooper3, dan, meende de voorzitter, zou deze
vereeniging zich in een zeer bloeienden toestand
bevindennu dit niet het geval is en slechts de
helft als werkelijke deelnemers zijn te beschouwen,
is een woord van opwekking tot deelneming
noodig geweest.
onderscheidingen. Vergunning verleend aan
M. Coster, consul generaal der Nederlanden te
Parijs, tot het aannemen van het kommandeurs-
kruis der orde van het Legioen van Eer, hem
door den president der Fransche republiek ge
schonken, en aan J. van den Berg, kanselier van
het Nederlandseh gezantschap te Berlijn, tot het
aannemen van het ridderkruis 4e kl. der orde
van den Rooden Adelaar, hem door den keizer
van Duitschland, koning van Pruisen, geschonken.
registratie. Benoemd tot ontvanger der
registratie en domeinen: te Onderdendam, J. van
Os, thans in dezelfde betrekking te Terborg; te
Appingadam, L. N. Heyl, thans in dezelfde be
trekking te Venlo.
ministerieels.departementen. Bij koninklijk
besluit is bepaald, dat de majoor van den gene-
ralen staf H. F. C. Hardenberg, als chef van een
bureau der afdeeling Generale staf bij het depar
tement van oorlog werkzaam zal worden gesteld.
Bij de akte-examens voor het middelbaar
onderwijs heeft ook eene dame met goed gevolg
examen gedaan in het boekhouden, namelijk mej.
G. Schipper, te Rotterdam. Zij is de eerste vrouw,
die in dit vak de akte verwerft.
Zou men daarin een teeken mogen zien, dat
ook ten onzent de kundigheden, voor den handel
vereischt, onder vrouwen en meisjes beoefend
gaan worden? (De huisvrouw).
Brouwershaven, 30November. Beroepen
bij de N. H. gemeente alhier, de heer A. M.
Yenker, predikant te Koedijk.
Naar men ons mededeelt zal vanwege de ver
eeniging Vit het. volkvoor het volk ook dezen
winter eene kunstbeschouwing gegeven worden,
bestaande uit eene portefeuille van het schilder
kundig genootschap Pulchri Studio te 's Graven-
hage. Zi) zal plaats hebben den 14eE en 15en
December op de groote voorzaal van het raadhuis.
Heden is een tijdperk van juist 30 jaren
verstreken, waarin te Utrecht geregeld meteoro
logische waarnemingen verricht werden. Prof. Buys
Ballot en dr. Krecke maakten hiermede een aan
vang. Ruim 5 jaren, nadat zij hunne werkzaam
heden begonnen, werd het Koninklijk Nederlandsch
meteorologisch instituut opgericht. Moge de
leiding daarvan nog langen tijd toevertrouwd
blijven aan den man, die door zijn ijzeren vol
harding en zijn scherpen wetenschappelijken blik
deze inrichting tot een sieraad van on3 vaderland
heelt doen zijn, dat ons om de verkregen uit
komsten in het buitenland om 't zeerst benijd
wordt. (Utr. bil.)
BINNENLAND.
Tweede kamer. Bij de behandeling der
middelen-wet voor Indië kwam de heer Fransen
van de Putte terug op de differentieele rechten
en betoogde dat door de afschaffing daarvan, de
inkomsten van den staat niet verminderd, doch
Staatsbegi'ooting 1879.
Regeeringsantwoorden.
Hoofdstuk VIII. (Oorlog). De noodlottige
kwaal, zegt de regeering, welke den min. van
oorlog te midden zijner met moed en toewijding
aanvaarde werkzaamheden plotseling aantastte,
is een nieuwe ramp, die de gewenschte verbete
ring van ons krijgswezen wederom heeft vertraagd.
Ook na de indiening der credietwet bleef de rein.,
ondanks lichaamssmart en leed, met onverzwakten
geest aan de blootlegging zijner denkbeelden
nopens gewichtige onderwerpen van oorlogsbestuur
ijverig arbeiden en scheen de hoop op verbetering
van zijn gezondheidstoestand nog niet geheel
gewekendoch zij is niet verwezenlijkt.
De regeering wenscht de kamer, indien deze
door goedkeuring der crediet-begrooting haar
daartoe in staat wil stellen, aanstonds na het
Kerstreces de gelegenheid aan te bieden om, door
behandeling der definitieve begrooting voor het
departement van oorlog, omtrent de plannen aan
gaande de defensie volledige inlichtingen te erlangen.
"Wat de in het verslag behandelde punten be
treft, zegt de regeering dat bij de jongste groote
manoeuvres feilen voorzeker hebben plaats gehad
dat echter van groote gebreken, in de gevolgen
nadeelig, niets bekend is geworden. Ook aan
gaande de hoeveelheid en hoedanigheid der voe
dingsmiddelen, aan den troep verstrekt, zijn aan
bet dep. van oorlog althans geen klachten vernomen,
terwijl het aantal zieken een normaal cijfer aan
wees en de ongesteldheden zelve van lichten,
zeer tijdelijkeD aard waren.
Het is den tijdeiijken minister niet bekend, dat
in sommige dienstaangelegenheden verwarring
heerscht. Het feit, dat tusschen het reeds geor
ganiseerde en het nog niet gewijzigde niet altijd
in alle opzichten de gewenschte overeenstemming
en aansluiting bestaat, kan toch niet met den
naam van verwarring worden bestempeld en is
een onvermijdelijk gevolg van de bekende treurige
omstandigheid, dat de min. van oorlog door
ongesteldheid verhinderd werd aan zijne plannen
volledige uitvoering te geven.
De min. is het overigens volkomen eens, dat
niet moet worden voortgegaan met veranderingen
van bestaande inrichtingen, vóór dat het nieuwe,
hetwelk in de plaats van het oude moet treden,
behoorlijk geregeld zij..
De tijdelijke minister licht voorts sommige in
den loop des jaars genomen maatregelen toe,
daarbij o. a. doende opmerken, dat de 2C afdeeling
der krijgsschool niet anders dan een voorzetting
der vroegere krijgsschool voor officieren is, en de
détails der inrichting wel eenigszins gewijzigd
zijn, maar met volkomen hetzelfde doel, terwijl
de verplaatsing naar 'sGravenhage geen grooter
uitgaven van blij venden aard vereischt.
„Dat van hetgeen in het verslag over den mi
nister de Roo van Alderwerelt is gezegd, door
hem met veel genoegen kennis werd genomen,
zal wel niet verzekerd behoeven te wordendat
die minister door zijn langdurige ziekte niet meer
en niet beter heeft kunnen doen, griefde hem
dieper dan al de smarten die zijn deel zijn ge
worden."
Vestingbegrooting. Ook deze is als een cre
dietwet te beschouwen, te volgen door een aan
vul lingsbegrooting, bij de definitieve begrooting
voor oorlog over te leggen.
Het bedrag van 11^ millioen, alsnog vereischt
voor de voltooiing van het vestingBtelsel en waar
van in de begrootingsrede van den minister van
financiën sprake was, berust op een berekening
van den minister de Roo, een berekening, waar
van de grondslagen worden nedergelegd in een
door hem voorbereide ontwerp-begrooting voor
het vestingstelsel.
Op een 8tal kanonnen van 15 (cM. na, die nog
Wie desbewust na de afkondiging in strijd met de
afgekondigde maatregelen handelt, vervalt in eene
geldboete van hoogstens 1000 Mark en gevangenis
straf van hoogstens zes maanden.
Er is dus een zekere staat van beleg afgekon
digd, en op weik een tijdstip Donderdag middag
zal keizer Wilhelm, ook koning van Pruisen, dus
hoofd van de regeering van welke het voorstel
is uitgegaan, na hersteld te zijn van de wonden,
hem door het schot van Nobiling toegebracht,
zijne in feestdos gehulde hoofdstad weder binnen
trekken. De Eerlij nel Schulze's en Miiller's
hebben een glas Weiszbier minder gedronken om
hunne woningen te versieren ter viering van het
heuglijk feit. Met groen en vlaggen zal 's keizers
weg versierd zijn; over bloemen zal hij zijn
paleis bereiken. Uiterlijk moet alles spreken van
vreugde, van tevredenheid, van gehechtheid aan
den weldoener des lands. In officieele redevoe
ringen zal het trouwe Berlijn zijnen vorst vroolijk
welkom heeten er zal gejuicht worden langs de
straten; lofzangen en kanongebulder zullen den
blijden dag verkondigen. En in diezelfde stad
heerscht volgens de regeering zelve een geest,
die politiemaatregelen noodzakelijk maakt, zooals
de ïegeering van Napoleon III ze ternauwernood
kende. In die hoofdstad hebben gisteren veertig
ingezetenen het bevel ontvangen om ijlings de
stad te verlaten, op straffe van boete en gevan
genis. Onder die veertig zijn twee leden van den
rijksdag, Hasselmann eu Fritzscke, de laatste
gekozen door een district van datzelfde Berlijn.
De indruk der tegenstelling is zeer bedroevend,
en de feiten spreken sterk genoeg om er niet te
veel woorden aan te wijden.
Het gisteren door ons medegedeelde telegram
uit Bombay schijnt er op te wijzen, dat de Engel
schen op het punt zijn ernstigen tegenstand te
ontmoeten. Tot nu toe men moet het erken
nen ging hun triomftocht roet niet veel geva
ren gepaard. Bij Peyar, zooals ons telegram het
noemt, Peïvar, zooals de Fransche bladen zeggen,
of Peiwar Kothui volgens de Engelschenheeft
de divisie van generaal Roberts eene vijandelijke
troepenmacht ontdekt, waarbij zich ook artillerie
bevond. Men verwacht, dat de Afghanen daar
stand zullen houden. Heden zou Roberts met
provisie voor zes dagen tegen hen optrekken,
zoodat, het verschil in hemelbreedte in aanmer
king genomen, terwijl wij dit schrijven, het eerste
ernstige gevecht wellicht reeds is afgeloopen, en
de Engelschen voor het eerst sedert geruimen
tijd weder eens aan het vechten zijn geweest.
Zij waren altijd goede soldaten maarschalk
Soult noemde hunne infanterie de beste der
aarde en achtte het een geluk, dat er zoo
weinig van was. Hoe meer het nn met den
oorlog meenens gaat worden, des te meer
wordt de nieuwsgierigheid gespannen, wat Rus
land in deze zaak zal doen. Door de weinige
middelen van communicatie in die streken heeft
Rusland zijne verhouding tot den emir van Kaboel
in een waas van geheimzinnigheid kunnen houden,
dat tot nu toe slechts gissingen toelaat. Is het
echter het bepaalde doel van den czaar om den
emir tegen Engeland te handhaven, dan wordt
het na eene ernstige overwinning der Engelschen
tijd om daarvan te doen blijken. De Russische
bladen spreken in oorlogszuchtigen geest, hoewel
daaruit over de stemming der regeeriug zelve niet
valt te oordeelen. Het Journal de St. Pétersbourg
critiseert op felle wijze lord Cranbrook's depêche
terwijl andere bladen er op wijzen, dat Ruslands
handelsbelangen in Afghanistan tot eiken prijs
moeten beschermd worden tegen een in de toe
komst mogelijk Engelsch monopolie. De Engel
sche bladen laten zich hiertegenover natuurlijk
niet onbetuigd. De Pall Mall Gazette zegt in een
artikel met den beteekeuisvollen titel Facts to
he faced, dat de tijd van kleine oorlogen in die
streken voorbij is, en dat Engeland en Rusland
eindelijk in Azië tegenover elkander staan, daar
de zóne neutrale vervallen is, en aan haar herstel
niet meer te denken valt. Hoe ook deze oorlog
eindigt, het is uit met den emir als onafhanke-
lyke factor in de Aziatische politiek en „Engeland
komt in Indië tegenover Rusland te staan als het
Turksche rijk in Europa, voortdurend blootge
steld aan de gevaren van een zich om niets be
kreunend militarisme en aanvalzieke intrige".
Naar de Bolgarin meldt zal de verkiezing van
een vorst in Bulgarije op 1 Januari plaats hebben.
Als candidaten worden genoemd Ignatieff, prins
Wassiltschikoff, prins Reuss en prins Battenberg.
Dondoukofï wordt door het Bulgaarsche blad
niet genoemd. Wij vernamen nog niet, dat er in
Bulgarije kiezersvereenigmgen zijn opgericht om
met hun veelgewaardeerden raad de bevolking in
de moeilijke keuze bij te staan.
Alle3 in de wereld heeft eene goede en eene
slechte zijde. Niets is onvoorwaardelijk slecht.
Deze stelling, die velen helpt om tot eene gezonde
en aangename levensopvatting te 1 komen, heeft
ook zijne kwade zijde, daar zij een handig sophist
de gelegenheid biedt om van eene zaak, die bijna
geheel slecht is, de slechts geringe goede eigen
schappen in een zoodanig licht te stellen, dat het
afkeurenswaardige in de zaak geheel op den
achtergrond treedt. In groote mate is dit gebeurd
met het begrip van oorlog. Menig nuttig gevolg
van verschillende oorlogen is aan te wijzen
menigmaal heeft een oorlog slechte invloeden bij
eene bevolking vernietigd en nieuwe geestkracht
bij haar opgewekt, die later ook andere en nut
tige richtingen van den geest ten goede kwam.
Wij willen dit gaarne toegevenmaar zulke
voordeelen komen geheel en al op den achter
grond, als men den oorlog beschouwt, ontdaan
van alle poëtische inkleeding in zijn geheel naakten
en eenig juisten vorm, als het na langdurige en
wetenschappelijke studie systematisch en met
groote vernietiging van kapitaal slachten van
honderdduizenden medemenscben.
Over het algemeen beschouwt men het begrip
niet genoeg van deze zijde, wat zijne verklaring
vindt in de geschiedenis der menschheid, die het
naar ons inzien verkeerde begrip heeft doen ont
staan, dat oorlog eene onontbeerlijke instelling
der maatschappij is en blijven moet. Toen de
mensch nog een dier was als andere, en hij enkel
zijne natuurdriften volgde, legde hij op alles de
hand wat hem kon dienen in de vervulling zijner
behoeften. Hij begon dus met dieren te dooden
en kwam er spoedig toe om, als nog een ander
mensch in dezelfde zaak zin had, ook dien dood
te slaan. Kracht en vlugheid werden in dien
strijd om het leven de meest gewenschte eigen
schappen en kwamen in hooge eer; overwinning
bracht niet alleen de begeerde zaak, maar ook
roem.
En het wanbegrip van dien roem heeft zich tot
op onze dagen voortgeplant. De intellectueele
ontwikkeling, die veranderde levensvoorwaarden
schiep en den lichaamlijken strijd geheel op den
achtergrond had moeten dringen, diende slechts
om in de kunst van slachten meerdere verfijning
te brengen, ja haar te verheffen tot eene weten
schap. Men kreeg genieën in het werk der ver
nietiging, als Caesar en Napoleon, wier groote
daden den jongeren tot voorbeeld strekken, en
wier reputatie zoo steeg, dat men den twijfel
heeft hooren opperen, wie grooter genie was,
Newton of Napoleon. Een curieus voorbeeld hoe
deze laatste, die men eenigszins de incarnatie van
het oorlogsbegrip zou kunnen noemen, dacht over
de menschenlevens, die bij zijn métier verloren gingen
vindt men in de Causeries du lundi van Sainte-Beuve.
Napoleon schrijft in Februari 1814 een brief aan
Augereau, waarin hij dezen berispt over zijn dralen.
Hij stelt zijn eigen voorbeeld daartegenover met
de woorden: J'ai détruit 80,000 ennemis avec des
bataillons composes de conscrits, n ayant pas de
gibernes et étant a peine habïilés. En Sainte-
Beuve, de man, dien men allerminst bloeddorst zal
verwijten, noemt dit ces belles journées de février.
Eene dergelijke halve verblinding heeft zich van
vele geschiedschrijvers meesier gemaakt. Zij
houden de oogen open voor de onmiskenbare
genialiteit van zulk een veldheer en voor de
groote aantrekking, die op onze dierlijke natuur
wordt uitgeoefend door persoonlijken moed;
terwijl zij de oogen sluiten voor het moreel ver-
foeielijke der zaak. Zij willen niet zien, dat hoe
edeler de gaven zijn, welke de natuur den mensch
heeft gegeven, hem des te grooter blaam moet
treffen, als hij ze tot zulke doeleinden misbruikt.
Het algemeen oordeel over dit onderwerp is in
groote mate verwilderd. Worden door cholera
of overstrooming groote massa's menschenlevens