18 November, deze courant be GEMEENTE-BELASTINGEN Benoemingen en besluiten, Middelburg, 16 November. Rechtszaken. De St. Ct. bevat de gewijzigde statuten van den Nederlandsehen militairen hond. koninklijke besluiten van den* 23 Deirember 1871, Hor> 7 T?n u 10 December 1875, n° 28 en van leger. Voor den tijd van'vijf jaren gedeta cheerd bij het wapen der infanterie van het leger in Nederlandsch Indië, de 2e luitenant A. F. Des- sauvagies, van het G- regiment infanterie. Op verzoek andermaal verlengd met een en een half jaar den tijd van duur der detacheering van den len luitenant J. P. F. G-. E. Delpy, van het wapen der infanterie hier te lande, bij het leger Door den burgemeester van Amsterdam zijn de burgemeesters der provinciale hoofdsteden, alsmede die van Botterdam, uitgenoodigd om op Zaterdag 16 November te Amsterdam bij elkander te komen, om, met het oog op het aanstaande huwelijk van Z. M. den koning, over het aanbieden van een nationaal huldeblijk te beraadslagen. Zie tele- graphische berichten.) {N. B. Ct.) Uit het telegram, dat door den seinpost op Point, du Talut (Z. W. punt van Belle-Isle) aan den heer Vroege, reeder te Botterdam, gericht is, blijkt dat het driemastschip AVolasserdam koer sende was naar St. Nazaire. Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor respondentie naar Nederlandsch Indië, door middel van het stoomschip Wyberton van de Botterdamsche Lloyd, waarvan het vertrek uit Botterdam op den 20en November aanstaande is bepaald. Behalve aan Batavia, wordt met deze gelegen heid mede eene brievenmaal aan Padang gezonden. De gedrukte stukken en monsters van koop waren behooren uiterlijk in den avond van den 19en November en de brieven den daarop volgenden dag des morgen vóór 10 uren, te Botterdam aangekomen te zijn. In den loop van de maand December a. zal bij de algemeene rekenkamer een vergelijkend on derzoek plaats hebben voor de betrekking van tweeden klerk bij dat college. Tot het examen worden toegelaten degenen, welke op 1 Januari 1878 hun 18e jaar zijn in getreden en niet ouder zijn dan 30 jaren. Zij die aan het examen verlangen deel te nemen zorgen dat hunne op zegel geschreven verzoek schriften, vergezeld van eene geboorteakte, vóór ruimte voor het steeds toenemend aantal kinderen te klein was geworden en waarin behoefte aan meer licht en lucht zich dringend deed ge. voelen. Dankbaar voor den nieuwen toestand, werd door de hoofdonderwijzers er op gewezen, hoe heilzaam goede localiteit op onderwijzers en leerlingen werkt en welk een groote invloed hier door op de vruchten van het onder vrijs wordt uitgeoefend. Werd door den burgemeester, die zich mede in de groote verbetering verheugde, aanleiding ge vonden om krachtig tot getrouw schoolbezoek en waardeering van het onderwijs aan te sporen, ook de inspecteur en de schoolopziener sloten zich daarbij aan en betuigden hunne hooge inge nomenheid met den nieuwen toestand. Gaarne greep vooral de laatste ook deze gelegenheid aan om met nadruk aan te toonen, hoe het hem zoo dierbaar onderwijs het eenige middel is, dat tot verheffing, ontwikkeling en beschaving, tot volks geluk en volkswelvaart leiden kan, om ten slotte, na vergelijking van den vroegeren gebrekkigen met den thans verbeterden toestand, even als de inspecteur, tot het gemeentebestuur een woord van hulde te richten voor zijne goede zorg voor het onderwijs, de schoonste taak der gemeentebesturen. Gaarne brengen ook wij hulde aan dat bestuur, dat niet terugdeinsde voor de groote uitgaven, in de overtuiging dat in eene hoog opgevoerde begrooting, tengevolge van uitgaven in het belang van de intellectueele ontwikkeling, de hechte grondslag wordt gevonden voor werkelijken en duurzamen vooruitgang. In eene Donderdag avond gehouden vergadering der afdeeling Amsterdam van de Vereeniging lot bevordering van fabriek- en handwerlcsnijverheid, werd breedvoerig gesproken over het al of niet wenschelijke der oprichting van gemeente-licht fabrieken. Daar de beraadslagingen voornamelijk gevoerd werden met het oog op hetgeen voor Amsterdam wenschelijk is en de toestand in grootere o^ in Nederlandsch Indië. Op verzoek eervol ontslag verleend uit Zr. Mr. militairen dienst, onder toekenning van den titu- lairen rang van kolonel en van pensioen, aan den met verlof hier te lande aanwezigen luitenant kolonel der infanterie van het leger in Neder landsch Indië B. N. Biir. ridderorden. Vergunning verleend aan den Oost Indischen ambtenaar C. J. H. Biegon von .Czudnochowski, eerste commies bij de algemeene rekenkamer te Batavia, tot het aannemen dei- versierselen van ridder der eerste klasse van de hertogelijk Saksische Ernestiniscke huisorde, hem door den hertog van Saksen-Coburg-Gotha ge schonken. Ten vervolge op hetgeen in ons nommer van gisteren vermeld werd, deelen wij nog mede dat ter terechtzitting van gisteren van de arrondissements rechtbank alhier, op welke behandeld werd de zaak tegen den heer J. de Decker wonende te Antwerpen, vroeger alhier, het voorzitterschap bekleed weid door mr. D. A. Berdenis van Berlekom, terwijl de heeren jhr. mr. D. G. van Teijlingen en mt P. J. Callenfels als rechters zitting hadden, het openbaar ministerie waargenomen werd door mr. J. van Doorn, subst. officier van justitieen de beer mr. W. H. Snouck Hurgronje als substituut griffier zitting had. Daar de beklaagde niet tegenwoordig was werd door de rechtbank verstek verleend, zoodat de zaak werd voortgezet als ware de beklaagde tegenwoordig. Na voorlezing der dagvaarding, die wij reeds hebben medegedeeld, werd aangevangen met het getuigenverhoor. Als eerste getuige werd gehoord de heer A. Ostenrath, gezagvoerder van het schip Minister Fransen van de Puttewiens verklaring in hoofd zaak neerkwam op het volgende. zelfde inhoudt als het oorspronkelijke. Op de vraag des voorzitters' of de bewuste stoomboot boven of onder het dek geladen moest worden, zegt getuige, dat de boot onder het dek had behooren geladen te worden, maar dat dit niet kon. De tweede getuige, F. A. van Buijven, in 1877 in dienst bij de firma van Zeijlen en Decker, be vestigt, voor zooveel hem betreft, de veiklaring van den getuige Ostenrath. Het oude journaal verklaart hij, nadat daar eenige stukken uitge knipt en verscheurd waren, van den heer Decker ontvangen te hebben, met last om het voor kladpapier te gebruikenaangezien daaraan echter geen directe behoefte was, is het boek door ge tuige in een kast gezet en later aan de justitie overgegeven. Op de vraag of hem getuige de bepaling van het Tnladen bekend was en of er van de lading op het dek aan de bevrachters was kennisgegeven, verklaart getuige niet te weten dat daarvan van wege het kantoor kennis was gegeven. Daar echter ook sommige zaken te Botterdam werden behandeld, weet hij dit niet zeker. De verklaring van den derden getuige, den heer W. Alberts, cargadoor te Middelburg, stemt in hoofdzaak overeen met die van den eerste ge- tuige. Ilij verklaart verder dat de last tot overschrijven is gegeven en dat dit bij hem op t kantoor is geschied, daar hij echter daarbij niet voortdurend is tegenwoordig geweest, zijn hem de uitdrukkingen in het oorspronkelijke journaal niet bekend. De verklaring van den vierden getuige Oostveen, in 1876/7 stuurman aan boord van de Minister Fransen van de Putte, behelst dat hij op last van den gezagvoerder en door dezen gedicteerd, het journaal, op het kantoor van den heer Alberts, heeft overgeschreven en dat als reden voor ie overschrijving hem gezegd is dat het journaal er te smerig uitzag. De vijfde getuige C. Maks, scheepsbouwmeester

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1