N°. 235, 1878. Zaterdag 5 October. are J'trfde Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentien: 20 Cent per regel, Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. VERKIEZINGEN. Middelburg, 4 October, ^ETTIlLXjEÏTOXSr. de Schrijfster van „Jennie" enz, De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend dat bij de op den 2m dezer maand plaats ge had hebbende opening van stembriefjes voor de benoeming, bij herstemming, van twee leden van de provinciale staten van Zeeland is gebleken, dat als zoodanig zijn gekozen, de heeren mr. D. A. Berdenis van Berlekom en Th. van Uije Pieterse. Voorts dat de processen-verbaal van steminle- vering en stemopneming van den leD en 2rn Oc tober jl. in de beneden-voorzaal van het raadhuis aangeplakt en tei' secretarie voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd. Middelburg, den 4ea October 1878. De burgemeester eu wethouders voornoemd, SCHOEEE. De Secretaris, Gr. N.- DE STOPPELAAR. Zelden heeft in onze staatkundige wereld eene zoo volslagen stilte geheerscht als op dit oogen- blik. De tweede kamer moet, zoo meldt het Vaderlandvoornemens zijn in de volgende week voor ge ruimen tijd op recès uiteeu te gaan. Het eenige wat zij vóór dien tijd nog af zou doen is de wijziging der wet van 1865, betreffende de vereischten voor de uitoefening der geneeskunde. Intusschen zijn de kamerleden, in afwachting van deze vacantie, dié zoo spoedig op een kort- stondigen „werktijd" volgen zal, zoo weinig tot werken gezind, dat de heden belegde Zitting geen voortgang kon hebben, dewijl het volgens de grondwet vereischte aantal leden (de helft) niet tegenwoordig was. Aan de gisteren ïn het Bois de Boulogne te Parijs gehouden tweede Hollandsche harddra verij met paard en sjees werd door dezelfde paarden deelgenomen als eergisteren en zijn door dezelfde viervoeters de prijzen behaald. De Prin ses van den heer Smit te Slikkerveer won den prijs, een zilveren pièce de milieu op marmeren voetstuk, en de Wtlhelmina van den heer van Haren te Amsterdam de premie, ter waarde van f 500. Den pikeur van den prijs winner werd een gouden horloge vereerd. De'prijzen werden uit gereikt door den consul-generaal, den heer Coster, onder eene toespraak van jhr. Klerck. Door het prachtige weder begunstigd, werd dit Hollandsch feest dooi' duizende toeschouwers, waaronder vele dames in prachtige toiletten, bijgewoond. 439 BOOS Door den consu$generaal der Nederlanden te Singapore is aan den heer S. J. Maier, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als vice-consul der Nederlanden aldaar. Naar ons uit Kruiningen gemeld wordt is gisteren de stationschef aldaar, in verband met de in hechte nisneming zijner vrouw en dochter, in zijne betrekking geschorst en de leiding der zaken voorloopig opgedragen aan den heer C. Walraven, ambtenaar ter inspectie te Bergen op Zoom. HOOFDSTUK XVI. „MALHEUR A QUI S'Y EIE." e eene dienst is de andere waard," zei zij. „En ik gedoog niet dat gij uw manage van Harten vrouw over het hoofd ziet. 'Vergeet niet dat op te teekenen voor dat we een nieuw spel beginnen." „Is harten troef?" vroeg Pearl haar hand op Carlton's schouder leggende. „Jamevrouw Carlton; en die zorglooze echtge noot van n vergeet altijd zijn mariage." „Zijn galanterie is wellicht grooter dan zijn winzucht," zei Pearl en deed als of zij die dubbele beteekenis niet begreep. Carlton is er zeker op gesteld u het pleizier te laten van te winnen." „Als dat zoo is houden wij elkaar voor den gek en moesten wij liever uitscheiden," zei Sibylle droog. „Maar het is niet zoo," riep Hubert uit. „Pearl weet niets van mijn spel af. Ik ben vast besloten ji te laten verliezen, miss Moreton en zal daartoe Met de dingen, waar iemand trotsch op zijn kan, moet men het dikwijls niet al te nauw nemen, daar dit grootendeels van persoonlijke opvattingen afhangt. Zonderlinger reden ,van eigen lof hebben wij echter zelden vernomen dan die van een plaatsje in Zeeland, waar men, blijkens een daar verschijnend weekblad, er zich op ver- hoovaardigt dat achtereenvolgens vier commis sarissen des konings, alsook de minister Thorbecke, binnen de muren van bet stadjege slapen hebben! Naar men verneemt is Z. K. H. prins Alexander niet voornemens vooreerst naar Nederland terug té keeren, maar zal hij zich voor geruimen tijd in Wurteihberg vestigen. Omtrent den voortgang van den wetenschap- pelijken onderzoekingstocht in Midden-Sumatra meldt het Bataviaascli Handelsblad het volgende. „De luit. ter zee Cornelissen heeft op zijn tweeden tocht op de Tambesirivier, wegens de vijandige houding der bevolking, het hoogste bevaarbare punt dier rivier niet kunnen bereiken. Men zal zich herinneren, dat in Juni de stoom- barkas de rivier Batang-Hari en hare zijtakken opgevaren is, aan sommige waarvan de bevolking zich onvriendelijk gestemd betoonde, terwijl uit putting van den kolenvoorraad toen slechts een korte vaart op de Tambesi toeliet. In bet begin van Juli is men nu die rivier weder opgestoomd voorbij de monding der Marangin, tot aan La- dang-Pandjang, waar de geheele bevolking onder de wapens stond. Reeds voor dat die kampong bereikt was, was er op de boot geschoten. De schoonzoon van den sultan Raden Hassen, die den tocht medemaakte, ging aan wal te Ladang- Pandjang, maar werd zelfs bedreigd. Het gezag van den sultan strekt zich feitelijk niet zoover binnenslands uit. Het punt waar de stoombarkas den controleur van Hasselt zou opnemen, ligt nog iets booger aan de Tambesi; men maakte zich dus over den controleur eenigszins ongerust. Doch ook hij was wegens de dreigende houding der bevolking op eigen gelegenheid teruggekeerd." kennis, behendigheid of list te baat nemen, al naar dat de omstandigheden dit vereischteD." Hij lachte luid en maakte een grappige uitda gende beweging en tocli begrepen de beide vron wen, ieder op haar manier, dat hij meende wat hij zei. „Gij gaat van morgen zeker niet weer naar het atelier?" vroeg mevrouw Carlton toen zij Sibylle op de trap tegenkwam, gekleed om uit te gaan. „Neen ik heb gisteren de laatste séance gehad, 't Is waar ook, mijnheer Morel heeft mij verzocht te zeggen dat hij voor eenigen tijd uit de stad moet en dat hij dus niet kan komen eten en ook niet Donderdag meegaan naar lady Basilisk. Hij zou zelf naar de Parklaan schrijven en ik bebop mij genomen u de boodschap te doen; maar ik heb het gisteren heelemaal vergeten." Pearl meende alles te begrijpen. Morel kon het niet over zich verkrijgen Sibylle met haar aanstaande te zien. Misschien had hij woorden met haar gehad. Als dat zoo was zou het ge makkelijker zijn hem tot zijn plicht tegenover Lotta terug te roepen. In alle geval gaf zijn afwezigheid haar eenige dagen uitstel voor een onderhoud, waar ze hoe langer hoe meer tegen opzag, sedert zij gevoelde van hoeveel gewicht het voor Lotta's volgend leven kon zijn. Sibylle had indertijd op het bal van lady Basilisk reeds opzien gebaard, in haar wit kleed met leliën versierdmaar op deze receptie werd De uitgaven voor de rijksgestiehten Ommer- sckans en Teenhuizen voor 1879 zijn geraamd op f 529,689, zijnde f 5586 minder dan voor 1878 is toegestaan. Het cijfer der verpleegden bedroeg op 1 Juli jl. 1905. Er waren toen 289 personen minder aan wezig dan op 1 Juli 1877. De bijdrage voor de koloniën op de staatsbegrooting uitgetrokken, bedraagt thans 270,000. Sedert het beheer dei- gestichten bij het departement van justitie werd overgebracht, is die bijdrage met 80,000 ver minderd. Men meldt aan het Dagblad uit Baden-Baden: „Gisteren werd Z. Exc. mr. R. J. graaf Schim- melpenninck van Nijenhuis, grootmeester van het huis des konings, met een zending bij keizer (Vilhelm belast, door dien monarch in een bijzon der geboor ontvangen. Vervolgens werd hij aan den keizerlijken disch genoodigd. De keizer be giftigde hem met het grootkruis der orde van den Rooden Adelaar." Volgens de Gron. Ct. is voor de stichting van het Sophia-kinder ziekenhuis te Scheveningen, aldus genaamd ter nagedachtenis van H. M. onze overleden koningin, f 60,000 bijeen en staan ook de overige kansen voor het tot stand komen dier inrichting gunstig. Het ziekenhuis zal voorname lijk bestemd zijn voor kinderen uit de behoeftige klasse, die aan klierziekten lijden. Uit de begrooting wegens den arbeid dei- gevangenen over 1879 blijkt dat de bevolking dei- gevangenissen op 1 Juli 1878 3346 bedroeg, tegenin 1874 3227, in 1875 3153, in 1876 3056, in 1877 3226, waaronder 565 ongevonnisden in 1878, J513 in 1874, 298 in 1875, 414 in 1876 en 527 in 1877. Het totaal op 1 Juli jl. gaat den middelterm 'van de vier voorgaande jaren met 181 te boven. Uit bet hooger cijfer der onver- oordeelde gevangenen kan niet worden afgeleid dat in het algemeen de preventieve hechtenis meer wordt toegepast dan vroeger. Uit de gerechtelijke statistiek over 1877 blijkt zelfs, dat de verhouding van de beklaagden die bij de terechtstelling in preventieve hechtenis waren, tot die welke zich op vrije voeten bevonden, in dat jaar 1 procent minder was en dat zij ten aanzien van beschul digden gelijk was aan bet vorige jaar. De opening van den spoorweg LeidenWoer den is, na verschillende proefritten, bepaald op 15 October a. en het programma der bij die ge legenheid te geven feestelijkheden door het ge meentebestuur en de feestcommissie te Bodegraven vastgesteld. zij niet minder bewonderd, daar zij op haar zaclit rose kleed en in haar haar een menigte diamanten sterren droeg, welke Gabriël haar vereerd had Er was eenige dagen geleden veel gesproken over de schoondochter van lady Carolina, die hij deze gelegenheid voorgesteld zou worden. Maar nu had men met vrij wat levendiger belangstelling uitgezien naar „die witte miss Moreton," die zich had weten meester te maken van den „zwarten majoor," waarop zoovele mama's te vergeefs ge speculeerd hadden. Pearl had het huwelijksgeschenk van haarman aan, louter parelen en zij zag er uit als „een echt Gretchen", gelijk Morel haar altijd beschouwde. Maar er was niets in haar uiterlijk, dat de aan dacht trok of de naijverige blikken en opmerkin gen uitlokte, waarmede Sibylle begroet werd. Carlton werd meer dan ooit door de laatste betooverd, sedert zij haar onverschilligheid jegens hem weder had laten varen en blijkbaar belang stelde in alles wat hij zei en deed, en hij merkte met ijverzucht en afkeer de bewondering vaneen ieder en de verrukking van Alckenzie op Hij dacht zelfs (voor de eerste maal) met gering schatting aan zijn vrouw, wier bevalligheid geen luide bijvalsbetuigingen verwierf, ofschoon Pearl onder de meer beschaafde gasten menig goedkeu rend woord ten deel viel. Mevrouw Winter kwam haar met een empressement te gemoet, dat even in het oog vallend was als de koelheid, waarmede zij miss Moreton begroette. Alckenzie genoot natuurlijk de eer de eerste wals Men schrijft ons uit den Haag: De week heeft zich goed ingesteldop den eersten dag verloofde zich de koning met een Duitsche prinses en Maandag morgen werd den volke, door een extra nommer van de Staats courant, van deze heugelijke gebeurtenis kond gedaan. Woensdag avond verdrong zich een groote menschenmassa voor het platen-magazijn des heeren Couvée om de eerste photografische af beelding hier te zien der Duitsche prinses Emma. Het is een flink vrouwenfiguur eu het portret •wint het zeker van de vluchtige pennbtrekken van het Dagblad. De bewondering, huldeof belangstelling van het volk gaf zich lucht in zulke welgekozene, kiesche bewoordingen, dat Pietje Boddaert, erotischer gedachtenis, zich over wonnen zou hebben verklaard. Een muziekhandelaar berichtte reeds Maandag avond de uitgave van een Emmamarsch. Hoe jammer dat daarbij de naam des toondichters niet wordt genoemd; wellicht wordt er een even knie uit geboren van den grooten Mozart, die tusschen twee opvolgende ïepetitiën van de Toóverfluit, de ouverture voor dit zangspel schreef. Jacht zal er nu gemaakt, geharddraafd zal er nu worden, niet op het duin of de heide, niet in het kreupelhout of moeras, of op de Stadhouderskade te Amsterdam, of in de groote allée van het Bois de Boulogneneen in de audiëntiezalen der vorsten, in de binnenkameren der aanzienlijken. Daar is met zoo'n heugelijk feit winste te doen, er is voordeel of eer uit te halen. En dan de com- missienaannen, zij die steeds strijden in de eerste gelederen, wanneer er sprake is van huldeblijken, van geschenken, van standbeelden, hoe grootsch is weder de taak die hun wacht! In sommige plaatsen, waar een grooter zielen aantal den commissieman een ruim veld ter bearbeiding aanbiedt, geraakt hij dikwerf in zulk een overspannen toestand, dat hij ontaardt in een commissiemaker, en men voor hem, alhoewel niet zoo gevaarlijk, uit den weg gaat, als voor den „amokmalter" in Indië. In overleg natuurlijk met den badarts, nam de commissie uit deu raad voor het groot stedelijk badhuis het besluit, om op 5 dezer het badseizoen voor dit jaar geëindigd te verklaren. Ter zelfder tijd bereikten de plannen van de heeren Crans en Waldorp het dagelijksch bestuuronze vroedschap kan nu de oogen van het Noorden afwenden en eens al hare aandacht aan het Zuiden van Sche veningen wijden. Ze doet wel eens of'alles zich daar, als in éen brandpunt, in het hadseizoen vereenigt. Misschien heeft het daarom zijne goede zijde dat we op de Haagsche tentoonstellingen steeds op met zijn bruid te dansen, terwijl Hubert met zijn vrouw walste en op de tweede hoopte, die Sibylle hem beloofd had. Lady Carolina sloeg hen nauwkeurig gade en de uitslag behaagde haar. „Ik begin waarlijk te gelooven dat uwe Phyllis meer dan landelijke bekoorlijkheid heeft," fluis terde zij haar zoon in 't oor. „Zij is volmaakt gekleed, ofschoon iets te eenvoudig. Ik moet toegeven dat haar manieren vrij wat passender zijn voor iemands vrouw dan Sibylle Moreton zou wezen. Zie haar nu eens. Zij is zeker een onbeschaamd schepsel. Zij is overladen met de diamanten van den een en omringd door tal van anderen, die overtuigd zijn dat zij er in 't minst niet tegen heeft zich door hen allen het hof te laten maken, zooveel zij maar willen." „Ja zij is een echte coquette," zei Hubert en voegde er met een gemaakten glimlach bij, „maar gij weet moeder, het aantal maakt het juist veilig." Terwijl hij sprak bedacht hij met al de bitterheid der gekwetste ijdelheid, hoe vaak zij hem had doen gelooven dat haar warmste gevoelens en grootste belangstelling hem alleen golden. Speelde ze met hem ook? Was hij slechts een onder het „aantal' Zaterdag had zij hem met grootq dankbaarheid en blijdschap „hij de fontein" ontmoet. Zij reken den af en hij overhandigde haar een vijlde van zijn winst te Ascot. Hij was dien morgen zelf in een meegaande stemming en luisterde geduldig naar hare verklaringen. Haar toon en overredende woorden kalmeerden zijn gekwetste eigenliefde

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1