T
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Kerkni e uws.
Marine en leger.
verstand hadt! Hoe oud is de bijbel,- eu wanneer
is de vaccine uitgevonden en in toepassing ge
bracht?"
Het antwoord daarop moest hij schuldig blijven.
Nu was het uit. Ik nam afscheid, bij mijzelven
de verzuchting slakende„O, mijn goede Hemel-
sche Vader! Wanneer zal de tijd aanbreken dat
het menschdom eens al die dwaasheden, die bij-
geloovigheden en verregaande onkunde zal ont
wassen zijn."
Maar dat zal nog wel lang tot de pia deside
rata blijven behooren.
Nadat de positie van den heer de Roo van
Alderwerelt weken lang even zorgvol en veront
rustend bleef, ontvingen wij gisteren avond de
meer bemoedigende mededeeling, dat de toestand
„iets minder ongunstig schijnt te worden." Vad.)
Men schrijft uit den Haag:
„Dag op dag kan men in de dagbladen het
stereotiep bericht lezen „Sinds gisteren is in
den toestand van den minister de Roo geen
verandering gekomen". Geen verandering, dat
wil zeggennog steeds een bijna onduldbaar
lijden zonder eenige hoop op herstel, maar toch
ook zonder hoop dat het lijden schielijk gedaan
zal zijn. De minister weet zelf, dat hy lijdende
is aan een ongeneeslijke ziekte, die langzaam
maar zeker zijn lichaam sloopt. Voor eenige
weken kon men hem nog nu en dan te Scheve-
ningen zien, met het hoofd in een doek gebonden.
Toen de patient van het ziekenhuis te Rotterdam
terugkwam en alle bladen schreven dat het zoo
veel beter was en de minister naar alle waar
schijnlijkheid schielijk naar zijn bureau kon
terugkeeren, ontmoette ik hem aan het zeestrand.
Toen ik hem gelukwenschte met zijn aanvankelijke
beterschap, schudde hij ongeloovig het hoofd.
„Het schijnt beter, maar ik ben er nog niet",
was zijn kort maar veelbeteekenend antwoord.
En na dien tijd is het steeds achteruitgegaan.
De doctoren hebben nog eerst ernstig in beraad
gestaan om opnieuw een operatie te beproeven
maar men zag er geen heil in. Alles wordt
natuurlijk gedaan om het lijden zooveel mogelijk
te verlichtenmaar de krachtigste middelen hebben
weinig uitwerking meer. Gelijk gij weet is de
minister zoolang mogelijk aan 'twerk gebleven,
maar tegenwoordig ligt hij meestal te bed, of-
choon hij nog in alles belang stelt." ZutfCt).
In de Zaterdag te Delft gehouden vergadering
van het Aardrijkskundig Genootschap is warme
hulde gebracht aan de leiders der Noordpool
expeditie, die allen, behalve jhr. Speelman en
dr. Sluyter, aanwezig waren. In de pauze bood
het bestuur van het genootschap den drie leden
der expeditie een dejeuner aan.
Te Amsterdam is Zondag middag in 37jarigen
leeftijd overleden dr. C. M. Vos, een der mede
werkers in de redactie van het Handelsblad, waar
hij voornamelijk de rubriek Frankrijk bewerkte.
Hij was in 1867 als predikant te Heenvliet be
roepen, doch kou die betrekking slechts zes jaren
vervullen, toen eene ernstige longontsteking hem
noodzaakte een anderen werkkring te zoeken.
Reeds sedert eenige maanden had zijne opnieuw
teruggekeerde kwaal hem echter genoodzaakt
ook zijn arbeid aan het Handelsblad te staken.
Aan het slot van een aan zijne nagedachtenis
gewijd opstel, zegt de redactie van dat blad
„Mannen van zoo goeden wil, van zoo warmen
eerbied voor al wat groot en goed en waar is,
van zoo heiligen ijver voor de eenmaal aange
vatte taak, zijn niet zoo algemeen, dat men hun
verlies niet diep zou gevoelen. En het is stellig
niet onze journalistiek, die ze het meest missen
gaan Ik ga overmorgen en ik moet mevrouw
Carlton over een zeer gewichtig onderwerp spreken.
Hebt gij haar ook iets te laten zeggen
„Mag ik weten van welken aard uw boodschap
is?" vroeg Morel.
„Ditmaal moet ik u het antwoord schuldig
blijven," zei Delroy schouderophalend. „Het i3
een zaak van groot gewicht, maar zij is geheim.
Het spijt mij dat ik u moet teleurstellen."
Claud, die zijn nieuwsgierigheid niet kon be
dwingen, vroeg na een poos.
„Ik ben volstrekt niet uitvorschend van aard
maar ik moet bekennen dat ik zeer gaarne zou
weten wat gij zoo in 't geheim aan mevrouw
Carlton te zeggen kunt hebben."
„Ach mijn beste Claud," riep Delroy uit „gij
zult het u toch moeten getroosten dat gij het
geheim van uw vriend dezen keer niet weet. Geloof
mij er zijn in den hemel en op aarde dingen
waar gij in uwe wijsbegeerte niet van droomt. Dat-
zijt gij toch met uw vriend Shakespeare eens
niet waar?"
„Vergeef mij mijn onbescheidenheid," zei Morel
stijf.
„Ach! laat ons wat ik u bidden mag niet
ten tweeden male in ons leven twisten en weer
over zulk een lief, goed schepsel als mevrouw
Pearl. Kom Claud wees verstandig, en zeg dat
gij mede gaat naar Londen. Kunt ge overmorgen
klaar zijn om te vertrekken?"
„Ja," zei Morel, gretig de gelegenheid aangrij
pende om een dag voor zijn vertrek te bepalen.
kan. Zoo is dan ook het heengaan van Vos een
verlies, niet slechts voor ons, maar voor allen
die in onze werkzaamheid belang stellen en, met
ons, de eischen aan de openbare pers hoog hou
den. En ook daarom aarzelen wij geen oogenblik,
openlijke hulde te brengen aan de veie zeldzaam
goede eigenschappen van den vriend, die ons
heeft verlaten."
De St.-Ct. bevat de wetten tot verandering
der grens tusschen de gemeenten Hekelingen en
Geervliet en tot regeling der grens tusschen de
gemeenten Hekelingen en Nieuw-Beijerland.
Met wijziging in zoo verre van het bepaalde
bij Z'. M". besluit van 30 April 1877, is bepaald,
dat de standplaats van het kantoor der registra
tie en domeinen, thans te Sommelsdijk, met den
16en November aanstaande zal zijn te Dirksland.
Aan de firma L. J. Staal en c». te Breda is
tot wederopzegging vergunning verleend voor
een stoombootdienst tot het vervoer van goede
ren en vee, alsmede tot het sleepen van schepen
tusschen Breda, Amsterdam en Zaandam.
De Staats-courant bevat de statuten der Veree-
niging tot instandhouding van het Protestantsche
Weeshuis te Wormerveer.
Reeds maakten wij gisteren in eene noot, welke
ongelukkigerwijs bij het zetten door elkaar ge
vallen en daardoor onverstaanbaar geworden is,
melding van twee flinke boekdeèlen, bij den uit
gever J. P. Revers te Dordrecht verschenen,
getiteldHet Schouivtooneel onzer Dwaasheden,
door Erasmus den Jonge. De schrijver noemt
het eene „humoristisch—sa/irische volksteeke-
ning." Zij omvat het gansche maatschappelijke
en staatkundige, huiselijke en openbare leven van
onzen tijd en ons land. Rooskleurig zijn des
schrijvers bespiegelingen niet. Nieuw zijn ze
eigenlijk ook niet, want het geslacht der bour
geois dissatisfaits is in onzen tijd zoo overtalrijk,
dat het koor hunner klaagliederen reeds tot een
soort van straatdeun geworden is. Dit mag echter
van den jongen Erasmus gezegd worden, dat zijn
„mopperen" doorgaans onderhoudend en verma
kelijk is en er hier en daar in de bijna 600
bladzijden van zijn boek geestige zetten voor
komen.
De Haagsche briefschrijver der Gr on. courant
heeft waarschijnlijk een stok-oude „ui" nieuw
willen opdisschen, door in dat blad de slimme
manier te vertellen, waarop een Haagsch advocaat
aan zijn cliënt, een koloniaal te Harderwijk,
150 terug bezorgd zou hebben, welke een her
bergier hem trachtte te ontfutselen. De koloniaal
had die som, half beschonken zijndezonder
getuigen aan den waard in bewaring gegeven en
deze loochende later iets ontvangen te hebben.
Op raad van zijn pleitbezorger begaf de koloniaal
zich nog eens, maar nu met twee vrienden, naar
de herberg, hield zich alsof hij weder beschonken
was, vertelde dat hij de f 150, die hij dacht ver
loren te hebben, teruggevonden had en verzocht
den herbergier ze nu voor hem te bewaren. Deze
nam dit aan. Den volgenden dag kwam onze
koloniaal, ditmaal zonder getuigen, zijn geld
terugvragen en weder liep de herbergier in den
val en gaf hem het geld terug. Nu kon hij dus,
door zijne getuigen gesteund, van den bedrieger
het oorspronkelijk toevertrouwde geld weder
opeischen en 't gevolg was dat hij weldra in
't bezit van zijn rechtmatig eigendom was.
Als er werkelijk een advokaat geweest is, die
deze herhaling van eene bekende anecdote heeft
doen gelukken, dan getuigt dit even zeer voor
zijne gevatheid, als voor de verregaande onnoo-
„Die dag schikt mij best en ik ben in eenheelen
tijd niet in mijn atelier te Limewalk geweest."
„Afgesproken. Ga nu mede naar een van onze
oude plaatsen van bijeenkomst, daar zullen we
als oudstudenten eten en samen drinken op de
herinnering aan vervlogen dagen en op een betere
toekomst."
HOOFDSTUK XXVII.
EAA.DGEVIHGEN.
De Steinmanns bleven een maand te Fern-Lea.
Den zelfden dag waarop Lotta gekomen was had
mevrouw Carlton haar den hoofdinhoud van haar
gesprek met Morel medegedeeld en ook hetgeen
Claud haar omtrent zijn liefde bekend had, even
als zijn voornemen om naar Hamburg te gaan
en Lotta over zijn lot te laten beslissen.
„Dat is de waarheid en de reden van zijn
gedrag," zei Pearl. „Gij moet er nu kalm over
nadenken en besluiten tot hetgeen gij voor het
beste houdt."
„En wat raadt gij mij vroeg het meisje, toen
ze een weinig tot kalmte gekomen was.
„Gij moet volgens uw eigen gevoel handelen,
kind lief', zei Pearl, en voelde op eens hoe de
ondervinding haar in dien korten tijd zooveel
ouder gemaakt had dan Lotta.
„Maar gij moet mij raden,mij helpen. Gij
schijnt Claud even goed te begrijpen als mij of
begrijpt gij mij niet meer, zijt gij ook veranderd?
zeiheid van den Harderwijkschen bedrieger. Waar
schijnlijker komt het ons echter voor, dat de
briefschrijver er zijne Groninger lezers heeft
willen laten inloopen.
onderscheidingen. Z. M. heeft goedgevonden
aan den officier van gezondh. le kl. van het Oost-
Indische leger F. van Gelder, als erkenning van
moed en zelfopoffering door hem bij de typhus-
epidemie te Harlingen in 1878 betoond, een gou
den gedenkpenning te schenken, vertoonende aan
de eene zijde HDs. borstbeeld en aan de andere
zijde een opschift betreffende hetgeen door hem
is verricht.
Vergunning verleend aan den voor den dienst
in Indië bestemden soldaat E. A. D. Hoffmann,
van het koloniaal werfdepot, tot het dragen van
de Duitsche medaille, ingesteld ter herinnering
aan den veldtocht tegen Frankrijk in 1870/71 en
van het Badeusche onderscheidingsteeken voor
krijgsdienst te velde, hem ter zake van het deel
nemen aan krijgsverrichtingen toegekend; en de
bij het leger in N.-I. dienende militairen H. W.
Krapp en R Ch. Bertrand, tot het dragen aan
den eerstgenoemde van de Duitsche heiinnerings-
medaille voor den veldtocht tegen Frankrijk in
1870/71, en aan den laatstgenoemde van het rid
derkruis der orde van het Legioen van Eer.
universiteiten. Bekrachtigd de benoeming
van dr. J. M. J. Valetón, te Rotterdam, tot ge
woon hoogleeraar in de algemeene geschiedenis
(oude) en de Romeinsche oudheden aan de univer
siteit te Amsterdam.
burgemeesters. Benoemd tot burgemeester
der gemeente Bladel, F. C. Snieders.
pensioenen. Op pensioen gesteld, ter zake van
in en door den dienst ontstane lichaamsgebreken,
de kap.-luit. ter zee E. B. Bonn; de luit. ter zee
le kl. L. A. Walaardt Sacré; en de luits. ter zee
2e kl. jhr. R. W. J. van Pabst van Bingerden en
C. Pels Rijcken; onder toekenning van een jaar
lijks pensioen aan eerstgenoemde van f 1500,
aan den tweede van f 1000aan den derde
van f 700 en aan laatstgemelde van f 600
met eene verhooging van dat pensioenter
zake van werkelijk verblijf in militairen dienst
in 's rijks overzeesche bezittingen en koloniën en
tusschen de keerkringen, als: aan eerstgenoemde
van f 825, aan den tweede van 675, aan den
derde van f 375 en aan laatstgemelde van f 150
's jaars.
Op verzoek op pensioen gesteld de inspecteur
van administratie bij de zeemacht B. A. Stielér,
ter zake van langdurigen dienst, onder dankbetui
ging voor zijne langdurige en goede diensten, en
onder toekenning van een jaarlijksch pensioen
van f 1500, en van eene verhooging van dat
pensioen, van 1425 's jaars, voor werkelijk ver
blijf in militairen dienstin 'srijks overzeesche
bezittingen en koloniën en tusschen de keerkringen.
marine. Bevorderd: tot kap.-luit. ter zee, de
luit. ter zee le kl. jhr. C. C. Six; tot luit. ter zee
le kl. de luits. ter zee 2' kl. J. H. Cremer en J,
P. Wesselink; en tot luit. ter zee 2e kl., de adel
borsten le kl. G. F. Tydeman, J. H. van Hoog
straten, J. J. Hissing, R. O. J. Verschoor, E. F.
H. Sutherland, A. C. Zeeman, J. M. P. Kluit, J.
Ml Phaff, W. J. Cohen Stuart, P. C. Swaan, T.
H. de Meester, H. D. de Vassy, M. E. B. J. Kluit,
jhr. J. K. F. H. von Schmidt auf Altenstadt, D.
N. Wentholt en H. Flaes.
Bevorderdtot inspecteur van administratie
de officier van administratie de officier van adm.
le kl. J. C. L. K. van Welytot officier van
adm. le kl. de officier van adm. 2' kl. F. W. L. A.
Hirschmann; tot officier van adm. 2e kl. de offi
cier van adm. 3e kl. A. de Leeftot officier van
adm. 3kl. de scheepsklerk J. D. Ising.
Er was toch een tijd waarin gij alles wat mij
betrof voelde als of het u zelve aanging."
„Arm kind", zei Pearl, „juist omdat ik zoo
levendig voor u voel aarzel ik, u den raad te
geven dien gij van mij verlangt. Gij zoudt
gaarne hebben dat1 ik zeide dat gij verstandig
deedt met uwe neiging te volgen, in de hoop dat
gij door uwe liefde de zijne zoudt herwinnen.
Een jaar geleden zou ik dat ook gezegd hebben,
daar ik toen vast geloofde dat een vrouw door
haar liefde alles vermag. Maar toen was ik nog
vol hoop en zeer onwetend. Thans heeft een
bittere ervaring mij geleerd hoe ik mij vergist
heb.
Wordt vervolgd.)
registratie en domeinen. Benoemd tot ont
vanger der registratie en domeinen te Alkmaar,
C. Jiskoot, thans in diezelfde betrekking te
Appingadam.
waterstaat. Ingetrokken het aan den hoofd
ingenieur 2e L. A. Reuvens verleend onbepaald
verlof en hij belast met den dienst in het 4e dis
trict (Overijssel.)
Benoemd tot leeraren aan het Nassau-Veluwsch
progymnasium te Harderwijk dr. F. G. B. van
Bleeck van Rijsewijk. met den titel van rector,
dr. J. H. Schuurmans Stekhoven met den titel
van conrector, M. J. de Lange, L. Verveen Jz. en
A. Lettink.
Noordgouwe, 28 October. Heden werd
alhier het stoffelijk overschot van den hoofdonder
wijzer P. Romeijn ter aarde besteld. Door eenige
ambtgenooten uit naburige gemeenten werd de
lijkbaar grafwaarts gedragen. Door een hunner,
den heer Karreman, hoofdonderwijzer te Zonne-
maire, werd een woord van hulde aan de nage
dachtenis van den overledene gewijd. Behalve
de bloedverwanten bewezen ook al de leden van
het gemeente- en kerkbestuur aan den overledene
de laatste eer.
Heden zijn in de polytechnische school te Delft
de examina aangevangen tot het verkrijgen van
akten van bekwaamheid in het handteekenen en
boetseeren.
De examina in het rechtlijnig teekenen zullen
den 6™ November beginnen.
Het Wageningsch Weekblad bestrijdt nadrukkelijk
het door Heraut en Standaard aangekondigde
plan der oprichting eener orthodoxe-theologische
faculteit te Amsterdam. Het acht het in de eerste
plaats bijna ondoenlijk het daartoe ncodige geld
en personeel te vinden. Ten tweede moeten de
studenten in de godgeleerdheid, om tot het
proponents-examen te worden toegelaten, aan de
bestaande 3 of 4 faculteiten gestudeerd en bovendien
het onderwijs genoten hebben van de kerkelijke
hoogleeraren. Hoe de nieuwe faculteit dus aan
studenten komen zal en hoe de door haar opge
leide personen beroepbaar tot predikant bij de
gereformeerde kerk zullen zijn, is onbegrijpelijk.
„Is echter de bedoeling, zoo eindigt het
opstel van het Wag. Wbl. om nu eens echt
gereformeerde predikanten te gaan vormen van
't zuiverst allooi, gelijk we die tot nu toe niet
hadden, dan zou zulks al van zeer weinig piëteit
getuigen tegenover mannen als van Oosterzee,
Doedes en Beets, die reeds jaren lang de smaad-
heid van 't Kruis zich niet geschaamd hebben, ook
toen de orthodoxie veel meer dan thans een
aanfluiting was. En we zijn dan ook ten volle
overtuigd, dat de zeer groote meerderheid onzer
rechtzinnige predikanten weigeren zal een plan
te ondersteunen, waardoor direct of indirect aan
onze geloovige hoogleeraren te Utrecht en te
Groningen als een klap in 't aangezicht gegeven
wordt."
Vlisslngcn 29 October. Door de leden der
Nederl. Herv. kerk zijn in het college van nota
belen (het eenige kerkelijk college dat door
rechtstreeksche verkiezing wordt samengesteld)
herkozende heeren J. P. Riemens, J. A. de
Wolff, F. van de Velde en A. van de Sande.
Door burg. en weth. van Zierikzee is voor
gesteld afwijzend te beschikken op het verzoek
van drie predikanten der N. herv. gemeente, om
hun des Woensdags middags een der lokalen van
de meisjesschool af te staan voor het geven van
godsdienstig onderwijs. Het voorstel tot afwij
zing is gegrond op de overweging, dat de drie
adressanten als zoodanig geen „kerkgenootschap"
uitmaken en dus door het toestaan van hun ver
zoek niet voldaan zou worden aan de letter
van art. 23 der schoolwet van 1857.
't Is te verwachten dat de gemeenteraad, die
in zijne jongste vergadering dit voorstel heeft
aangehouden, deze spitsvoudige wetsverklaring
niet tot de zijne maken zal. Mag toch het be
zwaar, dat predikanten geen kerkgenootschap
uitmaken, met wat kwaden wil uit de oude
schoolwet te halen zijn, in de nieuwe is daarvan
geen sprake, er wordt alleen gezegd dat het gods
dienstonderwijs gegeven wordt door de godsdienst
leeraren, waartoe de noodige schoollocalen,
verwarmd en verlicht tot hunne beschikking
gesteld moeten worden.
Dreischor, 27 October. Heden had de
bevestiging en intrede plaats van den heer J. H.
Tijl, alhier als predikant beroepen en komende
van Bahr en Lathuwe. Het werk der bevestiging
werd verricht door den consulent den heer P.
Knuttel, predikant te Noordgouwe, met eene rede
naar aanleiding van Gal. 6 9a. De tekst der
intreerede was 2 Kor. 3 12.
Yele leden der N. H. gemeente te Ooster
beek hebben zich bij de Remonstrantsche broeder
schap te Arnhem aangesloten. Zondag jl. heeft
dr. Slotemaker in de concertzaal voor de talrijk
opgekomen toehoorders de eerste godsdienstoefe
ning gehouden.
Te Bergen op Zoom werd Zaterdag morgen