Telegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Land bouw.
K unstn ieuws.
Rechtszaken.
Kolon iön.
Burgerlijke stand.
De minister van waterstaat, handel en nijver
heid, heeft besloten met ingang van 15 Octo
ber a. het ijkkantoor te 's Hertogenbosch aan
te wijzen voor den ijk van gasmeters, en ter
kennis te brengen van belanghebbenden, dat als
dan voor dat doel geopend zijn de ijkkantoren te
's Gravenhage, Rotterdam, Dordrecht, Amsterdam,
Zwolle en 's Hertogenbosch.
burgemeesters. Benoemd tot burgemeester van
Termunten, A. B. Botjes; tot burgemeester van
Kessel, J. H van Wijlick, tot burgemeester van
Oterleek, P. Glijnis Pz., secretaris dier gemeente.
loodswezen. Benoemd tot commissaris der
loodsen, tevens ontvanger der loodsgelden en
opzichter over de betonning, bebakening en ver
lichting te Harlingen, de adjunct-commissaris der
loodsen te Rotterdam D. Turfboer.
muntcollege. Op verzoek eervol ontslag ver
leend aan jhr. mr. L. C. Hora Siccamauit zijne
betrekking als lid en voorzitter van het munt
college, belast met de werkzaamheden van waar-
dijn, zulks met dankzegging voor zijne aan den
lande bewezen diensten en behoudens aanspraak
op pensioen.
DN. B. Kaptein te Amsterdam, heeft voor
zijne benoeming tot directeur der hoogere burger
school en burgeravondschool te Gorinchem bedankt
Door dr. Plugge zal morgen (Dinsdag) het
professoraat in de pharmacie aan de Groningsche
universiteit met eene redevoering aanvaard worden.
De stoomdorschmachine, aan enkele landbouwers
te Meeden toebeSoorende, is thans dag op dag in
werking en levert bij voortduring de beste uit
komsten, die de oude methodes geheel inde schaduw
stellen. Ze wordt niet alleen door de eigenaren
gebruikt, maar tevens aan anderen verhuurd.
Men dorscht er per dag gemakkelijk 250 hectoliter
haver mede, zoodat de landbouwer met ongeloof
lijken spoed zijn graan kan verzilveren, wat hem
soms veel waard is. Dezer dagen nog werd op
den eersten dag het koren ingehaald, den volgen
den dag gedorscht en den derden dag op de beurs
te Groningen verkocht en geleverd.
De Arnhemsche courant bevat le fin mot de
l'histoire der liquidatie van de vereeniging Het
Nederlandsch tooneel.
„Art. 14 der statuten, schrijft zij, bepaalt
uitdrukkelijk, dat, wanneer 10 pet. van het maat
schappelijk kapitaal is verloren gegaan, de ver
eeniging wordt ontbonden. Nu heeft iedereen uit
het onlangs in druk verschenen verslag over het
tweede exploitatiejaar kunnen lezen, dat in de
beide jaren f 26,000 en dus reeds meer dan het
dubbele van genoemde som is ingeteerd. Men zou
dus een jaar vroeger tot de liquidatie kunnen
overgegaan hebben, maar daar de contracten met
de voornaamste artisten voor drie jaren den
duur der Haagsche en Amsterdamsche concessies
gesloten zijn, zou eene ontbinding tusschentijds
ongeraden zijn.
„Men deelt ons verder mede, dat. met het oog
op het imperatief voorschrift der wet, met alge-
meene stemmen tot de liquidatie is besloten.
Vervolgens werden de aandeelhouders in de gele
genheid gesteld van hunne gezindheid te doen
blijken, in hoeverre zij bereid zonden zijn tot de
oprichting eener nieuwe soortgelijke vereeniging
mede te werken. Eenigen verklaarden zich daar-
had in hare verstoordheid over het huwelijk van
haar zoon een bewijs van belangstelling gezien,
dat bij koele onverschilligheid niet mogelijk ware
geweest. En nu hadden zij elkaar eindelijk van
aangezicht tot aangezicht gezien moeder en
dochterPearl voelde dat de laatste vrouw op
de wereld wie zij ooit om liefde, raad, of bijstand
zou vragen, deze net gekleede, geschilderde, voor
name dame was, die blijkbaar de mensehen be-
schouwde als ledepoppen van een kleermaker en
het als een levensdoel beschouwde te Ascot sen
satie te- maken met een mooi toilet. Pearl zag
tegen de vragen van haar man op, als zij hem dit
bezoek zou mededeelen. Zij schaamde zich hem
haar bittere teleurstelling te vertellen. Maar hij
was eenvoudig blij dat die eerste ontmoeting had
plaats gehad zonder eenige onaangenaamheden en
vroeg niet verderen toen hij zijn vrouw had hooren
zeggen dat lady Carolina „heel vriendelijk" was,
zei hij dat Pearl een „knappertje was om alles zoo
flink in orde te maken" en dat nu alles wel voor
den wind zou gaan, nu zij zonder verder misnoegen
van mevrouw mama yan wal konden steken.'
Den volgenden dag ontving Sibylle zonder ont
roering, maar met groote ergernis, de onverwachte
tijding dat haar moeder haar in het salon in de
Portugalstraat wachtte.
„Wat brengt u er toe om naar de stad te
komen?" vroeg zij kortaf zonder voorafgaande
begroeting.
[Wordt vei volgd.)
voor en anderen, onder welke zich de voornaamste
aandeelhouders bevinden, daartegen. De heeren
Albregt, Van Ollefen en Moor moeten zich onder
ling verbonden hebben, onder geene omstandig
heid tot de nieuwe onderneming toe te treden,
maar zouden voornemens zijn, indien zij de con
cessie voor den Haagschen schouwburg niet
mochten verkrijgen, zich te Utrecht te vestigen,
om van daar uit wekelijksche voorstellingen te
geven ook in Arnhem en Nijmegen.
De rechtbank te Roermond, in raadkamer ver
gaderd, heeft beslist, dat de 10 personen, die bij
de rebellie van gepasseerden Zondag aan de kapel
van O. L. V in 't Zant zijn gearresteerd, voor-
loopig in hechtenis zullen blijven.
Naar wij vernemen is door den officier der kon.
maréchaussee proces-verbaal opgemaakt tegen een
der clericale leiders te Roermond, wegens opruiing
tegen de maréchaussees; deze zou nl. tijdens het
gebeurde aan de kapel het volk hebben toege
roepen, dat de maréchaussees dronken waren.
Bij het voorloopig getuigenverhoor is door
sommigen verklaard, dat de pastoor en de school
meester van St. Jans Kluis het volk tot feitelijk
verzet hebben aangespoord. (Vad.)
Een Indisch officier schrijft in het Vaderland
het volgende over dagblad-correspondentiën uit
Atjeh, wat ons voorkomt zeer juist te zijn en bij
de beoordeeling van dergelijke mededeelingen wel
de aandacht verdient.
„Het aantal correspondenten op Atjeh, die wer
kelijk' goed op de hoogte zijn van de daar om
gaande zaken, is gering, zeer gering.
„Tijdens mijn vrij langdurig verblijf op Atjeh
heb ik bijna nooit een bericht van een corres
pondent in een dagblad gezien, dat in alle deelen
den toets der waarheid kon doorstaan.
„Niet te kwader trouw werd onwaarheid ver
teld maar uit zuivere onbekendheid met de
zaken
„Onnatuurlijk is dat niet. Om nu maar eens
niet van de ook in menigte aanwezig zijnde onder
officiers-correspondenten te spreken, omdat ik
dit veilig meen achterwege te kunnen laten,
vermeld ik alleen, dat de ambtenaren en officieren,
die, te Kotta-Radja aanwezig, een goed oordeel
over de Aijehzaken kunnen vellen, zonder uit
zondering die zijn, wier betrekking van dien aard
is, dat ze moeilijk als dagbladcorrespondent kunnen
optreden.
„Nu zijn er wel in den kraton en in de liniën
ontwikkelde officieren, die over détail-zaken soms
een zeer goed oordeel kunnen hebben, maar er
wordt op Atjeh en natuurlijk bij de enorme ver
veling van een post b. v. zooveel gepraat, zooveel
beoordeeld en veroordeeld, dat ze bijna altijd
mistasten in de oorzaken, die hun bekende en
waar vermelde feiten hebben.
„Een voorbeeld tot opheldering.
„In het begin vau dit jaar zou er een tocht
plaats hebben van 2 compagnieën langs de west
kust van Atjeh.
„Die troepenmacht moest over een lengte van,
zoo ik meen, 30 a 35 uren langs het strand mar-
cheeren en wie zich wel eens op de rotsachtige
westkust bevonden heeft, die weet, dat, marcheeren
voor een voetganger daar uiterst moeilijk is,
voor een paard te eenenmale ondoenlijk. Toch
moesten er twee veldstukjes met den troep mede
gegeven worden, waarom bepaald werd die
kanonnen door dwangarbeiders te doen vervoeren.
„Dat was niets nieuws. Te Samalanga had
men bij een geheele batterij veldartillerie de paar
den door dwangarbeiders vervangen en daarmede
uitstekende resultaten verkregen.
„Eenige dagen na het vertrek der vorenge
noemde kolonne naar de westkust las men in
een der Indische bladen nagenoeg het volgende:
„Onze correspondent van Atjeh schrijft:
„Als een bewijs hoe treurig het er tegenwoordig
met het leger te velde uitziet, kan dienen, dat
men bij den jongsten tocht naar de westkust
door gebrek aan paarden genoodzaakt is geweest,
de stukken door dwangarbeiders te doen trekken.
„En daarop een philanthropische beschouwing
over de onmenscbelijkheid van dezen maatregel,
die niets onmenschelijks had.
„En tegelijkertijd werden de artillerie-paarden
te Kotta-Radja dagelijks afgestapt omdat ze,
aangezien de stukken er niet waren, zoo weinig
dienst deden."
Zaterdag morgen vervoegde zich bij v. S. han
delende in gemaakte kleedingstukken alhier, een
zeeman, die, voorgevende te zijn aangemonsterd
op het alhier in het droge dok liggende driemast
schip King of Algeriazijne garderobedie niet in
den besten toestand verkeerde, wensekte te ver
nieuwen. De winkelier leverde hem daarop niet
alleen een volledig stel bovenkleederen en een
paar laarzen, maar voegde daar nog een hoed en
een parapluie bij, die hij zich eerst bij een anderen
winkelier aanschafte. Zelfs nog eenig geld werd
door hem aan zijn goeden klant geleend; een en
ander een bedrag van ongeveer f 80 uitmakende,
waarna de zeeman een logement opzocht.
Van S. schijnt echter 's middags achterdocht te
hebben gekregen en wendde zich tot de politie,
die den zeeman den eigen avond opspoorde en
inlichtingen inwon. Nu bleek dat het voorgeven
van aangemonsterd te zijn onwaar was en dat
de man de betrekking van waker op het genoemde
schip had bekleed, waarvoor hij bedankt had.
Op uitnoodiging van de politie, deed hij be
reidwillig weder afstand van de kleederenhet
geld was, zooals licht te begrijpen isreeds ver
teerd. De chevalier d'industrie werd, als zonder
geld of middel van bestaan, door de politie opge
nomen en wordt beden middag om dezelfde redenen
over de grenzen naar zijn vaderland, België, ge
bracht.
Men schrijft ons uit Breda:
Heden Zondag morgen had er een derailement
plaats op den spoorweg Grand Central Beige bij
het station Etten. De oorzaak van het déraille
ment is te wijten doordien de wissel niet goed
aangesloten was. De wissel werd bediend door
het achtjarig dochtertje van den wis
selwachter. Dat meisje had geen kracht om
de excentriek over te halen. Het ongeval is
zeer gelukkig afgeloopen. Behalve den tender
ëp den weg is er niets beschadigd aan het ma
terieel. Persoonlijke ongelukken hadden er
niet bij plaats. De gelukkige afloop is te
danken, doordien de trein die in het station
moest stoppen reeds aanmerkelijk zijn snelheid
had verminderdware het zoowel pen trein ge
weest die het station voorbij moest rijde dan
waren de gevolgen niet te overzien geweest.
De Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij
heeft besloten eerlang tot de invoering van een
remtoestel over te gaan, dat den snelst rijdenden
trein binnen den afstand van hoogstens 200
meter kan doen stilhouden. De toestel welken
de Rijnspoorwegmaatschappij zal gebruiken, is
de automatische luchtdrukrem van Westinghouse,
en zal reeds met den aanstaanden winterdienst
op een trein van Utrecht naar Emmerik in werking
worden gebracht. De veiligheid zal daardoor
zeer worden verhoogd, maar de snelheid ver
meerderd.
Door het gebruik van dit remtoestel kunnen
treinen, die op alle tusschenstations ophouden,
den geheelen afstand toch in den zelfden tijd af
leggen, die voor een onderweg niet overal stop
penden trein noodig is. Yoor de tusschenstations,
die op deze wijze ook in het voorrecht zouden
kunnen deelen dat daar meer sneltreinen dan
thans het geval is kunnen ophouden, is dit blijk
baar van groot belang. Het grootste belang dat
er mede gebaat wordt, is echter de veiligheid.
Men leest in de Huisvrouw.
„De crinoline komt niet- Een buitenlandsch
blad, dat zich op het gebied der vrouwenaange
legenheden beweegt en alleszins vertrouwbaar is
in zijne mededeelingen, verzekert thans, dat alle
geruchten, als zou de beruchte crinoline weder in
aantocht zijn, op een misverstand berusten. Men
denkt er te Parijs in het geheel niet aan, de
crinoline weder in de mode te brengen. De
zaak is eenvoudig deze: Het nieuwe toilette
bouffant eischt eene andere soort van onderrokken
dan de gebruikelijke. Eene in dit vak gerenom
meerde firma maakt zulke rokken uit eene
opzettelijk voor dit doel geweven, goed geappre
teerde stof. Deze rokken geven aan het toilette
bouffant voldoende stevigheid, maar komen in
de verste verte niet overeen met de klokvormige
en wanstaltige crinolinezij zijn slechts een
geschikter plaatsvervanger voor de rokken en
tournures, die het prinsessekleed en de sleep
eischen.
„Wanneer dit blad onder de oogen mocht
komen van de redactiën der voornamelijk voor
de heeren der schepping bestemde couranten, dan
verzoeken wij haar, deze tijding, die voorzeker
ook de mannenwereld zal interesseeren, onder de
oogen barer lezers te brengen, gelijk zij indertijd
ook de verontrustende geruchten omtrent de
wederopstanding der crinoline vernield hebben."
De Fransche regeering is bezig eene groote
nationale loterij te organiseeren, waarvoor de
prijzen bij uitsluiting zullen gekocht worden uit
de op de tentoonstelling aanwezige voorwerpen.
Om die loterij te doen slagen en zooveel mogelijk
loten door het gansche land te plaatsen, is door
de hoofdambtenaren der belastingen aan de ont
vangers eene circulaire gericht, die een zeker
aantal loten ten verkoop begeleidt en een dringende
vermaning bevat om de loten niet alleen te
verkoopen als men ze komt afhalen, maar ze ook
aan het publiek aan te bieden; ja voor een goed
lezer is er wel uit te verstaan „op te dringen".
Een burgemeester van eene plattelandsgemeente
schrijft over die zaak het volgende aan een amb
tenaar in zijn arrondissementIk geloof, dat in
1836 de regeering wèl deed en zedelijk handelde
met het opheffen der loterijen. Ofschoon deze
nieuwe ministersloterij een officieel karakter draagt,
kan ik niet op mij nemen om loten te plaatsen.
De onzedelijkheid neemt toch al hand over hand
toe, en ik wensch daartoe niet bij te dragen door
de inwoners mijner gemeente het nemen van loten
aan te raden. In plaats van hun de kans voor
de oogen te laten schitteren van het winnen van
diamanten ter waarde van fr. 50,000, zal ik
voortgaan hun aan te raden om hun geld te
gebruiken om mest te koopen voor hun land en
om hunne spaarpenningen in de spaarbank te
brengen. De Figaro noemt deze loterij, de
schepping van den minister van openbare werken
en den heer Krantz, een denkbeeld van een paar
kruideniers in ruste.
binnenland.
Tweede kamer. De beraadslaging werd
geopend over het adres van antwoord op de
troonrede.
De heer Saagmans Yader maakte bezwaar tegen
de onoprechte beantwoording der onvolledige
troonrede. Deze stelt den toestand wat de volk s-
bedrijven, den landbouw, de nijverheid en Indië
aangaat te rooskleurig voor. Daartegenover le-
koorde de kamer de waarheid te plaatsen, als
ook het te betreuren dat da troonrede over het
bijzonder onderwijs geen woord zegt. De heer
Teding vun Berkhout antwoordde namens de
commissie, dat deze een zuiveren weerslag op de
troonrede had willen geven. De schets van den
toestand was geheel voor de verantwoordelijkheid
der regeering, zonder dat men zich eenige critiek
wilde veroorloven. De heeren de Casembroot
en Heydenrijek protesteerden tegen die opvatting.
Critiek achtten zij alleszins geoorloofd, maar zij
wilden het adres aannemen als een zuiveren
weerslag, behoudens, wat de heer de Casembroot
aangaat, de Atjeh-paragraaf, omdat hij vooral
eene politiek afkeurt, die 's lands financiën ver
bindt, in weerwil van de* zoo drukkende kosten
van den oorlogstoestand, dien men wegcijferde
met toepassing eener bezuiniging, die hij als eene
kruideniers-politiek karakteriseerde.
De minister van koloniën merkte op dat de
afgekeurde maatregelen in Atjeh door de vorige
regeering genomen warendoch de heer de
Casembroot antwoordde hierop dat deze regeering
daarop voortgewerkt heeft.
De heer van Houten betuigde zijne teleurstelling
wegens het gemis van een politiek programma,
hetzij van beginselen, hetzij van werkzaamheden,
in de troonrede. Deze karakteriseert volstrekt
geen liberaal kabinet. Hij betreurde het gemis
der aankondiging eener hervorming van het
kiesstelsel en weidde vooral breed uit over de
financieele quaestie, waaromtrent hij een zeer af
keurend oordeel uitsprak over het uitstel
in de herziening der bestaande belastingen,
wat hij toeschreef aan politieke zwakheid. De
minister van financiën ontkende dat stellig. Het
programma der regeering blijft: herstel van het
evenwicht der financiën en voorbereiding van de
herziening der belastingen. Alleen geldgebrek
belet voorshands de herziening der grondbelas
ting. Overigens zou de minister geheel conse
quent aan zijne woorden handelen. De heer van
Houten handhaafde zijn bezwaar tegen het argu
ment van den minister, dat gelijk staat met on
bepaald uitstel. De liberale partij mag zonder
haar verleden te verloochenen daarin niet mee
gaan.
De minister van binnenl. zaken verklaarde
dat er geen uitzicht bestaat om in dit zittingjaar
eene kieshervorming tot stand te brengen. De
redenen daarvan zou hij mededeelen bij de be-
grooting.
De algemeene strekking van het adres werd
daarna aangenomen met 50 tegen 13 stemmen.
Bij de behandeling der paragrafen werden ver
schillende amendementen verworpen, waaronder
een voorstel van den heer van der Hoeven, om
de vermelding der vorstelijke deugden in de
'paragraaf betreffende het huwelijk van prins
Hendrik weg te laten, teneinde geen antecedent
te scheppen. Nadat de commissie verklaard had,
dat daarmede speciaal prins Hendrik bedoeld
werd, werd dit amendement verworpen met 4-8
tegen 15 stemmen.
Morgen voortzetting bij paragraat 6. Ingeko
men is een wetsontwerp tot aanvulling der wet
op de middelen, ten behoeve van het onderwijs.
buitenland.
Weenen. Generaal Badich is giste ren Bjelina
binnengerukt en is begonnen de bevolking te
ontwapenen.
Caleutta. Een officier van Sjier All heeft in
den Khber-pas de Britsche missie het doortrekken
geweigerd. De hoogten waren met troepen be
zet. Het gezantschap is daarop teruggekeerd.
(Van 1522 September.)
Middelburg. OndertrouwdA. Flipse, jm. 23 j.,
met M. Vos, jd. 21 j.
Bevallen: S. Osté, geb. Meeuse, z. E. Bood,
geb. Davidse, z. A. W. L. Poerstamper, geb. Vos,
z. J. P. Weijnman, geb. Gesquierre, d. A. J.
Blokkoff, geb. Hendrikse, d. E. Soetens, geb.
Karreman, z.
Overleden: P. J. Smith, d. 15 m. L. Vos, z.
34 m. M. Frank, z. 16 d. J. T. Stofregen, jd.
42 j. C. E. Sanderse, d. 5 m. J. Frank, d. 20 d.
J. Foree, man van M. van Elteren, 58 j. H. A.
van Teijlingen, jd. 49 j. N. de Buck, wede. van
P. Cam bier, 72 j
(Van 1421 September.)
Vlissinqen. Gehuwd: S. F. J. Joukes, jm.
24 j., met S. M. Ardaen, jd. 20 j.
Bevallen: C. Hage, geb. Roelse, z. H. Kers,
geb. Kok, z. C. F. Brackx, geb. Gillebert, d.
A. E. Endhoven, geb. Zietse, d. A. S. Bakkens,
geb. Robert, d. L. Brielsman, geb. Louwerse, z.
C. M. Bleijswijk, gfeb, Benée, z. (levenl.)
Overleden: C. H. Limonard, d. 15 m. J. de
Meulmeester, d. 19 m.
Goes. Bevallen: C. G. Schouwenburg, geb.