N°. 251. 12Ie Jaargang. 1878. Donderdag 24 October. Wim if&tl Dit blad verschijnt dagelijks,' met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar 4/^; pent. Advertentien: 20 Cent per regel, Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedeTe regel meer 0,20. Groote'letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Middelburg, 23 October. Paarden of stoom? de Schrijfster van „Jennie" enz. f 'W IU1DDËLBURGS0HE {Door een spoorweg-ambtenaar Nu men zich bezig houdt met verschillende plannen omtrent den aanleg en de exploitatie van tramwegenspreekt het van zelf dat hoe langer hoe meer de wijze van exploitatie en vooral de trekkracht wordt besproken. Men is het over het algemeen eens, dat de trek kracht van paarden voor de exploitatie van tram wegen een der grootste jdagen is. De duurte van het voedsel bij mislukten oogst, de aankoop der paarden, epidemieën, enz. zijn oorzaak dat deze trekkracht voor de onderne ming zeer kostbaar is. Verder moet men niet uit het oog verliezen, dat behalve deze uitgaven, die op rekening dei- exploitatie komen, daarenboven de bouw dei- paardenstallen die meestal binnen de stad of de kom der gemeente zullen geplaatst worden, de kosten van eersten aanleg belangrijk zal doen stijgen. De uitgaven voor de trekkracht der paarden hij een tramweg bedragen 65 a 75 pet. van de exploitatiekosten, hij een gewonen spoorweg be- loopen die uitgaven slechts 30 a 35 pet. der ex ploitatiekosten. Wanneer men dus paarden als trekkracht moet gebruiken, zijn de kosten belangrijk hooger. Een tramweg kan alleen dan eene behoorlijke rente van het aanlegkapitaal verzekeren, wanneer hij veel vervoert, en om veel te vervoeren, moet men dit tegen zeer lagen prijs verrichten, hetgeen moeilijk kan geschieden wanneer de weg met paarden geëxploiteerd wordt. Vandaar dat men zich overal toelegt om te trachten de trekkracht der paarden door die van den stoom te vervangen. Evenwel moet men dit niet te ver uitstrekken. Bij zwak verkeer in eene stad, waar b. v. een rijtuig met éen paard behoorlijk in de behoefte voorziet, zou het niet voordeelig, maar integen deel nadeelig zijn stoom tot trekkracht te gebruiken. Wij zijn zeer voor het gebruik van stoom, maar zijn bet volkomen eens met den ingenieur A. Spée, die in zijn werkje „VExploitation des chemins de fer américains a. traction mécanique" zegt: 3? ETTIILi ZLATOUST. 81 dook HOOFDSTUK XXIII. DE OUDE STOCK DOET EEN POGING. Met een buiging nam bij afscheid en verdween Zijn trouw hart was bezwaard, als hij dacht aan den ondergang dien zijn patroon te gemoet ging en dien hij niet kon keeren. Hij voelde dat mevrouw Carlton waarheid sprak toen zij zeide dat het „te laat" was. Lady Carolina seinde Hubert dat hij zonder mankeeren dien avond bij haar zou komen. Het onderhoud tus schen moeder en zoon was zeer onaangenaam. De hevigste hartstocht van lady Carolina was opgewekt, en nu kenden haar zelfzuchtige angst en hare verwijten geen grenzen. Toen zij Hubert berispte over zijn voorgenomen huwelijk was ze slechts koud, ongevoelig en sarcastisch geweest. Nu zij voelde dat haar geld gevaar liep, was zij veel heviger bewogen. Zij luchtte haar veront waardiging in toornige woorden en bedreigingen en lokte Hubert tot scherpe antwoorden uit. Zijn stemming was toeh reeds overspannen en nu waren de scheldwoorden zijner moeder gelijk aan pen lont in het kruit. Hij was woedend dat zij „Men zg]/ de paarden niet vervangen door stoomwerktuigenwelke, hoe uitmuntend ze ook afgewerkt mogen worden, toch in 't algemeen altijd meer ongemak en bezwaren zullen opleveren, tenzij men door die werktuigen eene'belang rijke bezuiniging in de exploitatie-kosten kunne teweeg brengen." Dit wordt wel eens uit het oog Verloren. Volgens onze meening komen alleen die tram wegen in aanmerking om met stoom bediend te worden, welke minstens 8 kilometers lang zijn en twee of meer steden of dorpen verbinden. In ons land b. v. de tramweg Utrecht-Zeist, de aangevraagde lijnen in Zeeuwsch-Vlaanderen, de aangevraagde lijn WaalwijkTilburg enz. In onze nabijheid zou b. v. een lijn Middelburg Domburg zeer geschikt zijn om met stoom ge ëxploiteerd te kunnen worden. Daarenboven zal iedere lijn, waarop ook goederen vervoerd worden, met vrucht stoom kunnen gebruiken. Verder komen nog in aanmerking lijnen, die in groote steden de buitenwijken met bet centrum der stad moeten verbinden, b. v. de lijn den Haag Scheveüingen. Om het verschil in de kosten der trekkracht nader aan te toonen, zullen wij eene vergelijking maken tusschen de kosten der trekkracht met paarden en die met stoom voor een lijn van 20 kilometer, iets grooter dus, dan een lijn zou zijn van het station Middelburg naar Domburg. Wij nemen aan dat de gebruikt wordende rijtuigen beladen ongeveer 6000 kilogram wegen; men zal dus 2 paarden, die ieder 3000 kilogram moeten trekken, noodig hebben. Met eene snelheid van 12 kilometer per uur rijdende, zal de duur van den rit 1 uur 40 min. zijn. Als men daar nu bij voegt 20 minuten voor oponthoud aan ieder eindpunt van den weg, dan zullen de rijtuigen het traject heen en weer alle 4 uren afleggen. De diensttijd bedraagt 16 uren: ieder rijtuig doorloopt dus dagelijks 160 kilometers, waartoe 24 paarden in dienst en 3 voor reserve noodig zouden zijn, dus in het geheel 27. De kosten zullen dan bedragen: 1° 27 paarden a f 450 f 12,150 2° stallen 425 per paard) 11,475 f 23,625 Interest van 23,625 tegen 5% bedraagt per dagf 3.23 Voeding, verzorging, beslag a f 1.39 per paard„37.53 Amortisatie a 20% van 12,150 6.65 Onderhoud harnachement0.75 Koetsier2.00 Uitgaven per dag en per rijtuig f 50.16 zich inet zijne zaken bemoeide en zwoer dat hij nimmer meer een voet in baar huis zou zetten. Lady Carolina had hem gezegd dat zij een ad vocaat zou nemen om hare belangen te behartigen. Zij wilde een equivalent hebben voor de som die zij in de zaak had laten staan en zij zou de in teressen tot den laatsten cent toe opeischen. Indien Hubert niet onmiddellijk aan haar verzoek voldeed zou ze haar toevlucht tot de wet nemen om het „terug te krijgen." Hubert antwoordde haar met groote bitterheid: „Van daag ondervind ik eerst recht vernedering om de zoon te zijn van een vrouw, die laag ge noeg is geweest zich aan mijn vader te verkoopen; maar al hebt gij u zoo inhalig betoond, mijn arme vader was braaf en eerlijk en dus is het niet waarschijnlijk dat ik een dief zal zijn of in eenig opzicht geneigd om u „het uwe" te ont houden Daarop verliet hij haar; zij waren opnieuw met boosheid gescheiden en ditmaal was er veel minder kans op verzoening dan den vorigen keer. HOOFDSTUK XXIV. HET EINDE DER WITTEBROODSWEKEN. Op den 15™ Augustus bevonden mijnheer en mevrouw Alckenzie zich te Parijs op weg naar „huis." Zij hadden Zwitserland en Tyrol door reisd en te vergeefs getracht koelte en schaduw te vinden. Dien vijftienden Augustus scheen de De uitgaven bij het gebruik van stoom zouden bedragen: 1° Eene machine van 5 ton 2° Macbineloods enz. 40 vierk. M. a f 50 W^terinrichting, werkplaats enz. 8,000 2,000 2,500 Daar men op iedere 4 machines een reserve hebben moet, zal men deze som nog met 25% moeten verboogen Totaal. f 12,500 3,125 f 15,625 1° De interest tegen 5% bedraagt per dag 2° Brandstof, (de machine verbrandt 5 kilogr. per kilom. dus voor 160 kilom. 800 kilogr. a f 0.75 de 100 kilogram) Olie en vet. Machinist (loon) Diversen 3° Onderhoud en amortisatie. Men mag aannemen, dat de tramweg machines, evenals de locomotieven van de gewone spoorwegen, ongeveer 10% van den aanschaffingsprijs aan onder houd en amortisatie kosten, dus ƒ800 per jaar plus 25% of f 200 voor de reserve-machine, dat maakt f 1000 per jaar, en per dag f 2.14 6.00 3.50 2.50 3.00 2.74 Uitgaven per dag en per rijtuig. f 19.8 Men ziet dus dat het verschil der uitgaven bij de trekkracht van stoom of paarden nog al belangrijk is. Het stoomschip Stad VUssingen is, naar wij uit goede bron vernemen, gisteren op zijne reis van Qeenboro naar Ylissingen bij slecht weder en hooge zee des morgens te 2 uren op de hoogte van Noord Voorland in aanvaring gekomen met een Engelsche barge {Ketcli) welk scheepje totaal wrak werd. Met veel moeite werden de opvarenden door de bemanning der stoomboot gered. De Stad VUssingen was zoodanig ontredderd (een wiel verbrijzeld, en een gat, in het schip), dat de reis niet kon worden voortgezet en men in open zee moest ankeren. Des morgens omstreeks 3 uren passeerde de van Vlissingen komende mailstoomboot Prinses Marie, welke, opmerkzaam gemaakt door de noodseinen, op de Stad Vlissingen aanhield en die op sleep touw nam, hetgeen, uithoofde van de hooge zee en den sterken wind, met veel gevaar gepaard ging. Eenigen tijd gesleept hebbende sprongen de bol ders, waar de sleeptros aan bevestigd was; bij welke gelegenheid een passagier op de plaats gedood werd. hitte haar toppunt bereikt te hebben. De lucht was drukkend, zonder wind en het asphalt brandde onder de voeten. Sibylle iag, een weinig meer vermoeid en lusteloos dan anders, in een wipstoel in het salon van een voornaam hotel. Haar man draaide puffende en blazende met bespottelijke dienstvaardigheid om haar heen en bewees haar honderden kleine attenties, welke zij met een onverschilligen blik afwees of aannam, zonder zich ,de moeite te geven er met een verstaanbaar woord voor te bedanken. Zij zou het huwelijk zooveel draaglijker gevonden hebben als Gabriël slechts minder benauwend, lastig verliefd was geweest. Zij had het hem reeds herhaaldelijk gezegdmaar dan viel hij meestal op zijn knieën, betuigde haar in de hartstochtelijkste bewoordingen zijn liefde, zijn vereering en verklaarde dat niets hem kon veranderen en dat hij de gelukkigste man op aarde was, sedert zij zijn vrouw was gewor den. „Ach Gabriël, ik ben het zoo moede dit alles aan te hooren," zei zij dan met een geeuw, dien ze niet eens trachtte te verbergen. „Maar ik ben het nooit moede het u te zeggen en ik zou het wel ieder uur van den dag willen herhalen." Haar koelheid, haar lijdelijke schoonheid, haar volmaakte onverschilligheid, dat alles wakkerde de vlam zijner liefde slechts nog meer aan. „Mag ik u met nw waaier koelte bezorgen, mijn scboone prinses?" „Neen, dank u." Des namiddags omstreeks 2 uren arriveerde men behouden te Queenboro, kort daarop vervolgde de Prinses Marie hare reis en kwam heden mor gen te half zeven te Vlissingen aan. Men leest in de A?-nhemsche courant: „Thans heet het weder dat prins Alexander, na een kort verblijf in Algiers, zich voorgoed in den Haag zal vestigen. „Alleen omdat wij ook het bericht omtrent zijne vestiging in Wurtemberg uit andere bladen hebben overgenomen, deelen wij dit dementi mede maar wij erkennen dat het beter is de gebeurte nissen eerst te berichten wanneer zij, menschelijker wijze gesproken, zeker zijn. Dat de heeren cor respondenten dit meer in bedenking namen De St.-Ct. bevat een kon. besluit van den IIs11 October, tot vaststelling van een reglement voor de scheepvaart, ter beveiliging van de beweeg bare spoorwegbrug over de Gouwe tusschen Zwammerdam en Alphen en van die over den Eijn te Leiden, beide in den spoorweg LeidenWoerden. In de St.-Ct. is opgenomen de wet van den 19en October, houdende goedkeuring van de huwelijks verbintenis van Zijne Majesteit Willem III, koning der Nederlanden, prins van Oranje-Nassau, groot hertog van Luxemburg, enz., enz., enz. In 's konings paleis Het Loo brengt men allerlei verbeteringen en verfraaiingen aan voor de aan staande jeugdige koningin. De bloemenkasten en bloemen in den ioo-tuin zijn het eigendom ge worden van de koninklijke bruid en prijken met een gekroonde E. waaronder een palmtakje de aandacht trekt. Bevat het gerucht waarheid, dan zal het koninklijk paar allereerst op Het Loo verblijf houden. De Apeldoornsche dames hebben het plan opgevat om H. M. een geschenk aan te bieden en vergaderden ten dien einde op het raadhuis. De opkomst bestond uit een veertigtal, die tot het besluit kwamen om te wachten tot een commissie van heeren zich zou gevormd heb ben, met deze samen te werken, enz. De Apel doornsche courant bevat dan ook reeds eene oproeping van de Apeldoornsche heeren in 't Hotel Apeldoorn. Arnhct.) De stoomschepen der maatschappij Nederland zullen, naar men mededeelt, tot lo April e. k. van Nieuwediep vertrekken en aldaar binnenkomen. Na dien tijd zullen zij van IJmuiden uitgaan en zal de dienst zoodanig worden geregeld, dat elke 14 dagen in plaats van om de drie weken een schip van en naar Indië vertrekt. „Wilt gij iets verkoelends drinken? Zoudt gij imonade willen hebben „Neen, dank u," nauw hoorbaar. „Is er niets dat ik voor u doen of halen kan „Neen, dank u." Maar op eens bedacht zij zich dat het niet kwaad zou zijn als zij eens een half uurtje van hem af was en dus verzon zij een boodschap, in een zeer verafgelegen winkel, die hij noodzakelijk zelf voor haar moest doen. Gabriël ging met loome schreden op weg, ofschoon toch blijde dat hij iets voor haar doen mocht. Nauwelijks had Alckenzie het salon verlaten of er kwam een kellner binnen, gevolgd door Claud Morel. „Als mijnheer hier een oogenblik wil wachten zal ik mijnheer en mevrouw Hardley gaau waar schuwen," zei de bediende en ging heen. Sibylle werd eensklaps vuurrood en stond op om de kamer te verlaten. Die beweging trok echter de aandacht van Claud, die haar schielijk naderde en zijn hand toestak. Zij was blijkbaar zeer verbaasd over die vriendelijkheid van zijn kant. „Kon het mogelijk zijn dat hij niets wist?" bij die gedachte maakte zich een ont zaglijk gevoel van verlichting van haar meester. „Dat is een gelukkig toeval!" riep hij uit. „Het lijkt mij een jaar sedert ik een bekend Engelscb gezicht gezien heb." „Zijt gij wezenlijk blij mij te zien?" vroeg zij. „Natuurlijk, opgetogen!" antwoordde hij over;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1