Telegraphische berichten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Marine en leger, Landbouw, Was het Zondag reeds eene moeilijke taak om al de gasten behoorlijk onder dak te brengen, nu Maandag door den feesttrein weder zoovelen wer den aangevoerd, was het haast onmogelijk. Alle logementen zijn dan ook overvol en zelfs de academie heeft hare deuren opengezet, waardoor een aantal reünisten den nacht in de ziekenzalen echter in geen ziekelijke stemming door brachten. Nadat door het gedreun der saluutschoten 's morgens te 7 uren, de feestdag was aangekon digd, werd door de muziekkorpsen van de schut terij en van het 6" regiment infanterie een reveil militair aan de academie gebracht. Tegen half tien begaf de feestcommissie zich naar het stations-plein, waar zich bok de reeds aanwezige reünisten hadden verzameld, om de nog met den trein gewacht wordenden te ontvan gen. Na door den majoor Pompe met eene korte toespraak te zijn verwelkomd, zAte de stoet die, niet het minst tengevolge der verschillende unifor men, een schitterenden aanblik opleverde, zich in beweging en begaf zich, omstuwd door een dichte menigte, naar het academiegebouw, waar de reünisten in de groote bovenzaal door den gou verneur ontvangen en met eene kernachtige toespraak verwelkomd werden. Ook de burge meester voerde het woord. Eenige oogenblikken daarna trad prins Frederik, onder de tonen van het Wilhelmus, de feestzaal binnen en werd dooi den gouverneur ontvangen met eene toespraak, waarin hij, herinnerende dat de prins bij de inwijding der academie tegenwoordig was geweest, zeide dat de belangstelling van Z. K. H. in de academie al dien tijd onverflauwd was gebleven en, na den prins den dank der reünisten te hebben betuigd voor zijne komst, de hoop uitsprak dat het de Voorzienigheid moge behagen zijn dierbaar leven nog langen tijd te sparen voor het vorstelijk huis, voor leger en vloot, hier en in Indië, voor de academie en voor de Nederlandsche natie. Een onuitsprekelijke geestdrift bezegelde deze woorden. Vervolgens nam de prins het woord. Na zijn dank te hebben betuigd voor de zoo even gespro ken woorden verklaarde hij nooit den dag dei- inwijding te zullen vergeten. Verder zeide de prins volgens den verslaggever der iV. Rott. Ct. „In het afgeloopen 50jarig tijdperk heeft de aca demie veel vreugde, veel voorspoed, maar ook veel onheil gehad. De eerste moeilijkheid kwam bij de ge beurtenissen van 1830, toen alle jongelieden de aca demie moesten verlaten. Maar met blijdschap kan ik gewagen van velen, die het leger hebben be wezen dat zij hier geleerd hadden en met een wakkeren geest bezield waren. Het is mij, bij het terugzien van zooveel vroegere krijgsmak kers (Hier was de aandoening van den grijs aard te aangrijpend. Menige traan parelde hem in 't oog en een oogenblik waren zijne woorden door het beven der stem onverstaanbaar) „Ik heb," sprak Z. K. H. verder „van den beginne af het lot der academie gedeeldlater kon ik niet meermaar het heeft mij toch altoos zoo goed gedaan, te zien wat er voor hare ont wikkeling gedaan werd. Het tijdperk dat zij nu intreedt, belooft veel. Als alles zoo voortgaat, zullen, na weder vijftig jaar, allen die dan leven ook weder kunnen getuigen van reuzenstappen, gelijk ook de academie in het afgeloopen tijdvak heeft afgelegd." Nog dikwijls, zoo verzekerde Z. K. Hdacht hij aan dat verledene en van harte wenschte hij zeer velen het voorrecht toe, ook op een thans volgend tijdperk later terug te mogen zien met diezelfde dankbare en genoege- lijke herinnering als die van heden. Na een schier eindeloos gejuich werd de eere wijn aangeboden en nadat de gouverneur een feestdronk op den prins had ingesteld, die met een op de aanwezigen werd beantwoord, begaf verbergen en vooral voor hem, die er de oorzaak van was. Er waren nooit sporen van tranen op haar lief gelaat en zij gaf zich ook niet het aan zien eener martelares. Zij was altijd opgeruimd, bezorgde trouw hare huishoudelijke aangelegen heden en was altijd gereed voor elk plannetje dat haar man goedvond te opperen. Bovenal (en dat was wellicht de moeielijkste harer zelfopge legde plichten) vergat Pearl nooit dat Sibylle haar gast was en als zoodanig in alles recht had op onderscheiding. De tijd kon komen waarop Pearl het noodig zou vinden voor zichzelve te handelen en zich te bevrijden van een vrouw die zij niet liefhad noch vertrouwde en die haar huiselijk geluk ernstig in den weg stondmaar voor het oogen blik hield zij zich stil, daar zij wel wist dat, indien Hubert plotseling door haar toedoen be roofd werd van het genoegen van dezen nieuwen, aangenamen omgang, hij die verandering met smart zou gevoelen en er misschien op een geheel onvoorziene manier over gebelgd zijn, terwijl als Sibylle hen uit eigen beweging verliet, Hubert spoedig zou leeren buiten haar te kunnen en van lieverlede zijn oude huiselijke levenswijze weer opvatten. Dat leven dat zij juist pas hadden leeren waardeeren en samen genieten! Dat zou' toch niet opeens zoo geheel uit zijn, na zulk een gelukkig, blij begin? Zoo redeneerde Pearl en besloot met geduld en opgeruimdheid at te wachten. Er kon wel waarheid schuilen in hetgeen lady Carolina van men zich naar beneden om de revue over de opgestelde cadetten bij te wonen. Na het uitvoeren van eenige evolutiën werd door den luitenant-generaal Verspyck het woord gevoerd namens de oud-cadetten van het Indisch leger, die zich vereenigd hadden om de academie bij deze gelegenheid een geschenk aan te bieden. Spreker deelde mede dat het geschenk niet in tijds kon gereed zijn, doch bestaat uit een zilveren kolom met den Indischen leeuw en een schild, en het opschriftGroet uit het Oosten. Nadat dit geschenk bij voorbaat aanvaard was, sprak de prins de cadetten aan en, wijzende op het voorbeeld hunner voorgangers die zich hebben onderscheiden, sprak hij de overtuiging uit dat ieder hunner er naar zal streven om een bewijs van moed, beleid en trouw te verdienen. De prins eindigde met een hoera ter eere van den koning in te stellen, waarmede met geestdrift werd ingestemd. Te 1 uur werd in de Groote kerk, door den hoogleeraar d'. J. J. de Hollander, eene feestrede gehouden, welke voorafgegaan en in detusschen- poozen opgeluisterd werd door de uitvoering eener cantate van den 2sn luitenant der genie A. E. von Bruckcn Fock, met woorden van den heer A. R. Vermeulen, te Breda. Ruim 250 executanten werkten tot deze uitvoering mede, welke door orgel-accompagnement begeleid werd. „Was er iets, zegt de verslaggever der JY. Rott. Ct., dat bij deze zoo omvangrijke festiviteiten verbazing wekken kon, het zou zon der twijfel deze cantate zijn. De heer von Bruc- ken Fock toch is als componist geen man van het vak. Hij is luitenant-ingenieur, oud-cadet der academie en heett niettemin met deze com positie een werk geleverd, dat hem op muzikaal gebied stempelt als een man van werkelijk talent. Zijne compositie moge, vooral in het breed uitge sponnen voorspel, een enkele maal, Weber en Wagner in herinnering brengen, het kan niet he etten dat zij aanspraak mag maken op oorspron kelijkheid. Zij is op breede schaal ontworpen en uitgewerkt, behelst goede, frissche, soms stoute denkbeelden, is melodieus en op vele plaatsen van. buitengewoon groot, effect. De uitvoering was in het algemeen voortreffelijk." Toen dit gedeelte van het programma was af geloopen, vereenigden zich verschillende autori teiten aan een aan prins Frederik aangeboden collation, terwijl op de markt door eenige muziek korpsen een concert gegeven werd. Te half zes nam de feestdisch der reünisten een aanvang, waarvoor de exercitieloods smaak vol was ingericht en waaraan door een 300tal gasten, in de aangenaamste stemming, deelge nomen werd. 's Avonds had- de algemeene illuminatie, door goed weder begunstigd, plaats. De straten waren met lampions en a giorno verlicht, waardoor op vele plaatsen een schoon effect werd verkregen. Verschillende winkels waren, zoo door verlichting als prachtige decoratiën, bezienswaard, terwijl aan koffiehuizen en sociëteiten fraaie gasillumina- tiën de aandacht trokken. Het marktplein vooral was prachtig geïllumi neerd en de kiosk, waar zich den ganscheu avond muziek liet hooren, geleek een zee van vuur. Nu en dan werd het effect door het afsteken van Bengaalsch vuur in verschillende kleuren verhoogd. Laat in den avond had een optocht plaats van de muziek van het 2-- regiment huzaren, gevolgd door een aantal rijtuigen. Huzaren te paard deden als lampiondragers dienst. Een tallooze menigte was daarbij op de been. Te Amsterdam wordt eene stuivers-vereeniging opgericht, tot ondersteuning der bijzondere Christelijke scholen. een huwelijk gezegd had, en als dat zoo was dan waren de denkbeeldige bezwaren reeds opgelost vóór dat zij verwezenlijkt werden. Dan zou alles goed zijn. Voor het oogenblik trachtte zij haar man in alle opzichten genoegen te doen en mee- nende dat het goed voor Dora zou zijn, stemde zij toe in haar vertrek naar Hastings. Onder het dejeuner meldde zich nog een bezoe ker aan. Mijnheer Walton kwam formeel afscheid nemen van mijnheer en mevrouw Carlton. Hij had haast en het trof ongelukkig, dat hij geen woord alleen met gastheer of gastvrouw kon wisselen. Misschien had de slimme weduwe haar dochter een wenk gegevendat afzonderlijke ge sprekken met dien scherpzinnigen rechtsgeleerde op het oogenblik niet gewenscht waren. Hoe dit echter zij, de weduwe vond gelegenheid om den heer Walton eën vertrouwelijke mededeeling in te fluisteren. „Het is van morgen eindelijk beslist," zei zij, „dat mijn dochter majoor Alckenzie huwt. En dit hebben we grootendeels te danken aan uwe goedheid en de gunstige berichten, die gij mij te Hastings gebracht hebt." Dit vernemende slaakte mijnheer Walton een zucht van verlichting; want hij voelde dat nu, zoover hij voorzien kon, het geluk en de rust van zijn lieve pupil opnieuw verzekerd waren. En toen hij Pearl zijn vaderlijken kus met zijn zegen gaf en haar „vaarwel!"zei, meende hij dat hij gerust den oceaan kon oversteken zonder vrees dat haar een ongeluk zou genaken. Door 80 ingezetenen van Gorinchem is een adres aan den gemeenteraad ingediend om de voorgestelde verhooging van het traktement der leeraren van de hoogere burgerschool, over welk voorstel in de vorige raadszitting de stemmen gestaakt hadden, aan te nemen. Tengevolge van dit adres is in de volgende zitting de traktements- verhooging, ofschoon eenigszins gewijzigd, aan genomen. Door den bisschop van Haarlem is de heer A. F. Peters, kapelaan alhier, benoemd tot ka pelaan te Dordrecht, terwijl de heer A. A. Ver meer is benoemd tot kapelaan te Middelburg. In de namiddag godsdienstoefening van 22 dezer hield de heer N. J. Telders, predikant te Renesse en Noordwelle, vertrekkende naar Steen bergen, zijn afscheidsrede, naar aanleiding van 1 Cor. 13 13. De talrijke schare, ook van elders opgekomen, zong den scheidenden leeraar bij het einde der godsdienstoefening toe Gez. 20 vers 4 en Psalm 134 vers 3. De te Goes gevestigde Israëlitische gemeente, die tot dusver op eene bovenwoning hare gods dienstige bijeenkomsten hield, heeft besloten pogingen aan te wenden, tot het bekomen van een eigen kerkgebouw. Het plan is bijdragen te vragen, eerst van de geloofsgenooten en daarna van de overige ingezetenen. Mocht daardoor geen voldoend kapitaal kunnen verkregen worden, dan is men voornemens de toestemming van den koning te vragen tot het houden eener loterij. De kap.-luit. ter zee J. H. Haakman wordt eervol ontheven van de waarneming der betrek king van permanent lid der commissie tot het examineeren van zee-officieren en adelborsten, en vervangen door den luit, ter zee lc kl. J. A. Wal deck. Z. M. heeft den kap.-luit. ter zee H. P. König, eervol ontheven van het bevel overZ\ Ma.stoom schip van Galenen hem doen vervangen dooi den kap.-luit. ter zee J. H. Haakman. Op voorstel van het bestuur van den polder Beesd zijn alle tiendln in dien polder afgekocht voor de som van f 46,000. De gelden daarvoor moeten uit een leening ten laste van dien polder gevonden worden. Bij den gemeenteraad van Zaltbommel is een verzoek ingediend tot verhooging van de wedde van den oudsten ambtenaar ter secretarie. Die .wedde bedraagt 450de gemeentebode verheugt zich in ƒ50 meer vast traktement. Naar de Winschoter courant verneemt, heeft de heer A. H. van Bergen te Heiligerlee, door wien op de wereldtentoonstelling te Parijs brand spuiten uit zijne fabriek afkomstig zijn ingezonden, eene opdracht ontvangen van den minister van marine in Frankrijk, tot levering van brandspuiten ten behoeve van de Fransche marine. De heeren C. A. Jeekel, oud-adelborst en 0. Nieuwenhuijzen, oud-cadet der Kon. militaire academie, thans aan het hoofd staande der hard- glasfabrieken te Leerdam, (firma Jeekel, Mijnssen en Co.) hebben aan die academie, bij gelegenheid der feestviering een eigenaardig cadeau gemaakt, bestaande in een fraai bewerkte kristallen feest bokaal, met het deksel hoog 38 cM., rustende op een voet, welke een regelmatig zeshoekig fort met zes bastions voorstelt. Mejuffrouw A. II. Jacobs, die het arts-examen HOOFDSTUK XI. ASCOT Het was overheerlijk weer, de zon scheen de aarde vriendelijk toe te lachen; geheel Londen was op de been; want het was heden de groote dag voor de wedrennen. Net gekleede scharen ver drongen zich aan de stations of klommen in en op groote rijtuigen, zorgvuldig beschermd door stofjassen, mantels en voiles. In de Parklaan kwamen een aantal aanzienlijke genoodigden ten huize van lady Basilisk bijeen, waaronder zich miss Moreton, mijnheer Morel, Pearl en Hubert Carlton en de zeer waarde heer Richard Richard son, wien lady Carolina bijzonder genegen was, bevonden. Colonel Marsden was er ook met zijn schoonzoon colonel Winter, een bejaard heer, die zijn trotsch vrouwtje zeer bewonderde en altijd van haar sprak als „mijn beste-vrouw." Lady Carolina had Alckenzie ook op de lijst gezet, maar mevrouw Winter die gewoonlijk bij der gelijke gelegenheden veel te zeggen had had eene dikke streep door zijn naam gehaald. „Het gezelschap van die witte juffrouw Moreton, die den naam heeft van zooveel op de schoone keizerin te gelijken, zal reeds vervelend genoeg zijn," zei mevrouw Winter „maar als zij nog daarenboven aangemoedigd wordt door dien onuit- staanbaren majoor, valt de heele partij in duigen. Als gij er bij blijft hem te vragen, reken dan niet op ons." Wordt vervolgd.) reeds heeft afgelegd, zal na in het laatst dezer maand te Groningen als med. dr. gepromoveerd te zijn, de Engelsche hospitalen voor vrouwen en kinderen gaan bezoeken. Tot het hof-costuum voor heeren zal voor taan, ingevolge eene door Z. M. den koning ge maakte bepaling, behooren een wit cachemieren broek met goud galon, in plaats van een zwart lakensche broek. H. K. H, prinses Hendrik heeft, als prijs voor eene te houden verloting door de weldadige ver- eeniging Klein Dorcas te Maassluis, een porse leinen servies geschonken. De bekende Friesche dwerg, admiraal Tom Pouce, anders gezegd Jan Hannema, is ernstig ongesteld, zoodat er groot gevaar voor zijn leven bestaat. De paus heeft voor zijne gezondheid reeds sedert geruimen tijd een verblijf noodig buiten het Vatikaan in het vrije veld. Voor zich zei ven ziet hij niets verkeerds in een verblijf buiten zijne „gevangenis", doch onfeilbaar als hij is, moet hij toch dikwijls met zijne omgeving rekenen. Hij heeft daarom het advies gevraagd van eene spe ciale commissie van kardinaals, die beslist hebben, dat het verblijf op het Vatikaan eene quaestie van beginsel is,, en dat zijne heiligheid daarvan niet moet afwijken dan om zeer overwegende redenen. De heer Pagan, van wiens voorgenomen Noordpoolreis in een luchtballon wij onlangs een en ander mededeelden, is woedend op de Brussel- sche bladen, die hem verwijten, dat zijn plan den toets der wetenschap niet kan doorstaan. Hij heeft bij deurwaarders-exploit aan de Indépendance een brief laten beteekenen, aan het slot waarvan hij het blad tot een duel uitdaagt. „Wij nemen die uitdaging aan, zegt de Indépendance, maar dan moet het gevecht plaats hebben op 90» NB. Pagan zal de pool bereiken over de ijsbank heen in zijn luchtballon, en wij zullen er heengaan onder de ijsbank door in een scaphander. De overwonnene wordt geëmpaleerd op de aardas." De jaarKjksche verkooping van rundvee van den hertog van Devonshire heeft Woensdag plaats gehad. Dertig stuks vee werden verkocht voor ongeveer f 240,000. De hoogste prijs werd be steed voor eene koe, Baroness Oxford genaamd, die verkocht werd voor f 31,920. De markies van Hartington en de heer Bright waren over ge - komen om de verkooping, die in den Engelschen veehandel jaarlijks eene gebeurtenis van gewicht is, bij te wonen. Men schrijft uit Smyrna aan het Wiener FremdenhlattHet schijnt nu den Engelschen werkelijk ernst te zijn met den aanleg van den ontworpen Eupkraat-spoorweg. Engelsche inge nieurs en agenten reizen Mesopotamië af; de eersten maken terreinstudiën, de laatsten koopen den benoodigden grond. De weg zal bij Eacca, dicht bij Aleppo den Euphraat oversteken, om verder langs den linkeroever dier rivier langs Aubar naar Bagdad te loopen. Het stadje Hille aan den Euphraat zal waarschijnlijk een hoofd station worden. Het heeft vrij wat handel en industrie en ligt in de onmiddellijke nabijheid van de ruïnen van Babyion. De residentie van koning Nebukadnezar zal dus spoedig de locomotief zien voorbijsnellen, en aan de wateren van Babyion, waar eens de afstammelingen der aartsvaders treurig zaten en weenden om Sion, zullen zij nu komen als aandeelhouders in den spoorweg en als pleizierreizigers om degrootsche overblijfselen te bewonderen van het paleis, waar voor 2500 jaren de Babylonische veldheeren het plan voor bereidden van de verovering van Jerusalem. Zooals vroeger reeds andere ambtenaren, zijn nu ook de Berlijnsche politie-agenten aangeschre ven om hunne kinderen, voor zoover zij niet gedoopt zijn, te *laten doopen, en om hunne huwelijken, als die enkel burgerlijk gesloten zijn, ook kerkelijk te laten inzegenen. Tengevolge dier aanschrijving zijn in de week van 915 September de vroeger burgerlijk gesloten huwe lijken van 43 politie-agenten kerkelijk ingezegend „Een verschijnsel dat te denken geeft", zegt de Kreuz-Zeitung. Wij gelooven het ook. BraJTESUAir Tweede kamer. Aan het debat over de onderwijs-paragraaf in het adres van antwoord op de troonrede, namen de heeren Teding, Mac- kay, van Nispen en Heydenrijck deel. Zij wilden uit het stilzwijgen van het adres over het bij zonder onderwijs niet afgeleid hebben, dat de troonrede volstaan kon met de enkele heenwijzing naar den grondwettigen plicht der regeering ten aanzien van het openbaar onderwijs. Het bijzon der onderwijs moet niet miskend worden. De heer Kops verklaarde namens de commissie dat dit niet in de bedoeling ligt. De minister zal gaarne de taak der regeering door het bijzonder onderwijs verlicht zien. De heer van Nispen, zich voorbehoudende om later in een uitvoeriger debat te treden, protesteerde krachtig tegen de bekende rap porten aan den koning, speciaal tegen dat betrekke lijk het katholiek petitionnement, dat eene scheve voorstelling der quaestie bevat, bezadigdheid en ernst mist en een toon van bespotting of bescher ming aanslaat, dien de petitionnarissen afwijzen. Het andere rapport bevat eene ongeoorloofde en

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2