0 n d e r w ij s. Kerknieuws, Kunstnieuws, Rechtszaken. Hmffjtm. een nieuw tijdperk intreedt. Gold het vroeger vóór alles, de algemeene belangstelling te wekken voor de zaak van het volksonderwijs, de over tuiging te vestigen van de noodzakelijkheid eener nieuwe wettelijke regeling met behoud van de grondslagen der bestaande, en dus de herziening der wet van 1857 iu vrijzinnigen geest vo or t bereiden, thans wordt het aangewezen doel: in den toestand, dien de invoering der wet van 1878 in het leven roepen zal, naar vermogen mede te arbeiden aan de behartiging van het volksbelang, waaraan de Yereeniging gewijd is. Zeker zijn haar wenschen op verre na niet bevredigd en is de nieuwe wet gebleven beneden hetgeen van een liberale regeering en van de kamermeerder heid, die haar ter zijde stond, redelijkerwijze mocht worden verwacht. Doch met dat al is in menig opzicht de vooruitgang onmiskenbaar, terwijl de bezwaren omtrent andere punten door een krachtige en financieel milde uitvoering alsnog voor een goed deel uit den weg kunnen worden geruimd. In allen gevalle baat noch napleiten noch klagen. Veeleer bestaat er te meer grond om met alle toewijding er naar te streven, dat de verbeteringen, waaraan op tallooze plaatsen de openbare volksschool zoo dringende behoefte heeft, een verblijdend feit worden. Waar de wet b. v. zelfs ten aanzien van de verhoogde minimumbezoldigingen een ruimen overgangstijd heeft gesteld, dient er met klem op te worden aangedrongen, dat de gemeenten het einde van dien termijn niet afwachten, om door tastend te handelen. Waar de wettelijke voorschriften ontoereikend zijn, moeten de bestuurders der gemeenten over tuigd worden, dat het belang der zaak meer eischt dan de wet gebiedt. Waar de invoering van den leerplicht voorshands een vrome wensch blijft, moet het getrouw en langdurig schoolbezoek door alle andere middelen in de hand gewerkt worden en verdient het bijzon dere aandacht, dat thans de gemeenteraden, voor zoover dit niet bij de wet-van Houten is geschied^ verbodsbepalingen kunnen vaststellen omtrent het arbeiden van kinderen beneden de twaalf jaren. Het voorbereidend onderwijs bleef ongeregeld, maar behoort toch overal onder het bereik der bevolking te worden gebracht, evenals het herha lings- en voortgezet onderwijs, dat de wetgever „voor zooveel doenlijk" georganiseerd wenscht te zien. De bevordering van velerlei, dat het nut dei- volksschool moet helpen verhoogen laat ons slechts de schoolbibliotheken en de schoolspaar- banken noemen ligt op den weg van gemeente besturen en particuliere krachten. Niet 't minst eindelijk is er ook voortaan behoefte aan de verpreiding van gezonde denk beelden omtrent onderwijs en opvoeding bij de groote menigte, opdat vooroordeelen bestreden, dwalingen uitgeroeid worden, en die vruchtbare samenwerking tusschen school en huis ontsta, die een waarborg voor de toekomst wezen moet. Het hoofdbestuur eindigt met een woord van krachtige aansporing om het arbeidsveld der Ver eeniging, dat nog ruim en belangrijk genoeg is, te blijven bewerken en een voorbeeld te nemen aan de tegenstanders, die een zeldzame kracht ontwikkelden ten gunste van hetgeen zij voor waar hielden. Namens de gemeenteraden van Amsterdam en 's Gravenhage zijn door burg. en weth. adressen van gelukwensching aan Z. M. den koning ge zonden, ter gelegenheid van zijne verloving, welke namens Z. M. op de gebruikelijke wijze beant woord zijn. Ofschoon de gemeenteraad van Burgh eerst hield riep zij uit. „Gij meent toch niet dat die broche net is als iets wat gij hebt Zeg gauw wat Het was de eerste maal dat Dora in die vreemde valsche oogen zag en daar zij tegelijker tijd een stevigen greep aan haar arm voelde, was zij te bang om te antwoorden. „Zeg mij onmiddellijk wat gij hebt, dat net is als deze speld," riep Sibylle. „Het zijn maar een paar kleine oorringetjes" zei Dora bevende van angst. „Heusch, juftrouw Sibylle, ze zijn van mij en ik zal ze op uw bruiloft aan doen. Ze zijn van hetzelfde blauw als mijn jurk. Wees toch niet boos! Pearl zei dat het mocht. „Heeft zij ze u gegeven?" vroeg Sibylle en zag haar angstig aan. „O neen. Ze zijn altijd van mij geweest. Pearl gelooft dat ik ze van mijn arme mama gekregen heb, die ik nooit gekend heb. Mag ik ze u eens laten zien, dan zult ge zien dat ze van mij zijn. Mag ik ze halen?" Dora beefde van lichamelijken angst en Sibylle sidderde inwendig van doodelijke ontzetting. „Ja," zei zij en wrong hare handen als om een angstkreet te onderdrukken, „haal ze gauw." Dora ging naar de andere kamer en kwam terug met een doosje, waarin de vergeet-mij nietjes van turkooizen, omzet met diamantjes lagen, die Pearl in Hamburg had gekregen van de vrouw van den acrobaat, die het zoo goed met het arme, verlaten meisje gemeend had, Zij legde ze bedeesd op de besloten had geene benoeming uit het aangeboden tweetal te doen, is hij op dat besluit teruggekomen en heeft in de laatste vergadering tot hoofdon derwijzer benoemd, den heer P. A. Hubregtse, hulponderwijzer te Scherpenisse. Naar de Maasbode verneemt, zal een vijfde hoogeschool in ons land verrijzen die echter hoofdzakelijk zal bestaan uit éene faculteit, die der protestantsche theologie. Het zal eene orthodox protestantsche faculteit zijn, cfïe te Amsterdam zal worden gesticht en waarvan als aanstaande professoren genoemd worden de heeren dr. Kuyper, van Ronckel, de Groot en Hoedemaker. In de gisteren gehouden zitting van den gemeenteraad van Amsterdam werd dr. Valeton, praeceptor aau het gymnasium te Rotterdam, tot hoogleeraar in de geschiedenis aau de universi teit benoemd. De hoogleeraar mp. baron d'Aulnis de Bou- rouill zal te Utrecht een cursus openen over de koloniale politiek van Nederland, inzonderheid ten opzichte van Java. Het kiescollege der Hervormde gemeente te Brouwershaven heeft uit het vroeger medegedeelde twaalftal predikanten dit zestal zamengesteld: de heeren A. H. Henker te Koedijk, A. M. E. Jun- gius te Poortugaal, W. H. Stenfert Kroese te Nieuw Hellevoet, A. J. Adriani te Hoornsterzwaag, W. N. Wolterink te Wijk aan Zee en J. CTersteeg te Terborg. Door B. en W. van Amsterdam is het loffelijk besluit genomen om de kamer van het Metselaars gilde in den Noordoostertoren van de Sint An-' thonieswaag op de JNieuwemarkt te doen herstellen. Dit vertrek dagteekent van het jaar 1681 en munt door fraaie versieringen, alsmede door eene kleine schilderij, welke aan B. van der Helst wordt toegeschreven, uit. Het door verwaarloozing veroorzaakte verval zal door de heeren Langer- huizen en Verbeek, aan wie de restauratie is opgedragen, gemakkelijk hersteld kunnen worden. Daarna zal het vertrek onder het beheer van den gemeente-archivaris komen. Landbouw. De Zierikzeesche courant schrijft het volgende „Meekrap. Een paar partijtjes tot ferme prijzen verkocht, de vraag blijft zeer geregeld." Zoo staat er onder de rubriek Handelsberichten in de N. Rott. Courant van 6 Oct. van de Rotter - damsche beurs. Op de Amsterdamsche beurs was, blijkens dezelfde courant, „Meekrap onveranderd". „Verleden week was het te Rotterdam: „Mee krap. Tot zeer vaste prijzen werden weder eenige partijtjes afgedaan van het nieuwe gewas werd nog niets aan de markt gebracht", en te Amster dam: „Meekrap. Tot volle vorige prijzen, met vrij geregelden handel voor uitvoer". Weder een week vroeger vonden we van de Rotterdamsche beurs opgemerkt, dat er wel aanbod was, doch tot hooge prijzen en dat er' dit jaar zeer weinig nieuw gewas aan de markt te wachten zou zijn, omdat de eigenaars liever het volgend jaar zullen afwachten. Te Amsterdam was de markt toen onveranderd. „Wat men nu ook moge zeggen en hooren zeggen van de meekrap, alsof ze totaal en mors dood zou zijnde beurs geeft toch nog zoodanige teekenen van leven, dat ze wel de aandacht ver dienen. Wanneer men tegenover de bekende feiten, nl. dat er al sinds eenige jaren nagenoeg niets meer is gezet en ook alles zoo als men zeide gedaan was met de meekrap, en dat de knie van Sibylle en omhoog ziende merkte zij dat alle toorn van dat bleeke gelaat geweken was. Daardoor gerust gesteld zei zij „Wil ik u eens wijzen hoe ze aangedaan worden. Kijk, zoo," maar Sibylle lette er niet op en zat roerloos voor zich uit te staren. Dora haakte een van die kleine lieve bloempjes in haar oor en wilde het tweede ook aandoen, toen Sibylle er op eens naar greep. Zij bekeek het een oogenblik met gespannen aandacht, ont dekte er een klein lettertje op, gelijk aan dat op haar eigen speld en zich naast Dora op den grond werpende, sloot zij het kind hartstochtelijk in hare armen en barstte in een luid geween uit. Een uur later verliet Sibylle dicht gesluierd het huis en hield Dora stevig vast bij haarklein bevend handje. Zij had geen oogenblik gewan keld in haar besluit om Claud te dntmoeten en de ontdekking, welke zij zoo even gedaan had, vermeerderde haar verlangen om hem te zien. Zij zou hem alles zeggen en op zijn goedheid vertrouwen! De arme Dora, die zoo geschrikt was van het zonderlinge gedrag van Sibylle, werd later weer gerust gesteld door hare liefkozingen, en vriendelijke woorden. „Ik dacht aan een kindje dat gestorven is, en daar ik zooveel van gehouden heb," had Sibylle tot opheldering gezegd. „Dat had Bet zulke vergeet-mij-nietjes als gij mij hebt laten zien en die speld werd tot aandenken voor mij gemaakt. Het was zulk een lief kind en daarom moest ik prijzen ook hopeloos laag waren, in aanmerking neemt dat ze nu weder aardig klimmende zijn en er wekelijks alleen aan de kade hier misschien een veertig a vijftig vaten verscheept worden, dan mag men met grond vragen: hoe zit het toch eigenlijk met den meekraphandel Hoe staat het met den nog aanwezigen ouden voorraad Deze moet wel zeer aanzienlijk geweest zijn, dat hij nog in lange niet uitgeput schijnt, al is er ook nu al eenige jaren lang wel afgegaan, maar veel minder nieuw gewas bijgekomen. Er is blijkbaar overproductie geweest, vooral ten ge volge van de concurrentie der alizarine en andere kunstkleurstoffen. Maar er blijkt toch nog altoos een constante behoefte aan het artikel te bestaan anders zou er niet van een „vaste markt", „stijve prijzen", „hoog houden" enz. kunnen gemeld worden onder de beursberichten. Het zou inder daad wel de moeite waard zijn als er eens kon begroot worden wat op dit oogenblik de werke lijk aanwezige voorraad nog wel is, en ook waar de genomen vaten eigenlijk heengaan, welke fa brikanten of ververs ze nog steeds blijven nemen, ook tot klimmende prijzen. Een raadsel is, in zekeren zin ook het feit dat er zooveel van de min dere, ja minste qualiteit wordt genomen tot prij zen die in den bloeitijd van de meekrapteelt zelfs hoog zouden geacht zijn. Als dat goed van ge ringe kleurkracht zoo constant gevraagd blijft, is er dan geen middel op te vinden om de ver bruikers daarvan bekend te maken met de zoo veel betere soorten Hoe komt het toch dat er in dit alles zooveel omgaat, dat lijnrecht in strijd is met de eenvoudigste wetten der handelsweten schap en der industrie „Ons komt het voor dat als de houders van groote partijen vaten en die zijn er nog ge noeg, alsmede de oude planters van mee krap eens een commissie gingen vormen van wakkere en zaakkundige mannen, ten einde den waren staat van zaken eens te leeren ken nen, zij daaraan de kosten niet zouden weg gooien. Het schijnt dat het vroeger zoo hoogst belangrijke artikel thans aan de beurs ge heel verwaarloosd wordt, of wel dat enkele slimme handelaars, echte speculanten, profiteeren van het discrediet, waarin het artikel nu eenmaal vervallen is, om vrij aanmerkelijke slagen te slaan. Men heeft geroepen: Klaasje Zevenster is niet dood; mocht er nu niet met grond geroepen worden: de meekrap is niet dood?" Door de correctioneele kamer der arr.-rechtbank te Amsterdam, zijn de brandmeester en de koet sier, die de vorige week terecht stonden wegens het overrijden van een kind in de Molsteeg door den personenwagen van den brandweer, vrijge sproken van den hen ten laste gelegden onwilligen manslag. Te IJerseke zijn een 15tal schapen, aan verschillende personen toebehoorende, door een paar honden uit Kruiningen ernstig gekwetst. Maandag avond is door twee personen op eene bovenkamer te Dordrecht het lijk. gevonden van eene vrouw, die daar geheel afzonderlijk woonde. De vrouw, die algemeen bekend stond als iemand die veel misbruik van sterken drank maakte, was 11. Zondag namiddag het laatst in beschonken toestand gezien, in welken toestand zij, op hare kamer zijnde, door een kind nog jenever heeft laten halen, waarvan een gedeelte op de kamer is gevonden. Waarschijnlijk is de vrouw in hare dronkenschap van haar stoel gevallen, op de wijze zooals zij gevonden werd in voorovergebogen houding, en aldus gestikt. zoo schreien toen ik aan haar herinnerd werd. Gij begrijpt mij wel, niet waar?" Ja, Dora begreep haar wel. Zoodra men op haar gevoel werkte kon men altijd alles van haar gedaan krijgen en toen haar later gelast werd haar hoed op te zetten om te gaan wandelen, gehoorzaamde zij gewillig. Die prachtige juweel- kist was nog lang niet heelemaal geschikt, maar Sibylle sloot het deksel dicht en liet hare kost baarheden wanordelijk op tafel liggen. Alleen dat lieve speldje rolde zij zorgvuldig in een papiertje, bukte om het doosje dat Dora medegebracht had op te rapen, deed er dat ook bij en stak het pakje schielijk voor in haar japon. Het was nu zeven uur. De avondschemering begon te vallen en verspreidde zich reeds over de zee. De visschersvloot, die omdat het Zondag was voor anker lag, scheen kalm op de wiegende baren te sluimeren. Alom heerschten rust en kalmte, niet alleen op zee en ift de lucht, maar ook op het land en vooral in de schilderachtige stad Hastings, die aan den voet van Castle Hill rustte. „Hoe liefelijk is dat alles" zei Dora, naast Sibylle op den Heuvel staande. „Ik verbeeld mij dat de engelen uit die gouden wolken daar achter de zee zingen, gij ook niet?" „Wel mogelijk" zei Sibylle droog en trok het kind voort langs het smalle pad dat om de klip heen liep. Beiden waren stil. Dora dacht weer aan Felix en zijne toovergeschiedenis en zooals gewoonlijk, als ze met Sibylle was, kwam ook de Door den heer Moulin, geneeskundige bij de politie, is het lijk in oogenschouw genomen, en het vorenstaande bevestigd. Te Amsterdam is men vóór eenige dagen gedwongen geweest in het straat-maken te blijven steken, omdat er geen straatsteenen meer in voor raad waren. Verder groeit voor verschillende perceelen op het fraaiste gedeelte der Keizersgrach t, (tusschen de Leidsche- en de Spiegelstraat) het gras zoo welig tusschen de straatsteenen, dat de voorbijgangers er zich vroolijk over maken. Dit een en ander tot troost voor kleinere ge meenten, waar soortgelijke verschijnselen zich somtijds laten waarnemen. De zwanen en eenden in den Vijver te 's Gravenhage verhongeren en verarmen. De zorg voor hun onderhoud is opgedragen aan de beambten der stads-reiniging, en deze bepalen er zich toe, iederen dag een zakje haver op eene bepaalde plaats in het water te gooien. De jongen der zwanen worden geregeld door den mannetjes zwaan, die der eenden door de ratten, waarvan het water krioelt, vermoord. Met vorst vriezen ze met de pooten vast aan het ijs, in den zomer vinden ze nergens zit- of staanplaatsen, waar ze hun moede leden op kunnen laten rusten. Geen wonder dat, in eene dieren-beschermende stad als Den Haag, zulk een lijden deernis wekt. Dierenvrienden in de buurt vullen dan ook gere geld het karige stadsvoeder aan. Men dringt er echter op aan, dat de zorg voor deze stads-vogels aan betere deskundigen worde toevertrouwd dan aan de ruimers van het stads-vuilnis. Voor den aanleg der tramwegen te Rotter dam zal eene proef genomen worden met een nieuw stelsel van spoorlegging, dat te Metz en te Keulen met goed gevolg is toegepast. De rails rusten daarbij niet op houten dwarsliggers, maar op ijzeren kussens, een meter afstands van elkaar geplaatst. Aan het bureau van den stadsingenieur te Amsterdam is een photometer geplaatst, om bij normalen aanvoer of druk van het gas de licht sterkte na te gaan. Te Arnhem is Maandag een aanvang ge maakt met de zaadstortingen voor den nieuwen boulevard aan de oostzijde der gemeentehet benoodigde zand wordt door een te IJmuiden gebruikte baggermachine uit den Rijn gehaald en langs daartoe aangelegde spoorbanen aangevoerd. De raad van Wageningen heeft afwijzend beschikt op het verzoek van dr. Persant Snoep, om zijn jaarwedde als stadsgeneesheer van f 700 tot 1200 te verhoogen. Letterlijke inhoud eener missive van een gemeentebestuur in Limburg, geredigeerd door zijn secretaris, die dat ambt reeds 26 jaren be kleedt „Tot der voldoening aan het prov. blad 11. „den 10 Maart, jaargang no. 55, en overeen komstig en in verband met art. 29 van het „Koninklijk besluit van het jaar 1833, mitsdien „geven wij ons UEd. er mede te deelen, dat „wij, op heden bovengenoemden datum, zoo als „boven aan het hoofd dezer is vermeld, hebben „wij en onze collegiale vergadering voorloopig „totbenoemd voor de dienst 1878/79 „te weten zooals hierna volgt „En wijders dat zij hebben verklaard dat zij „daarmede hun genoegen zullen nemen." De Groninger Werkliedenver eeniging heeft zich gewend tot Z. M. den koning ter ondersteuning van het adres van het Multapatiorsbond, inhou dende het verzoek dat een wetsvoorstel wordt gedaan ter beteugeling van misbruik van sterken drank. Eene partij van 80 kilo varkensvleesch, te Rotterdam per stoomboot aangevoerd, is door de keurmeesters aldaar, als voor de gezondheid nadeelig, vernietigd. legende van Loreley haar voor den geest. Maar nu op een andere manier dan vroeger. Thans kende zij deze levende Loreley beter, zij had haar ten prooi gezien aan hevige aandoeningen, zij had hare tranen gevoeld, haar snikken gehoord. Zou die andere vrouw met de gouden lokken ook zoo geweend hebben over den armen bootsman die aan hare voeten verdronk, als Sibylle bij de herinnering aan dat gestorven kind? Werktuige lijk drong Dora zich dichter tegen haar aan. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2