UïmcJjt?».
Telegraphische berichten.
0 n d e r w ij s.
Rechtszaken,
BIlfltENLAltD.
toegewezen aan de auteurs van geschriften over
onderwerpen van rechtswetenschap, staatsweten
schap, sociale wetenschap en politieke geschiedenis,
welke door het curatorium zulke onderscheiding
worden waardig gekeurd.
Voor deze onderscheiding kunnen in aanmerking
komen oorspronkelijke werken van Nederlanders,
hetzij in de Nederlandsche, hetzij in eene vreemde
of in de Latijnsche taal gesteld, van niet gerin-
geren omvang dan vijf vellen druks gewoon 8°
(of evenredige verhouding in ander formaat), welke
in of buiten Nederland door den druk openbaar
gemaakt zijn binnen de laatste vijf jaren vóór
het tijdstip waarop het werk ter beoordeeling
wordt genomen.
Wanneer het curatorium besloten heeft aan een
schrijver een eereprijs toe te kennen, wordt in de
eerste week der maand Juni (zooveel mogelijk
op den sterfdag van mr. J. R. Thorbecke) een
plechtige openbare vergadering gehouden), waarin
het curatorium verslag geeft van zijn verrichtin
gen en den toegewezen eereprijs uitreikt. Van
deze openbare vergadering wordt een proces
verbaal opgemaakt, dat in de archieven van den
senaat der Leidsche universiteit wordt nedergelegd.
Het wordt, hetzij in zijn geheel of bij uittreksel,
in de Nederlandsche Staats-courant afgedrukt.
De eereprijs bestaat in
o Een zilveren penning, op een gewicht van
omstreeks 100 grammen geslagen, aan de voor
zijde versierd met de beeltenis van mr. J. R.
Thorbecke en het randschrift Thorbecke-Stichting,
en aan de keerzijde, in een lauwerkrans, deze
inscriptie voerendeeereprijs, toegekend aan N. N.,
als schrijver van18
b Daarnevens een somme gelds, door het
curatorium te bepalen, doch niet minder dan vijf
honderd gulden bedragende.
Het batige saldo der jaarlijksche rekening wordt
aan het in 't Grootboek ingeschreven kapitaal
toegevoegd.
Wanneer echter het curatorium, in overeen
stemming met rector en assessoren, van oordeel
is, dat een vergrooting van het kapitaal der
stichting noch noodig noch raadzaam is, kan het
dit batige saldo geheel of ten deele bestemmen
tot aankoop van kostbare handschriften of druk
werken ten behoeve der universiteits-bibliotheek
te Leiden.
In dit geval verzoekt het curatorium van de
faculteit van rechtsgeleerdheid aldaar, eene opgave
van de handschriften of drukwerken, waarvan
de aankoop wenschelijk wordt geacht, en doet
uit deze lijst een keus.
De aldus aangekochte geschriften en boeken
worden éénvormig gebonden en van den stempel
Thorbecke-Stichting voorzien, aan het bestuur der
bibliotheek ten geschenke aangeboden.
Van de Stichtings-oorkonde worden twee af
schriften op perkament vervaardigd en door het
hoofd-comité gewaarmerkt. Een dezer afschriften
wordt in het archief van den senaat der Leidsche
universiteit, het andere in de Kon. bibliotheek te
's Gravenhage nedergelegd.
Wanneer te eeniger tijd veranderde omstandig
heden wijziging in de bepalingen van dit statuut
noodzakelijk maken, zal daaromtrent als volgt
gehandeld worden.
Het curatorium overweegt, welke artikelen
wijziging of aanvulling behoeven en ontwerpt
daarvan de redactie.
In. eene vereenigde vergadering van rector en
assessoren der universiteit te Leiden met het
curatorium, onder voorzitting van den rector,
worden de voorgestelde veranderingen beoordeeld.
Zij worden alleen dan geacht te zijn goedgekeurd,
wanneer drie vierde van het getal der ter verga
ring aanwezigen daartoe hunne toestemming geven.
Afschriften van de vastgestelde veranderingen
of aanvullingen, door den rector der universiteit
te Leiden en den voorzitter van het curatorium
gewaarmerkt, worden aan de twee exemplaren
van de stichtings-oorkonde toegevoegd.
Door het hoofdcomité is op het Grootboek der
4 pet Nederlandsche staatsschuld ingeschreven de
nominale som van f 19,500.
Het curatorium is aldus saamgesteld:
Mr. W. H. Dullert, mr. R. van Boneval Faure,
m'. S. Vissering en mr. G. de Vries Azn., be
noemd door de faculteit van rechtsgeleerdheid te
Leiden;
Mr. W. C. Mees, benoemd door diezelfde facul
teit te Utrecht;
Mr. B. D. H. Tellegen, benoemd door diezelfde
faculteit te Groningen;
M'. L. de Hartog, benoemd door diezelfde
faculteit te Amsterdam
Mr. B. H. Pekelharing, benoemd door den raad
van bestuur der polytechnische school.
De heer mr. W. Thorbecke heeft zich bereid
verklaard het eere-lidmaatschap van het curato
rium te aanvaarden.
Door den burgemeester van de gemeente Steen-
wijkerwold worden sollicitanten opgeroepen naar
de hoofdonderwijzersbetrekking te Onna, waar
aan een salaris van f 550 en eene vergoeding
van 30 voor 't gemis van vrije woning is ver
bonden. Welk eene woning mag men daar toch
aan een onderwijzer toedenken
Eene belangrijke zaak werd den 22en Novem
ber 11. voor het kantongerecht van Tholen
behandeld.
Den 1™ October van ieder jaar werd sedert
onheugelijke tijden de oestervisscherij in de Ooster-
Schelde geopend, waarin eenige honderden vis
schers uit Tholen, Bergen, Yerseke en Clinge
grootendeels huu bestaan vinden.
Op het einde van September 1876 vermeldde
eene publicatie van het bestuur der visscherijen
te Tholen:
„Die visscherij zal evenwel niet geoorloofd zijn
op de terreinen in de Ooster-Schelde, vóór de
waterschans te Bergen op Zoom en in de rivier
de Eendracht voor Oud-Vosmeer, welke voor de
verpachting vóór de oesterteelt opgemeten, afge
bakend en gekaarteerd zijn."
Een paar honderd visschers vischten den 3«",
4c" en 5en October 1876 in de Ooster-Schelde op
de zoogenaamde verdronken landen van Zuid-
Beveland. Tegen hen werd proces-verbaal opge
maakt wegens het visschen op verboden terrein,
van oesters beneden de maat. Een deel hunner
stond terecht voor den kantonrechter van Ber
gen en werd vrijgesproken.
Het grootste deel stond te recht voor den
kantonrechter van Goes. Hun verdediger betoogde
dat deze hun grondwettige rechter niet was en
concludeerde dat deze zich onbevoegd zou ver
klaren.
De kantonrechter verklaarde zich echter be
voegd en veroordeelde hen ieder voor eiken dag,
dat zij oesters beneden de maat en op verboden
terrein gevischt hadden, tot twee boeten van f 20
en subsidiair 14 dagen gevangenisstraf.
De visschers kwamen van dat vonnis in appél
bij de rechtbank te Middelburg, welke rechtbank
het vonnis van den kantonrechter van Goes ver
nietigde en dezen onbevoegd verklaarde. In
cassatie werd dit vonnis bevestigd.
Alsnu werd de zaak verleden Vrijdag voor het
kantongerecht te Tholen behandeld.
Op grond van bovengemelde publicatie vorderde
het openbaar ministerie de veroordeeling der
beklaagden.
De verdediger der beklaagden, mr. M. J. de
Witt Hamer, trachtte aan te toonen, dat de plaats
waar gevischt was (de verdronken lauden van
Zuid-Beveland) niet door die publicatie was be
doeld.
Door een bij vergissing in die publicatie ge
drukte comma tusschen de woorden „in de
Ooster-Schelde" en het woordje „voor",
nam men ten onrechte aan, dat de publicatie
alle terreinen in de Ooster-Schelde bedoeld had.
Immers daar de plaats voor de waterschans
te Bergen op Zoom ook in de Ooster-Schelde
lag, had men de uitdrukking „voor de water
schans te Belgen op Zoom" weggelaten,
wanneer men de geheele Ooster-Schelde had wil
len treffen.
Die bedoeling van het bestuur bleek bovendien
uit een latere publicatie, namelijk van 6 Novem
ber 1876waarbij de vorige publicatie werd
ingetrokken en waar de aan de visscherij ont
trokken terreinen omschreven werden„de oester-
banken in de Ooster-Schelde (zonder comma)
voor Bergen op Zoom, en in de Eendracht nabij
Oud-Vosmeer."
Het openbaar ministerie handhaafde de betee-
kenis van de comma.
Eindelijk wees de verdediger er op dat aan
het bedoelde besluit van het bestuur der vissche
rijen (zooals aan al zijne overige gepubliceerde
besluiten) de bjj het reglement op het bevisschen
der Schelde en Zeeuwsche stroomen voorgeschreven
vermelding der machtiging van den minister van
financiën ontbrak, welke niet-vermelding de on
geldigheid van het besluit met zich voert.
Aanstaanden Vrijdag zal de kantonrechter van
Tholen uitspraak doen.
Mocht de rechter den laatstgenoemden verdedi-
gingsgrond van den verdediger overnemen, dan
zou het verzuim der vermelding van de ministe-
rieele machtiging de ongeldigheid van alle beslui
ten van het visscherij-bestuur ten gevolge hebben,
en de visscherij op de Schelde en Zeeuwsche
stroomen zoo goed als niet geregeld zijn.
Als eene bijzonderheid deelt men ons mede dat
bij een landbouwer onder de gemeente St. Laurens
eene hen, die in de laatste helft van April van
dit jaar geboren is, 36 eieren gelegd en reeds
een talrijk kroost uitgebroed heeft.
Op anderhalf uur afstand van Bergen op
Zoom heeft zich eene nieuwe gemeente, Wouwsche
Plantage, gevormd. Een achttal jaren geleden
vond men daar niets dan uitgestrekte mastbos-
schen, toebehoorende aan den baron De Caters
te Antwerpen. De nieuwe gemeente heeft dezer
dagen hare school geopend, die nu reeds door
tachtig kinderen wordt bezocht. {N. E. Ct.)
Voor het zevende Zuider zendingfeest in
1879 wordt bij advertentie in de Standaard een
geschikt terrein in Noord-Brabant gevraagd.
Het moet „onder looverdak" en uiterlijk een
half uur van den spoorweg gelegen zijn.
Aardenburg, 25 Nov. Heden middag
arriveerde alhier een steenkolenhandelaar uit
Maldeghem (Belgie) om zijne waren te leveren.
De man had het zeker voordeeliger en minder
omslachtig gevonden om in Holland geen patent
te nemen en dus de wet te ontduiken.
De dienstijver van de ambtenaren der belastin
gen was hem echter te vlug; zij maakten proces
verbaal op en namen den wagen in beslag.
Als een vreemdeling de vrijheid geniet zijne
waren hier te verkoopen, is 'tniet meer dan
billijk dat hij patent neemt.
Gisteren morgen ontving iemand op de vlas-
beurs te Rotterdam eene som van 12,500. Hij
stak het geld in zijn zak, en toen hij het een
oogenblik later voor den dag wilde halen, ont
waarde hij tot zijn niet geringen schrik dat het
geld verdwenen was. Twee personen, verdacht
van het geld ontvreemd te hebben, zijn in hech
tenis genomen..
Gisteren is te Haarlem de eerste steen gelegd
voor het nieuwe gebouw voor de verzameling
van Teyler's genootschap.
Te Amsterdam is gisteren aanbesteed het
bouwen van een nieuw weeshuis der Hervormde
gemeente en het verbouwen van het scheikundig
laboratorium van de hoogeschool. De laagste
inschrijving voor het eerste was die van C.
Schaade, voor f 378,864, die voor het andere
werk die van N. Voskuyl, voor f 21,865.
Door de Zierikzeesche Nieuwsbode wordt mede
gedeeld dat de brief, inhoudende f 200 aan bank
papier, den 8f November aan het hulpkantoor te
St. Philipsland ter verzending bezorgd, en die,
volgens het Politieblad, niet aan zijn adres was
bezorgd, behoorlijk is besteld geworden ten huize'
van den arbeider, die gewoon is de brieven voor
den geadresseerde (landbouwer onder 's Gravenpol
der) in ontvangst te nemen, doch dat deze
arbeider gedurende eenige dagen verzuimde den
brief aan den geadresseerde af te geven.
Het geschenk dat de gemeenteraad van
's Gravenhage aan Z. M. den koning zal aanbieden
bij gelegenheid van zijn huwelijk, bestaat in een
zilveren blad, bevattende een middelstuk en twee
kandelaars elk van negen lichten, in den stijl van
Lodewijk XVI.
Het blad is rijk versierd. Het middelstuk is
een zeer fraai ontworpen beker, omgeven van
geniussen, die de ineengestrengelde naamcijfers
van Z. M. den koning en van onze aanstaande
koningin, benevens het jaartal van het vorstelijk
huwelijk, aan beide zijden van den beker aange
bracht, met myrten omkransen.
De kandelaars worden gevormd door de wapen
schilden der hooge verloofden, elk met zijn schild
houder, den Nassauschen leeuw, dragende den
Nederlandschen pijlenbundel, waaruit de licht
kroon verrijst, terwijl onder de schilden op sierlijk
gevormde linten de wapenspreuken: JeMaintien-
draï' en „Palma sub pondere crescit(„de palm
boom groeit onder het gewicht') worden ge
graveerd.
De ontwerpiug en uitvoering van dit kunst
werk is aan de heeren van Kempen en zoon
opgedragen.
Tot kapelmeester bij het muziekgezelschap
te Oostburg is benoemd de heer A. Erasmus, van
Groede.
Het station Feijenoord van de staatsspoor
wegen zal, naar men verneemt, den 2en Dec. a.
voor het verkeer worden geopend.
Het gezamenlijk bedrag, dat voor de nage
laten betrekkingen van den vermoorden rijksveld
wachter Basting ontvangen isbeloopt reeds
circa f 9000.
Voor de rechtbank te Haarlem zal eerst
daags eene zonderlinge zaak behandeld worden.
De dienstbode van een inwoner van Beverwijk
had voor hare mevrouw een snijboonenmolen
gehuurd en dien, na gebruik, op zolder gezet.
De verhuurder van den molen hield zich stil,
eerst na verloop van drie jaren meldde hij zich
aan tot het terugbekomen van zijn eigendom, en
presenteerde daarbij tevens een nota tot het be
scheiden bedrag van f 2628 voor het gebruik
van den molen gedurende drie jaren, a 10 cent
per uur, het jaar op 365 dagen gerekend. De
betaling werd geweigerd, en daarop heeft de
snijboonenmolenaar de huurster van zijn molen
in rechten aangesproken.
Vijf en twintig Engelsche spoorwegmaatschap
pijen hebben besloten tot het invoeren van een
uniformtarief voor kleine pakjes. Zij zullen met
1 JanUari frankeerzegels verkrijgbaar stellen van
vier pence en van acht pence, waarmede pakjes
van twee en van vier pond kunnen gefrankeerd
worden naar ieder station op de contraeteerende
lijnen. Voor verloren pakjes wordt 1 terug
betaald. Men verwacht, dat de enkele maatschap
pijen, die nog niet zijn toegetreden, ook spoedig
zullen meedoen, zoodat een geregelde post voor
kleine pakjes tegen geringen prijs door gansch
Engeland, Schotland en Wales zal tot stand ge
bracht zijn. Het gerief voor het publiek van
zulk een maatregel springt zoo duidelijk in het
oog, dat het onnoodig schijnt er op te wijzen.
Uit New-York wordt onder dagteekening
van 24 November geseind: Lage barometerstand
met regen en windvlagen zal waarschijnlijk de
kusten van Groot Britannië en Frankrijk bereiken
tegen den 27en, gevolgd door eene tijdelijke op
klaring van het weder. Stormweder op den
Atlantischen oceaan benoorden 40° breedte.
De verdediging van de beschuldigden 'tKint
en Fortamps bracht gisteren haar eersten termijn
ten einde. Heden is het openbaar ministerie aan
het woord voor repliek. Na dupliek der verde
diging moeten de 539 vragen worden voorgelezen
die aan de jury ter beantwoording zijn gesteld,
waar wel eene zitting mee zal heen gaan. De
uitspraak is dus niet vóór Vrijdag te wachten.
Triest en Venetië zijn den 4" dezer maand
door buitengewoon hooge tijen geteisterd. Het
water vloeide door de straten van beide steden
en richtte vooral te Triest veel schade aan.
De heer Teisserenc de Bortde Fransche
minister van landbouw en handelis onuitputte
lijk in middelen om de tentoonstelling ook nog
na haren afloop te populariseeren. Eerst is hij
voor den dag gekomen met het min gelukkig
denkbeeld der monsterloterij, die hem nog menige
onaangenaamheid kan bezorgen, als het waar is,
wat de Fransche bladen melden, dat er in groote
massa's valsche loten zijn verkocht, vooral in het
buitenland. Nu is er weer wat op gevondeD om
de niet bekroonde inzenders een doekje voor
het bloeden te geven. Iedere inzender zal eene
herinneringsmedaille ontvangen, met een brief er
bij, waarin officieel is erkend, dat zijn fabrikaat
of zijn eigendom op de tentoonstelling is toegelaten.
Het wenschelijke van zulk een maatregel schijnt
vrij problematisch terwijl het nadeelige dadelijk
in het oog springt, als men bedenkt hoeveel
boerenbedrog er te plegen is met die medailles,
die toch ook van de tentoonstelling afkomstig
zijn.
Uit Luik schrijft men aan de Indépendance
Den 20cn is hier een exprestrein voorbijgekomen
van Utrecht naar Parijs, waarin 150 luxepaarden
werden vervoerd, die in de provincie Friesland
door Fransche kooplieden waren aangekocht. Nu
sedert drie jaren komen hier zonder ook maar
eens over te slaan maandelijks zulke transporten
voorbij.
De Engelsche dominé 's z'ijn ook niet warsch
van wat staatkundig drijven. Dominé Pax ton
Hood preekte Zondag te Manchester over de
crisis van het oogenblik en de plichten van den
burger in zulk een tijd. In de hevigste bewoor
dingen veroordeelde hij de daad van de regeering
om een oorlog te beginnen met den emir van
Kaboel en zeide, dat hij wenschte, dat de natie
met ëene stem de afzetting vragen zou van lord
Beaconsfield. Hij zou tot de koningin willen
zeggen„Majesteit, voor uwe eigen veiligheid,
voor de eer van uwe kroongij moet dien
man laten loopen." Hij zou eene lijst van mil-
lioenen namen uit het koninkrijk aan de voeten
der koningin willen leggen met dit enkele op
schrift „Uwe majesteit moet dien man laten
loopen." Nog zou hij zeggen„Volgens uwe
rechten en plichten als vrouw moet gij dien man
laten loopen, die uit de hoogte glimlacht bij het
beestachtige slachten van honderden hulpelooze
vrouwen en meisjes. Bij uwen scepter, die vlek
keloos moet zijn, daar men zegt, dat de zon nooit
ondergaat in uw gebied, gij moet dien man laten
loopen. Bij de eer van den Britschen naam, dien men
door het bloed der afschuwelijkste moordtooneelen
heeft laten sleuren, gij moet dien man laten loopen."
De liefderijke predikatie werd besloten met het
zingen van God save the Queen. Van Beacons
field waarschijnlijk.
Tweede kamer. De heer Wintgens, zijne
rede van gisteren voortzettende, ging den toestand
in Indië in bijzonderheden na, op maatschappelijk,
administratief en financieel gebied. De suiker
cultuur is verdwenende vrije cultuur gaat te
nietde suikermarkt heeft zich verplaatstde
agrarische wet bracht slechts eene omkeering van
den socialen toestand, zonder practische vruchten.
De verwarring op administratief terrein blijkt
uit de regeling der landrente en uit de schei"
ding van het rechterlijk en administratief gezag
De jaarlijksche uitgaven stijgendoch de controle
ontbreekt, tengevolge van het slecht comptabel be
heer waarvan malversatie en geldverspilling de
natuurlijke gevolgea zijn. Daarbij komt de oor
logstoestand in Atjeh die tot eiken prijs eindigen
moet. Dat alles waarschuwt ernstig tegen nieuwe,
nu weer aanbevolen wordende proefnemingen. De
toestand is te kritieker door de toeneming van het
element der Chineezen welker voorloopers wij vooral
in Atjeb worden, en door de toenemende aanmati-
ging van het Europeesch element.
Daarom wil hij ook geen vaste bijdrage in den
vorm eener jaarlijksche afkoopsom; maar ook
geen nieuwe belastingen, die noodelooze agitatie
en verbittering wekken. Hij eindigde met de
waarschuwing van Thiers: quit rCy a plus de
f ante a commettre.
De heer van der Hoeven bestreed de meening
van den heer van Rees, als zou het algemeen
beginsel aangenomen moeten worden dat wij geen
uitbreiding van ons gezag willen. Dit is soms
onvermijdelijk; vooral tot wering der inmenging
van vreemde mogendheden of gelukzoekers. Yan
de hervormende kracht des ministers verwacht
hij niet veelmaar hij had meer gouvernemen-
teele kracht verwacht tegenover de planterspartij
en behoudens nadere inlichting zal hij tegen de
begrooting stemmen, alleen om het gebeurde
met het Indische politie-regleinent,