m 269,
Donderdag
li ovem oer.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zoij- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nonrmers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentien: 20 Cent per regel,
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels 1,50
iedere regel mesr 0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère O. L. Daube en Cie: te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones,
Personeele Masting.
Middelburg, 13 November.
Burgemeester en wethouders van Middelburg
herinneren de ingezetenen aan de bepalingen dei-
wet voor de belasting op bet personeel van 29
Maart 1833 (St.bl. n° 4) en 9 April 1869 (St.bl.
n° 59), betrekkelijk de belasting naar tijdsgelang
en de suppletoire aangifte, en brengen ter hunner
kennis dat bij art. 27 en 42 der genoemde wet
het volgende is bepaald:
Art. 27.
1. „Die na 15 Mei een perceel in gebruik
neemt, is voor dit perceel de belasting naar de
vier eerste grondslagen voor den tijd des dienst-
jaars, die dan nog over is, verschuldigd."
2. Aan den belastingplichtige die in den
loop des dienstjaars een perceel verlaat, zonder
daarin eenige roerende goederen of iemand in zijn
dienst achter te laten, wordt ontheffing verleend
van zijn aanslag naar de vier eerste grondslagen
voor den tijd des dienstjaars, die dan nog over is,
indien daarvan door hem, binnen den tijd van eene
maand, volgende op die waarin bij het perceel
verliet, tegen bewijs, schriftelijke aangifte is gedaan
ten kantore des ontvangers, op een aldaar koste
loos verkrijgbaar biljet.
„De ontheffing wordt ook verleend over bet
driemaandelijkscb tijdvak waarin bet perceel werd
verlaten, indien de belastingplichtige daarna, doch
in den loop van datzelfde tijdvak, een ander per
ceel, waarvoor hij belastingplichtige is, in gebruik
neemt.
„Bij overlijden van den belastingplichtige treden
zijne erfgenamen in dezelfde rechten en verplich
tingen.
„De aangiften, volgens het lp en 3e lid ingediend,
worden als gewone bezwaarschriften aangemerkt
en behandeld."
3. „De uitbreiding, vermeerdering, verwisse
ling en afschaffing van belastingvoorwerpen dei-
vier eerste grondslagen na 15 Mei, zal, behalve
in de gevallen bij 1 hierboven vermeld, geen
grond geven tot eenen nieuwen of verhoogden
aanslag in den loop des dienstjaars."
4. „Ter zake van zoodanige voorwerpen der
5e en 6e grondslagen als na 15 Mei in dienst of
gebruik genomen of aangeschaft worden, zal de
belasting naar gelang van den nog overigen tijd
des dienstjaars zijn verschuldigd, met dien ver
stande, dat geen verwisseling van dienstboden of
paarden met andere, waarvoor geene hoogere
rechten verschuldigd zijn, op zich zelve, tot het
nogmaals aanslaan van denzelfden belastingschul
dige zal kunnen aanleiding geven."
5. „Het aanwenden tot belastbaar gebruik
van zoodanige voorwerpen van de 5° en 6e grond
slagen, als aanvankelijk tot belastbare einden aan
gelegd of gebezigd waren, zal met aanschaffing
worden gelijkgesteld, zoomede wat aangaat de
paarden, derzelver geheel verlies van het tweede
viertrl hunner melktanden, in den loop des jaars."
6 „Naar gelang de omstandigheden eens
belastingschuldige, in den loop des dienstjaars, met
betrekking tot deszelfs voorwerpen van de 5e en
6® grondslagen veranderen, zulks dat, volgens de
tarieven van artt. 17 en 21, de opklimming dei-
belasting te zijnen aanzien toepasselijk zoude
worden, zal, ook wegens de dienstboden en paar
den, aanvankelijk gehouden, die verhöögiog voor
den nog overigen tijd des dienstjaars zijn ver
schuldigd.
„Deze bepaling is mede van toepassing in be
trekking tot de paarden, bij het opkomen van de
omstandigheden, aan het einde van 7 van art.
20 vermeld."
7. „PaardeE bij verschillende personen of ge
zinnen in gebruik, zullen, ingeval die gelijktijdig
voor een zelfde rijtuig worden gespannen, hem,
die zulks doet, of wel den eigenaar of gebruiker des
rijtuigs, ter zake van bet grooter aantal paarden,
hetwelk door hem alzoo mocht zijn gebezigd, dan
waren aangegeven, mede aan de opklimming der
belasting naar 6 doen onderwerpen."
8. „Hooger belastbaar gebruik van dienst
en werkboden of paarden, aanvankelijk minder
belastbaar, zal de verplichting tot eene evenredige
verhooging der belasting voor den nog overigen
tijd des dienstjaars ten gevolge hebben."
9. „De tijd, waarover de belasting loopt, zal,
in betrekking tot al de grondslagen, worden be
rekend bij vierendeelen jaars, op het dienstjaar
overschietende, zonder dat een vierendeel jaars zal
kunnen worden gesplitst, en zullen als vierendeels
jaars worden beschouwd de tijdvakken, aanvan
gende met 1° Mei, 1° Augustus, 1° November en
1° Februari."
Art. 42.
„De zoodanige, welke, door eenige der omstan
digheden, voorzien bij art. 27, in den loop des
jaars, komen te vallen onder de toepassing van
het aldaar bepaalde, zullen alvorens en naar ge
lang van het ontstaan dier omstandigheden, en op
de boete, bij art. 35 en 39 vastgesteld, verplicht
zijn tot het iudienen van behoorlijke aangifte des
wege, in voege als bij art. 30 voorgeschreven
zullende zij daarvoor een biljet ter invulling bij
den ontvanger kunnen bekomen.
„De aangiften kunnen, in gemeenten waar géén
ontvanger gevestigd is, ook gedaan worden bij
het gemeentebestuur, ter plaatse alwaar de belas
ting verschuldigd is, op biljetten, aldaar tot dat
doel verkrijgbaar gesteld."
Middelburg, den 9 November 1878.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHOREfi.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Bij prov. blad n° 105 wordt medegedeeld dat,
volgens beschikking van den minister van bin-
nenlandsclie zaken van 5 dezer, in werking
getreden denzelfden dag, de provincie Zeeland
tijdelijk is toegevoegd aan den werkkring van
den adjunct-inspecteur voor het geneeskundig
staatstoezicht in Zuid-Holland, den heer d<\ B,
Carsten.
Vllsslngen, 13 November. De kamer van
koophandel en fabrieken alhier heeft besloten
zich per adres te wenden aan den minister van
waterstaat handel en nijverheid ter zake eener
beweerde staking van de werkzaamheden aan
de voormalige marinehaven.
De kamer meent dat het ongeraden en ongerecht
vaardigd zou zijn aan dat plan gevolg te geven.
Ongeraden, omdat de onderloopsheid van de
kleine sluis, de onderstelling wettigt, dat allicht
ook aan de groote sluis eenige calamiteit kan
ontstaan, zoo al niet het gerucht gegrond mocht
zijn dat daarvan de eerste sporen vermoed worden
aanwezig te zijn, in welk geval het Walchersche
kanaal c. a onbruikbaar zou worden, daar ook
de toestand van de Yeersche uitmonding veel te
wenschen overlaat.
Ongerechtvaardigd, omdat door de aangevangen
en reeds uitgevoerde werken de toegang tot de
voormalige marinehaven die bestond,is afgesloten,
en aldus de gemeente Ylissingen bij eene moge
lijke verstoring van de gemeenschap door de
groote sluis, van veel slechter conditie zou
worden dan zij ooit, vóór de voltooiing dei-
havenwerken, geweest is.
Men schrijft ons uit Goes, dd. 12 dezer:
De verkiezing van den beer J. A. A. Fransen
van^de Putte, onzen oudsten wethouder, tot lid
van gedeputeerde staten, beeft eene gewichtige
vacature in den gemeenteraad doen ontstaan
Met leedwezen vernam Goes al wordt ook
de onderscheiding, den heer van de Putte ten
deel gevallen, algemeen op prijs gesteld dat
bij die betrekking had aangenomen, omdat hij
daardoor in zijne velerlei betrekkingen aan de
gemeente ontvalt. Het woord van hulde en dank
hem, namens het college van burg. en weth. en
namens den raad, in de laatste raadsvergadering
toegesproken, was zeker eene zeer gepaste waar
deering van de vele diensten, door hem aan de
gemeente sedert een groot aantal jaren bewezen-
De verkiezing van een raadslid op 20 dezer bepaald
zijnde, hadden de heeren J. M. Kakëbeeke en
Joh. L. v. d. Pauwert de liberale kiezers tot
eene vergadering op heden avond opgeroepen,
om onderling het stellen van een eandidaat te
bespreken. Nadat de heeren de Laat de Kanter
en de Jonge van Ellemeet voor eene eventueele
candidatuur bedankt hadden, werd reeds bij de
eerste stemming de heer J. J. Ochtman door de
vergadering tot eandidaat gekozen. Men kan
niet anders dan die keuze toejuichen. De heer
Ochtman toch, die niet alleen met den mond, maar
vooral met de daad steeds toonde de liberale be
ginselen warm te zijn toegedaan, gaf vele malen
blijk dat de publieke zaak hem zeer ter harte
gaat. Hij behoorde onder hen, die het initiatief
namen om alles aan te wenden om de voormalige
rechtbank hier te behouden. Als lid van de
commissie van toezicht op het middelbaar onder
wijs- behartigde hij met ijver de belangen van
dat onderwijs, en ook door zijne krachtige mede
werking tot oprichting derambachtsschool, zien
we in hem een voorvechter voor algemeenen
vooruitgang en beschaving. Erkennen we dat
eerlijkheid, bekwaamheid, moed en onafhanke
lijkheid onmiskenbare vereischten zijn voor een
raadslid, we weten dat de heer Ochtman die ver
eischten in zich vereenigt. Gaarne hoop ik dan
ook ii'zijne verkiezing te bekwamer tijd temogen
berichten. Hij zou een waardig- plaatsvervanger
zijn voor zijn schoonvader en even krachtig en
volhardend dezelfde beginselen voorstaan.
Nu gedeputeerde staten hunne goedkeuring
onthouden hebben aan het raadsbesluit tot uit
gifte van grond aan het bestuur der ambachts
school, zal, door de welwillende medewerking van
het gemeentebestuur, dat bestuur toch, door het
recht van opstal behoudens de goedkeuring van
gedeputeerde staten den noodigen grond verkrij
gen tot het houwen van een geschikter en uitgebrei
der lokaal. Allengs beginnen de ouders die zoo
nuttige inrichting meer te begrijpen en te waar-
deeren. Vreemd is het dat zulk eene inrichting,
bijna onmisbaar voor de vorming van bekwame
handwerkslieden, wier arbeid eene waarde heeft
geëvenredigd naar hunne behoeftenniet als't ware
bestormd wordt door leerlingen. Duidelijk
toch is het dat de ouders, wanneer zij zich het
sober loontje, dat een „krullejongen" geniet, ont
zeggen willen, kapitaal op ruimen intrest plaatsen
zullen, 't ls nog altijd een ondoordacht egoïsme,
waardoor de hoogere bloei der ambachtsschool
wordt verijdeld.
Op uitnoodiging van de burgemeesters van
Zierikzee, Brouwershaven en Steenbergen is gis
teren middag op het raadhuis te Zierikzee eene
vergadering gehouden van de burgemeesters van
Schouwen en Duiveland, St. Philipsland en enkele
gemeenten in. Noord-Brabant, ten einde middelen
te heramen tot verbetering van de communicatie
in deze streken.
Het resultaat dor besprekingen is ons nog niet
in bijzonderheden bekend. (Zier. Ct.)
De baron Taets van Amerongen, hofmaarschalk
van Z. K. H. prins Hendrik, zal, naar men verneemt,
weldra zijn ambt nederleggen.
Aan Edison's uitvinding der verdeeling van het
electrisch licht wordt heden in eene correspon
dentie in het Haagsphe Dagblad, uit Duiveland,
eene gevolgtrekking vastgeknoopt, aan welke zeker
nogniemand gedacht heeft. De mêestoven schrijft
die berichtgever, werken tegenwoordig nauwe
lijks zooveel weken als ze vroeger maanden
bezig waren. Kon echter het gaslicht door electrisch
licht vervangen worden, dan zou de steenkolen-
teer haar bloeitijd gehad hebben, aan het ver
vaardigen van kunst-alizarine zou een einde komen
en de aniline-kleuren zouden misschien weder door
meekrap vervangen worden
Deze hoop, schrijft de correspondent-wordt
door „menigeen" in Duiveland gekoesterd.
Wij kunnen 't haast niet gelooven.
De hoogleeraar Buys Ballot deelt in het ütr
Dagblad het volgende mede:
Verschillende onrustbarende berichten van
buiten af, deden misschien velen stormen vreezen
tegen den leD Oct., den 14 Oct., den 8™, den
18™, den 28en Oct., den len Nov. en den 6™ Nov.
en zeker in deze maanden is er eenige meerdere
waarschijnlijkheid daarvoor, echter bezwaarlijk
voor zeven stormen in den tijd van ruim eene
maand. Iu werkelijkheid is dan ook slechts de
helft hier in de nabijheid onzer kusten voorge
komen.
Anderen evenwel, die meer op de Nederlandsche
waarschuwingen acht gaven en vertrouwden,
bleven in October volkomen gerust tot den morgen
van den 10™ Ootober. Dien dag en den volgenden
kregen wij vrij sterke winden uit het zuiden.
Daarop volgden weder acht volkomen matige
dagen, totdat wij in den morgen van den 21™,
of eigenlijk reeds den vorigen dag, gewaarschuwd
werden voor de sterke winden, die den 2225
October zich hier en daar deden gevoelen. Den
2629 weiden Wij in onrust gehouden, hetgeen
bleek niet onnoodig te zijn geweest, voor den
mond van het Kanaal, waarop het groote verschil
van Valent.ia boven Thurso wees. Den 30™ was
alles weer tot rust teruggekeerd, totdat wij in
den avond van den 6en November opmerkzaam
werden gemaakt en in den avond van den 7e"
zeer ernstig werden gewaarschuwd.
In den daarop volgenden nacht kwam toen de
storui te Middelburg cnt daar de waarschuwingen
voortdurend ongunstig bleven, ook de stormen
van deze laatste dagen.
Men ziet dus, dat de barometerverschillen door
liet Nederlandsch Meteorologisch instituut naar
de havens gezonden, werkelijk redenen van onge
rustheid geven.
Yooral zou dat het geval zijn als de telemete-
orograaf van Olland aan de vier hoeken des
lands ingevoerd was, omdat men dan niet meer
enkel op de waarnemingsuren die verschillen zou
kennen, maar voortdurend. Nu kan men eeni-
germate dat gebrek vergoeden, indien Ylissingen,
bij een snelle barometerverandering, vooral bij
rijzing, en Groningen of Helder vooral bij daling
even de tegenoverliggende plaatsen vroeg, wat
daar geschiedt, gelijk ik dit ook vroeger meer
malen aanbeval.
De heeren Mertens en Finet, concessieaan
vragers voor den aanleg van tramwegen in
Friesland, hebben zich tot den minister van water
staat gewend met een adres, waarin volgens het
Vtr. Dbl. wordt aangevoerd:
a dat de openbare meening in de provincie
Friesland vooralsnog op de meest besliste wijze
is gekant tegen het gebruik van stoom als trek
kracht op de gewone wegen;
b dat de verschillende gemeenten, die bij hunne
concessie-aanvraag betrokken zijnniet alle
dezelfde belangen hebben en daarom van haar
ook niet dezelfde belangstelling en dezelfde geest
tot medewerking is te verwachten die zij
behoeven om hunne onderneming tot stand te
brengen.
Op grond daarvan verzoeken zij den minister
hun te yeroorloven, in hunne aanvraag om concessie
de volgende wijzigingen te brengen
1° dat het vervoer zal geschieden met paarden
en dat eerst dan het vervoer met stoom zal
worden toegelaten, wanneer de betrokken gemeen
tebesturen zulks zelf verlangen, op grond dat ook
in Nederland op overtuigende wijze zal zijn ge
bleken, dat het vervoer met stoom meer waar
borgen voor gemak, snelheid en veiligheid aanbiedt
dan het vervoer met paarden
2° dat het net, waarvoor zij concessie hebben
aangevraagd, worde gesplitst in zeven sectiën
3° dat elk dezer sectiën het onderwerp wordt
van eene afzonderlijke concessie, zoodat elke sectie
een zelfstandig geheel vormt en kan worden
aangelegd en in exploitatie gebracht, naar gelang
van de belangstelling en medewerking, die van
de zijde der hij de sectie betrokken gemeenten
wordt ondervonden.
Hunne bedoeling is den weg aan te leggen en
te onderhouden, zooals bij hunne eerste concessie
aanvraag is omschreven, opdat, wanneer na kor-
teren of langeren tijd de betrokken gemeentebe
sturen het vervoer met stoom mochten verlangen
en de machtiging daarvoor van den minister is
verkregen, aan dat verlangen kan worden voldaan,
zonder dat de weg daarvoor eenige verandering
behoeft te ondergaan.
De heerweg, dien zij van de Lemmer tot
Dokkum en van Dokkum tot Leeuwarden over
zijne gan'sche lengte hebben nagegaan, ofschoon
op sommige punten niet al te breed, biedt toch
voldoende breedte aan, om, zonder eenig over
wegend bezwaar, hunne onderneming ten uitvoer
te brengenalleen zullen wellicht enkele bermen
tusschen de Lemmer en Heerenveen, die uit veen
grond bestaan, moeten worden versterkt-, om de
veiligheid van het verkeer aldaar op afdoende
wijze te verzekeren.
De proeve, door de Maatschappij Tot Nut van
't Algemeen genomen, om Nederlandsche werklieden
naar de Parijsche tentoonstelling te zenden, mag
uitstekend geslaagd heeten.
Nadat, met de bescheideu middelen, waarover
de commissie te beschikken had f 1000), een 16tal
werklieden (aan welke een 17e op eigen kosten
zich aansloot) de tentoonstelling hadden bezocht,
besloot de commissie (bestaande uit de heeren
II. M. Perk, voorzitter, m;. S. Katz, secretaris,
J. II. v. d. Meulen L. Cz., penningmeester, S. W.
Witlekes Macdonald, J. M. v. d. Made en B. H.
Heldt) zich zelfstandig te eonstitueeren en een
beroep te doen op de medewerking barer land-
genooten.
Dit beroep bleek niet tevergeefs. De commissie