N°. 263. 121e Jaargarij Donderdag 7 November. Mare JTtffde! Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/in, franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Ad ver ten tiens 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Middelburg, 6 November. FETTrLXAlBTOïSr- de Schrijfster van „Jennie" enz. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Kunst nieuws. IIIIDDELBIJRGSC -=r- akf Daar ons gebleken is dat de noot, sedert het begin dezer maand onder onze opgaaf van het Vertrek der spoortreinen geplaatst, door sommigen niet gelezen wordt, maken wij er ten overvloede nog eens opmerkzaam op dat de sneltrein, welke te 7.25 van Vlissingen en te 7.34 van hier ver trekt, van den l'n November af weder onzeker geworden is. Komt de mailboot te Vlissingen niet op tijd aan, dan vertrekt de trein zooveel later, of in 't geheel niet. De opper-ceremoniemeester maakt in de St. Ct. bekend, dat, ingevolge de bevelen des konings, het hof den lichten rouw zal aannemen voor den tijd van drie dagen, ingaande den 68n dezer, wegens het overlijden van hare majesteit koningin Christina van Spanje, grootmoeder van zijne majesteit den koning van Spanje. De St. Ct. van heden bevat de wet tot bekrach tiging eener dading tusschen de. Nederlandsche Handelmaatschappij te Amsterdam en T. F. Egidius, handelende onder de firma Geo F. Egi- dius, wonende aldaar, tot beëindiging van een geschil over de vordering van eerstgenoemde, betreffende de vergoeding der gezonde waarde van te min uitgeleverde gouvernementskoffie en suiker, afgeladen in het schip Krachtens machtiging des konings is het vice- consulaat der Nederlanden te Orotava opgeheven. Het afdeelingsverslag van den Haagschen ge meenteraad betreffende het havenplan der heeren Crans en C° is op voorstel van burg. en weth. in handen van hun college gesteld om prae-advies daarover uit te brengen. De raad heeft voorts bepaald dat de Rijn spoorwegmaatschappij voor iedere op haar tram weg te gebruiken stoommachine aan de gemeente f 100 'ajaars zal moeten betflen. Z. M. de koning heeft het verlangen te kennen gegeven, een opgave te ontvangen van de namen en woonplaatsen der hoofddirecteuren, presidenten of voorzitters van de besturen der voornaamste weeshuizen in het geheele rijk. De minister van binnenlandsche zaken heeft de commissarissen des konings in de provinciën ver zocht, hem zoo spoedig mogelijk ,hfegtjg£tj|fe stellen aan den wenseh des konings tefoldgf DOOR HOOFDSTUK XXIX. v arme pearl. „Die man, die Carlton mishandelt en verwaar loost zijn vrouw schandelijk," zei Delroy tot Morel. „Hij is verliefd op een mevrouw Alckenzie, een fatsoenlijke weduwe. Hij verspilt zijn geld aan wedrenpaarden en zijn arm vrouwtje schreit hare oogeu uit. Ik heb tijding voor haar en zal naar haar toegaan. Zij is ziek geweest, maar nu is zij weer hersteld. Kom met mij mede, beste Claud. Het zal haar goed doen eens een bevriend gelaat te zien. Ik begrijp uw aarzeling en uw kieschheid om haar tot nu toe niet te willen nade ren; maar als gij met mij gaat behoeft gij niet hang te zijn. Telkens wanneer ik haar gesproken heb, heeft zij bijzonder naar u gevraagd. Ik zal haar schrijven en ons bezoek aankondigen. Wat mijnheer betreft er is geen gevaar dat wij hem zien zullen. Zijn huis is de eenige plaats waar hij nooit te vinden is." „Wel riep Morel met een zwaren vloek, het is te hopen voor hem dat ik hem niet ont moet, dien schurkIk geloof dat ik in staat zou yrezen hem den nek om te draaien." Haarlem, 6 November. Morgen zullen er in de werkplaatsen van den Hollandschen ijzeren spoorweg te Haarlem weder proeven plaats hebben met den rookverbrander-Thierry. Ditmaal is de toestel toegepast op vaste machines. Naar men verneemt heeft de heer L. A. Reuvens, benoemd tot hoofdingenieur van 's rijks waterstaat in Overijsel, eervol ontslag gevraagd als inspecteur van den provincialen waterstaat in Gelderland. Ook in den Haagschen gemeenteraad heeft een verzoek om een openhaar schoollokaal voor godsdienstonderwijs te mogen gebruikentot moeilijkheid aanleiding gegeven. De heer C. H. Voorhoeve, kerkelijk leeraar, had het verzoek daartoe tot den raad gericht en zoowel B. en W. als de raad waren geneigd geweest het dadelijk toe te staan, had niet de Scheveningsche predikant J. J. Dermout, namens den kerkeraad, hij adres daartegen gewaarschuwd, op grond dat genoemde heer Voorhoevevan een Darbistischen geest doortrokken was. De raad huiverde voor 't onbekende gevaar waarin hij zich storten ging. Wat een Darbist eigenlijk was, wist niemand. Iets verschrikkelijks moest het zeker zijn, want de heer Mock infor meerde of tusschen Darbisme en Darwinisme ook soms verhand bestond? Hetzelfde had de heer Eyssell reeds vruchteloos gevraagd, behalve aan den voorzitter, ook „aan een aantal personen van genoegzame ontwikkeling". De burgemeester wist echter evenmin eeue verklaring te geven van dien „geest", waarvoor de Scheveningsche kerkeraad zoo bang was. De heer Huijgens ontstak eenig licht in de duisternis, door mede te deelen dat Dar- bisten zulke Christenen zijn die niet tot eenig kerkgenootschap behooren. Door die voorlichting op den weg geholpen en bovendien van alle ge wetensbezwaar verlost door de overweging, dat het Scheveningsche adres niet door den scriba van den kerkeraad mede-onderteekend en dus eigen lijk niet in den haak was, besloot de raad met 29 tegen 4 stemmen het verzoek van den heer Voorhoeve toe te staan. Had slechts een der raadsleden, of éen der ontwikkelde personen van wie de heer Eyssell sprak, een ConversationsLexikon beze ten, dan ware al deze twijtel opgelost. Zij hadden dan kunnen zien dat de Darbisten, of Plymouth-broedershun naam dragen naar John Darby, Anglicaansch geestelijke, die zich omstreeks 1820 of 1830 tegen de hiërarchie der Engelsche kerk begon te verzetten. In afwachting van de aanstaande terugkomst van Christus op aarde, rilde hij alle kerkelijke waardigheden afgeschaft en aan ieder geloovige het recht om als prediker „Zacht wat, Morel! Wat gaat die zaak u aan „Het is de zaak van een man van eer, die zulk een wangedrag ziet van de zijde van een ploert, wiens onbeschaamdheid de oorzaak is van verdriet en ellende voor een vrouw, zoo lief, zóo rein en zóo beminnelijk als ooit deze slechte aarde heeft betreden." Toen Morel met Delroy bij mevrouw Carlton was geweest, kende zijn woede tegen haar man geen grenzen meer. De groote verandering in haar uiterlijk, haar gedempte stem, haar verval len gelaat, de pijnlijke trekken om oogen en mond, waren als zoovele dolksteken voor zijn verontwaardiging, die hem aanhitste om Carlton den schuldige op de een of andere manier duchtig te straffen. Dit bezoek der beide heeren te Fern-Lea had juist plaats gehad den dag voordat Pearl haar laatste onderhoud met haar man had. Hij had zich toen zelf zoover vergeten dat hij haaf, op aanraden van mevrouw Alckenzie, ge hoond en heleedigd had. Den hoofdinhoud van hetgeen er in dat noodlottige halfuur gesproken was, had Carlton aan Sibylle medegedeeld; maar hij wilde haar niets vertellen van het hartroerende smeeken zijner vrouw, om den omgang met Sibylle, die hem ten verderve lokte, te staken. Zijn positie tegenover zijne betoovenaarster kwam hem reeds zoo onvast voor, dat hij haar niet het middel aan de hand durfde doen om geheel op te houden met hem te ontvangen. Dat was het ergste wat hij vreesde. Als Sibylle hem maar op te treden toegekend zien. Door zijne geeste- lijke „broeders" wegens deze nieuwigheden na tuurlijk vervolgd en aangeklaagd, vluchtte Darby in 1838 naar Pranseh-Zwitserland, waar hij een aantal aanhangers vond en dé door hem gestichte gemeenten gedeeltelijk nog bestaan. De tegenwoordige Darbisten, die in Frankrijk, in Engeland en in Indië nog enkele vereenigingen vormen, blijven in hun bewering, dat reeds sedert den dood der apostelen geen Christelijke kerk meer bestaat, aan de leer van hun stichter getrouw. In den laatsten tijd is echter eene scheuring onder hen ontstaan over een kerkelijk leerstuk, de zondeloosheid van Christus. Hoe deze scheuring mogelijk iswanneer ieder geloo vige gerechtigd is om zijn eigen paus en prediker te wezen, vatten wij niet goed. Onze Lexikon verzekert het echter. Meer weten wij er ook niet van. Yan Willemsdorp langs Dordrecht tot het station IJselmonde wordt de spoorbaan verbreed voor den aanleg van een tweede spoor; van Rotterdam tot laatstgenoemd station was dit dubbel spoor reeds vroeger doorgetrokken. Met 1 Nov. jl. hadden deze werken gereed moeten zijn, doch wegens de gedurige hooge waterstanden op de Waal is in den aanvoer van de ballastiaag eenige vertraging ontstaan, zoodat tusschen de stations Barendrecht en IJselmonde nog een ge- Aeelte gemaakt en het nieuwe spoor nog gelegd moet worden. Men hoopt, dat nu binnen veertien dagen alles in zoover gereed zal zijn, dat het tweede spoor zal kunnen bereden worden van den Hollandschen ijzeren spoorweg af tot de brug over den Moerdijk. {Hbl.) Yan het vroeger door ons aangekondigde werk van onzen stadgenoot, den heer Joh. H. Smid, het Handboek voor de kuituur en de bereiding der koffie in Oost- en West-Indië, is bij de uitgevers J. C. W. Altorffer alhier reeds een tweede, herziene en verbeterde druk verschenen. Dat van zulk een speeiaal vak-werk binnen betrekkelijk korten tijd reeds eene tweede uitgaaf noodig is, pleit zoo voor zijne bruikbaarheid, dat wij hier met een geluk'wenseh aan schrijver en uitgevers, wegens den opgang van hun boek, kunnen vol staan. De uitslag der van 28 October tot 4 Novem ber jl. te Delft gehouden examina tot het verkrij gen van akten van bekwaamheid voor het middelbaar onderwijs in het handteekenen en het boetseeren is geweest, dat de akte voor het hand- niet geheelopgaf, waar hij somtijds zeer bang voor was, dan had hij toch nog altijd een levens doel, iets dat hem „op den goeden weg hield." Maar als Sibylle hem ontrouw werd, even als het geluk! Ach! die ramp zou te vreeselijk zijn om aan te denken In zulk een stemming was Hubert op dien guren morgen in Maart naar mevrouw Alckenzie gegaan. Hij verliet haar overhaast, vreeselijk opgewonden en begaf zich naar Richmond. Hij was in toorn van huis gegaan, en had vernomen dat Pearl, eindelijk tot het uiterste gebracht, hem niet meer wilde zien voordat hij den omgang met mevrouw Alckenzie liet varen. Hij zwoer dat hij dit nooit kon doen en schreef dit besluit in antwoord op een laatste smeekbriefje van zijn vrouw. Thans trad hij, vervuld van een onge- wonen angst door de bedreiging van Sibylle dat' zijn vrouw hem vermoedelijk zou tarten, het hek te Fern-Lea binnen. „Waar is mevrouw?" vroeg hij aan den knecht en hij las het antwoord op het ontstelde gelaat van den man. „Kunt gij niet spreken,domoor?" schreeuwde de ongeduldige meester. „Mevrouw is vertrokken mijnheer den dag toen gij naar de stad zijt gegaan." „Vertrokken met wien wanneer hoe is zij gegaan?" Carlton hield eensklaps op met vragen. „Ik was't vergeten" zei hij. ,,'tls waar, mevrouw Carlton zou een paar dagen buiten gaan logeeren bij vrienden." De moeite om den knecht te misleiden was teekenen is uitgereikt aan de heeren F. C. Jacohi, E. W. F. Kerling, J. H. F. C. Nachtweh, H. van Steel, en voor het boetseeren aan den heer Th. Koch. Bergen op Zoom, 5 November .Tengevolge van een geval van mazelen in het gebouw der openbare school voor meisjes alhier is die school heden morgen gesloten. Naar wij vernemen zul len er ten spoedigste maatregelen genomen worden om het onderwijs zoodra mogelijk te hervatten. Blijkens het 18e verslag van den staat der Arnhemsche kweekschool van onderwijzeressen werd het onderwijs in den laatsten jaarcursus bijgewoond door gemiddeld 79 inwonende en 29 uitwonende kweekelingen. Drie kweekelingen in het bezit eener akte van hoofdonderwijzeres, 17 met akte van hulponder wijzeres. Allen, met akte voor drietalen, konden de kweekschool verlaten, en vonden bijna zonder uitzondering eene plaats als onderwijzeres aan openbare of bijzondere scholen. 59 examens werden afgelegd met goed gevolg, namelijk Voor de akte van hoofdonderwijzeres 3, hulp-, onderwijzeres 14, in de Fransche taal 12, Hoog- duitsche taal 13, Engelsche taal 15 en vrouwelijke handwerken 2. Tot aanvulling van het bericht van gisteren diene dat Zondag jl. in de Waalsche kerk alhier ten behoeve der Ned. Gustaaf-Adolf ver eeniging f 11 is opgezameld. Bij de opening der stembriefjes voor de ver kiezing van 13 gemachtigden in het kiescollege der Hervormde gemeente te Zierikzee op 5 Nov. bleek dat waren uitgebracht 209 geldige stemmen. De candidaten der liberale kiezersvereeniging Vrijheid en Groeten zijn allen gekozen. Het hoogste getal stemmen voor deze bedroeg 192 en het la agste getal 182. De kiezersvereeniging Steunende op den Bijbel had geene candidaten gesteld. De Amsterdamsehe Tooneelschool verhuist mor gen naar haar nieuw eigen gebouw, aan de Schans bij de Raampoort voor f 18,900 opgericht. De lessen worden thans gevolgd door 5 jongens en 7 meisjes van 14 tot 18 jaren, waarbij eerlang nog een 21jarig meisje komen zal, die tevens kleine rollen in den schouwburg vervullen zal. Het aantal les-uren bedraagt 32 per week; het schoolgeld 50 's jaars of 15 voor slechts éen overbodig; want John begreep volkomen dat er „wat bijzonders aan de hand was." Over al zijne leden bevende ging Carlton naar boven, naar de kamers zijner vrouw. Eerst naar het heiligdom, het juweel vaa het huis, waar zij altijd zooveel pleizier in had gehad. Het zag er nu akelig onbewoond uit. Wat mankeerde er? De ezel, de portefeuilles, de verfdoozen haar schrijfcassette, dat alles was van de gewone plaatsen verdwenen. Eenigszins ontsteld door die ontdekking, ging Carlton naar de slaapkamer. Hij opende de kleerkast en keek in alle laden. Het was moeielijk voor hem om te zeggen wat daar ontbrakde ltleeren die hij voor haar gekocht had, zware zijden japonnen, geborduurde shawls, alles hing op zijn plaats. Toen kwam hij op de gedachte om te zoeken naar een zeker grijs zijden japonnetje en naar een welbekend zwartje, dat in zijn herinnering met Hamburg verbonden was. Die waren weg. Carlton had den knecht niet aan de deur hooren kloppen en de man kwam binnen. „Waar is Frida? Zend haar hij mij," zei Carlton, en sloot schielijk de kast. „Die is weg, mijnheer, met mevrouw. Ik dacht dat gij zoudt verlangen uwe brieven te lezen, mijnheerzij lagen op de schrijftafel, maar gij waart niet naar uw kamer gegaan." De man bood hem de brieven op een zilver blad aan. Carlton greep er haastig naar. „Gij kunt gaan. Blijf hier niet staan kijkea als een zot," riep hij toornig.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1