N°. 253.
121e Jaargang.
1878;
Zaterdag
26 October.
:f etjillstom.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien; 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére G L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg, 25 October.
De spoorwijdte op Tramwegen,
art 3'ufkl
de Schrijfster van „Jennie" enz,
MIDDELBURGSCHE
(Door een spoorweg-ambtenaar
(Vervolg.)
De nadeelen, welke het gevolg zullen zijn van
een verschil in spoorbreedte tusschen de tram- en
de spoorwegen, willen wij door de volgende
practisohe voorbeelden in 't licht stellen.
1°. 't Is in den tijd van de suikerpenen. Het
vervoer is zeer druk, doch men kan aan de aan
vraag niet voldoen, omdat men geene wagens
heeft. Men mag toch redelijker wijze van geen
tramweg vergen, dat hij, om aan de behoefte van
een vervoer, dat slechts gedurende een zekeren
tijd eens in het jaar voorkomt, een geheel jaar
eenige wagens renteloos laat staan. Heeft men
normaal-spoor, dan zal iedere spoorweg-maat
schappij, waarvan de tramweg een vrachtaanbren-
ger is, gaarne eenige wagens tegen den gewonen
tijd en loophuur afstaan.
2°. Een steenkolenhandelaar te St. Laurens (wij
weten niet of dusdanig persoon daar woont, maar
dat doet niets ter zake) moet een wagen steenkolen
ontvangen. De wagen komt aan het station te
Middelburg. Wij hebben geen normaalbreedte,
nu zal de koopman gaan uitrekenen of de kosten
van het overladen en de kosten van het vervoer
van Middelburg tot St. Laurens, zoomede de
kosten van het verlies op de steenkolen te zamen
meer of minder bedragen, dan de kosten van het
slechts eenmaal op en aflaten en het vervoer
langs den straatweg naar St. Laurens, en dan
geloven wij dat hij per straatweg zal vervoeren en
de tramweg zal niet den vrachtprijs trekken,
dien hij hij normaalbreedte zou getrokken hebben,
zonder nog te spreken van het ongemak voor
den koopman.
3°. Wij hebben smalle breedte, onze wagens
komen tot bij het station, maar verder kunnen
ze niet loopen, zoodat men van niet eene inrich
ting van den spoorweg gebruik kan maken, ter
wijl men bij normaalbreedte de wagens kan bren
gen waar men wil. Hiermede houden de tegen
standers van het normaalspoor te weinig rekening
en toch zal men daardoor genoodzaakt zijn,
dikwijls zelf inrichtingen te vervaardigen, terwijl
men hij normaalbreedte van den van den spoor
weg kan gebruik maken, waardoor de kosten
van aanleg dikwijls aanmerkelijk kunnen vermin
deren.
sa
door
HOOFDSTUK XXV.
EEN PLOTSELING EINDE.
„Gij hebt een sluier voor als een masker. Wat
beduidt dat? Zijt gij mij nu reeds gaan bedrie
gen? Gij zijt net als al de anderen. Yerlieshaar
een half uur uit het oog en het is mis. Wie was
die goede vriend Zeker iemand die er goed uit
ziet. Zulk een modepop, dien gij zoo mooi vindt.
Waarom spreekt gij niet? Het doet er niet toe
of de man ond of jong, braaf of slecht is, als hij
u maar het middel verschaft om uw man te be
driegen. Sla die voile op mevrouw, zie mij aan
en ontken het als gij durft."
Haar hoofd was achterover gegleden. Zij zat
stil, als de dood. Zij was dien dag al eens wer
kelijk van haar zelve geweest en vond dat een
voorgewende flauwte haar nu wel te pas kon
komen. Hij liep snel de kamer door en rukte
haar de voile af; zij zag er zoo akelig uit dat
het geen wonder was dat hij een kreet slaakte.
Hij dacht dat hij haar vermoord, of althans doo-
delijk verschrikt had. Hij noemde zichzelven een
woesteling en een onmensch. Hij besprenkelde
4°. Te Domburg komt een landbouwer die
een wagen vee wil vervoerd hebben. Wij hebben
smal spoor. Het vee wordt in een wagen van
den tramweg geladen, komt te Middelburg, wordt
daar uitgeladen om in een anderen spoorwegwagen
te worden geladen en met den volgenden trein te
kunnen vertrekken. Daar verneemt de landbouwer
echter van den stationchef: „geen veewagen dis
ponibel, zal er een aanvragen en dan kan wanneer
ik hem krijg, nw vèe morgen verzonden worden."
Zal die landbouwer nog meer vee met den tram
weg verzenden?
Wij moeten bij het beoordeelen van smal- of
normaalspoor vooral de zaken klaar voorstellen,
zooals zij zich kunnen en zeker zullen voordoen
en wanneer men dit doet, dan zijn wij overtuigd
dat men zich zelfs gaarne zoo noodig eenige
grootere uitgaven zal getroosten, dan voor den
aanleg van smalspoor noodig zijn.
Bij deze voorbeelden zou het niet moeilijk
vallen nog een groot aantal andere te voegen.
Wij zouden kunnen spreken over de kans van
breken, over de grootere kans van ontvreemding
der goederen enz., doch zullen ons hij deze be
palen, maar toch kunnen wij de volgende alge-
meene opmerkingen niet achterwege laten.
Onze hoofdlijnen zijn alle volgens de normaal
breedte gebouwd. In geheel Europa (Kusland
daaronder niet begrepen) vindt men slechts enkele
lijnen met smalspoor en de ondervinding, op die
lijnen opgedaan, is niet van dien aard, om eene
meer algemeene invoering van smalspoor te doen
verwachten.
Onze spoorwegen sluiten overeenkomsten met
andere spoorwegen voor rechtstreeksche verkee-
ren met Italië, Duitsohland, Frankrijk, Oostenrijk
enz. De wagens der verschillende spoorwegmaat
schappijen loopen door bijna geheel Europa, en
dit alles om het overladen te voorkomen, om.
het den handel zoo gemakkelijk mogelijk te maken.
Onder de vele voordeelen van een stoomtram
weg voor den handel, mag men vooral niet ver
geten, dat goederen kunnen geladen en gelost
worden op bijna elk punt van de lijn, waar zulks
voor den afzender of ontvanger het meest geschikt
is. Is eene fabriek in de nabijheid der lijn ge
legen, met geringe kosten wordt een hulpspoor
aangelegd om de goederen van en naar de
werkplaats te brengen. En dat voordeel zou, zoo
niet geheel, dan toch zeker voor een groot ge
deelte verloren gaan, als de goederen moesten
overgeladen worden.
Wat de stations betreft zijn wij het geheel
eens met den heer W., dat de aan de weg gele
gen herbergen in den regel daarvoor voldoende
zullen zijn. Waar wij spraken van de meest
mogelijke zuinigheid in de stationsgebouwen,
haar met water en zij verdroeg het zonder zich
te verroeren; het zou haar alleen de moeite kosten
van zich te verkleeden en dat moest zij toch
doen daarop begon hij haar te kussen. Maar
dat was niet zoo gemakkelijk te verduren: Zij
huiverde en opende steunende de oogen.
„Lieveling, aangebedene!" riep hij, „ik hen
wreed brutaal tegen u geweest vergeef
mij."
„Het is de hitte ik stik die mijnheer
was een vervelende Fransche dokter, die mama
te Brussel behandeld heeft. Hij wilde met mij
terugkeeren en zich aan u laten voorstellenmaar
dat heb ik u bespaard en nu dreigt hij van avond
met zijn dochters te komen. Wij zullen er onder
bezwijken. En ik vind Parijs toch al zoo ver
schrikkelijk, met die hitte ennuyeux, intolerable
Er is natuurlijk geen quaestie van om nu hij dag
te reizen. Laten wij van avond vertrekken, dan
zijn wij morgen te Londen en kunnen met de
nachtpost door naar Schotland. Daar zullen we
ten minste frissche lucht inademen. Zeg, staat
dat plan u aan?"
Hij was verbluft en verrukt over haar zachte
stemming en hare lieve woordenwant zoolang
zij getrouwd waren had ze hem nog nooit zoo
vriendelijk toegesproken. In zijn eerste opgewon
denheid stemde hij met alles inmaar lang voor
zij in den trein zaten, werd zijn toorn weer op
gewekt door een toevallige ontmoeting met een
Franschen heer, die naar hem toekwam terwijl hij
bij de loge van den portier stond.
bedoelden wij, dat daar waar de aanleg noodza
kelijk zou kunnen zijn deze zoo zuinig mogelijk
moest geschieden.
Wij verklaren ons tegen het stelsel van den
heer W^ om slechts twee of hoogstens drie treinen
per dag te laten loopen en niet te kruisen. Wil
een tramweg rendeeren, dan moet hij veel ver
voeren en om veel te vervoeren moet er dikwijls
gelegenheid zijn om dit tegen zeer lage'tarieven
te kunnen doen. De ondervinding heeft dit vol
doende bewezen. Waarom de heer W. de treinen
niet wil laten kruisen, verklaren wij niet te he
grijpen. De omstandigheden toch zullen dit dik
wijls noodzakelijk maken. Men mag aannemen,
dat de loop der tramwegen zooveel mogelijk in
verband zal gebracht worden met de aankomst
en het vertrek der treinen van den spoorweg, en
nu zal het toch zeker zeer dikwijls gebeuren,
dat, wil men de aangekomen reizigers of die
welke met den spoortrein moeten vertrekken niet
te lang laten wachten, men zal moeten kruisen.
Daarenboven, welk bezwaar bestaat er tegen
kruisingen, om bepaald voor te schrijven, dat
zulks niet moet geschieden?
Wij hebben ons niet gewaagd aan het ramen
der exploitatiekosten, omdat die toch grootendeels
afhangen van het vervoer. Met de stoomtram
wegen is in het geheel geen ondervinding opge
daan, vandaar dat het zeer moeilijk valt die
kosten te bepalen. Wij zouden om die kosten
niet te laag te schatten, liever denzelfden grond
slag aannemen, als bij de gewone spoorwegen,
nl.40 a 50°/o der bruto-ontvangsten.
Wij eindigen onze kanttêekeningen op het opstel,
voorkomende in het nommer van den 21en, met
de opmerking dat alleen het profiel der rails,
dat men zou moeten gebruiken om gewone
spoorwegwagens over de tramwegen te vervoeren,
bezwaar zou kunnen opleveren. Dit bezwaar is
echter' volgens deskundigen niet onoverkomelijk.
Gedurende de week van 17 tot 23 October jl.
kwamen te Ylissingen aan met de stoomschepen
der maatschappij Zeeland 291 en vertrokken van
daar naar Engeland 355 passagiers.
Naar wij vernemen is gisteren middag een con
ducteur der brievenmalen op het traject Middel
burgBreda te Roosendaal in verzekerde be
waring genomen.
Vlïssingen, 25 Oct. In de eerste helft van dit
jaar, heeft het zanggezelschap Vlissingsch mannen-
hoor circulaires bij de ingezetenen rondgezonden,
waarin het te kennen gaf, dat het een zangcur
sus voor jongelieden in 't leven wenschte te roepen,
Pardon monsieur,''' zei de vreemdeling, „me
vrouw uw echtgenoot heeft van middag hier in
het hotel bezoek gehad van een knap jong mensch.
Ik meende in hem een ouden vriend van mij te
herkennen Claud Morel, de schilder. Zou mijn
heer mij ook kunnen zeggen of M. Morel in Parijs
woont en waar? Ik zag alleen dat mevrouw
met hem in een rijtuig stapte en kon ze niet meer
inhalen. Sedert heb ik al dien tijd op mevrouw
gewacht, maar ik heb haar niet zien terugkeeren
en nu ik hoorde dat gij op het punt staat van te
vertrèkkën, ben ik zoo vrij u aan te spreken."
Monsieur stond met den hoed in de hand te
wachten, maar het eenige antwoord dat hij van
den majoor kreeg, was een krachtige Engelsche
vloek. Monsieur verstond de woorden niet; maai
de blik en de gebaren waarmede zij gepaard
gingen waren zoo duidelijk, dat hij onmiddellijk
den aftocht blies.
Nu was de duivel eerst recht in Gabriël wakker
geschud en zijn vrouw moest er lichamelijk onder
lijden toen zij, gereed om te vertrekken, naar
heneden kwam, Hij greep haar zoo woedend bij
den arm dat zij het bijna uitschreeuwde van pijn.
Zij begreep, zoodra zij zijne woeste met bloed
beloopen oogen zag, dat hij iets gehoord had en was
daarom te vaster besloten om te maken dat zij
wegkwam. Daarom verdroeg zij de pijn in stilte
even als den slag, dien hij haar in de fiacre toe
bracht en den ruk, waarmede hij Ür haar er uit
trok en haar het station induwde. Zij verdroeg
nog meer en uitte geen klacht toen hij haar met
ter opleiding tot goede zangers en zangeressen.
Het riep daartoe aller medewerking in en noodigde
in 't bijzonder de ouders, die kinderen van om
streeks 12 tot 15 jaren hadden, om die aan hunne
leiding toe te vertrouwen.
Deze uitnoodiging- van het mannenkoor viel in
goede aarde, zoodat weldra het aanzienlijk getal
van 36 jongens en 35 meisjes zich vereenigde om
van den heer W. van de Kamer, hoofdonderwijzer
alhier, onderricht in den zang te ontvangen.
Gisteren avond werd voor het eerst in het
openbaar eene proeve afgelegd van de aanvan
kelijke vorderingen, die de kinderen gemaakt
hadden.
Den korten tijd in aanmerking genomen, dat
de cursus begonnen is, gaven de kinderen blijk,
dat zij met ijver onderwezen worden en toonden
velen aanleg voor muziek en zang te bezitten.
Zij geven de hoop dat het doel hetwelk Vlis
singsch mannenkoor zich voorstelt: de vorming
van toekomstige zangers, kans heeft te zullen
slagen. Daartoe zal echter nog veel geduld,
volharding en voortdurende ij ver noodig zijn.
De overvloedige opkomst van belangstellenden
bewees ook dat de pogingen van het mannenkoor
veler sympathie bezitten.
Het mannenkoor zelf voerde ter afwisseling
eenige zangstukken uit, die als gewoonlijk, met
accuratesse werden voorgedragen. Het nummer
nTlet Liedvan W. A. Smit voldeed zóo dat de
algemeene toejuiching eene herhaling daarvan
noodzakelijk maakte. Ook de kinderen smaakten
het genoegen dat zij"*verzocht werden de volks
melodie Neerland en Oranjevoor de tweede
maal te zingen.
Het piano-accompagnement was aan andere han
den toevertrouwd dan hij vorige gelegenheden,
de uitvoering der zangnommers heeft daarbij
echter niet gewonnen.
Goes25 October. De rederijkerskamer
Aurora gaf gisteren avond de toegezegde opvoe
ring van Vriend Fritz. Yonden sommigen, evenals
de Parij zenaars, (volgens den verslaggever in de
Goesche courant van 19 dezer) de intrige te
simpel, 't moet erkend worden dat het een
allerliefst tooneelspel is. De uitvoering was wer
kelijk goed te noemen. Fritz, David en Suze
bevielen het besthun spel was nu en dan
uitmuntend, zoowel als dat van juffrouw Catherine.
Ranero voldeed minderhet „leve de vreugde"
b. v. na het middagmaal hij Fritz was stijf en
gedwongen. Over 't geheel evenwel is de uitvoe
ring goed geslaagd, al had men gaarne wat
vlugger zien spelen. Luide toejuichingen
van de talrijke toeschouwers vielen dan ook de
verdienstelijke dilettanten ten deel, vooral hij het
ruw geweld vooruit stiet bij het instijgen in den
coupé en zij sprak ook geen woord toen Alckenzie,
in tegenwoordigheid van den conducteur, vroeg of
zij zich bezeerd had. Die laatste daad van ge
weld had zijn drift een weinig bekoeld. Hij was
onthutst door haar onderwerping enlijdelijkzwijgen
en wendde zich tot den conducteur om hem uit
te leggen „dat mevrouw op haar japon getrapt
had en voorover gevallen' was."
„Dat komt van die malle modes," zei deze
schouderophalend; „er gebeuren allerlei ongeluk
ken door die lange rokken. Ik ben blij dat
mevrouw zich niet bezeerd heeft. Zal ik mevrouw
een glas water brengen?"
„Zeg dat hij een flesch Bourgogne brengt,
Gabriël. Ik voel me zoo vreeselijk flauw," zei
zij.
De conducteur bracht een halve flesch. Zij gaf
Gabriël een glas en dronk er zelve ook een.
Even daarna vertrok de trein.
Toen zij het station verlaten hadden legde zij
haar hand op den arm van haar man, zeggende:
„Ik heb uw toorn verdiend, Gabriël en daarom
heb ik alles geduldig verdragen. Ilet was Claud
Morel, die hij mij geweest is. Ik durfde het u
niet te zeggen. Uw drift verschrikt mij altijd
zoo en ik wist hoe boos gij zoudt zijn. Hij heeft
vroeger van mij gehouden en hij wist niet eens
dat ik getrouwd was. Om nu een ontmoeting
tusschen u en hem te voorkomen gij zijt
heiden zoo hartstochtelijk wilde ik hem liever
op straat spreken en daarom reden wij het Bois