N®. 234. 121e Jaargang. 1878. Vrijdag 4 October. Whtt Jitfhl Dit blad verschijnt dagelijks,' met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Middelburg, 3 October. FEUILLETOIsr. de Schrijfster van „Jennie" enz. GSCHE COI R A Men schrijft ons „De vervanging van den hoofdingenieur Rose door den hoofdingenieur van der Toorn in het heheer der groote rivieren en der werken van den Rotterdamschen Waterweg, wordt in eene correspondentie uit den Haag in de Arnhemsche courant toegeschreven aan beweegredenen, die, zoo ze werkelijk bestaan hadden, den minister van waterstaat weinig tot eer zouden strekken. De heer Rose zoo wordt te kennen gegeven zou ontheven zijn van zijne betrekking, omdat hij op technische gronden een tegenstander is van het kanaal van Amsterdam door de Geldersche Vallei naar de Waal. De tweede kamer heeft den wensch uitgesproken, dat de ingenieurs, met het rivierbeheer belast, zouden geraadpleegd worden over de voorgedragen kanalen-wet vol deed de minister aan dien wensch, dan wist hij, dat het advies van den heer Rose, het hoofd van het rivierbeheer, ongunstig zou zijn, waardoor zijn wetsvoorstel gevaar zou loopen. De heer Rose moest dus uit den weg worden geruimd „Van deze liefelijke voorstelling der zaak wordt natuurlijk door het Haagsche Dagblad gretig ge bruik gemaakt om den minister te benadeelen. Een bekwaam hoofdambtenaar van den water staat opgeofferd aan de willekeur van een minis ter het plichtbesef van de ambtenaren ondermijnd en servilisme aangemoedigd En tegelijk worden alvast de adviezen, die de staten-generaal te wachten hebben, van onwaarde verklaard. „De briefschrijver in de Amhemsclie courant heeft blijkbaar éene zaak verzuimd. Hij had zich behooren te vergewissen, of de hoofdingenieur van der Toorn, die den heer Rose vervangt, wel een voorstander is van het kanaal door de Gel dersche Vallei.^ Het kon toch wel eens blijken, dat de heer van der Toorn niet gunstiger dan de heer Rose over dat kanaalplan dacht, en in dit geval zou de geheele insinuatie tegen den minister in duigen vallen. Wij bevelen den cor respondent zeer aan, zich omtrent dit belangrijk punt alsnog zekerheid te verschaffen. „Ten slotte eene vraag aan de Arnhemsche courantdie haar redactie ons moge ten goede houden. Kan het de roeping worden geacht van een liberaal blad, zich tot het voertuig te laten maken van beschuldigingen, op lichtvaardige wijze en met kwalijk verborgen kwade tröftw tegen een liberaal minister gericht? Ons dunkt, zij zou wèl doen, den correspondent, die zich 68 dook HOOFDSTUK XIV. NIEUWS. Hij legde zijn palet neer en zonk zuchtend op een stoel. Had die vreemde vrouw met liare valsehe oogen dus zijn geheim geraden, zijn droef heid gepeild en kende zij de oorzaak van zijn onrustPlotseling voelde hij zich in de verzoeking om aan éen menschelijk oor de ge schiedenis te verhalen van den bitteren strijd, dien -hij tot nogtoe alleen gestreden had. Terwijl hij nog daartegen worstelde, kwam zij naarhem toe en voor dat hij nog een woord kon uiten had zij zijne beide handen gegrepen en drukte ze met alle macht. „Claud," zei zij. „Zóo diep ongelukkig ben ik Het is mijn noodlot iemand te huwen dien ik verfoei en veracht.'' „Groote God!" riep hij opspringende uit. Wij hooren immers altjjd dat de Voorzienigheid degenen helpt, die zichzelven helpen? Nu heeft (le Voorzienigheid mij voorzien van een rijken hieraan schuldig maakt, naar het Dagblad te verwijzen." De Standaard vertelt dat de anti-revolutionaire kamerleden, wanneer zij, op grond van het volks petitionnement, krachtiger in de kamer willen optreden dan tot dusver hun gewoonte was, daarbij zeker kunnen zijn van den steun en de sympathie van „de bidders onder het volk". Wij geven deze fraaie uitdrukking als motief voor eene caricatuur aan onze satirieke bladen in overweging. Aansluitende aan hetgeen onlangs in Het Vader land geschreven werd (Zie M. Ct. van 28 Sept. jl.) over het jongste toelatingsexamen aan de hooge- school te Leiden, wordt heden in hetzelfde blad door een inzender het volgende opgemerkt. „Bij bovenbedoeld onderzoek hadden de exami nandi twee volle uren beschikbaar voor de schrif telijke beantwoording der geenszins moeilijke wiskundige opgaaf en slechts éen uur voor de schriftelijke vertaling zonder gebruik van eenig lexicon van twintig regelen druks uit Ovidius niet van de gemakkelijksteals mede van ongeveer acht regels Grieksch proza. „Waren deze laatste, naar 't schijnt, weinig genoeg in aantal om, vertaald, als maatstaf van de grammaticale ontwikkeling der candidaten te dienen, welke, bij zulk een examen, toch immers de hoofdvraag moet zijn Er lagen „voetangels en klemmen" in verborgen, zeer geschikt om niet volledig ervarenen, wier copia verbomni nog wat te wenschen overliet, te vangen. Ionische en Attische vormen, poëtische en prozaïsche uitdruk kingen bijv., naast en door elkander heen woor den, die niet zoo dagelijks bij de oude schrijvers gevonden worden en met name éen uitdrukking, die men in haar geheel, o. a. volgens het Grie- chisch-Deutsches Handwbrterbuch van dr. W.Pape, hoogstens éénmaal bij Homerus aantreft, enz. Men kent het gevolg; slechts 1/3 der geëxami- neerden is toegelaten. En nu mogen zóódanig opgevoerde eischen van kennis der oude talen, bij 't admissie-examen van den a. s. student in de letteren, theologie of rechten normaal heetenik aarzel niet ware 't alleen op gezag van anderen ze voor den toekomstigen medicus of natüur- philosoof heden ten dage te zwaar te noemen." Onlangs hebben gedeputeerde staten van Zee land een instructie en tarief vastgesteld voor de belooning van de schatters voor het dijk- geschot van de calamiteuse polders. Volgens dat tarief zal genoten wordenf 10 van eiken polder10 cent per hectare geschatten grond 60 cent reisgeld per uur afstands tusschen hun zwarten echtgenoot! Ik heb beloofd de vrouw te worden van majoor Alckenzie. Wenscht gij mij geen geluk, mijnheer Morel?" voegde zij er met een pijnlijken lach bij. „Met het gelukken uwer plannen, denk ik?" zei hij droogweg. Haar bekentenis had elke behoefte om zijn hart voor haar uit te storten in hem gedood. „Zeg wat gij goedvindt," antwoordde zij „uwe woorden kunnen mij niet meer kwetsen dan mijne eigen gedachten. En toch moet ik u smeeken mij niet al te hard te beoordeelen. Als gij slechts wist, als gij kondt gissen sprak zij met tranen in de oogen en legde haar bevende hand op zijn arm. „Hard beoordeelen een vrouw hard beoor deelen? Dat zal ik, hoop ik nooit," antwoordde hij. „Maar gij kunt toch niet verwachten dat ik u beklaag over een lot dat gij, hoe afschuwelijk het mij moge toeschijnen, blijkbaar zelve gekozen hebt. Alckenzie is zeer rijk, naar ik hoor. Is het alleen ter wille van dien rijkdom dat gij tot dezen stap besloten hebt?" „Neen. Er zijn nog andere redenen voor, te pijnlijk om ze u mede te deelen. Familie-aange legenheden nopen mij mij te verkoopen." „Dat is een noodzakelijkheid die ik "nooit kan aannemen," antwoordde hij, „Natuurlijk niet. Gij zijt een man. Mannen doen wat zij goed vinden, vrouwen dulden. „Gij zijt er de vrouw niet naar om u op te offeren," hervatte hij. „Ik he bhet dikwijls moeie- woonplaats en die van den kantonrechter, die ze moet beëedigen60 cent reisgeld als voren tusschen hun woonplaats en den polder, indien de schatter daarin niet woont; ƒ4,voor eiken dag verblijf buiten de woonplaats, gedurende de schatting, en 10 cent voor iedere geschreven bladzijde van de drie exemplaren van het verslag, terwijl de kosten der benoeming en beëediging worden vergoed. Een termijn voor den duur der schatting is niet voorgeschreven. GCt.) Naar wij vernemen, heeft het onderzoek der justitie te Kruiningen zeer belangrijke feiten aan het licht gebracht. Wij meenen met eenigen grond te mogen veronderstellen dat het publiek vooreerst ten minste op het traject Middel burg—Kruiningen van geen spoorwegdieverijen meer zal hooren. De tentoonstelling van planten, bloemen en vruchten der Vereeniging tot bevordering van den tuinboutv in Zeeland, lokte heden, door het schoone weder begunstigd, een buitengewonen toeloop van bezoekers. Zij verdiende dat ten volle. De tentoonstelling is rijker dan sedert jaren het geval is geweest. Niet slechts staat de groote zaal van het Schuttershof vol smaakvol geschikte bloemen en gewassen, maar ook daar buiten, in de open lucht en in de kolfbaan, vindt men uitstallingen van bloemen en vruchten, die de liefhebbers doen watertandenterwijl in een afzonderlijk vertrek bloemstukken en ruikers te zien zijn, welke het talent der schikkers of schik - sters de hoogste eer aandoen. Morgen middag zal, tot verminderden toegang- prijs, het aantal bezoekers zeker nog veel grooter zijn, terwijl de tentoonstelling bij avond, met kunstverlichting, een ongemeen fraai gezicht zal opleveren. De heer J. A. Kruyt, bij Zr. Ms. besiuit van 12 Augustus 11., benoemd tot consul der Neder landen te Djeddah, is door de Turksche regeering in die hoedanigheid erkend. Bij beschikking van den minister van water staat, handel en nijverheid is bepaald dat de navolgende ambtenaren bij de administratie der posterijen hunne functie zullen uitoefenen als volgt, te weten: de commies der 2e kl. C. C. Vrendenberg ten postkantore te Maastricht; de commies der 3e kl. J. G. van Nes van Meerkerk ten spoorweg-postkantore no 1de commies der 3e kl. C. Koens ten postkantore te Amsterdam de commies der 4e kl. A. de Kok ten postkantor e te Rotterdam; de commies der 4e kl. W. F. van lijk gevonden u te begrijpenmaar ik weet zeker dat ik mij in dit opzicht niet vergis." „Gij gelooft dus volstrekt niet aan mij," zei zij veelbeteekenend. „Aan u gelooven?" herhaalde hij met een zonderlinge glimlach. „Welke geloofsverklaring verlangt gij van mij „Geen geloofsverklaring" riep zij uit. „Maar o Claud! Ik wenschte van ganscher harte dat gij mij een andere verklaringZij liet hare handen zinken en keerde zich langzaam af. Ge durende eenige oogenbliklcen heerschte er diepe stilte en het was een soort van verlichting voor Morel toen hij haar op haar gewonen toon hoorde zeggen „Het zal mij genoegen doen als gij „Luna" van daag wilt afmaken, zoowel om mijnentwil, als voor u. Ik zou zoo gaarne gelooven dat ik u eens van eenig nut ben geweest. De studie is zoo goed uitgevallen dat gij haar als er nog enkele penseelstreken naar de natuur aan het haar gedaan zijn, verder alleen kunt afwerken en ten toon stellen. Majoor Alckenzie zal haar on getwijfeld zeer gaarne koopen." Onder het spreken maakte zij haar haar los en liet het over den rug van haar stoel vallen. „Ik be n tot uw dienst' zei zij, doch ditmaal zonder hem aan te zien. „Als 't u blieft. Het hoofd iets meer in profiel," antwoordde hij en deed als of hij aan het werk ging, waartoe hij echter niet den minsten lust meer gevoelde. Maar de gouden glans van haar haar, dat van daag schitterender scheen dan ooit, trok Oldenborgh ten postkantore te Zwolle; de surnu merair D. Mentz ten postkantore te Alkmaar. Bij beschikking van den minister van koloniën, is de telegrafist der 2e kï. bij den rijkstelegraaf A. C. Hissink gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van N-I., om te worden be noemd tot adjunct-inspecteur bij de post- en telegraafdienst daar te lande. Blijkens bij het ministerie van buitenlandsche zaken ontvangen bericht, heeft de Italiaansche minister van marine, bij circulaire van 17 Julijl., met het oog op de algemeen bestaande meening dat het noodzakelijk zou zijn zich voor het in klaren en andere formaliteiten in Italiaansche havens van makelaars of expediteurs te bedienen, onder de aandacht van gezagvoerders van koop vaardijschepen gebracht, dat zij, op grond van art. 1 der wet van 18 Augustus 1870, niet ver- plicht zijn van die tusschenkomst gebruik te maken. De Staatscourant bevat de statuten van de naamlooze vennootschap Maatschappij Ceres tot exploitatie van de lanclbouiv-societeit en landbouw markt te Schagen, De minister van waterstaat heeft in een Brief aan het gemeentebestuur van Amsterdam nader mededeeling gedaan van den stand der door de zandstorting vóór IJmuiden veroorzaakte veron- dieping. De daarin vermelde opneming leidde tot de volgende slotsom „De gestorte baggerspecie is gedurende de laatste maand in groote mate afgeslecht en door den stroom medegevoerd, zoodat hierdoor reeds aanvankelijk de meening van den hoofdingenieur in het 9e district bevestigd wordt. „Ter juiste waardeering van den toestand moge nog het volgende dienen „Blijkens de gehouden aanteekeningen zijn op de plaats, waar zich thans de tijdelijke veron- dieping bevindt, van de uit de haven gebaggerde specie gestort: 799,268 M3. „Uit de vanwege het departement van marine uitgegeven hydrografische kaart (opneming van Juni 1877) nu blijkt, dat op het tijdstip der op neming van de gestorte 800,000 M3 specie niets meer op den zeebodem te bespeuren was, en de bodem op de stortplaats een regelmatig vlak van 11.30 tot 12.30 M. onder het laagwaterpeil, zonder oneffenheden of ruggen vormde." Heden en morgen wordt in het Schuttershof alhier de vier en twintigste tentoonstelling van de Vereeniging tot bevordering van den tuinboutv in de provincie Zeeland gehouden. zijn aandacht en boeide hem spoedig genoeg, om hem werktuigelijk aan bet nadenken te brengen over de beste manier om dien prachtigen gloed weer te geven en weldra was hij geheel in zijne pogingen verdiept. Er verliep een uur zonder dat er een woord gesproken werd. Sibylle zat roerloos en toen Morel haar eindelijk, voldaan over het werk dat hij verricht had, bedankte voor haar geduld, gaf zij geen antwoord. „Zij is er bij in slaap gevallen!" dacht hij en ging naar haar toe om haar nog eens aan te sprekenmaar hij kreeg weer geen antwoord. Haar ademhaling ging geregeld, hare oogleden wareD vast gesloten en terwijl hij zoo voor haar stond merkte hij met vernieuwde bewondering het fijne en doorschijnende barer blanke huid op. „Het is als of zij een flauwte heeft," dacht hij en boog zich over haar heen om te luisteren of zij wel adem haalde Onmiddellijk sloeg zij hare armen om zijn hals en riep: „Claud, ik heb u lief, ik heb u lief! Gij zegt dat ik niet in staat ben mij op te offeren, maar voor u heb ik alles over, als. gij mij slechts wilt beminnen. Ik beb genoeg tegen mijne liefde gestreden mais e est- plus fort que m-oiIk weet dat gij niet van die Lotta houdt en dat ik vrij wat meer beteekeu dan dat Duitsche schoolmeisje. Gij zult zien dat ik u gelukkig kan maken en ik wil u leeren mij lief te hebben." Hij trachtte zich uit hare omhelzing los te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1