N°. 213
121c Jaargan
1878!
Dinsdag
10 September.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/in. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G, L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Ebsbach en Jones.
Middelburg, 9 September,
Intocht van prins en prinses Hendrik
te Utrecht.
Naar aanleiding eener mededeeling in de Post
een der Berlijnsche regeeringsbladen, schrijft men
ons uit den Haag het volgende:
„Het bericht in een der Duitsche bladen, dat
eerst in het aanstaande voorjaar de verloving
van Z. M. den koning en prinses Emma van
Waldeck-Pyrmont zal plaatshebben, berust blijk
baar op eene vergissing. De verloving zal reeds
in het laatst van deze maand geschieden. Met
dat doel zal Z. M. de koning den 26en of 27en
dezer naar Arolsen reizen, waar het hof van den
vorst van Waldeck gevestigd is.
„In kringen, waar men het weten kan, wordt
verwacht, dat reeds in Februari a. de voltrekking
van het huwelijk zal plaats hebben."
Bij den gemeenteraad van Berlijn zijn antwoor
den ontvangen op de aangeboden adressen van
gelukwensehing bij het huwelijk van Z. K. H.
prins Hendrik. Prins Frederik Karei, vader der
bruid, zegt in zijn antwoord o. a. het volgende:
„Van ganscher harte deelen wij in het uitge
sproken blijde vertrouwen en den wensch, dat op
die verbintenis 's Hemels rijkste zegen moge
rusten en de huwelijksdag voor het vorstelijk paar
het begin eener reeks gelukkige dagen moge zijn.
De vereeniging tusschen de huizen van Hohenzol-
lem en Oranje is bij de heide vorstelijke familiën
steeds beschouwd als geluk aanbrengend."
Heeren advocaten worden herinnerd aan hunne
verplichting om hun akten van beëediging in den
loop dezer maand te doen afteekenen ter griffie
van het rechterlijk lichaam, waarbij zij zijn inge
schreven.
Het in ons vorig nommer medegedeelde eerste
bericht, afkomstig van Reuter's agentschap,
omtrent het ongeluk dat aan het stoomschip
Gelderland, van de Botterdamsche Lloydis over
komen, hield alleen in dat het schip nabij Cadix
was vergaan. Latere telegrammen aan de reederij
melden dat de bemanning, de troepen en andere
passagiers door de onmiddellijke hulp van een
sleepboot en een oorlogschip zijn gered.
Een Zaterdag bij het agentschap der Botterdam
sdie Lloyd ontvangen telegram bevatte de navol
gende depêche, van den Ned. consul fe Cadix:
Gelderland bij Conil gestrand op zes mijlen
afstand van hier. Sleepboot en oorlogstoomboot
vertrokken om te trachten schip vlot te krijgen;
de troepen zijn geland."
Nadere berichten luiden„De Gelderland maakt
weinig water, drie sleepbooten, een kanonneerboot
en groote lichters zijn langs zijde; het is prachtig
weder; men denkt Zondag de boot vlot te krijgen.
De passagiers en troepen zijn geland."
Eenigszins anders luidt het volgende telegram,
dat Zaterdag middag te 5} uur van Cadix ver
zonden werd.
„De Gelderland bevindt zich in een gevaarlijke
positie, maar met het oog op het schoone weder
en de hulp door stoombooten verleend koestert
men eenige hoop om het schip naar Cadix te
sleepen."
Te 'sHeer Arendskerke is opnieuw benoemd
tot wethouder J. Vermet; tot ambtenaar van den
burgerlijken standH. de Jonge; tot lid van het
burgerlijk armbestuur te 'sHeer Hendrikskinderen
(gemeente 's Heer Arendskerke), in plaats van
wijlen J. Mieras, A. A. Hannewijk.
Te Heinkenszand is benoemd tot wethouder, in
plaats van wijlen I. A. Rijk, Giljaam Nijsse, die ook
benoemd is tot lid van het burgerlijk armbe
stuur en tot ambtenaar van den burgerlijken stand.
De aandacht wordt gevestigd op een onder
onze ingezonden stukken opgenomen brief van
den gezagvoerder der spoorboot, naar aanleiding
van het in ons nommer van 3 dezer medegedeelde
bericht omtrent het voorgevallene met de stoom
boot de Eendracht.
Wij hebben daarbij slechts aan te teekenen
dat onze inlichtingen omtrent het gebeurde uit de
eerste hand en uit zoo vertrouwbare bron geput
waren, dat ons inderdaad niets anders te doen
overblijft dan het verschil tusschen de beide
verhalen te erkennen, zonder omtrent .de juistó jfêr
heid van de eene of van de andere voorstelling
oordeel te kunnen vellen.
een
De heer C. C. Vermeer, rijks-havenmeester te
Vlissingen, is in diezelfde betrekking overgeplaatst
naar Rotterdam. (Hbl.)
Uit Rotterdam wordt ons gemeld:
De kiesvereeniging Burgerplicht heeft een blijk
gegeven van groote voortvarendheid. In de
Staatscourant van Woensdag verscheen de benoe
ming van den heer Verniers van der Loefl tot
lid van den raad van state, en reeds Vrijdag riep
het bestuur van Burgerplicht de leden tegen den
volgenden dag bijeen,, om een candidaat te kiezen
ter vervanging van genoemden heer als lid van
de tweede kamer. Daar de verkiezing nog niet
is uitgeschreven, is nog zelfs niet officieel gecon
stateerd, dat er eene vacature in de kamer is
Misschien had Burgerplicht zoo groote haast,
omdat zij de kiesvereeniging, die in het vorige
jaar met de candidatuur van den heer van Stolk
zooveel verwarring stichtte, wilde vóór zijn.
Candidaat van Burgerplicht is de heer mr. J.
van Gennep, onze wethouder van financiën, meer
echter als koloniale dan als financieele specialiteit
aanbevolen.
Of ditmaal de strijd aan de stembus weder het
zelfde karakter zal hebben als die in het voorjaar
Het mag betwijfeld worden, ook al ware een ander
dan de heer van Gennep tot candidaat geprocla
meerd. De conservatieven, ultramontanen en een
deel der antirevolutionairen, die toen van de ver
deeldheid onder de liberalen meenden te kunnen
profiteeren, zijn in hun verwachtingen omtrent
den heer van Stolk zeer bedrogen uitgekomen.
De heer van Stolk toch heeft in de kamer bij
elke gelegenheid zóo gestemd, als ware het hem
er om te doen, een gansche reeks van démenti's
te geven aan hen, die zijne verkiezing hebben
willen voorstellen als eene nederlaag voor de
liberale partij. De heer Kerdijk zelf had zich in
de kamer geen beslister bondgenoot van de libe
ralen kunnen toonen. Niet licht zou dus de kies
vereeniging Botterdam een tweede maal zulke
ijverige helpers vinden in het kamp der tegenpartij.
Wat die Vereeniging zelve betreft, zij komt
tegenover de candidatuur van den heer van Gen
nep in eene zeer moeielijke positie. Om te pro
testeeren tegen „de clique", die Rotterdam regeert,
was het te doen zóo heette het in 't voorjaar
en dat nog wel, terwijl Burgerplicht en 'Orde een
candidaat hadden gesteld, buiten Rotterdam
woonachtig en dus moeielijk tot die cliquete
rekenen. Hoe dan nu, nu een der wethouders can
didaat is, dat is een uit het middelpunt van „de
clique"Van den anderen kant zou die vereeni
ging niet licht een candidaat vinden, die tegen
over den heer van Gennep als mededinger zou
willen optreden.
In de vergadering van Burgerplicht werd mede
gedeeld, dat de heer Kerdijk verklaard heeft niet
weder eene candidatuur te Rotterdam te willen
aanvaarden. Waarlijk geen wonder, na de mis
kenning, hier in het voorjaar geleden
In de Staatscourant is opgenomen het program
ma Voor de opening van de vergadering der staten-
generaal, te 's Gravenhageop Maandag den
16Bn September 1878.
De minister van binnenlandsche zaken brengt
in de St. ct. ter kennis van belanghebbenden, dat
de commissie, belast met het afnemen van het
eerste natuurkundig examen, vermeld in art. 2
der wet van 8 Juli 1874 Staatsblad n" 97), en
van het natuurkundig examen voor hulp apothekers,
vermeld in art. 5 dier wet, zitting zal houden op
Donderdag 12 September e. k. en volgende dagen
te Utrechten
de commissie belast met het examen van hen, die
eene akte van bevoegdheid als arts of als tand
meester wenschen te verkrijgen, of hunne vroeger
verkregene bevoegdheid verder wenschen uit te
breiden, overeenkomstig artt. 27 en 28 der wet
van 1 Juni 1865 Staatsblad no 97), zitting zal
houden op Woensdag 11 September e. k. en
volgende dagen te Leiden.
Het bestuur der Groningsche Werkliedenver ei-en
(jmg heeft een adres gezonden aan den raad
gfemeente Groningen, waarin het verzoekt
een subsidie toe. te voegen aan de ƒ1000, door
de maatschappij tot Nut van 't Algemeen bestemd
voor de uitzending van werklieden naar de
wereldtentoonstelling. Het meent nl. dat de zaak
nog op te kleine schaal is aangelegd en acht
vooral bezwarend de bepaling, dat de werklieden
zelf f 15 moeten storten.
Reeds hebben zich 130 werklieden uit ver
schillende oorden des lands aangemeld om deel
uit te maken der groep, die van wege de maat
schappij tot Nut van 't Algemeen naar Parijs zal
worden gezonden.
De Staats-courant bevat de statuten der vereeni
ging de Spaarbank te Hulst, benevens de statuten
der sociëteit Eensgezindheid te Goes.
De Staats-courant bevat het koninklijk besluit
van den 28':n Augustus 1878, tot wijziging van
een gedeelte van den loop der linien van toezicht
in de provincie Zeeland, waardoor de aanwijzing
1u art. 1 van het koninklijk besluit van 27 No
vember 1822 Staatsblad n°. 48) van de linie van
toezicht aan de zeezijde in Zeeland, van Gapinge
tot aan den Torenpolderdijk (23e en 24e zinsneden
van genoemd artikel), vervangen wordt door het
volgende
„Van daar langs de boorden van de Gaping-
sche sprink, loopende van het dorp Gapinge tot
aan den Veerschen watergang, verder in noorde
lijke richting langs dien watergang tot daar waar
deze nabij Veere zich vereenigt met den Vrouwen-
folder watergang, zoodanig dat genoemde sprink-
en Veersche watergang buiten bet terrein van
toezicht vallen, voorts in eene rechte lijn noord
waarts loopende tot aan den zuidoostelijken hoek
van den Kattepolder, van daar in eene rechte
lijn het Veergat kruisende, tot aan de zuidelijke
punt van den Kamperlandschen veerdam, dezen
veerdam volgende, en verder langs den zuidwes
telijken hoek van den zeedijk van den Onrustpolder;
den zuidelijken zeedijk van dien polder en van
den Jacobapolder tot aan de slnis van den Heer-
janspolder nabij het Kamperlandsche veer, van
die sluis in eene rechte lijn dwars door den
Heerjanspolder tot aan de buurtschap genaamd
het Oude Kamperlandsche veer; voorts langs den
Aarden of Kamperlandschen weg, dwars door
den Kamperlandschen polder, bezuiden het bosch
van den heer Vader tot aan den Torenpolderdijk."
De twee laatste zinsneden van art. 2, litt. b,
van het koninklijk besluit van 6 Juli 1835
Staatsblad n°. 22) worden vervangen door de
volgende
„Van daar loopt de linie links langs gezegden
postweg door de Noord Craijert en de Jacobpol-
ders en over den Oostveerdam tot aan het Sloe.
Van het einde van den genoemden Oostveer
dam loopt de linie in eene rechte lijn op den
West veerdam en langs dien Westveerdam en den
postweg (latende de Suzanna- en de Nieuwer-
kerkepolders ter rechter- en de Rapenburgsche,
de Oude St. Joostlandsche en de Middelburgsche
polders ter linkerhand) tot daar waar de genoemde
postweg in den Middelburgschen polder afdaalt;
verder in eene rechte lijn langs den postweg
(welke .postweg nog thans van Middelburg tot
Goes geheel buiten het onvrij terrein blijft) tot
aan den paal op den Molendijk, gelegen tusschen
den Middelburgschen polder en den Molenpolder;
van dien paal loopt de linie in eene rechte lijn
naar den paal staande op den voormaligen kapitalen
zeedijk van Walcheren, tusschen het Stadspoldertje
en het Galgenpoldertje, voorts langs den gemelden
kapitalen zeedijk, het Galgenpoldertje en den
Welzingschen polder ter linkerhand latende, tot
aan den Schroeweg, wijder3 westwaarts langs den
Schroeweg tot aan den tweesprong van gemelden
weg; voorts dien weg zuidoost- en westwaarts
volgende over den Welzingschen watergang tot
aan den Zuidweg, en verder zuidoostwaarts tot
aan het Polderwegje. Verder loopt de linie langs
dat polderwegje tot aan de brug over den Zuid-
Wateringschen watergang, en wijders in zuidelijke
richting langs de boorden van dien watergang
tot aan de rivier de Westerscheide, zoodanig dat
de genoemde watergang met haren binnenboezem
buiten het onvrij terrein valt,
Van daar loopt de linie westwaarts langs de
boorden van die rivier,- de dijken, kaaien en
muren volgende tot aan de sluis van den Middel
burgVlissingschen watergang, zoodanig dat de
buitenboezem van den Zuid—Wateringschen water
gang, de buitenhaven of voorhaven van het
kanaal van Walcheren, de Ooster- of Dokhaven,
de Wester- of Koopmanshaven tot aan de sluis
en de beursbrug te Vlissingen, benevens de
buïtenboezem van den MiddelburgVlissingschen
watergang in het terrein van toezicht vallen.
De linie loopt vervolgens langs de boorden van
den laatstgenoemden watergang, denzelven ter
rechterzijde latende (zoodanig dat de binnenboe-
zem en de watergang buiten het terrein van
toezicht vallen) tot aan den West-Souburgschen
zandweg, alwaar zij zich vereenigt met die vast
gesteld bij koninklijk besluit van 27 November
1822 Staatsblad no. 48).
Parti culiere correspondentie
Zondag morgen.
Reeds eerder had ik u omtrent de versieringen
enz. die met het oog op het feest van morgen aan
gebracht worden het een en ander geschreven,
maar de indruk dien ik er op eene wandeling
van Vrijdag van gekregen had, was te teleur
stellend, om daarvan zelfs een kort verslag op
te stellen. Gisteren echter heeft men ruim
schoots ingehaald wat men verzuimd had. Heden
middag heb ik nog eens de route gevolgd, die de
stoet nemen zal. Het station van den Rijnspoor
weg, waar de hooge gasten zullen aankomen, was
nog niet geheel gereedwat ik er van zag geeft
echter recht te vermoeden, dat, de localiteit in
aanmerking genomen, de versiering fraai zal zijn-
Op het gedeelte perron waar de vorstelijke perso
nen de rijtuigen zullen verlaten, zal een kleed
gelegd wordenrechts en links van de deuren der
le klasse wachtkamer zijn keurige bloemen ge
plaatst. De wachtkamer zelve is eenvoudig doch
netjes versierd met tal van bloemen, waar achter
spiegels zijn geplaatst, boven welke laatste tropeeën
van vlaggedoek zijn aangebracht. Aan de zijde
van de stad zijn mede bloemen geplaatst. Een
kleed van de wachtkamer tot aan de vorstelijke
rijtuigen zal morgen daar gelegd worden.
De meeste huizen der straten, die de stoet zal
volgen zijn groen gemaakt. Hier en daar waait
reeds onze nationale vlag. Aan den in- en uitgang
der stad zijn van wege de gemeente eerepoorten
geplaatst, welke geheel met mos bekleed en ver
sierd zijn met bloemen, oranje en de wapens van
Nederland en Pruissen en met de initialen H. en M.
Yooral de bewoners van de Zadelstraat en
Choorstraat hebben hun best gedaan. Onder de
particuliere decoratiën munten uit die van den
heer van Renesse, koek- en banketbakker, die
van pakjes theerandjes, welke voorzien zijn van
de portretten van de hooge gasten, het woord
Hulde heeft geplaatst boven een smaakvolle bloe
menversiering, waaronder in zeer nette lijsten de
photographische portretten van prins Hendrik en
zijne gemalin hangen.
Het stadhuis is mede eenvoudig doch netjes
ingericht. Langs het bovenmidden heeft men een
rand van rood fluweel met gouden franje aange
bracht, in het midden een draperie van lila
fluweel, samengevoegd in de koninklijke kroon.
De voorpoorten zijn met fraaie en zeldzame
bloemen versierd.
Maar dit alles wordt overtroffen door de fraaie
versiering van het station van de Oosterspoorweg,
dat honderden nieuwsgierigen daar heden heeft
heengelokt.
Tot goed begrip der beschrijving dezer versie
ring, moet ik eerst mededeelen, dat men voor
dat station een balcon heeft, rustende op vier
pilaren; onder dat balcon doorloopende, komt men
in een zeer ruime vestibule, aan den rechterkant
waarvan men de wachtkamer 1° klasse heeft.
De pilaren der voor- en zijkanten van het
balcon zijn groen gemaakt, het groen is met
oranje vastgebonden, midden aan den voorkant
van bet balcon heeft men een tropee van dc
Nederlandsche en Pruisische vlaggen gemaakt. Op
den grond zijn aan de beide zijden prachtige
bloemen geplaatst. De ruime vestibule is door