BUITENLAND. Telegraphische berichten. Russische financiën. Thermometerstand. Staten-Generaal. Gemeenteraad van Vlissingen, Algemeen Overzicht. aanzienlijk, langzamerhand werd het Nederlandsche product voor een aanzienlijk deel verdrongen door de garancine uit Avignon, die van betere hoedanigheid moet zijn. Deze laatste is op hare beurt door de kunst-alizarine verdrongen, zoodat de invoeren van meekrap en garancine uit Frank rijk sedert zoo verminderen, dat zij, evenals die uit Nederland, reeds geheel onbeduidend genoemd kunnen worden. De invoer in de Rijnprovincie en Westfalen van meekrap uit Sicilië is altijd onbeduidend geweest, {Wordt vervolgd). De baronie erstand was in de laatste dagen zeer onrustig; het gebeurde meermalen, dat men van het eene waarnemingsuur tot het andere meer dan 10 mM. verschil had, bijv. Zaterdag avond 10 uren wees de barometer 763,9, Zondag morgen 755,6 en des avonds 74=3,3dus geen wonder dat de dampkring zoo onrustig was. Het was Zondag den geheelen dag stormachtig, met enkele stooten van 70 kilogr. drukking des middags te 3 uren, en daarbij had men regen, vermengd met natte sneeuw. BINNENLAND. 's Clravenhage. De memorie van antwoord der regeering is ingekomen op de algemeene beschouwingen van het afdeelingsverslag der tweede kamer over de staatsbegrooting. De regeering handhaaft hare vroeger afgelegde ver klaring betreffende het kiesrecht. Zij verdedigt haar financieel beleid. De toestand in 1879 levert geen bezwaar op om in 1880 voor den aanleg van spoorwegen en kanalen geld te leenen. Wel is eene gepaste spaarzaamheid noodig, doch het geen begonnen is moet voortgezet worden en hetgeen vroeger besloten is, bijzonder wat de wet op 't hooger onderwijs betreft, moet getrouw en stipt uitgevoerd worden. BUITENLAND. Konstantinopcl. De benoeming van Mid- hat, tot gouverneur van Syrië wordt bevestigd. Men verzekert dat de ministerraad gunstig heeft beslist omtrent de benoeming van gedelegeerden tot rectificatie der Grieksche grenzen. Londen. Daily Telegraph verneemt dat de czaar heeft verklaard stellig voornemens te zijn alle bepalingen van het Berlijnsch tractaat uit te voereW. Northbrook heeft gezegd dat wijziging der Afghaansche grens vermoedelijk de bezetting van Quettah zal bepalen. Brussel. In de troonrede wordt mededeeling gedaan van de uitmuntende verhouding met het buitenland. Verder wordt er in gezegd dat het onderwijs kosteloos vanwege den staat moet gegeven worden en dat het onder bestuur en uitsluitend toezicht van de burgerlijke authoriteiten moet zijn ge plaatst. Deze mededeeling wordt door de linker zijde met toejuiching, door de rechterzijde met ontmoediging vernomen. Aangekondigd wordeu regeling der reserve, krachtdadige uitrusting der garde civique, uitbrei ding van de spoorwegen, verbetering der wet geving voor het kiesrecht en nieuwe voorstel len voor de nationale feesten in 1880. Nog wordt gezegd dat het evenwicht tusschen ontvangsten en uitgaven moet verkregen worden, waartoe maatregelen beraamd moeten worden. 11 Nov. 's av. 11 n. 40 gr. 12 's morg. 8 u. 37 gr. 's midd. 1 n. 40 gr. 's av. 6 u. 40 gr. Staatsbegrooting 1879. Aan het voorloopig verslag over de begrooting van Marine is het volgende ontleend. Algemeene teleurstelling heeft het gebaard, dat bij nauwgezet onderzoek was gebleken, dat de vermindering van 7 ton op dit hoofdstuk slechts fictief is; dat de besparing op bet materieel misschien niet eens een wezenlijke bezuiniging is, maar in elk geval ruim opgewogen wordt door vermeerdering op andere posten der begrooting. Nadere gespecificeerde opgaven worden omtrent de verhoogingen (voor het personeel) van den minister gevraagd. Dit te meer, omdat de meer derheid der afdeelingen, behoudens nadere inlich tingen, als haar gevoelen kenbaar maakte, dat de tegenwoordige financieele omstandigheden de meeste der voorgestelde verhoogingen van zee traktementen enz. niet wettigen. De commissie van rapporteurs (de heeren de Casembroot, v. d. Putte, Rombach, v. d. Sckrieck en Wybenga) heeft te dezer zake eene conferentie gehad met den minister. Daarvan was al dadelijk het gevolg de overlegging van de straks bedoelde specifieke staten (die nu bij het verslag zijn ge voegd) en de andere mondelijke uiteenzetting van de redenen voor de aangevraagde verhoogingen. In de eerste plaats betreft het, voor de zee- en vaste traktementen, slechts een verschikking van cijfers, waarin direct noch indirect een verhooging ligt. De verhooging van de bezoldiging voor de directeuren en kommandanten te Willemsoord, Amsterdam en Hellevoetsluis,' verklaarde de mi nister te willen aanhouden, als de financieele omstandigheden dat noodig mochten maken. De verhooging echter, voorgesteld voorde vaste traktementen der zeeofficieren ad f 31,640 en voor de zeetraklementen ad f 3000 is, naar de innige overtuiging van den minister, een dringende noodzakelijkheid, Slechts éen lid der commissie verklaarde zich met de gronden, die de minister daarvoor aan voerde, in 't belang vooral van het behoud van een goed marine-personeel, te kunnën vereenigen. Hare meerderheid gaf den minister alsnog in overweging om, onder de bestaande omstandig heden, zijn voorstel terug te nemen. Voorts maakte een onderwerp van gedachten- wisseling uit de onzekerheid, die bij den minister schijnt te bestaan omtrent de juistheid van den aangenomen maatstaf voor de marine-uitgaven, die Nederland speciaal als koloniale mogendheid doet, en dit ter rechtvaardiging van de (aanvan kelijk geraamde) bijdrage van 4 millioen door Indië. In de afdeelingen was reeds in 't alge meen geprotesteerd tegen de strekking, zoo die mocht bestaan, om van de marine een koloniale marine te maken. Wat meer bepaald den be doelden maatstaf van berekening betreft, ver klaarde de minister aan de commissie, dat hij de gemaakte berekening zeer goed in bijzonderheden zou kunnen verdedigen, ofschoon een volkomen juiste berekening, dit werd door den minister erkend, wel nooit zou zijn te geven. In meer dan eene afdeeling werd gewezen op het rapport van den minister van waterstaat, betrekkelijk de zandbank buiten IJmuiden. In dat rapport, dd. 12 Sept. '78, wordt o. a. gezegd, dar de verondieping reeds in Mei aan ambtenaren van marine bekend was, maar dat daarvan eerat op den laatsten dag van Augustus aan het dep. van waterstaat mededeeling werd gedaan. Men vroeg, waarom, indien de zandbank bij marine bekend was, daarvoor niet vroeger is gewaar schuwd. Andere leden echter waren van oordeel, dat, aangezien de zorg en .verbetering van het gat van IJmuiden uitsluitend behoort bij den water staat, deze ook verplicht is zich te vergewissen van mogelijke nadeelige gevolgen van maatregelen, in de werken aan haar toezicht onderworpen, genomen. Nog werd gevraagd, of het niet wenschelijk zou zijn, dat door de ambtenaren van de hydro- graphie loodingen werden gedaan en openbaar gemaakt bij IJmuiden, evenals bij den Rotter- damschen waterweg. In een der afdeelingen kwamen de aanvaringen ter sprake. Ofschoon men meende, dat die on heilen, indien men ze vergelijkt met de rampen, die de marines van andere mogendheden troffen, en in aanmerking neemt de vele beweging van onze bodems in nauwe vaarwateren, noch talrijk noch aanzienlijk zijn, sprak men toch den wenseh uit dat de minister omtrent dit punt eenige in lichting wille verstrekken. Zitting van Maandag 11 November 1878. Voorzitter de heer Winkelman. Tegenwoordig al de leden. De notulen van de laatste en van de voorlaatste vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De voorzitter doet mededeeling van een, namens Z. M. den koning, ontvangen dankbetuiging voor den aan Z. M. gezonden gelukwensch. Vervolgens geeft hij kennis dat de tol op den VlissingschMiddelburg.schen straatweg is ver pacht voor f 1180 of f 300 meer dan bij de vorige verpachting, welke mededeelingen, eveneens als die van een schrijven van ged. staten, houdende goedkeuring van verkoop van gemeentegrond, voor kennisgeving worden aangenomen. Daarna komt in behandeling het adres van den heer J. W. Wisse te 's Gravenhage om concessie voor den aanleg van eene electrische verlichting. Op voorstel des voorzitters wordt, zonder be raadslaging en zonder hoofdelijke stemming, be sloten op dit adres afwijzend te beschikken. Alsnu doet de voorzitter mededeeling van een schrijven van den minister van waterstaat, handel en nijverheid, houdende verzoek om eene kleine wijziging te brengen in het bouwplan op het terrein aan de buitensluis. De voorzitter geeft de vergadering kennis dat het dagelijksch bestuur geen bezwaar in die wijziging gevonden heeft en stelt voor te voldoen aan 's ministers verlangen. Alzoo wordt met algemeene stemmen besloten. Vervolgens geschiedt voorlezing van een adres van den heer F. H. Schiffer, uitgever der VUssing- sche courant, waarbij deze verzoekt om, met het oog op de steeds grooter wordende ruimte die de stedelijke publicaties (die gratis worden opge nomen) en de verslagen van den gemeenteraad vorderen, daarvoor, even als zulks in andere gemeenten geschiedt, eene geldelijke belooning te mogen genieten en van een adres van C. van der Lejjé, keur meester van het geslacht, waarbij hij, sedert 21 jaar in die betrekking werkzaam en sedert 4 jaren eene belooning van 450 'sjaar genietende, ver hooging van jaarwedde verzoekt. Beide adressen worden op voorstel des voor zitters gesteld in handen der commissie van financiën om daarop advies uit te brengen. Nog is ingekomen een brief van gedeputeerde staten van Zeeland, houdende goedkeuring der be grooting voor de dienstdoende schutterij voor 1879. Aangenomen voor kennisgeving. Hierna brengt de voorzitter in behandeling drie, van wege de commissie voor de strafverordeningen, ingekomen voorstellen: 1°. om aan het 2e hoofdstuk der verordening van algemeene plaatselijke politie, vastgesteld den 8 Mei/28 Juni 1876, toe te voegen een nieuw artikel luidende: „Personen in ergerlijken staat van dronkenschap verkeerende, zullen door de politie van de open bare straten of wegen verwijderd worden." Nadat door den voorzitter eenige inlichtingen zijn gegeven, wordt dit voorstel met algemeene stemmen aangenomen. 2°. Aan het slot van art. 48 van het 2". hoofd stuk dierzelfde verorderinghandelende over het uithalen van vogelnesten, toe te voegen de woor den „of verstoord". Ook dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 3». Bij artikel 37 van het 2e hoofdstuk van meergemelde verordening als eerste alinea te voegen het volgende„Bij het slachten van vee, moeten de deuren en vensters van de slachtplaatsen zoodanig zijn ingericht dat het slachten van de straat niet gezien kan worden. Uiterlijk een jaar na de afkondiging dezer straf bepaling moeten de slachtplaatsen daaraan vol doen, op straffe eener geldboete van /3 tot 5." Na dicussie tusschen de heeren van Uije Pieterse, Kleynhens en den voorzitter, omtrent de redactie van de laatste alinea van dit voorstel, wordt be sloten dit tot eene volgende vergadering aan te bonden. Met algemeene stemmen wordt voorts besloten tot het indienen van een adres aan de regeering, houdende verzoek tot het beperken van gelegen heden waar sterke drank te bekomen is. Eindelijk worden burg. en weth, op voorstel des voorzitters gemachtigd 1°. om de twee ge bouwtjes bij de gasfabriek daarbij te voegen en voor die inrichting in gebruik te doen nemen 2°. tot het herstellen der beschoeiing aan de Kaas- kaai waarvan de kosten, volgens mededeeling des voorzitters pm. f 1000 zullen bedragen, en 3°. tot het vragen van machtiging aan ged. staten om met de gemeenten Middelburg, Koudekerke, en Oost- en West-Souburg gezamenlijk te handelen tot het verbeteren der wegen. Het voorstel van den heer Pot, in ons vorig nommer medegedeeld, wordt tot eene volgende vergadering aangehouden en de tegenwoordige gesloten. De vredesalm, door lord Beaeonsfield Zaterdag avond op bet diner in Guildhall omhoog geheven, krijgt nieuwe groeikracht uit het bericht, gisteren door ons onder Telegraphische berichten medege deeld, dat men in Indië geloofde aan eene vreed zame oplossing van het geschil met den emir van Kaboel; dat Rusland zelfs in dien zin pressie op Sjier Ali zou uitoefenen, en dat deze wel wat bezorgd is over den uitslag van een eventueelen strijd tegen den barschen Britschen leeuw. Zoo veel schoons en geruststellends op eens valt wat moeilijk te verteren. Vooral de voorstelling van Rusland, dat bij den emir zou optreden als kam pioen voor Engelands belangen, en den Aziatischen vorst zijne booze plannen zou willen uit het hoofd praten, komt ons wel wat apocrief voor. De tij ding is afkomstig uit het gisteren ochend te Bom bay uitgekomen nommer van de Times of India Geheel anders dan deze Indische Times denkt de correspondent te Darjeeling van den Engelschen Times er qver. Deze acht den politieken toestand in het vérre Oosten geheel onveranderd en meent dat er geen twijfel kan bestaan of dés emirs ant woord zal in hoofdzaak vijandig luiden. In hoofdzaak, zegt hij; want het is zeer mogelijk, dat Sjier Ali ouder den invloed zijner slimme diplomatieke raadgevers zijn antwoord in zulke dubbelzinnige termen zal inkleeden, dat het on middellijk nemen van krachtige maatregelen niet gewettigd zou zijn. Dat was juist het gevaar van het zenden van een ultimatum. Door de weigering van het gezantschap in verband met den toon, waarop dat geschied is, was aan de vereischten van een casus belli voldaan"; terwijl thans een diplomatiek antwoord van den emir de zaak op de lange baan kan schuiven en hem uit stel kan verschaffen om zich op den oorlog voor te bereiden. Zulk een uitstel zou nog een' min voordeelig gevolg hebben voor Engeland. Het zou, na de besliste taal, die door de Engelsch- Indische bladen is gevoerd, door de inlanders en vooral door de grensstammen als een blijk van zwakte worden aangezien, en het zou die stam men, die Engeland nu willen steunen, weder van zijne belangen kunnen losmaken. Het Indische gouvernement is zich daarvan beter bewust dan de heeren in Londen, en dat was vooral de reden, dat de onderkoning tegen het zenden van een ultimatum was. In ieder uitstel zag hij toen en ziet hij nog gevaar voor Engelands prestige. Het is steeds in koloniale regeeringen een rem schoen voor alle doortastend handelen, als de maatregelen van gewicht verordend moeten worden door de regeering in het moederland, die ook door de uitvoerigste rapporten niet zoo op de hoogte kan zijn van de quaestiën, als de plaatselijke regeering. Het onmiddellijke gevoel van gevaar, de dadelijke indruk van den toestand zijn niet altijd per telegraaf over te seinen. Het verschil van opvatting tusschen de Engelsche regeering te Londen en hare delegatie in Indië kan geen sprekender beeld vinden dan in de wijze, waarop het ultimatum verzonden is. De heeren te Londen seinden, aan den onderkoning dat nog niet duidelijk genoeg gebleken was van Sjier Ali 's booze bedoelingen, en dat eene nieuwe boodschap hem nog gelegenheid moest geven om op zijne onbeleefdheid terug te komen. De re geering van den onderkoning echter was reeds zoo overtuigd van des emirs woede, dat zij geen harer dienaren wilde wagen aan eene boodschap naar den emir Zij liet het ultimatum overreiken aan den kommandant van Ali Mushid en tot meerdere zekerheid stak zij eene copie er van in de bus van het postkantoor te Peschawur. Men heeft van die handelwijze niet onaardig gezegd, deelt cle Trines-correspondent aan zijn blad mede, dat de regeering genoodzaakt was den emir te behandelen als een woedenden beer in een kuil, en hem het ultimatum toe te reiken aan het eind van een langen stok; terwijl men zich gereed hield om zich spoedig uit de voeten te maken, als het beest boos werd. Dat is eene niet zeer waardige stelling voor eene regeering, die een groot en oud prestige heeft op te houden. Men is dan ook in ludië alles behalve gunstig gestemd ten aanzien van de regeering in het moederland. De Oostenrijksche keizer heeft de delegatiën van de beide deelen zijner monarchie ontvangen, en bij die gelegenheid zijne overtuiging uitgesproken dat het congres het ongetwijfeld dreigende gevaar van een Europeeschen oorlog heeft voorkomen, 't Kan waar zijn, doch 't kan ook niet waar zijn. Wij hebben veel eerbied voor de meening van dien vorst; doch ook hem kunnen wij geen ge loof schenken, als hij zich begeeft op het gebied van reconstructie der geschiedenis. De vaststelling van „wat gebeurd zou zijn, als eene zekere zaak niet gebeurd was", schijnt in zake van de ge schiedenis onmogelijk. Het zoeken van zulk een onbekenden term gaat slechts in de wiskunde op. De keizer wees ook op de noodzakelijkheid, als men een volgenden oorlog wil voorkomen, om eerlijk en volledig het Berlijnsche tractaat uit te voeren, als de plicht van alle onderteekenaars der acte. Van deze zijde dus, evenals van En gelsche en Russische, openbaart zich, wellicht als terugslag op de scherpe critiek der openbare meening, goede wil om tot stand te brengen, wat te Berlijn is te boek gesteld;Voorloopig echter is die goede wil slechts in woorden waar te nemen. Voor den laatsten oorlog zag het er met de Russische staatsfinanciën niet zoo slecht uit. Indien men de openbaar gemaakte rekeningen mag vertrouwen, beliep in 1866 het deficit 60 millioen roebelsin 1868 was het verminderd tot 19 millioen, in 1870 tot 5 millioen, en in 1871 was het evenwicht hersteld. Men heeft beweerd en ook geloofd, dat 1874 een overschot gaf van 14 millioen en 1875 van 33 millioen. De staatsschuld nam wel is waar snel toe, doch de jaarlijksche interest (108 millioen, waarvan 33 millioen voor spoorwegleeningen) bedroeg niet meer dan een vijfde van de inkomsten van den staat. Ruslands crediet was dus weder aanmerkelijk gerezen, zooals o. a. bleek uit de in 1875 geslo ten 4 pet. leening, die kon uitgegeven worden tegen 93. Al die voorspoed is weder geheel ver nietigd door den oorlog, die niet alleen de vaste schuld met 600 millioen heeft doen toenemen, maar den omloop van papieren geld tot meer dan een milliard roebels heeft doen stijgen. Dit papier is door de groote massa, die in omloop is in waarde gedaald, zoodat de papieren roebel slechts twee derden van de normale waarde doet, en zeker nog zal dalen, indien men de groote massa vlottende schuld niet vermindert. Dit schijnt des te meer noodig, omdat het aanzienlijkste deel der vaste schuld aan vreemde markten is gecontrac teerd en de intrest in goud moet betaald worden, waardoor het nadeel van den koers zwaar op de schatkist moet drukken. Eene nieuwe leening van minstens 400,000,000 roebels zal noodig zijn om een voldoend aantal papieren roebels in te trekken, tenzij de regeering den maatregel van 1840 wille herhalen, toen 600 millioen assignaten geconsolideerd werden tegen den koers van 3|, d. i. 3| oude papieren roebels moesten ingewisseld worden tegen éen roebel nieuw papier. Dit bezwaar nog daargelaten heelt Rusland te zorgen voor den interest van de som, waarmede de vaste schuld is vermeerderd. Nieuwe belas tingen moeten geheven worden. Een Russisch inzender in het Journal des Débats geeft daarvoor aan het tabaksmonopolie, nog eene vermeerdering van den accijns op het gedestilleerd, eene belasting op spoorwegkaartjes en de invoering eener in komstenbelasting. Hij meent, dat deze middelen tevens genoeg zullen kunnen opbrengen om gaan deweg het papieren geld in te trekken. Een blik op den toestand zal ons al aanstonds leeren, dat wij de inkomstenbelasting uit dit plan mogen schrappen. Rusland beeft éen groote di recte belastinghet hoofdgeld. Het werd inge voerd door Peter den Groote, en daar de adel, geestelijkheid en de kooplieden van de eerste klasse daarvan zijn vrijgesteld, wordt het alleen betaald door den kleinen burgerstand en de boeren. Nu werden bij afschaffing van het lijfeigenschap ook de kleine burgers van het hoofdgeld onthe ven, zoodat de gansche last thans alleen op de boeren drukt. Het hoofdgeld is toen met 40% vermeerderd en wordt voor een bepaalden tijd vastgesteld op het hoofd van iederen mannelijken boer in ieder dorpterwijl de gemeente wordt aansprakelijk gesteld voor de betaling van het geheele bedrag. Voegen wij daar nog de provin ciale en gemeentelijke hoofdgelden bij, nemen wij in aanmerking, dat door de vrijgemaakte boeren nog 40 millioen 'sjaars losprijs betaald wordt, en dat ook de groote massa van den accijns op het gedestilleerd, die 197 millioen opbrengt, door- hen wordt betaalddan schijnt het bijna onmo gelijk om de directe belasting der mindere klasse nog te vermeerderen. En zondert men hen uit van de inkomstenbelasting, dan zal deze niet veel opbrengen. Als tegemoetkoming der verliezen, welke de adellijke heeren leden door de vrijmaking der slaven is hun grondbezit onbelast gebleven; de adel betaalt alleen eene belasting voor huizen in de steden, en deze brengt in het gansche rijk slechts 2 1/2 millioen op. De patenten leveren niet meer op dan 14 millioen. De reden daarvan is, dat Rusland in verhouding tot zijne opper vlakte en bevolking een arm land is, omdat het de groote middelklasse mist, van welke in wes- tersche landen de staat zijn meeste inkomsten trekt.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 3