N°. 232 121« Jaargang. 1878. 2 October. Woensdag «tart Jitfit! Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m, franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére G, L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Advertentienï 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Middelburg, 1 October. de Schrijfster van „Jennie" enz. MIDDELBIRGSCHE COURANT. t Aan de heden gehouden verkiezing, bij her stemming, van twee leden voor de provinciale staten van Zeeland is te Middelburg door 300 van de 487 kiezers deelgenomen. Bij de eerste stemming op 18 September jl. hebben 245 kiezers hunne biljetten ingeleverd. De tentoonstelling van bloemen, planten, vruch ten en groenten, Donderdag en Vrijdag a. door de Vereenighig ter bevordering van den tuinbouw in Zeeland in het Schuttershof alhier te houden, belooft, naar wij vernemen, zeer rijk te zijn, te oordeelen naar hetgeen reeds ingekomen en volgens gedane toezeggingen nog te wachten is. Eene opwekking tot een druk bezoek der ten toonstelling, zal hij het groot aantal liefhebbers van bloemen en tuinbouw, welke zich in onzen omtrek bevinden en hij den goeden naam, welken deze tentoonstellingen zich reeds verworven hebben, zeker overbodig zijn. Het officieel gedeelte der Staats-courant bevat het volgende: „Gisteren heeft te Arolsen de verloving plaats gehad van zijne majesteit koning Willem III met hare doorluchtige hoogheid mevrouw de prinses Adelaide Emma Wilhelmina Therèse van Waldeck- Pyrmont, dochter van zijne doorluchtige hoogheid den regeerenden vorst van Waldeck-Pyrmont en van hare doorluchtige hoogheid mevrouw de prinses Helena, geboren prinses van Nassau." Volgens het Vaderland zou het huwelijk te Arolsen hij volmacht en de kerkelijke inzegening daarna te Amsterdam plaats hebben. Bij resolutie van den minister van financiën is in de derde klasse gerangschikt het vacante ont vangkantoor der directe belastingen, invoerrechten en accijnsen te Gouda, waarvan de vermoedelijke helooning kan worden geraamd op f 5550, en na aftrek eener som van 1665 voor kosten van beheer, op f 3885 zuiver 'sjaars. Zaterdag jl. is eene bloedverwante van H. D. H. prinses Emma van Waldeck, de gravin Helena van Waldeck-Pyrmont, in 't huwelijk getreden met graaf Karei van Aldenburg Bentinck, luitenant hij de Pruisische dragonders. Deze dame, geboren den 12 Mei 1859, is de oudste dochter van graaf Adelbert, het hoofd van den jongeren tak van het huis van Waldeck. Het huwelijk werd vol trokken te Bergheim, de residentie van het jfjbtjxXuTLj et oisr. 66 door HOOFDSTUK XIII. BERAADSLAGINGEN. „Ik ben waarlijk in het minst niet hoos, me vrouw Carlton," zei Sibylle en legde hare vingers in den hartelijken handdruk van Pearl. „Oit verbeeldt niet zulk een romantische liefdehand als de uwe was. Het is eenvoudig een mariage de convenance. Welnu, zoover als m ij n ondervin ding gaat en die is zooals gij terecht zegt grooter dan de uwe, vallen deze practische verbintenissen tusschen twee alledaagsche menschen meestal even goed uit als de meer poëtische liaisons. Er mag in 't begin minder gekir en gekoos zijn, maar later, als het verguldsel van de koek af is, is er dan ook gewoonlijk veel minder gehaspel en gekijf." „En daar gij er voor gezorgd hebt echt goud te krijgen, is het mogelijk dat het er in 't geheel niet af slijt," zei Pearl, waarover Sibylle hartelijk begon te lachen. „Ik geloof waarlijk dat ik het nog zoover 'brengen zal dat gij, met al uw goedhartigheid, ivartgallig wordt. Gij spreekt bepaald bitteren geslacht. Graaf Karei Bentinck, geboren 9 Februari 1853, is een jongere broeder van graaf Willem Bentinck, wien het landgoed Middachtcn, bij Arnhem, in eigendom toebehoort. Het Haagscbe Dagblad, dat indertijd hij de ver loving van Z. K. H. prins Hendrik zijne lezers verraste met een portret der vorstelijke verloof de, dat zeker aangename herinneringeu hij hen heeft achtergelaten, onthaalt hen thans op eene persoonsbeschrijving van H. D. H. prinses Emma Waldeck, welke minstens een even karakteristie ken indruk zal achterlaten. „De prinses wordt, zoo verzekert men aan het blad, algemeen bemind om haar eenvou- dig-lieftallig karakter en paart daaraan een krachtig ontwikkeld uiterlijk schoon, dat zich vooral door eene echt vorstelijke gestalte onder scheidt." Z. M. de koning zal nog eenige weken in Duitschland doorbrengen en daarna op het Loo terugkeeren. Naar men verneemt, heeft Z. M. eene kostbare, met tal van juweelen bezette parure als verlo vingsgeschenk aan prinses Emma van Waldeck- Pyrmont aangeboden. Vad Dezer dagen is te 's Gravenhage overleden de heer L. Loehenberg, een man, buitenaf mis schien weinig bekend, maar die evenwel in de politiek een zekere rol heeft gespeeld. Reeds in de dagentoen Bax het journal de la Haye redigeerde, stond Loehenberg in betrekking met de dagbladpersin de jaren vóór 1848, toen de strijd om grondwetsherziening het warmst was, heeft Loehenberg (een Belgische Israëliet) aan de partij van het behoud menigen dienst bewezen, en wanneer ooit nog eens de histoire inthne van die dagen wordt geschreven, zal Loehenberg's naam zeker menigmaal daarin voorkomen. Ook nog in lateren tijd duurden zijne bemoei ingen voort. Zoo was hij den minister van Hall behulpzaam om het liberale dagblad de Grondwet te doen vallen, door den redacteur van dat blad, Lion, voor Van Hall te winnen en met diens medewerking de Constitutioneel te stichten. In de laatste jaren; nadat onder den invloed der constitutioneele beginselen de bloeitijd der intrigue iu de politiek was voorbijgegaan, is Loehenberg meer en meer op den achtergrond geraakt. Hij was evenwel nog altijd werkzaam als correspondent van Belgische dagbladen. De toestand van den minister van oorlog is steeds zorgwekkend; hij lijdt zware pijnen, maar houdt zich toch nog onledig met de werkzaamheden vau het departement. nu zie ik voor het eerst welk een slechten in vloed ik moet uitoefenen en hoe gevaarlijk ik voor mijne omgeving ben. Arme Gabriel! Op het oogenblik vloeit zijn hart over van liefelijke ge dachten voor mij, even als een uur geleden zijne lippen van zoete woorden. Wanneer zal hij de bijtende, scherpe trekken van mijn karakter leeren kennen „Sibylle, gij zijt toch voornemens hem goed te behandelen, niet waar?" vroeg Pearl en dacht voor het eerst met medelijden in plaats van met afkeer aan Alckenzie. „Goed?" herhaalde Sibylle en haalde het woord lang uit. „Wel zeker! Ik heb plan zeer goed voor hem te zijn. Het zal mijn schuld niet wezen als de koop hem berouwt. Ik zal zorgen dat wij een groot huis krijgen, waarin wij ons beide vrij kunnen bewegen. Vindt gij dit niet heel onbetamelijk, mevrouw Carlton Ik moet lachen om uw naïf bezorgd gelaat. Maar gij verlangt weg te komen. Is mijnheer Morel met u terug gekeerd „Ja.' Sibylle sprong op. „Is hij nu hier? Wacht hij? En hebben wij hem al dien tijd alleen laten zitten? Ik ben dadelijk gereed en zal bij hem gaan terwijl gij u verkleedt." Zij sprak en be woog zich met een drukte, die haar geheel vreemd was. „Houdt gij veel van mijnheer Morel?" „Ja wat zou dat? Wie houdt niet van hem De heer Loudon, oud gouverneur-generaal van Neêrlandach-Jndië, heeft bedankt voor de candi- datuur voor het lidmaatschap va» de tweede kamer der staten-generaal voor het district Dordrecht, in plaats van wijlen den lieer Bredius. (Arnh. Ct In de Times is onlangs medegedeeld, dat de Nederlandsche minister van buitenlandsehe zaken vertoogen gericht heeft, aan het gouvernement te Lima, betrekking hebbende op de Peruaansche buitenlandsehe schuld. Dit is niet geheel juist; de zaak is als volgt: Het Nederlandsck comité voor Peruaansche fondsenhouders heeft eene zeer uitvoerige memorie gezonden aan het Peruaansch congres te Lima. De Nederlandsche minister van buitenlandsehe zaken zond, op verzoek van het comité alhier, eene copie dezer memorie aan den Nederlandschen consul-generaal te Lima, met verzoek die den Peruaanschen minister van buitenlandsehe zaken te overhandigen. Men schrijft uit Vlissingen aan het Handelsblad „In den laatsten tijd hebben de ambtenaren der belastingen alhier nog al belangrijke aanhalingen vau uit Engeland aangebrachte manufacturen ge daan. Nu bestaat er eene resolutie, die den partieelen verkoop van dusdanige goederen ver biedt; eene verordening, die het den ambtenaren soms moeilijk maakt, het aangehaalde, in massa, voor den gewenschten prijs van de hand te zetten. Men heeft er echter iets op uitgevonden, waardoor het doel toch kan worden bereikt. Een winke lier n.l. koopt quasi al de goederenbij laat rechts en links publiceeren, dat dit en dat bij hem per el, tegen veel verminderdeu prijs te be komen is en in een paar dagen is het boeltje tegen een goeden prijs uitverkocht. Dat dergelijke praktijken de ontevredenheid van de belasting betalende manufacturiers in hooge mate gaande maken, zal wel niemand verwonderen." De residentie, zoo schrijft men ons uit den Haag, verheugt zich sinds een week in de tegenwoordigheid van den aapmensch. Dit onge» lukkig 14jarig schepseltje, van het vrouwelijk geslacht, zal aan de leer van Darwin noch voor- noch tegenstanders bezorgenhet is een schrome lijke afwijking van de natuur, doch heeft niets afschuwwekkends. Maar even als iu uw blad er op werd gewezen, met het oog op een mogelijk bezoek van bet Cirque-Cortj, hoe treurig het was dat zeer jeugdige kinderen halsbrekende toeren moeten uitvoeren ten bate van hun ouders of die hen opvoeden of opzweepen, zoo komt ook hier de gedachte bij den bezoeker opwordt dit onge - „Ik meen dat gij bijzonder veel van hem houdt," zei Pearl „en dat maakt mij dubbel bezorgd bij de gedachte dat gij met den majoor wilt huwen." „Ik kan den man dien ik zou kiezen, dien ik zou beminnen, niet huwen," riep Sibylle uit, haar gelaat met hare handen bedekkende. „Gave God dat ik het kon!" „Hij is verloofd met Lotta Steinmann," riep Pearl en ging aarzelend voort. „Meent gij hebt gij eenige reden om tegelooven dat mijnheer Morel „Ons beneden wacht? Ik meen dat gij het mij gezegd hebt, mevrouw Carlton," zei Sibylle naar de stoel gaande, waarop baar japon lag. „Ik ga terstond naar beneden." Zij sprak zeer kalm en streek de plooien van haar zwaren zijden rok zorgvuldig glad, alsof elk kreukeltje daarin van veel meer gewicht voor haar was dan iets anders op de wereld. „Mijnheer Morel is niet beneden," zei Pearl en verbaasde zich hoe die onverschillige vrouw, die daar heen en weer liep, dezelfde kon zijn die geen vijf minuten geleden aan zulke hevige aan doeningen ten prooi was. Daarop vertelde zij in korte woorden hoe zij met mevrouw Winter in het tijtuig van sir Hardley was teruggekomen en dat Morel, van de Parklaan af, met een vriend naar huis was gewandeld. lukkige wezen goed gevoed, verzorgd, of althans niet mishandeld, of een ongehoorde dwang opge legd, lichamelijk of verstandelijk, opdat het zich nog misvormder vqordoe dan het reeds is? De herbergier Thenardier, uit Victor Hugo's roman de Ellendigen, komt ons daarbij in de gedachten. Deze riep, gebukt gaande onder de zorgen van zijn talrijk huisgezin, in arren moede uit: „Had mijn vrouw maar een monster ter wereld gebracht, dan had ik daarmee aan den kost kunnen komen!' In de Werkmansbode komt een schrijven voor van prof. Pekelharing te Delft, naar aanleiding van eenige opmerkingen, onlangs door een in zender in dat blad aan zijn adres gericht, met bet oog op des hoogleeraars artikel op bet werklieden-congres. Wij ontleenen aan dit schrijven de volgende opmerkingen: „Van den aanvang af heeft de Internationale bij een gedeelte van onze werklieden aanhang en bij een ander, verreweg het grootste gedeelte, be strijding gevonden. De bewijzen zijn voor het grijpen, dat er steeds onder de werklieden zelve verschil van gevoelen beeft geheerscht, niet over bijzaken, maar over de hoofdzaak. Het verschil liep en loopt nog over de hoofdzaak. Over de vraag of het kapitaal in de handen van den staat moet worden overgebracht en de staat de eenige arbeidgever moet worden, om een ieder te be- loonen naar de mate, hetzij van zijn behoeften, hetzij van zijn arbeid, dan wel of geleidelijke, in de geschiedkundige ontwikkeling onzer Neder landsche toestanden gevestigde maatschappelijke hervorming, het middel moet zijn om aan de klasse der werklieden een bekoorlijk aandeel te verzekeren in de vruchten der beschaving. De internationale of zooals men thans zegt de sociaal-demo cratische partij verkiest den eersten weg, zooals herhaaldelijk door haar uiteengezet is." „Ik vraag zoo spreekt de hoogleeraar verder of de banier, waarop deze theorie staat ge schreven, geschikt is om alle werklieden te vereenigen Gij zelf M. d. R., spreekt in uw nommer van heden van een groot klooster, waarin de maatschappij zou opgaan, als de praotijk deze theorie ging verwerkelijken. Anderen denken aan een reusachtig tuchthuis, waarin de opper heerschappij van weinigen zich zou uitstrekken tot die bestanddeele.n van ieders levenskring, waarin hij, vooral in ons vaderland, steeds ten zeerste op vrijheid van beweging gesteld is geweest. Ik beboef verder niet op de beraadslagingen te wijzen, welke gevoerd zijn in de vergadering van „het comité ter bevordering der productieve associatie." Want het is geen vraag, of de sociaal-democratische leer alle werklieden in Nederland kan vereenigen. Dit heeft o. a. het HOOFDSTUK XIV. NIEUWS. Toen de dames elkaar weer bij het souper aan troffen werd het onderwerp, waarover zij zooeven gesproken hadden, niet meer aangeroerd. Carlton was nog altijd niet terug en zijn vrouw had de grootste moeite om den klimmenden angst te ver bergen, dien zijn lang uitblijven haar veroorzaakte en zij had allerlei vizioenen van de ongelukken die hem zouden kunnen overkomen. Toen zij hem eindelijk en ten laatste den sleutel in het slot hoorde steken vloog zij hem te gemoet, als of hij maanden in plaats uren weg was geweest „God dank, dat gij behouden hier zijt, lieve lingriep zij. „Het is over twaalven en ik was werkelijk ongerust over u. Is er iets gebeurd?" „Gebeurd? Neen natuurlijk niet. Ik ben op gehouden door lui van de Club, waarmee ik naar huis ben gegaan. Wat zijt ge toch een teergevoelig schepseltje Pearl, gij beeft over uw geheeie lijf en dat voor niemendal. Waar is Sibylle „Zij is juist naar haar kamer gegaan en heeft mij verzocht u voor haar goeden nacht te zeg gen. Hebt gij het nieuws al gehoord, Hugh Nieuwswelk nieuws Meent gij dat van dien ellendigen Alckenzie Pearl hief waarschuwend haar vinger op, wan. Carlton ging juist de trap op en sprak zeer luidt „O het kan mij niet schelen of iemand het hoort," riep hij. „Die heele zaak is zoo gemeen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1