N°. 381.
131e Jaargang.
1878;
Donderdag
38 November.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Ad verten tien! 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de puhlicité étrangére G. L. DauBe en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg, 27 November.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Kunstnieuws.
Rechtszaken,
Vlissingen, 27 November. De verkiezing
van leden voor de kamer van koophandel en
fabrieken alhier, die heden middag plaats had,
ter vervulling van vijf periodieke aftredingen en
een tusschentijds opengevallen plaats, werd door
eene verblijdende belangstelling gekenmerkt. Ter
wijl toch veeltijds slechts een dertigtal kiezers
opkomen, namen heden 77 van de 164 kiesgerech
tigden deel aan de stemming.
De uitslag was dat de aftredende leden de
heeren F. Wibaut met 65, J. Verkuyl Quakke-
laar met 63, P. J. Siegers met 62, M. Pot met
55 en J. Dommisse Cz., met 50 stemmen werden
herkozen.
De overige uitgebrachte stemmen waren over
verschillende personen verdeeld.
Voor de vervulling der plaats van een tus-
schen tijds afgetreden lid moet eene herstemming
plaats hebben tusschen de heeren P. G. de Vey
Mestdagn die 28 en A. Koppejan die 15 stemmen
verkreeg.
Een gedeelte van den zeedijk van den Thoorn-
polder, ter plaatse van den dijkval van 26 No
vember 1877 door stormvloeden van lieverlede
afgeslecht, zoodat het nog slechts 0.40 M boven
hoogwater verheven was, is jongstleden Zondag
zoover weggeslagen, dat thans de nieuwe inlaag-
dijk den polder tegen het hoogwater moet be
schermen.
Bij prov. blad n° 109 wordt door gedeputeerde
staten van Zeeland medegedeeld, dat aan den
Margarethapolder, bij Stavenisse, door de zorg
van het gewestelijk bestuur is aangelegd een
steiger of aanlegplaats voor schepen en vaartui
gen, tot het innemen of afzetten van reizigers en
het laden of lossen van goederen, en dat daarop,
te rekenen van Woensdag 27 dezer, van toepas
sing zal zijn het reglement op het gebruik van
de provinciale steigers in Zeeland van 9 Juli 1852,
behoudens de daarin gebrachte wijzigingen.
Bij circulaire van ged. staten van Zeeland wordt
de aandacht van gemeente en polderbesturen
gevestigd op de 1 Januari 1879 in werking
tredende wet van 5 Juni jongstleden, Staatsblad
n° 90, volgens welke, met afwijking van art. 1236
van het burgerlijk wetboek, alle dan bestaande
hypothecaire inschrijvingen binnen twee jaren na
eerstgemelde dagteekening moeten worden ver
nieuwd.
Oostburg, 27 November. Het stelen van
beesten in het voormalig 48 district van Zeeland,
houdt, niettegenstaande het arresteeren van een
der vermoedelijke daders van een onlangs plaats
gehad hebbenden diefstal van 2 beesten, nog
maar niet op.
In den nacht van 25 op 26 November is weder
een 3jarige bekalfde vaars ontvreemd, ten nadeele
van den landbouwer A. A. de Smet, in de gemeente
Oostburg.
Ditmaal is het beest niet uit de weide, maar
uit den stal gehaald, en vermoedelijk naar België
vervoerd.
Xierifexee, 26 November. De heer P. Van
der Veen, van Alkmaar, opende heden avond
de reeks der Nutslezingen alhier met eene aardige
novelle getiteld Henriette.
Na de pauze droeg de spreker nog een ernstig en
een paar luimige gedichtjes voor, die de talrijke
aanwezigen tot hartelijke vroolijkheid stemden.
De leden van het Pensioenver bond worden her
innerd aan de vergadering, welke door het be
stuur der afdeeling Middelburg belegd is op
Zaterdag den 30™ dezer, des namiddags te 2 uren,
in de bovenzaal der sociëteit St. Joris alhier. De
punten van behandeling zijnhet jaarverslag met
de rekening en verantwoording over 1877—78,
en het verslag van den afgevaardigde.
inlichten omtrent dé zeven schatrijke huwbare
weeskinderen, die te Brussel a prendre zijn, is
niet zonder gevolg gebleven. Van een vriendelijke
hand ontvangen wij een gedrukt stuk, in 't Fransch,
met een paar geschreven woorden aangevuld,
afkomstig van een Brusselsch adres, dat wij niet
nader zullen aanduiden.
In dat stuk leest men zeer treffende dingen.
Er wordt o. a. in gezegd dat eene deftige familie
slechts van een deftige verbintenis gediend wil
zijn, dat een speler of een verloopen persoon
(déclassê) dus niets te hopen heeft en dat de
onderteekenaar tot geen prijs van deze beginselen
afwijkt. Eene samenkomst met den onderteeke
naar is zeer wenschelijkook moet men zijn naam
opgeven, opdat de onderteekenaar in staat zij een ge
trouw verslag omtrent den aspirant uit te brengen.
De noodige inlichtingen ten aanzien van het
schatrijke zevental zijn te bekomen; doch alleen
nadat de inlichtingen van weerskanten voldoende
zijn bevonden, zal er een naam genoemd worden.
De hoofdzaak zijn echter de kosten. De belang
hebbende moet wél weten wat hij doetzich niet
laten aantrekken door een schitterend vooruitzicht,
waarbij men moet beginnen met onkosten te
maken, voor welke de onderteekenaar van het
stuk niet de minste verantwoordelijkheid op zich
neemt.
Nadat men dit interessante drukwerk gelezen
heeft, keert men 't blaadje om en ziet het vol
gende geschreven Répertoire:
1° 21 jaar, Belgisch, fortuin 1,200,000 franken.
2° 21 800,000
3° 22 3,000,000
4° 23 1,800,000
5» 21 Duitsch, 4,000,000 Mark.
6° 21 2,400,000
7° 23 wede. zonder kinderen 12,000,000
De kosten voor de vier „Belgen" bedragen
f 50, welke men in eens te betalen heeft.
De „Duitschen" zijn veel duurder. Ze kosten
ƒ100 per stuk. Daarvoor is haar fortuin dan
ook gemiddeld meer dan eens zoo groot. Men
kan wel merken dat het in Duitschland nog maar
kort geleden milliarden geregend heeft
Er wordt wel eens geklaagd dat er in ons land
niet genoeg getrouwd wordt. Nu men echter
voor zoo weinig geld millionair worden en nog
een jong vrouwtje van „deftige" familie op den
koop toe krijgen kan, zal de klacht wel niet lang
meer gehoord worden.
fiet verzoek, in ons nommer van 22 dezer aan
onze lezers gedaan, om ons nader te willen
Daar wij onlangs een en ander overnamen uit
een ingezonden stuk in de N. Rott. ct. over de
door de jachtvereeniging Nimrod op touw gezette
parforce-ydtiht op de Barneveldsche heide, rekenen
wij ons nu ook verplicht hier te laten volgen
wat de heeren J. Leur, C. J. Hacke van Mynden
en W. Leur, in antwoord op dat stuk in het
Dtr. Dagblad geschreven hebben. Het aange
kondigde jachtvermaak heeft namelijk den 21en
dezer plaats gehad en de genoemde heeren geven
daarvan nu de volgende beschrijving, ten bewijze
dat het geenszins barbaarsch of bloedig is toege
gaan.
„Een hert werd op de Barneveldsche heide (niet
in een boseh) losgelaten. Een half uur later
ongeveer werden de honden voorgevoerd en
vonden het spoor. Een aanzienlijk aantal ruiters,
die bij deze gelegenheid in staat waren hun
bedrevenheid in de rijkunst te toonen, volgden
het spoor der honden, die na circa drie kwartier
uur het hert omsingelden.
„Toen alsnu het hallali, over de Barneveldsche
heide schalde, zag men het hert ongedeerd, aan
de hoorns vastgehouden door een der ruiters,
omgeven door de bloeddorstige doggen", dusdanig
in bedwang gehouden door de Whips, dat zij het
niet durfden aanvallen. Misschien werd de bloed
dorst der ruiters, om dit vreeselijk schouwspel
geschaard, niet ten volle bevredigddaar het
arme slachtoffer gezond eh frisch weder vervoerd
werd naar de plaats waarvan het gekomen was.
„Het geheel was zeer schilderachtig en deed de
toeschouwers denken aan de vele teekenachtige
tafereelen, die iedereen wel eens in staat is geweest,
óf in werkelijkheid of op Engelsche platen te
bewonderen."
Na deze beschrijving, houden wij 'ter inderdaad
voor dat degeheele vertooning op het hert misschien
wel geen pleizierigen, maar toch ook geen bijzonder
barbaarschen indruk gemaakt zal hebben, 't Beest
zalmisschien het amusement van al die te paard
zittende, „jagertje spelende" mannen alleen wat
kinderachtig gevonden hebben.
Met leedwezen verneemt men dat dr. M. Cohen
Stuart, te Utrecht, aan typheuse koorts ernstig
ongesteld is.
Het ^Rott. Nieuwsblad bevat een brief uit Ter
Neuzen1, over de invoering der nieuwe bronzen
pasmunt in Zeeuwseh-Vlaanderen en de verdrin
ging van het vreemde kopergeld aldaar. Aan
dien brief is het volgende ontleend:
„Zeer wijs zorgde de regeering, dat, ter berei
king van het beoogde doel, groote hoeveelheden
nieuwe centen het eerst aan de grenzen werden
beschikbaar gesteld, en zoo zageu wij ze dan ook
in Zeeuwseh Vlaanderen als zoovele goudstukken
op tafels en lessenaars flonkeren, lang voor dat
het hartje van Nederland zich in den aanblik er
van mocht verheugen.
„Die centen zouden natuurlijk den weg daar
heen wel vinden en, wanneer de aanvoer naar
de grenzen met den invoer naar het binnenland
gelijken tred hield, zouden ook zachtkens aan
de oude koperen centen verdrongen worden en
bleven wij tegelijk van de vreemde munten
bevrijd.
„Maar wat is nu het geval De aanvoer
naar de grenzen schijnt opgehouden, of de acti
viteit der met de verspreiding belaste rijksambte
naren is merkelijk minder geworden. De nieuwe
centen trekken hun vaderland binnen, de oude
ruimen niet op, en - wat erger is de Belgen
importeeren weer zachtkens aan, altijd met hunne
Courtage van 6 procent, zonder dat men schijnt
te kunnen nagaan, waar ze vandaan komen.
„Onwillekeurig rijst nu de vraag: „Is het ernst',
wat men dezer dagen in de nieuwsbladen ver
telde, dat de 2J cents-stukken alias grooten
eerst in omloop zullen worden gebracht, als de
oude koperen centen zijn ingewisseld en
„zou zulke wijze van handelen iets anders zijn,
dan eene acceptatie te trekken op de eeuwigheid
„In dezen is geen vooruizicht, dan door toe
passing van het spreekwoord„de aanhouder
overwint."
„Alleen door ruimen aanvoer van nieuwe pas
munt en het opruimen der oude centen, zal het
mógelijk zijn, hier het vreemde goed te verdrin
gen, en wanneer niet alle krachten worden inge
spannen om dit te doen, dan blij ven wij bier
aan de winzucht onzer naburen overgeleverd."
Tot aanvulling van het bericht omtrent de
vestiging der Thorbecke-stichting deelen wij nog
mede, dat uit de verzamelde gelden, behalve de
uitgaven voor het standbeeld en die voor de ver
siering van het graf, ook zijn bestreden de kosten
van het door den heer Israels geschilderde portret,
dat in de senaatskamer der Leidsche universiteit
is geplaatst, en die voor de vervaardiging van
eene copie van dit portret door mejuffrouw
Schwartze. De steen in den gevel van het ge
boortehuis van Thorbecke te Zwolle werd door
de Zwolsche sub-commissie uit de aldaar verza
melde gelden bekostigd. {Hbl.)
De gemeenteraad van Doetinchem heeft besloten
voortaan in ,de straatlantarens geen gas maar
petroleum te gaan branden. Tot toelichting van dit
schijnbaar anti-verlichtend besluit, diene dat de
gasfabriek, bij het einde van haar contract, f 900
'sjaars meer vroeg. Zij kreeg echter wat meer
lieden overkomt, die 't onderste uit de kan willen
hebben en blijft voortaan van de lichtleverancie
verstoken.
Door de Nederlandsche bank is een maatregel
genomen, om de geldbeweging te vergemakke
lijken. Met ingang van 1 December e. k. zal
namelijk van de zoogenaamde kasquitantiën
waarbij van het eene bankkantoor op het andere
aan bepaalde personen gelden kunnen worden
overgemaakt niet meer de provisie van 7» per
mille worden geheven. Die provisie zal worden
vervangen door eene vaste vergoeding van 50 ets
per kasquitantie, in welke 50 ets. ook begrepen
zijn de 21 ets. die voor zegelrecht zijn verschul
digd. Men houde daarbij in het oog, dat wanneer
eene kasquitantie, genomen wordt in voldoening
van een geheelen of gedeeltelijken disconto- of
beleeningpost, de reeds vroeger door de Neder
landsche bank ingevoerde wijze van handelen
gehandhaafd blijft, volgens welke in zulk een
geval alleen het zegel van 21 cents zond r verdere
bijbetaling wordt verlangd.
zeemacht. Benoemd tot officier van gezondheid
2e kl. hij de zeemacht,, de heer C. J. J. Hirschig.
rekenkamer. Eervol ontslag verleend aan den
heer J. C. A. Jansen, op zijn verzoek, uit zijne
betrekking van referendaris bij de algemeene
rekenkamer, met dankbetuiging voor de goede
diensten door hem gedurende meer dan zestig
jaren aan den lande bewezen, en behoudens aan
spraak op pensioen.
Benoemd tot leeraar in de Fransche en Duitsche
talen aan de H. B. school te Warffum, de heer
v. Helden, te Rotterdam.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
de reorganisatie van het hooger en middelbaar
onderwijs, in de gemeente Deventer goedgekeurd
en medegedeeld, dat wanneer de drie nog aan het
gymnasium ontbrekende leeraren zullen zijn be
noemd, het rijkssubsidie zal worden verleend.
Op de aanstaande vergadering der Vereeni
ging tot ondersteuning van minvermogende onder
wijzers, den 30en dezer te Utrecht gehouden wor
dende, zal o. a. deze pikante vraag behandeld
worden
„Heeft onze vereeniging nog reden van bestaan,
met het oog op de nieuwe onderwijswet"
Mej. Agar, die gisteren avond in den schouw
burg te Amsterdam zou optreden, is door onge
steldheid daarin verhinderd. Ook de voorstelling
te Rotterdam is uitgesteld.
Op 5 Februari a. zal het 200 jaar geleden
zijn dat Vondel stierf. In den stadsschouwburg
te Amsterdam zal dan een opvoering plaats hebben
van een van Vondels werken en van een gelegen
heidsstukje van prof. Alberdingk Thijm.
Gedurende de eerste vier dagen van Augus
tus 1879 zal te Deventer het XlVe Ned. zangers
feest worden gehouden.
Twee en twintig liedertafels, gezamenlijk onge
veer 700 zangers tellende, hebben verklaard aan
het feest deel te zullen nemen.
Het programma is aldus vastgesteldZonnelied
van Frans Coenen Jaargetijden, van Felix
Brandts BuysSonntag aufdds Meer, van Heinze
Salamis, van Gernsheim le gedeelte van David,
van Richard Hol; trio voor sopraan, tenor en
bariton uit David, van Richard HolEen stem
aan H strand, van Henri F. R. Brandts Buys
De roos, van Gheluwe Eendracht, van Verhulst
Wij leven vrij enz., vierstemmig gezet door H.
Umland.
- De vereeniging Het Nederlandsch Tooneel
heeft aan haar gezelschap verbonden de dames
Hoedt (eene debutante van het vorig seizoen),
Sablairolles en Tonia Poolman (van- de Tooneel-
school) benevens de heeren D. Haspels (van het
Rotterdamsche tooneelgezelschap), F. Bouwmeester
(van Judels eu Bouwmeester) en Stevens (vroeger
bij Albregt en van Ollefen.)
In de openbare zitting voor strafzaken van het
kantongerecht te Middelburg van den 26en No
vember 1878, zijn de navolgende vonnissen ge
wezen
H. S. C., te Rotterdam, wegens bet gaan over
een openbaren overweg, terwijl deze afgesloten
is, onder Middelburg, veroordeeld in eene geld
boete van f 10 of een dag gevangenisstraf;
J. D. van K., te Doetichem, wegens het te Mid
delburg "uittartend en al schreeuwende naloopen
van personen, te zamen en in vereeniging, en
hoewel geen zestien jaren oud, met oordeel des
onderscheids gepleegd, veroordeeld in eene geld
boete van f 5 of twee dagen gevangenisstra