Telegraphische berichten. 0 n d e r w ij s. Kerknie uws. Kunst nieuws, Rechtszaken. Verkoopingen en aanbestedingen. kan worden, ook al geeft zij geen stoffelijk voordeel. Aan verschillende kamers van koophandel is gezonden het „Algemeen overzicht van den handel van België met vreemde landen", over 1877, en het bericht omtrent den handel en de scheepvaart in het Britsche koningrijk over de maand Octo ber 1878. Door den consul der Nederlanden te Stockholm is tot vice-consul te Norrköping, voor de pro vinciën Nyköping Linköping, aangesteld de heer E. Reimers. Volgens het Vaderland zal het hof van H. M. onze aanstaande koningin aldus zijn samengesteld: grootmeesteres mevr. de douair. baronesse Van Hogendorp, geb. gravin Vaa Limburg Stirum; dames du palais: mevr. bar. Van Lijnden van Sandenburg; mevr. Hartsen, geb. Van Lennep (te Amsterdam); mevr. gravin Du Monceau; mevr. bar. Schimmelpenninck van der Oye, geb. Steen gracht; mevr. bar. Van Hardenbroek van Berg ambachthofdames: freule Van der Goes Van Dirksland, freule Van Heeckeren van Keil, freule Huydekoper, terwijl de vierde zal worden aan gewezen door H. M. Door de provinciale staten van Gelderland is gisteren tot griffier der staten gekozen jhr. mr. J. F. H. van der Feltz, lid van gedeputeerde staten. De toestand van den heer de Eoo van Alder- werelt is in de laatste dagen weder ongunstiger geworden. Men schrijft ons uit den Haag: Toen Pandora het bekende doosje opende waaruit zich alle kwalen over het menschdom verspreidden, als daar zijngebrek aan geld, wantrouwen in de naaste toekomst, met een te kort sluitende begrootingenonnauwkeurige kadastrale leggers die geen „Blauwe gang" aan wijzen, twisten over allerlei ismen, zelfs over het bij onze gemeenteraad onbekende derbisme, staat kundige huichelarij, en zoovele anderen, doch de hoop op den bodem bleef liggen, wie dacht toen dat men eenmaal, om die te mogen koesteren, de vergunning zou behoeven van een constituti oneel vorst? En toch i3 het zoo. Het Dagblad schrijft „de vereeniging Ret Nederlandsch Tooneel heeft aan Z. M. den koning vergunning verzocht om na H. Ds. aanstaand huwelijk, zoowel in de hoofdstad als in de residentieleen buitengewone voorstelling voor die gelegenheid te geven en de hoop te mogen koesteren, die voorstellin gen met de tegenwoordigheid van H. H. M. M. vereerd te zien." Is dat geen bescheiden wensch, geen nederige taal? Het is of men een landsman van Fritz Reuter, een boer uit Mecklenburg of Pommeren, tot een Pruisischen jonker hoort spreken. Alen las dan ook met genoegen in 't Dagblad „Het heelt Z. M. behaagd op dit verzoek zeer gracieus toestemmend te doen antwoorden." Zoo het waar is dat er niets nieuws onder de zon voorkomt, zeker is het toch dat de vormen, waarin zich personen en zaken voordoen, zich wijzigen. Dat blijkt ook in het koesteren van hoop, met of zonder vergunning; meer nog wanneer men, na gelezen te hebben hoe onze gemeente hoofden zich benaarstigen om, door middel van. commissiën, een penningske te ontvangen van hun gemeentenaren voor een nationaal huldeblijk aan Z. M., zijn schreden richt naar de Oude Molstraat, om daar te zien hoe het in de zesde eeuw onzer jaartelling toeging wanneer een vorst huwde. In de zaal der Leesvereeniging in genoemde heen hoord eik e ne vroolijke stem mij toeroepen: „'t Gaat best't gaat best 1 Binnen acht dagen trekken wij Berlijn binnen." Op dat oogenblik waren de Pruisen niet meer dan acht dagen van Parijs af Wij dachten er eerst over of het niet beter zou zijn hem naar de provincie over te brengen; maar zoodra hij de stad verliet zou de toestand va® Frankrijk hem alles verteld hebben, en ik vond hem nog te zwak, te zeer geschokt door zijn hevigen stoot om hem met de waarheid bekend te maken. Wij besloten dus op dezelfde wijze voort te gaan. „Den eersten dag van 't beleg ik herinner het mij best kwam ik ontroerd bij hen met dien angst in 't hart, welken de gesloten poorten van Parijs, het gevecht onder de muren, de ver anderde grenzen der rechtsbedeeling ons allen inboe zemden. Ik vond den goeden man in zijn bed opzittende, en juichende en trotsch riep hij mij toe: „Nu is het beleg toch begonnen Ik keek hem verbaasd aan „Hoe, kolonel, gij weet dus? Zijne kleindochter keek mij aan: „Welzeker, dokter 't Is het groote nieuws 't Beleg van Berlijn is begonnen." „Ze zei dit terwijl zij haar naald doorhaalde, zoo rustig, zoo bedaard Hoe zou hij iets hebben bemerkt? Hij kon het kanon der forten niet hooren, het ongelukkige Parijs, zoo somber en verwoest, niet zien. „Wat hij uit zijn bed zag, was een zijstuk van straat is voor eenige dagen tentoongesteld een schilderij van Alma Tadema door hem gedoopt De morgengave aan Galswintha. De schilder: had het stuk even goed kunnen noemen De minnennijd van Fredegondisdan had het de nieuwsgierigheid meer geprikkeld, en deze vrouw maakt toch de hoofdfiguur uit. De wijze waarop vorst Chilperic een tak over het hoofd van zijne nieuwe gemalin breekt, als bewijs van kroning, ziet men tusschen de kolommen van eene galerij, vanwaar Fredegondis, ontstoken in minnennijd, dit alles gadeslaat. Deze voorstelling doet denken, niet wat de teekening der figuren, maar wat het perspectief aangaat, aan een Chineesch kraamschut. Het beeld der verstootene geliefde van den vorst is een meesterstuk en weet als kunstwerk den toeschouwer aan te trekken. Veel belangstelling kunnen echter die personen niet wekken. Onder de Merovingische koningen, die geen van allen bijzondere aangename herinneringen nalieten koos Tadema zeker wel de allermin ste. En van Fredegondis zij alleen aangestipt hoe zij met den vorst in ontucht leefde, die om harentwil zijn eerste gemalin verstiet, hoe zij later zijn tweede vrouw Galswintha om het leven liet brengen en haar gemaal en stiefzoon ook tot slachtoffers koos. Het is te hopen dat als Tadema en zij die even als hij daartoe het talentbezittenons weer oudheden voor den geest halen, zij dan een aan genamer voorwerp mogen kiezen. Het herstellen en verzamelen van oudheden schijnt den uitgevers tegenwoordig meer ter harte te gaan dan aan menig gemeentebestuur. Bij het landsbestuur bemerkt men daarin wel eens te grooten en moeilijk te wettigen ijver. Zoo gaf ook de uitgever van Nooten aan het lezend publiek de Oudheden van Aart Admiraal. Alen neemt ze ter hand met een gevoel van smart, dat kort na het verschijnen van dit boek, de flinke schrijver, aan wien ook in dit blad een rechtmatige hulde werd gebracht, op betrekkelijk jeugdigen leeftijd overleed. Die aan zijn wijze van schrijven en uiting zijner gedachten gewoon is zal de drie stukjes Van Ruis, Lit de School geklapt en Multatuli, zoo men ze niet reeds kent, met genoegen leeren kennen. In het eerste is klaar blijkelijk des schrijvers geloofsbelijdenis te vinden op staatkundig gebied, o. a. op bladzijde 80 waar hij Karei Ooeree de openbare school laat verde digen. Tegenover conservatieven en hun geest verwanten legt hij hem deze woorden in den mond. „Zij (de wet) had zelfs het woord christelijk moeten terughouden, want het gaat den staat niet aan of een vader van zijn kind een Turk of een Griek of een Kristen wil maken. Dat kandat mag de regeering niet beoordeelen, de regeering heeft burgers noodig. 'Zij had dus eenvoudig kunnen zeggen, dat zij opleidt tot burgerzin." En op de vraag van een predikant, of een Turk wel een goed Nederlandsch burger zoude zijn, laat hij Goeree antwoordenbeter dan een ultra- montaan of jezuïet. In de hotels Paulez, Twee steden, Marechal ziet men weder de bekende gezichten der spora dische stamgasten, voor wie de schoonste snede vleesch, het fijnste stukske visch, het lekkerste kluifje van kip of haas wordt bewaard. De leden der tweede kamer gingen weder ter vergaderzaal op en, als hadden we hier in de residentie niet genoeg Maandaghouders, eerst Dinsdag middag na schofttijd gingen de heeren aan het werk. Wat veel werk, en wat korten tijd! Spoedig is het einde van het jaar genaderd. Men behoeft al heel luttel belang te stellen in 's lands zaken om niet angstig de vraag te doen„zullen de naderende Kerstdagen niet als beweegkracht de Are de Triomphe en in zijne kamer, rondom hem, waren allerlei souvenirs aan het eerste kei zerrijk, wel geschikt om zjjne illusiën te bewaren. Portretten van maarschalken, platen van veld slagen, de koning van Rome in de lange kleêren vervolgens groote, steile penanttafels versierd met koper in den vorm van tropeën, beladen met keizerlijke reliquiën, medailles, bronzen penningen, een rots van Sint-Helena onder een stolp, ver scheiden miniatuur-afbeeldingen van éen zelfde dame, met kleine krulletjes in balkostuum, in een gele japon, met wijde manchetten en heldere oogen en dat alles, de penanttafels, de koning van Rome, de maarschalken, de gele dames met hooge, korte lijven, en die wanstaltige stijfheid die de gratie van 1806 uitmaakte. Dappere kolonel! meer nog dan alles wat wij hem konden zeggen, was het die atmosfeer van overwinningen en veroveringen welke hem zoo naïef aan het beleg van Berlijn deed gelooven. Wordt vervolgd.) dienen voor het werktuig, dat men noodig heeft om af te hameren" In de beide koopsteden aan Amstel en Rotte gebeurt het ook zoo vaak dat, wanneer er een min gunstig verslag moet worden uitgebracht, of een teer punt ter sprake kan komen, de ver gadering zoo kort mogelijk voor beurstijd wordt belegd, omdat zij, die haar belegden, wel weten dat het luiden van den beursbengel alle lange samensprekingen en vragen, die soms van onge paste nieuwsgierigheid, maar ook wel van gepakte weetgierigheid getuigen, voorkomt. Kleine oorzaken hebben dikwijls groote gevol gen. De machtige invloed van de gepakte va liesjes op het artsenwetje dd. 9 October, ligt nog verseh, kersversch in het geheugen. Terloops zij hier nog melding gemaakt van een franco per post uitgedeeld vlugschrift, ingeleid als Een openhartig woord aan mijne landgenooten door een grijzen Hagenaar. Men zoude haast kunnen gissen wie het is. De schrijver begint en eindigt met de woorden; „dat geve God" en vangt aan met de ongelukkige April-beweging van 1853,om den lezer aan het slot een blik te doen werpen in de toekomst, wanneer onze vorst tot rijpen, bezadigden leeftijd is gekomen. Die tijd zal nu wel gekomen zijn. In Juli jl. werd te Zwolle een vergadering gehouden, saamgeroepen door het bestuur der Liberale Kiesvereen ging te Zwolle, tót wier bijwoning allen waren uitgenoodigd, die de liberale beginselen toegedaan waren. Het gold een poging om eenheid te brengen in de rijen van hen, die allen hetzelfde doel beoogen, maar door verschil lende omstandigheden en bijzondere overwegingen niet altijd met elkander samenwerkten. De poging vond bijval en de vergadering benoemde een zevental leden uit haar midden om een concept reglement voor een kiesvereeniging te ontwerpen. Over het door deze commissie ontworpen con cept werd Dinsdag avond opnieuw beraadslaagd. Een 42tal personen woonden de discussien bij. Het ontwerp werd, wat. de hoofdzaak betreft, onveranderd en wat de bijzaken aangaat, met kleine wijziging aangenomen. De hoofdzaak was gelegen in art. 3, waarbij wordt bepaald, dat de vereeniging bij het kiezen van candidaten voor den gemeenteraad niet uitsluitend letten zal op de vraag of de candidaat voor het lidmaatschap in alle deelen de vrijzinnige beginselen der ver eeniging huldigt, maar meer bijzonder letten kan op bekendheid met plaatselijke toestanden, de be kwaamheid en den wil om den bloei der gemeente op ieder gebied te bevorderen. Dit artikel werd met 27 tegen 12 stemmen2 leden, niet-kiezers, onthielden zich van stemming, aangenomen. Voorts werd bij de beraadslaging over art. 1 bepaald dat de vereeniging „uitbreiding der kies bevoegdheid" mede op 't programma van een liberale kiesvereeniging wil, terwijl achter de woorden: „hervorming van ons belastingstelsel" werd gevoegd: „door meer gelijkmatige verdeeling van lasten." Ook niet-kiezers kunnen lid worden, doch alleen met adviseerende stem. {Zw. Cf.) De rector van het gymnasium te Zalt-Bommel, dr. Coenen, heeft eene benoeming als conrector to Winschoten aangenomen. Er bestaat nu kans dat het gymnasium opge heven zal worden, hetgeen zeker de meest af doende manier zijD zou om het college van curatoren te doen berusten in het aan dr. Roodhuizen ge geven ontslag wegens ongeoorloofd krantenge schrijf. De jaarwedde van den hoofdonderwijzer te Oudelande wordt met 1 Jan. a. met 50 verhoogd. De heer P. Dieremanse, predikant bij de Chr. ger. gemeente te Ter Neuzen, staat op het drietal voor eene beroeping naar de Haagsche gemeente in het kerkgebouw Wagenstraat. De heer J. W. Unger, predikant te Koude- kerke, heeft bedankt voor het beroep naar Her velt (classis Nijmegen.) Bij de aanstaande oproeping van gegadigden naar den pacht van den stadsschouwburg zullen waarschijnlijk Eet Nederlandsch Tooneel en de nieuwe combinatie Albregt, van Ollefen, Moor en Veltman, ernstig tegenover elkander staan. Bij laatstgenoemden zouden zich natuurlijk mevr. Albregt, benevens de dames Ellenberger, Ver- woert en de Vries (van het Rotterdamsch gezel schap) hebben aangesloten. Zoo wil het gerucht ook, dat Het Nederlandsch Tooneel in onderhan deling is met den heer L. Bouwmeester, en dat de aanvrager om de pacht die voor den ander het onderspit delft, het Grand Thédtre zal gaan bespelen, waar men dus het volgende seizoen in alle gevallen een Hollandsch gezelschap zal hebben- {Hol.) M'i" Agar zal aanstaanden Maandag in den grooten schouwburg te Rotterdam optreden, wer kelijk in het treurspel Rodogune van Corneille. De leeraar aan de hoogere burgerschool te Gouda, die zich wegens het uiten der woorden „mijnheer Wickert (de commissaris van politie aldaar) kan voor mijn part stikken", eene straf vervolging ter zake van beleediging van een magistraatspersoon op den hals haaldeis in hooger beroep vrijgesproken. door het gerechtshof te 's Hage Als een bijzonderheid verdient vermelding dat dezer dagen te Nieuwedorp een varken is geslacht dat 527 halve kilo's woog. Het Duitsche schip GlücJc Auf, dat naar men vreest op deri Banjaard vergaan is, voer vroeger ónder Nederlandsche vlag voor de reederij van den heer J. Vroege, heette toen Minister Thorbecke en was 566 ton groot. Zeven schatrijke weezen, protes- tantsch, te Brussel, oud 21 tot 23 jaren, worden tegelijk ten huwelijk gepresenteerd. Onderteekende franco brieven, P. V. 74, poste restante, Brussel. Wie er op schrijven mocht, wordt, vriendelijk verzocht ons te melden of al dan niet het over zenden van geld verlangd wordt om met het rijke zevental in aanraking te komen. Dat hebben wij, dunkt ons, wel verdiend aan ons overschrijven der advertentie uit de N. Rott. Ct. van heden. Op een der eergisteren te Arnhem ingeleverde stembiljetten voor de verkiezing van leden der kamer van koophandel, las men de woorden: „Een uurtje Rijn vergraven." Voor Arnhemmers moet het duidelijk zijn dat hiermede de heer G. van Berknm bedoeld wordt. Het stembureau was echter van oordeel dat de aanwijzing van den persoon aan duidelijkheid te wenschen overliet. Marwood, de Engelsche beul, is dezer dagen het voorwerp geweest van eene hartelijke ovatie. Hij had in de gevangenis te Usk een bekenden moordenaar opgehangen, op wien het volk ver beten was, en werd na afloop der plechtigheid door eene groote volksmenigte naar het station gebracht en luide toegejuicht. In de wachtkamer hield hij toen eene geregelde receptie. Men drukte hem ,de hand, en een der tegenwoordigen hield eene aanspraak, waarin hij zeide, dat Marwood zijn plicht had gedaan, en dat allen trotsch op hèm waren. Marwood antwoordde naar behooren en merkte op, dat hij nog nimmer ergens zoo goed was ontvangen. „Ik hoop, zeide hij, dat ik spoedig weer eens dezen weg zal moeten uit komen". Deze kiesche aardigheid werd met hartelijk gelach ontvangen. In eene vergadering van schuldeischers van de- failliete firma Heugh, Balfour O. te Man chester zeide de voorzitter, dat sedert het bedrog van Collie in 1875 was ontdekt, geen faillisse ment zoo nadeelig was geweest voor het crediet en den zak van de bewoners van Manchester als dit van Heugh, Balfour C°. Collie hadLonden- sche en Schotsche bankiers opgelicht; doch John Heugh had zijne Alanchestersche vrienden als slachtoffers gekozen en hun 200,000 uit den zak geklopt. Vier, vijf jaren aan een stuk had deze firma enorme hoeveelheden goederen gekocht en daarmede de markten in het Oosten over stroomd, terwijl zij hopeloos insolvent stond. Hoe spoediger zulk eene firma was uitgeroeid hoe beter voor Manchester en den handel aldaar. In de particuliere boeken van John Heugh was een post, welke de president niet met stilzwijgen kon voorbijgaan, een post van 33917,5s,4d giften aan weeshuizen en liefdadige instellingen. In het licht der gemaakte ontdekkingen maakt zulk een post een spookachtig effect, meende de dichterlijke handelsman. Er is reeds veel sneeuw in de Zwitsersche bergpassen. De Gotthard, de Spliigen en de Bernardin zijn reeds niet meer toegankelijk. Al de posten gaan nu door den Mont-Cenis. BINK KUL AS D. 's Gravenhage. Toegelaten als onderwij zeres in de gymnastiek mej. H. J. Boone van Middelburg. BUITENLAND. Londen. De Emir heeft het ultimatum onbeantwoord gelaten waarop in den ministerraad besloten is per telegraaf bevel te geven tot voor waarts rukken. Calcutta. De Afghaansche grenzen zijn door de Britsche troepen overschreden. De oorlog is begonnen. De eerste voordeelen zijn door de Engelschen behaald. Bombay. De Engelschen hebben het fort Kapisi zonder strijd bezet, de vijand nam de wijk. Pargs. Tusschen Gambetta en de Fourtou heeft een duel op pistolen plaats gehad, wegens eene door Gambetta in de kamer gebezigde uitdrukking. Een kogel werd gewisseld op dertig pas. Niemand is gekwetst. Heden werd door het polderbestuur van Wal cheren, in zijn lokaal in de Abdij alhier, aanbe-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2