Telegraphische berichten. BUITENLAND. Kunst nieuws, Land b ouw. TS<w§f«t. Burgerlijke stand. Thermometerstand. Kamer van koophandel en fabrieken te Middelburg. Algemeen Overzicht. door den kolonel G. B. C. Stoop het commando over het 3e regiment infanterie, aan het hoofd waarvan hij ongeveer twee en een half jaar had gestaan, overgedragen aan den kolonel A. J. W. van der Schrieck. Aan den vertrelrkenden chef werd door het korps officieren een stoffelijk huldeblijk, als bewijs hunner hoogachting, aangeboden. De ltiuitenant-kwartierroepster A. Feddes, van het le regiment veld-artillerie, is voor den tijd van drie jaren gedetacheerd bij de landmacht in West-Indië. Het schroefstoomschip 4e klasse Padang wordt in dienst gesteld en het bevel daarover opgedragen aan den luitenant ter zee le klasse D, M. G. de Swart. De bekende en gevierde komiek Judels, die ook Middelburgs publiek menigen genoegelijken avond verschafte, zal het tooneel verlaten, om eene welverdiende rust te genieten. De directie van den Amsterdamschen Salon des VariétésN. Judels Louis Bouwmeester, is dientengevolge met 1 Mei 1879 ontbonden. Schouwen—Duiveland, 27 October 1878. Ofschoon het in onze dagen bijna mode wordt alle nieuwe dingen te bewierooken, heb ik, en, zeker velen met mij, tot nogtoe geen reden ge vonden om over de teelt van suikerpenen de lof trompet te steken. De boeren doen er echter, evenals op andere plaatsen, in 't algemeen vrij sterk aan, de een wel is waar meer, de ander minder, al naarmate de kas dit noodzakelijk maakt. De fabrikant geeft namelijk in 't voorjaar, of soms reeds in 't najaar, bij bet sluiten der over eenkomst, een voorschot van f 40 per gemet. Dit voorschot is voor hem wat een bosje wurmen is voor een peuëraar, en zonder dat zou de gansche bietenkroterij, met haar onzaligen nasleep waar schijnlijk nooit onze landpalen zijn binnengedrongen. Het i3 onnoodig dit beweren nader te staven. Wanneer ieder, die in suikerpenen doet, hij zij landbouwer fabrikantagent commissionair, weger, of welke waardigheidsbekleeders er meer zich om en bij de bieten bewegen, zijn hand in eigen boezem steekt, zullen er vele melaatsche gevonden worden. Hoewel men de suikerpenen als zoodanig in Zeeland en hierover wil ik spreken gemakkelijk onder de nieuwe gewassen zou kunnen tellen, zijn ze niettemin dadelijk bij haar verschijnen tiendplichtig verklaard, zeker in navolging van de „cappellanen, prochie-papen, pastoors, provisoors ende andere gheestelycke persoonen", die volgens het plakkaat van Karei den Vijfde, van 1 Octo ber 1520, tiend eischten van alles wat zijn „voetsel van den aerden" trok, en daar had Karei een hekel aan. Tot in 1876 bedroeg de tiend van suikerpenen hier, na aftrek van het bekende een vijfde voor grondlasten, slechts 24 cent per gemeteen som metje dat men tot op den huidigen dag ook van mangelwortels heft, waarmee de eer3te, als naaste familie, het best te vergelijken zijn. Wel had men daar niet algemeen vrede mee, doch men betaalde het bagatel, omdat het voor een boer de pijne van een proces niet waard was. Met domein zou, als het andersom was, er natuurlijk anders over denken. In 1877 heeft „men" ofschoon niemand hem kent, en niemand weet waar hij zetelt, noch van waar hij het recht haalt, het bedrag der suiker- penentiend, na aftrek van genoemd een vijfde, eensklaps op f 2.40 per gemet gesteld. Velen hebben dit betaald. In 1878 heeft men zich dan ook weer aan de nieuwe, zij het ook zwevende, bepaling van f 2.40 gehouden. Dit verhoogt niet alleen aardig de j aarlijksche opbrengst, maar 't werkt ook zeer pleizierig op de afkoopsom. Hebben is nog altijd hebben en krijgen de kunst. Nu zijn er onder de gemeente Zonnemaire, en mogelijk nog wel op andere plaatsen, een paar boeren, en ik verheug mij daarin, die weigeren, in weerwil van allerlei liefelijke bedrei gingen, die /"2.40 te betalen. De tiendkeffer en de tiendplichtigehebben zich daarop beide tot een verschillend rechts geleerde gewend. Aan den tiendkeffer is geadvi seerd er geen proces over te beginnen en aan den tiendplichtige om daaromtrent gerust een proces af te wachten' Ik wil dit openlijk ter kennis onzer landbou wers brengen. Ieder doe er zijn voordeel meê. Zal men nu, is de vraag, in 1879 en volgende jaren, van hen, die zoetsappig genoeg zijn om f 2.40 te betalen, die ook ontvangen, en van de koppigen slechts 24 cent? Op mijne vraag waarom suikerpeen thans f 2.40 en mangelwortels 24 cent betalen, kreeg ik ten antwoord, „omdat de eerste beestenvoer zijn." Hieruit volgt, dat, als de koeien de suiker penen opeten, ze 24 cent, en als een fabrikant er suiker van kookt, ze ƒ2.40 van 't gemet aan tiend zouden geven. Verlos ons van zulke schriftgeleerden Dat suikerpenen tiendplichtig zijn, is lang niet zeker, maar dat men recht zou hebben om eerst 24 cent en later eigendunkelijk f 2.40 van 't gemet te heffen, is enkel willekeur. Bij het bekende proces dat de heer F. G. Wittouck tegen het kroondomein heeft gevoerd, en dat geëindigd is met een arrest van den koo- gen raad, is niet uitgemaakt dat suikerpenen, volgens plakkaat van 1520, tiendplichtig of tiend- vrij zijn. De voorlaatste overweging van dat arrest luidt: „Overwegende dat bij het middel van cassatie niet wordt beweerd dat de daarbij aangehaalde plakkaten, publicatiën en decreten of eenige be palingen der thans vigeerende wetten zouden zijn geschonden of verkeerd toegepast, doordien het hof op grond van voormelde gewoonte den ingestelden eisch heeft toegewezen, dat derhalve de eigenlijke grond van beslissing in cassatie niet is aangevallen, zoodat de uitspraak in stand zou moeten blijven, ook al werd bevonden, dat het hof met betrekking tot de soort van vruchten, welke, volgens het plakkaat van 1520, tiendplich tig of tiendvrij zijn, dat plakkaat verkeerd had uitgelegd." Op alle mogelijke congressen en vergaderingen betuigen de grooten dezer aarde, 'tis ook al een soort van mode, hunne sympathie voor den landbouwde troonreden kunnen er zelfs niet van zwijgen; en toch vindt men, als er sprake is van nieuwe kwellingen, want de beschreven verhoogde heffing is niets anders een lange reeks van pluimstrijkers gereed om die nieuwe lasten zoo stevig mogelijk aan den landbouw te binden. Wijlen het provinciaal gerechtshof in Zeeland. Omtrent den te Roosendaal gearresteerden brievenconducteür wordt nog gemeld, dat onder de brieven, die door hem moesten worden overge bracht, er éen was met een tienguldenstuk, waarop een merk was aangebracht. Bij aankomst te Roosendaal bleek het, dat het cachet van den brief zeer netjes was opgelicht, het stuk geld er uit verdwenen en in de portemonnaie van den con ducteur was terechtgekomen. Daaruit blijkt, dat hij reeds onder verdenking lag. (Eblé) Vrijdag avond had in de nabijheid van den Omval nabij Amsterdam een spoorwegongeluk plaats, dat ernstige gevolgen had kunnen hebben. Een kar, geladen met een verhuisboel, bestemd voor Utrecht, passeerde de rails van den spoor weg ongeveer 9 uur. Een der wielen kwam in het ongereede. Er kwam een trein aan, de paarden werden losgesneden en de wagen met al wat er op was verbrijzeld. Persoonlijke onge lukken zijn niet te betreuren. Op den straatweg van Leiden naar den Haag is een hert gezien, dat, naar men meende, uit de Koekamp bij het Haagsehe bosch ontvlucht was. Dit is echter niet zoo. Het is een van elders afkomstig dier dat, toegerust met een verbazend springvermogen, met alle staketsel spot, van tijd tot tijd de reeën in de Koekamp bezoekt en na genoegzame verpoozing met dezelfde vaar digheid dat kamp weder verlaat, om in 't Bosch van zijn strooptochten uit te rusten. Het Vaderland deelt het volgende mede, als toelichting op het in den laatsten tijd aan eene menigte onzer landgenooten ten deel gevallen lidmaatschap der Parijsche Académie Nationale AgricoleManuf acturïère etCommercials Aan den heer J. J. B. J. Bouvy te Dordrecht werd in Sept. jl. vanwege deze maatschappij het lidmaatschap aangeboden. Terstond wendde ge noemde heer zich tot den heer Martin Coster, onzen consul-generaal te Parijs, om inlichtingen. De heer Coster antwoordde, dat er te Parijs „vele soortgelijke vereenigingen bestaan, die even wel over het algemeen weinig of geen vertrouwen verdienen, en welker aanbiedingen tot deelneming meestal uitloopen op een aanvrage om geldelijke contributie." Het bestuur der Vereeniging voor den effec tenhandel te Amsterdam heeft aan den gemeente raad een adres ingediend, strekkende om, bij de voorgenomen verbetering van de groote koop mansbeurs, haar eene zij-gaanderij in huur af te staan, teneindedie te kunnen inrichten tot lokalen voor het uitoefenen van den handel, voor het opmaken der prijscourant, voor bestuurs-bureaux enz. Het bestuur houdt het er voor dat door dezen maatregel en door het opheffen van den z. g. n. „effectenhoek", de ongeregeldheden zullen ophouden, welke nu van tijd tot tijd ontstaan. De gemeenteraad van Gouda heeft besloten dat aan den gemeente architect 200 zal worden uitgekeerd om de wereldtentoonstelling te Parijs te bezoeken. Het comité voor de nationale loterij in Frankrijk heeft, evenals wel eens bij kermisvoor- stellingen het geval is, op de „definitief laatste" voorstelling nog eene „onherroepelijk laatste" laten volgen. Het vastgestelde aantal van 8 millioen loten is thans op 10 millioen gebracht. De Noordpoolzee schijnt nog een gevaar op te leveren, waarvan men tot nu toe niet gehoord heeft. De walvisckvaarder Proven is dezer dagen te Tromsö binnengeloopen, na door Russische zeeroovers bij de kust van Nova Zembla over vallen en van alles wat het medenemen waard was bestolen te zijn. biotenlaïd. 's Clravcmliage. In de orde van de Eiken kroon zijn benoemd tot kommandeur de opper houtvester Hötzen, te Waldeck, en tot ridders drie hoofdambtenaren der keizerlijke posterijen te Arolsen. buiten! aïtd. Brussel. Bij de gemeenteraadsverkiezingen is een warme strijd gevoerd. De liberalen zege pralen te Doornik, Namen, Antwerpen, Mons, Mechelen, Leuven, Lier en Hasseltde katholie ken zijn te Ninoven overwinnaars. LiOiitlen. De Times spoort aan tot een ge meenschappelijk optreden van Engeland, Frank rijk en Oostenrijk om Rusland tot zijn plicht te roepen. Hierbij wordt de hoop uitgesproken dat Duitsckland een dergelijken stap zal steunen ter voltooiing van het onder Bismarcks leiding be gonnen werk. (Van 1926 October.) Goes. BevallenM. van de Weert, geb. van Zweeden, z. M. Donner, geb. Meijler, d. A. van Zweden, geb. Kooman, z. N. Botbijl, geb. Beije, z. F. C. de Raad, geb. van Fraassen, z. C. Bruel, geb. Belderok, z. M. Romeijn, geb. Schuilwerve, z. Overleden: A. L. Vertregt, wed», van J. B. Arents, 62 j. M. Oranje, wede. van A. Noordijke, 67 j. M. M. F. Koens, z. 5 m. 28 Oct. 's av. 11 u. 44 gr. 29 's morg. 8 u. 46 gr. 's midd. 1 u. 45 gr. 's av. 6 u. 47 gr. Zitting van Maandag 28 October. Voorzitter m'. W. C. Borsius. Afwezig mr. de Stoppelaar. Door den voorzitter wordt mededeeling gedaan dat zijn ingekomen: het verslag van de kamer van koophandel en fabrieken te Wageningen over 1877eene missive van eenige industrieelen omtrent de veilconditiënvan de firma Crans en C°., een brief houdende toezending van plannen enz. voorde uit te voeren werken, voor den aanleg van eene zeehaven te 's Gravenhagebet verslag omtrent den toestand der visscherijen in de Schelde en Zeeuwsche stroomen in 1877. Al welke stukken aan de leden zullen worden rondgezond n. Voorts worden nog eenige gedrukte stukken overgelegd die voor de leden ter visie zullen zijn. Daarna doet de voorzitter mededeeling van een schrijven van den commissaris des konings, hou dende toezending van een afschrift van den brief van den minister van waterstaat, handel en nij verheid, in antwoord op het schrijven van 27 Juli 1878, betrekkelijk de dienstregeling op de Zeeuwsche lijn. De minister zegt daarin „De verschillende punten in bedoeld adres be handeld, werden bij de vaststelling der wiuter- dienstregeling rijpelijk overwogen, doch vooralsnog niet vatbaar bevonden voor eene oplossing als door de kamer wordt gewenscht. „Reeds gedurende de zomerdienstregeling heeft de directeur-generaal der Maatschappij tot exploi tatie van staatsspoorwegen met het bestuur van de spoorwegonderneming Grand Central Beige onderhandelingen aangeknoopt voor het tot. stand brengen van den morg^ ntrein van Roosendaal naar Vlissingen en den avondtrein in omgekeerde richting. „Het inleggen van beide treinen stuitte af zoo wel op het onvoldoende der stationsinrichtingen van den spoorweg Grand Central Beigemet name het ontbveken van het daartoe vereisebte getal locomotiefstanders, als op bet gebrek aan medewerking van het bestuur van dien spoorweg om dit bezwaar op andere wijze te ontgaan. „Wat het oponthoud van een uur te Boxtel betreft, zoo kon daarin moeilijk worden voorzien zonder andere aansluitingen op te geven, en daar door grootere belangen te benadeelen." De minister geeft verder de verzekering dat deze aangelegenheid niet door de regeering uit het oog wordt verloren. Thans is aan de orde de behandeling van het kabinetschrijven van den minister van waterstaat, handel en nijverheid van 12 Sept. jl. over de vertegenwoordiging der handelsbelangen, hetwelk aanleiding heeft gegeven tot eene bijeenkomst van commissien uit verschillende kamers van koop handel, waarbij ook deze kamer vertegenwoordigd was. Hoezeer deze zaak elders in openbare verga dering is ter sprake gebracht, vermeent de voorzitter, met het oog op het z e e r vertrou welijk karakter van dit kabinetschrijven, te moeten voorstellen om haar in gesloten vergadering te blijven behandelen, zoolang niet blijkt dat des ministers wensch in dit opzicht is gewijzigd. De vergadering zich hiermede vereenigende wordt de openbare vergadering gesloten. Onder de Reuter-telegrammen vinden wij in de Indépendance en in de Nieuwe Rotterdammer een bericht, dat de Indische correspondent aan de Times eergisteren aan zijn blad geseind heeft, dat men verwachtte, dat het Indische regeeringsblad weldra zon mededeelen, dat de oorlog aan den emir van Kaboel verklaard was en daarbij tevens- de redenen zou opgeven, waarom de regeering het noodig achtte een inval te doen op het gebied van haren buurman. Bij het inzien van het Tijmes-telegram in zijn geheel blijkt echter, dat het bericht van Reuter wel in kortheid, maar niet in juistheid en duidelijkheid gewonnen heeft bij de destillatie uit het bericht van het City-blad. Dit zegt wel, dat nu de emir zich door zijn ant woord een open vijand van Engeland getoond heeft en het tot een uiterste heeft laten komen, er in plaats van de vroegere spanning en onze kerheid in Engelseh Indië, zich de vaste overtui ging bij de openbare meening heeft gevestigd, dat hoe groot de offers mogen wezen, die van het Indische rijk mogen gevorderd worden, men nimmer mag toelaten, dat een Afghanisch vorst de.veiligheid van dat rijk in de waagschaal zou stellen door intriges met een machtigen en ter nauwernood vermomden vijand. De vazal-staten van Engeland toonen zich trouw en tot hulp bereid; doch het valt niet te ontkennen, dat de inboorlingen dezen strijd als beslissend beschouwen in de vraag of Engelsche of Russische invloed voortaan in Azië den boventoon zal voeren. Het roepen der Indische troepen naar Malta heeft voor het eerst in Engelseh Indië doen voelen, dat het een werkelijk deel uitmaakt van het rijk en een gevoel van solidariteit gekweekt, dat Enge land nu moet levendig houden door ruime hulp aan Indië. Dan zal de overtuiging ontstaan, dat Engelsche sympathie en Engelsche bijstand in ruime mate voor Indië beschikbaar zijn, en zal het prestige en de macht der Indische regeering grootelij ks worden vermeerderd. De politieke atmosfeer in Indië is thans volkomen bevredigend. Verschillende Indische hoofden hebben uit eigen beweging hunne hulp aangeboden, die door den onderkoning met hartelijkheid is aangenomen. De beraadslaging der krijgsraden wordt strikt geheim gehoudendoch de 3 'int e .s - co rresp o n d e n t houdt vol, dat er geen veldtocht in den winter zal begonnen worden, tenzij er bepaalde orders uit Engeland komen. Wat er ook vroeger waar moge geweest zijn van bet gerucht van een ver schil tusschen den onderkoning en den bevelhebber der troepen over den onmiddelijken aanval op Ali Mushid, thans arbeiden burgerlijke en militaire autoriteiten in de meest volkomen eendracht en met de grootste kracht aan het voltooien dei- toerustingen voor den oorlog. Na eenige opgaven betrekkelijk de troepenbewegingen eindigt de correspondent zijn telegram van Zondag met de woorden„Er is geen vertrouwbaar nieuws van welken aard ook omtrent de mogelijkheid van het onmiddellijk op handen zijn eener oorlogs verklaring." Het bovenstaande is de zakelijke inhoud van bet lange telegram. Het wijst wel op de waar schijnlijkheid van een oorlog, op de populariteit van den strijd in Engelseh Indië; doch bet drukt ook zeer bepaald de verwachting uit, dat de oorlog niet voor den winter zal begonnen worden tenzij men dat in Engeland bepaald wil. Indien dus de uitvoering van al die vaste besluiten nog zes maanden wordt uitgesteld, loopt het in het oogj dat er veel tijd overblijft voor diplomatieke onderhandelingen, en dat de emir volop gelegen heid heeft om zich nog eens te bedenken. Uit Engeland zelf gelooven wij niet, dat de bepaalde order tot oorlogvoeren zal gegeven worden. Over het algemeen heeft de Engelsche regeering de openbare meening niet gewend aan die doortas tende besluiten, en Id dit bijzonder geval komt nog daarbijdat het moederland dan de gebeele verantwoordelijkheid zou op zich nemen van eene zaak welker uitslag toch in allen gevalle niet boven eiken twijfel is verheven. Het Engelsche kabinet schijnt ook niet zeer tevreden te zijn over de beschikbare krachten in de kolonie en schijnt die betrekkelijke zwakte aan den onder koning, lord Lytton, te wijten. Volgens de Pall Mall Gaaette echter volkomen ten onrechte. „Wij kunnen allen zien, zegt dit blad, dat eene „krachtige politiek", niet genoegzaam gesteund door onmiddellijk bruikbare materieele kracht, ons in een toestand heeft geplaatst, die ons bloot stelt aan spot en geringschatting." Het blad wijt dit echter niet aan den onderkoning, doch aan denzelfden noodlottigen invloed, die zoo verlam mend werkte op de Engelsche politiek in Europa. Wat daarvan is make de geschiedenis uit. Voor het oogenblik is bet ons genoeg er op te wijzen, dat het spoedig verklaren van den oorlog niet zoo zeker is, als het Reuter-telegram zou doen gelooven. Omtrent de uitvoering van het Berlijnsche tractaat in het Balkanland, op welks chaotischen toestand wij gisteren wezen, spreken de berichten der nieuwsbureelen elkander telkens tegen. Ge regeld komt eens of meermalen per week een bericht, dat Rusland met die uitvoering talmt en zich geheel onwillig toont; terwijl een paar dagen later de gansche aarde rondgeseind wordt, dat niemand het eerlijker met het tot stand brengen van de nieuwe regeling meent, dan datzelfde Rusland. Welke van beide seriën berichten men het best vertrouwen kan, durven wij niet beoor- deelen. Wel meenen wij op grond van vroegere gebeurtenissen eenig wantrouwen te mogen koe steren tegen al wat uitgaat van de Russische diplomatie. Het wordt echter voor nieuwsbureelen als Reuter tijd om wat consequent te worden, willen zij niet geheel en al het vertrouwen van het publiek verliezen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 3