N°. 252. 12Ie Jaargang. 1878. Vrijdag 25 October. Wm fwftU! Dit blad verscMjnt dagelijks,* met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien: 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland; de Compagnie générale de puMicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Middelburg, 24 October. De spoorwijdte op Tramwegen, IF ETJIXjXiETOnsr. de Schrijfster van „Jennie" enz. I [Door een spoorweg-ambtenaar Of bij locaalspoorwegen de normale spoorbreedte of wel eene smallere moet worden aangenomen, heeft tusschen de mannen van het vak al vrij wat twistgeschrijf veroorzaakt, zonder dat men eene schrede verder is gekomen. Beide partijen, voor- en tegenstanders van de smalle spoorbreedte, staan nog steeds op hetzelfde standpunt tegen over elkander. Nu ook hoe langer hoe meer het denkbeeld om stoomtramwegen aan te leggen veld wint en reeds hier en daar de plannen tot den aanleg van zulke wegen zoover zijn gevorderd, dat men mag aannemen, dat het denkbeeld althans hier en daar in ons land zal verwezenlijkt worden, komt de oude strijd weder op den voorgrond. Wij zijn voorstanders van de normale spoor breedte en het trof ons dus dadelijk, toen wij de brochure van den heer Willink lazen, dat wij ook in hem een tegenstander ontmoet hadden. Wij waren echter niet van plan om onze denkbeelden te verdedigen, daar dit onderwerp reeds te dikwijls besproken is om daarop nogmaals terug te komen o. a. in Mrd. Cohen Stuart. Beschouwingen over bestaande en aan ïe leggen spoonvegen in Nederland. Alk maar 1873. J. J. van Kerkwijk. Een woord over bunrt- spoorwegen 1869. Von Hartwich. Bemerhungen über Transport- mittel und Wege. Berlijn 1875. Naar aanleiding der opstellen in de M. Ct. van 21 en 23 dezer, wenschen wij echter niet alleen onze zienswijze omtrent de spoorbreedte, maar ook omtrent de overige verschillen, die tusschen den heer W. en ons bestaan, te verdedigen, daarbij indachtig aan de spreuk du choc des opinions jaillit la vérité. De heer W. zegt: „Om de kosten van aanleg tot een minimum te herleiden, moet gebruik worden gemaakt van bestaande straat-, grint- of zandwegen enz." Verder: „Om het onveranderd gebruik dezer wegen mogelijk te maken, moeten de sterkste krommingen en hellingen, welke op die wegen voorkomen, ook door de spoorbaan gevolgd kunnen worden. 82 dook HOOFDSTUK XXIV. HET EINDE DER ■WITTEBROODSWEKEN. „Was het erg? Was zij bij u?" riep hij uit. „Ja" fluisterde zij „zij was bij mij, en zij bukte om bloempjes te plukken, zij boog te ver voor over en viel over „Groote Godover de klip En heeft zij zich erg bezeerd?" „Zij is verdronken, verdwenen, en wegge spoeld riep Sibylle al snikkende uit. „En is haar lijkje niet teruggevonden?" vroeg hij bleek van schrik. „Dat hoop ik niet ik meen dat weet ik niet. Ach wat ik u bidden mag, spreek er niet van. Ik kan ik kan het niet verdragen. En na alles wat gij mij gezegd hebtLaat ons van hier weggaan, ik stik." Zij stond op en wankelde zóo dat ze niet kon blijven staan; eensklaps viel zij bijna voorover. Hij greep haai en bracht haar naar een lagen stoel waarop hij haar neerzette. Hij sprenkelde water in haar gezicht en waaide haar met haar waaier. Zij opende even haar oogen doch sloot ze onmiddel- ijk weer met een diepe zucht. „De oplossing van dit vraagstuk is alleen moge lijk bij verminderde spoorwijdte." Daarop laat de heer W. volgen„Door in gang zijnde stoomtramwegen is het bewijs gele verd, dat de krommingen van 4050 meter straal bij eene spoorwijdte van 0,75 meter en een snel heid van vervoer van 15 a 20 kilometer, practisch niet meer bezwaar opleveren dan bogen van 250 tot 300 meter straal bij gewone spoorwegen en dat zelfs bogen van 15 tot 20 mèter straal, bij verdere vermindering, zonder bezwaar kunnen worden toegepast." De eerste opmerking die wij hierop zouden kun nen maken, zou deze zijn: Yoor zoover ons hekend, zijn er noch in ons land, noch in het buitenland stoomtramwegen in gang, althans niet zulke als wij bedoelen, n.l. waarmede ook goederen, paarden, vee enz. ver voerd worden. Eene tweede opmerking is dezeOp stoom tramwegen in ons land, zal ingevolge de wet van 1 October 1878 nimmer met eene snelheid van 20 kilometer per uur gereden worden; de maximum snelheid is bij die wet op 15 kilometer bepaald; derhalve zullen er in ons land nimmer bochten met eene snelheid van 20 kilometer per uur be reden worden. Yerder stellen wij tegenover de bewering van den heer W. de volgendeDe tramweg Utrecht- Zeist, die aangelegd is om met stoom te kunnen worden geexploiteerd en voor reizigers- en goe derenvervoer wordt ingericht, is op normaal spoorwegbreedte gebouwd en heeft een paar bochten van 20 meter straal. Hij loopt door de ,stad en passeert zeer nauwe straten, b. v. de Viesteeg en de Pottestraat. Door in aanleg zijnde stoomtramwegen is der halve het bewijs geleverd, dat bochten van 20 meter straal bij de normale spoorwegbreedte practisch geen bezwaar opleveren. In de concessie-aanvraag voor de tramwegen in Friesland en Noordbrabant is mede aangegeven dat die wegen op normaalbreedte zullen worden aangelegd. Wij zijn het overigens volkomen eens, dat er misschien hier en daar in ons land wegen zullen worden aangetroffen, die niet breed genoeg zijn om daar langs tramwegen van normaal spoor breedte aan te leggen; maar dit zullen er althans zeer weinige zijn, wanneer men zich slechts eene kleine uitgaat wil getroosten, om op enkele plaatsen een klein stukje grond voor het leggen der bochten aan te koopen. Worden die kosten te hoog en zou daardoor de aanleg achterwege moeten blijven, dan zeker is een tramweg met smalspoor te ver biezen boven in 't geheel geen. Bij het beoordeelen van de breedte die de „Als iemand flauw valt vergeet hij gewoonlijk waar hij is alles fluisterde zij, „en ik kan niets vergeten." „Zeg mij, zoodra gij er toe in staat zijt, hoe Pearl dien vreeselijken slag verdragen heeft," zeiae Claud op angstig fluisterenden toon. Het koudste bad had Sibylle niet beter tot haar bewustzijn teruggeroepen dan deze woorden. „Ik weet niets van mevrouw Carlton, of kaar stemming", zei zij. „Wilt gij daarmede zeggen dat gij haar in een maand niet gezien hebt?" „Ik heb haar het laatst gezien," antwoordde Claud, „op dien Maandag morgen na dat vreese- lijk ongeluk. Ik wist riiet dat de arme Dora wel! dan moet gij het geweest zijn die met haar op het gras zat, nabij Castle Cliff." „Hebt gij mij dan gezien!" riep zij met ver nieuwden angst. „Ik heb een vrouw in 't zwart gezien en een kind met een grooten stroohoed, maar ik heb volstrekt niet aan u gedacht en ik zou u ook niet herkend hebben. Wij stonden op de andere punt voorbij de baai." „En hebt gij mevrouw Carlton dien Maandag morgen gesproken?" „Ja, en zij werd geseind om naar Hastings te komen." „En gij?" „Ik ging dienzelfden avond naar Hamburg." „Zijt gij nu met Lotta getrouwd?" „Neen. Op haar verzoek is het engagement verbroken." Vk tramweg moet hebben, zijn wij wel eens geneigd 'b! omgaven van buitenlandsehe schrijvers te volgen, zonder dat wij er aan denken, dat ons land, vooral met zijn vlakke, overal effene wegen, in een bij zonder gunstigen toestand tegenover de meeste landen verkeerthiermede moet echter vooral rekening worden gehouden. De overeenstemming tusschen de opgave van den heer W. en de mijne schijnt verrassend, werkelijk is zij dit niet. Wij nemen wederom ten bewijze daarvan de lijn UtrechtZeist. De kosten van aanleg van den weg, de ge bouwen daaronder begrepen, waren door een vooral ten opdekte van het aanleggen van tram wegen erkend bekwaam ingenieur begroot op 20,000 per kilometer bij smalle spoorbreedte. Hij is aangelegd tegen den prijs van 12,000 per kilometer op normaal spoorbreedte, daaronder den aanleg der gebouwen niet begrepen. Dat de kosten van aanleg der gebouwen, vooral op eene eenigszins groote lijn, geen f 8000 per kilometer zullen bedrSgen, behoeft zeker geen nader betoog. Hieruit is naar onze meening het besluit te trekken, dat de kosten van den aanleg van den weg voor een groot gedeelte afhangen van de wijze der constructie die men volgt. Ik merk hierbij op dat de weg Utrecht—Zeist, welke gebouwd is volgens het langsliggerssysteem, sterk genoeg is om er beladen 10 tons spoorwegwagons over te vervoeren. Wanneer men het langsliggerssysteem volgt, dus wanneer men geen dwarsliggers gebruikt, moet het zelfs den leek duidelijk zijn, dat het arbeids loon en de materialen voor den aanleg niet meer kinzoon kosten of men den weg iets breeder of smaller maakt. De bestrating alleen (zoo die noodig is en dat zal op vele wegen niet het geval zijn) zal bij normale breedte iets meer kosten. Stel eens dat de bestrating per vierk. meter f 2 kost, dit is toch zeker niet te laag gesteld, dan bedragen de kosten van den aanleg per kilo meter bij normale breedte nog niet ten volle 1000 meer dan bij smallere spoorbreedte. Een weg van Middelburg naar Domburg zon dus bij normale breedte 15,000 meer kosten dan bij smalle breedte. Dit zou tegen 5 pet. een jaar- lijksche uitgave zijn van 750 per jaar, zonder daarbij het onderhoud te rekenen. Maar nu het nadeel, dat uit het verschil in spoorbreedte voortvloeit. Wij zullen trachten dit met een paar practische voorbeelden toe te lichten. Wordt vervolgd Wij lezen in de Ball Mall Gazette De stoomboot Stad Vlissingen van de konink lijke maatschappij Zeeland, van Queenboro stoo- „Hebt gij haar dus gezien en met haar gekibbeld „Neen. Ik ben in Hamburg geweest terwijl zij in Londen was. Zij heeft mij schriftelijk bedankt." „O! Zij had zeker iets vernomen van uw ver liefdheid op Pearl en heeft daarover met u gekibbeld?" „Pardon. Wij hebben niet gekibbeld." - „Wat zegt mijnheer Carlton van dit alles?" „Zeggen wat zou die er van zeggen? Wat heeft die te maken met hetgeen er tusschen Lotta en mij voorvalt?" „Gij ziet er erg boos uit. Gij hebt met hem gekibbeld Claud; waarover over zijn vrouw? Die houdt toch genoeg van hem; al is hij nog zoo dwaas, kan hij van haar toch niet jaloersch zijn?" „Het was beter dat hij; maar kom viel Claud zich zeiven in de reden. „Dit grenst aan het belachelijkeIn alle geval raakt ons het doen en laten van mijnheer en mevrouw Carlton niet. Vertel mij liever wat van u zeiven. Met wien zijt gij te Parijs?" „Met Gabriël Alckenzie," dit zeggende wees zij hem den ring aan haar vinger. „Gouden kluisters zooals gij ziet. Maar daarom niet getreurd. Er gebeurt niets in mijn leven, dat u belang kan inboezemen. Het maakt mij dooddat is al. Gij kwaamt, naar hut hotel om vrienden te bezoe ken. De knecht noemde ze Ardley. Meende lnj die menschen uit Hastings waar gij van spraakt?" „Ja. Zij hadden mij gezegd dat zij omstreeks mende naar Vlissingen, heeft Maandag avond hij Noor Voorland den schoener Champion aangevaren waarvan het gevolg was, dat deze is gezonken. De mast van den schoener viel en wondde ver^ scheidene der opvarenden. De Stad Vlissingen was zoo beschadigd, dat zij hare reis niet kon voort zetten en noodseinen gaf. De Prinses Marie van dezelfde maatschappij, van Vlissingen naar Queenboro terugkeerende, zag de signalen en nam het beschadigde schip op sleeptouw. Kort daarop brak de tros, waardoor een van de passagiers werd gedood en een ander zoo ernstig gewond, dat hij er wel niet van zal opkomen. De gedoodo passagier was een Duitscher en heette Baum. Men schrijft aan het U. D. „Men herinnert zich, dat circa twee jaar ge leden de geheele dienst op het zuidernet der staatsspoorwegen storing ondervond tengevolge van een ongeluk, dat nabij Antwerpen plaats had de dienst op de lijnen van den Grand Central Beige, RoosendaalZevenbergen en Roosendaal Breda, die de Zeeuwsche lijn met de lijnen Ze venbergenRotterdam en BredaVenlo verbin den, ondervond in verband met dit ongeval storing, en daaraan werd de geheele dienst op de zuider- lijnen der staatsspoorwegen opgeofferd. „Laatstleden Vrijdag deed zich een dergelijk ge val voorte Eeekeren, nabij Antwerpen, had een klein ongeval plaats in den vroegen morgen, en daardoor kwam de eerste trein van Antwerpen te laat in Roosendaal. De aansluitende treinen naar Rotterdam en naar Venlo, die correspon dentie hebben met den mailtrein van Londen via Vlissingen, kwamen daardoor zoo laat in Rotterdam en in Breda, dat de aansluitingen verloren gingen. De reizigers voor Duitschland kwamen dus ruim 2 uur te laat in Keulen, terwijl de reizigers be nevens de Engelsche post voor Amsterdam ruim Ij uur te laat op bestemming kwamen. „Dit geval kan zich dagelijks voordoen, zoo lang de sectiën RoosendaalBreda en Roosen daalZevenbergen van den Grand Central niet onder beheer der exploitatie-maatschappij worden gebracht; de noodzakelijkheid daarvan is dikwijls genoeg betoogd. „Het kan intusschen zijn nut hebben nu en dan eens te wijzen op de onvermijdelijke gevolgen van een toestand, die iederen dag tot de grootste moeielijkheden voor het reizigers- en postverkeer kan aanleiding geven". De raad der gemeente 's Heer Arendskerke heeft in zijn» laatst gehouden vergadering eene straf verordening vastgesteld op het uitroeien en weren van voor den landbouw nuttige vogels. half Augustus te Parijs zouden zijn en daarom zocht ik lien op. Ik ben gisteren eerst uit Ham burg gekomen." „Is die mijnheer Delroy nu met de Hardly's?" „Dat weet ik niet. Ik heb sedert ik Londen verliet van niemand bericht gehad, behalve van mijnheer Steinmann en zijn dochter." Zij bleef een poos in gedachten verzonken. Daarop stond ze met een gedwongen lach op, ging naar de tafel en nam de champagne-flesch uit het ijs. „Gij zijt niet zeer gastvrij voor mij geweest," zei zij„vergun dat ik op uw beterschap drink." Hij nam haar de flesch uit de hand en vroeg nederig excuus voor zijn nalatigheid. Toen hij haar een glas vol bruischenden wijn gegeven had dronk zij het gretig ledig. „Ik smachtte van dorst, van koortsachtigheid, en van overspanning," zei zij. „Het zal nu wel heter gaan." Hij had aan tafel plaats genomen en liet zijn hoofd op zijne saamgevouwen handen rusten. Hij was in gedachten verzonken en zij liet zich zacht naast hem op hare knieën neervallen. „Claud", zei zij, „gij zijt iemand dien ik ver trouwen kan. Als gij van mij hieldt, als gij ^eenig belang in mij steldet, zou ik u verzoeken naar de geschiedenis van mijn leven te luisteren en ik ben zeker dat gij mij zoudt beklagen. Ik heb na den dood van mijn vader een zeer treurig leven geleid en wij kwamen doodarm als ge-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1