N°. 265.
121e Jaargang.'
1878";
Zaterdag
9 November.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Qent.
Ad verten tien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 17 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL
Middelburg, 8 November.
FETJILLETOIT.
de Schrijfster van „Jennie" enz,
c. i.
I V v t
I
Reeds kondigden wij in ons nommer van 10
October jl. de toekomstige uitgaaf aan van „een
blad van katholieke richting voor de provincie
Zeeland", dat bij den uitgever Bevin te IJzendijke
verschijnen zou.
Aan dit plan is thans gevolg gegeven. De
twee eerste nommers van Zelandia liggen voor
ons. Nu echter is de naam van den uitgever uit
het hoofd verdwenen en zien wij alleen aange
duid als bureau van het blad, het adresGroen
markt B 27, te Middelburg, waar de firma geves
tigd is, bij welke vroeger zeker scheld- en laster-
blaadje gedrukt werd, dat zich in een fatsoenlijk
gezelschap niet noemen laat.
Doet deze geheimzinnigheid reeds niet veel goeds
verwachten, de lezing der twee exemplaren heeft
ons de overtuiging geschonken dat wij hier te
doen hebben met een der slechte vruchten van
het ultramontanisme, welke, hij ons te lande tot
dusverre beperkt tot die streken, waar de katho
lieke kerk bijna uitsluitend heerscht en tot enkele
zeer weinige organen daarbuiten, op het platte
land van België schier onbeperkt heerschappij
voeren.
Op welke wijze die Belgische blaadjes te werk
gaan, is bekend genoeg. Bijna uitsluitend tot de
wéinig ontwikkelde plattelandsbevolking, of tot
de onderste lagen der stadsbewoners beperkt, bij
deze door pastoor en kapelaan aanbevolen en
beschermd, komt bet voor hen niet veel op juist
heid of onpartijdigheid in de voorstelling der
gebeurtenissen van den dag aan. Om echter nog
zekerder te gaan, wordt de lectuur van bladen
van andere richting door de geestelijkheid aan
hunne lezers op hun zieleheil verboden. Veilig
kan men dan ook zeggen dat in sommige streken
van België geen enkel blad van vrijzinnige, of
ook maar onpartijdige richting doordringt.
Achter dien dubbelen muur van onkunde en
uitsluiting, voelen deze „volksverlichtere" zich
volkomen veilig. Zeker dat aan hunne lezers
niets onder de oogen zal gebracht worden, wat
in strijd is met hetgeen hun door het kerkelijk
goedgekeurde orgaan wordt wijs gemaakt, liegen
zij er op los dat het een aard heeft. Wat hun
niet aanstaat wordt eenvoudig verzwegen, of zoo
verdraaid en onkenbaar voorgesteld, dat niemand
er de waarheid in kan terugvinden.
DOOS
HOOFDSTUK XXX.
CRISIS.
Mijnheer Walton wees op den pink van Claud's
linker hand. Daar droeg hij een zwaren zegelring
aan.
„Hiermede hebt gij hem blind gemaakt, daar
valt niet aan te twijfelen!" zei mijnheer Walton
en voegde er bij, „Mac Gregor ga terstond een
heelmeester halen."
„De dame heeft zich uit de voeten gemaakt,"
zei Mac Gregor en wees naar de deur die in de
laan uitkwam.
Die stond open en Sibylle had van de opschud
ding gebruik gemaakt om te ontsnappen.
„Laat haar gaan waarheen zij wil. Daar zal
ze ongetwijfeld schielijk genoeg komen," zei Del-
roy met een schamperen lach.
„De wegen der gerechtigheid mogen niet aldus
ontweken worden," zei mijnheer Walton, nog met
den patient bezig, die hoewel bewustloos, nu en
dan kreunde.
„Verschoon mij van de taak om mijn vrouw
en haar slechtheid zelf aan de kaak te stellen.
Een enkel voorbeeld, aan het eerste nommer
van Zelandia ontleend, is voldoende om te bewijzen
dat dit „katholiek orgaan onzer provincie" ge
heel denzelfden weg opgaat als zijne broeders
in België.
Onze lezers kennen den uitslag der Belgische
gemeenteraadsverkiezingen op den 29=" October jl-
In bijna alle steden van eenig belang werden de
liberale candidaten met grooter of kleiner meer
derheid verkozen. Brussel, Antwerpen, Gent,
Luik, Charleroi, Hasselt, Leuven, Bergen, Nieuw-
poort, Ostende, Verviers voor het grootste gedeelte,
Arlon, Chimay, zelfs bisschopssteden als Doornik,
Namen en Mechelen behielden of verkregen een
liberalen gemeenteraad. Met moeite treft men
onder de lange namenlijst er enkele aan van eenige
beteekenis waar het clericalisme eene meerderheid,
te Kortrijk van 40 stemmen op de 2000, te
Brugge van 150, wist te veroveren. In België,
waaraan den uitslag der gemeenteraadsverkiezingen
meer dan ten onzent eene politieke beteekenis
gehecht wordt, was de 29e October de datum
eener beslissende overwinning voor het liberale
ministerie.
Men mocht dit feit betreuren of toejuichen, als
feit stond het vast.
Ziehier nu op welke wijze deze gebeurtenis aan
de lezers van Zelandia bekend wordt gemaakt.
«Uitslag der gemeenteraads-Mezingen:
»In de groote steden heeft eene ontzagwekkende en
aangroeiende minderheid aan de liberalen den zege
betwist, en op vele plaatsen zelfs met zooveel
succes, dat de herkiezing van 't liberaal bestuur,
alleen aan de valsche patenten van kantoorklerkjes
en dergelijken is te wijten: adres Antwerpen.
"De katholieken hebben het z. g. geuzenbestuur te
Brugge en Audenaarde en in vele platteland-ge-
meenten aan de deur gezet, en te Thourout, Ver
viers, Binche, Chatelet, Bastogne en Maaseyk eene
gedeeltelijke overwinning behaald; daarentegen ge
lukte het den liberalen het katholiek bestuur te
Mevrin, Lokeren, Hasselt, Tongeren, Bouillon en
Marche te verdringen.
»De katholieken veroverden de meerderheid in den
gemeenteraad in 2 steden en verloren die in 4
andere. Daarentegen verkregen zij in 4 steden
eene ontzag-inboezemende minderheid en uit 3
raden verwijderden zij het laatste liberale element."
En weinige regels lager nog eens:
»1 Nov. Uitslag der verkiezingen in onze grens
gemeenten (België).
"Eecloo, de katholieken hebben eene meerderheid van
100 stemmenWaarschoot, katholieken winnen
met 50 stemmen Adeghem katholieken winnen
Maldeghem, de burgemeester katholiek is herkozen.
De heeren Sturm en Meijer oud-leden komen in
herstemming met Niewenhuizen en Vis; Middel
burg, katholieken gewonnen, Lapscheure, katho-
zeide Delroy. „Zij zal vroeg of laat haar straf toch
ondergaan. Ik wil haar sparen terwille van mijn kind.
Men mag niet op mijn dochter wijzen en zeggen dat
haar moeder getracht heeft haar te vermoorden.
Madame Delroy zal ons in 't vervolg niet meer
lastig vallen. Zij heeft hoog spel gespeeld en
alles verloren. Geen cent van het geld van
Alckenzie behoort haar toe, daar dat huwelijk
op zichzelf reeds een misdaad was."
„Ik zal zorgen dat zij vervolgd wordt," herhaalde
Walton," op grond der publieke moraliteit. Zij
is een te gevaarlijk persoon om langer haar eigen
meesteres te zijn."
Het zal het best zijn hier terstond te vermelden
dat Sibylle's pogingen om aan de vervolging der
justitie te ontkomen spoedig verijdeld werden.
Het gelukte haar, dank zij den weerzin van
Delroy om haar te vervolgen, om dienzelfden
avond Londen te verlaten en regelrecht naar
Monaco te gaan, met zooveel geld en kostbaar
heden als zij machtig kon worden bij haar plot-
selingen inval in haar eigen huis, waar zij, zonder
haar moeder met een enkel woord te waarschu
wen, mevrouw Moreton achterliet om de gebeur
tenissen het hoofd te bieden. Onderwijl stak de
oude David Alckenzie, wien een gerechtelijk
schrijven was toegezonden over den geheimzinni-
gen dood van zijn zoon, na veel aarzeling en
uitstel den oceaan over en gaf de leiding van
het voorgestelden „onderzoek" in handen van den
heer Walton, door wien mevrouw Carlton ver
beken gewonnen. Brugge katholieken gewonnen
Boyaval is gevallen, de onlangs bedankte gouver-
nenr van West-Vlaanderen Ruzette gekozenSt.
-Ni'eolaas, zegepraal der katholieken met 332 stem
men; Selsaetè: katholieken hoven."
Wij hebbeD ons .verplicht geacht, bij het op
treden van Zelandiaonze lezers, van katholieke
geloofsbelijdenis vooral, te doen zien met welk
soort van orgaan zij hier te doen hebben. Wij
kunnen niet gelooven dat zij, zooals in hetproef-
nommer gezegd werd, daarin hun „vaandel" zullen
erkennen.
Men zal dan ook niet van ons verwachten dat
wij dikwijls ter bestrijding van deze „ij veraars
voor volksverlichting en volksscholen" zullen
optreden. Eenmaal echter met de beide eerste
nommers van Zelandia begonnen zijnde, zullen wij,
ten einde den schijn niet op ons te laden van
den strijd over beginselen te ontwijken, de ultra-
montaansche stellingen welke in die nommers
verkondigd worden, bij eene volgende ge! egenheid
behandelen.
Het Handelsblad is door het bestudeeren van
het afdeelings-verslag der tweede kamer over de
begrooting van Justitie tot eene slotsom gekomen
welke tot ons genoegen bewijst dat zij niet geheel
ongelijk gehad hebben, die de bekende poging
van den heer Van de Werk toejuichten, om bij
het vervullen eener open plaats in den Hoogen
Raad den wensch naar bezuiniging tot eene daad
te doen worden. Wanneer men toch erkent dat
er bezuinigd moet worden, en wie erkent dat
op het oogenblik niet? dan is het noodzake
lijk ergens te beginnen. Indien echter iedere
poging om daartoe te geraken bejegend wordt
met de exceptie, dat nu juist het voorgestelde
onderwerp geen bezuiniging velen kan, of dat het
eene économie de bouts de chandelle is Om die
juist daarin te zoeken, dan komt men nooit
tot de beoogde besparing. Nu ligt het voor de
hand dat, terwijl bezuiniging onmogelijk is op
het eenmaal in dieust zijnde ambtenaars-personeel,
bij het openvallen eener betrekking het geschikte
oogenblik gekomen is om te onderzoeken, of aan
vulling der vacature voor den goeden gang van
den dienst al of niet onontbeerlijk is. Ziehier nu
het betoog van het Handelsblad ten opzichte der
opengevallen raadsheersplaats.
„De statistiek der behandelde zaken leert dat
de burgerlijke kamer van den Hoogen Raad in
het rechterlijk jaar 1 September 18771 Septem
ber 1878 heeft behandeld, gedurende de tien
eerste maanden (Juli en Augustus zijn vacantie-
maanden) 65 zaken of li per week, de kamer
van strafzaken 54 of If per weekin den vacan-
tietijd kwamen nog 11 zaken voor. Al waren
nam wat Sibylle boven het hoofd hing. Maar
Pearl, gedreven door een volslagen gebrek aan
die rechtvaardigheid (m. a. w. liefdeloosheid)
welke vrouwen gewoonlijk jegens elkaar in prak
tijk brengen, in plaats van zich te verheugen in
dat onderzoek, dat den ondergang en de be
schaming van mevrouw Moreton en van haar
dochter na zich moest sleepen, besloot tot een zeer
zonderlinge gedragslijn. Nadat zij met eenige
moeite er achter was gekomen waar Sibylle zich
bevond, zond zij haar een uitvoerig, met zorg
samengesteld telegram, om haar te waarschuwen
voor het gevaar dat haar dreigde en haar te
smeeken haar best te doen om er aan te ontkomen.
Sibylle, die natuurlijk eenigszins achterdochtig
was ten opzichte dier edelmoedigheid van den
kant eener vrouw, die zij van al haar geluk be
roofd had, nam evenwel een enkelen maatregel,
nadat zij die waarschuwing ontvangen had.
Zij verliet Monaco niet; maar naaide een klein
fleschje in haar japon „om op alles voorbe
reid te zijn en toen het onderzoek met allen
ernst werd ingesteld en er een zeker beambte
verscheen, met een dagvaarding tot inhechtenis
neming eener dame, genaamd „Sibylle Delroy,"
voelde die dame eensklaps dat ze in onmacht
viel, vroeg een glas water, dronk het gretig
uit en op weg van de speelzaal naar het
station viel de genoemde dame Sibylle flauw, of
liever in een soort van bedwelming, waaruit het
onmogelijk bleek haar op te wekken. Zoo nam
het onderzoek naar den vermeenden moord op
zelfs al de werkzaamheden in heide kamers aan
dezelfde raadsheeren opgedragen, dan zouden drie,
hoogstens vier zittingen wekelijks voldoende zijn
tot afdoening van alle zaken, en er bleef nog tijd
voor de bijeenkomsten in raadkamer tot vast
stelling der arresten en beschikkingen. Iedere
kamer heeft echter een ander personeel, zoodat
elk lid niet eens iedere week twee zittingen heeft
bij te wonen. De redeneering in het verslag schijnt
dus niet onjuist te zijn, dat voor een berechting
van de voorkomende zaken, telkens door 7 leden
geenszins de noodzakelijkheid is gebleken om een
personeel van 16 in plaats van 14 te hebben.
Wordt een der leden ziek, of ontvalt hij aan de
rechterlijke macht, dan is het niet te veel gevergd
van de leden der andere kamer, dat elk op zijn
beurt de open plaats tijdelijk inneemt. Bij den
Hoogen Raad is het wel gewoonte geworden, dat
steeds een achtste lid in de zittingen als bijzitter
dienst doet, om stoornis te voorkomen indien
een der andere leden overlijdt of ziek wordt,
maar ook die taak kan door de leden der andere
kamer om beurten worden waargenomen, indien
slechts gezorgd wordt, wat natuurlijk bij het ge
ring getal zittingen zeer goed geschieden kan,
dat de kamers niet op dezelfde dagen bijeenkomen.
Nu de Hooge Raad niet meer grootendeels uit
hoogbejaarde leden bestaat, is de aanwezigheid
dier bijzitters veel minder dan vroeger. Over
weegt men deze motieven, dan moet men erken
nen, dat de motie van den heer Van de Werk,
om de voordracht voor een veertienden raadsheer
aan te houden, op goede gronden steunt, en dat
eigenlijk de dertiende reeds overbodig te achten is."
Ook wat de gerechtshoven betreft komt bet
Handelsblad tot dezelfde slotsom.
„Terwijl het hof te Amsterdam gemiddeld 7
zaken 's weeks had te berechten, werden in den
Haag nog geen 5, in Arnhem en Leeuwarden nog
geen 4, in 's Bosch nog geen 3's weeks behandeld,
of als men de vacantiemaanden er aftrekt, vindt
men voor Amsterdam 9, voor 's Hage 6, voor
Arnhem en Leeuwarden 5, voor's Bosch nog geen
4 zaken 's weeks. Uit deze cijfers blijkt vrij
duidelijk, dat althans in de laatstgenoemde hoven
éen advocaat-generaal en éen substituut-griffier
overbodig is. De gevolgtrekking schijnt evenzeer
gewettigd, dat behalve te Amsterdam, ook de
leden der hoven zonder eenigen bovenmatigen last
èn de straf- èn de burgerlijke zaken kunnen be
rechten en dat derhalve het minimum van 7 raads
heeren, dus 9 met den president en den vice-
president, ruimschoots voldoende zou zijn om alle
zittingen waar te nemen, waarvoor hoogstens zes
tegelijk bijeen behoeven te zijn. Dan blijven er
nog drie over om hun ambtgenooten af te wis
selen, of om bij processen, die dagen achtereen
Gabriël Alckenzie een even onverwacht einde als
het leven van den majoor zelf, ten gevolge van
den plotselingen dood der persoon, die van de
misdaad verdacht werd.
En mevrouw Moreton Haar broodwinning
was weg, haar geld was op, de beloofde 500 p. st.
'sjaars keerden weer terug in het bezit van
David Alckenzie; waarlijk hare vooruitzichten
waren ver van schitterend. Maar zij was een
merkwaardige vrouw en dat is zij nog; met de
overblijfselen van haar vroegeren roem als school
meesteres heeft zij zich onlangs opnieuw geves
tigd, op de fatsoenlijkste badplaats aan de zuid
kust van Engeland, waar ze op zich neemt om
„voor een matigen prijs" de opvoeding te vol
tooien van de dochters van dames en heeren die
„zich moeten verminderen." Dat was haar laatste
toevlucht, nadat zij te vergeefs allerlei andere
ondernemingen beproefd en eenigen tijd hij haar
verstandige dochter Rhoda gewoond had, die met
dien leelijken rijken Joodsehen wijnhandelaar
gehuwd was.
HOOFDSTUK XXXI.
BESLUIT.
Het is, wederom zomer en het is van daar
juist twee jaar geleden, dat Pearl bij een heldere
volle maan luisterde naar de muziek van Carl
ton's smeekende stem en hem haar hand en haag
onwankelbare liefde beloofde.