Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Marine en leger, Rechtszaken. misschien wat minder schrijven en praten, maar wat meer doen. Eén Floralia doet in deze richting meer goed dan een stapel ge schriften of eene reeks volksvoordrachten. Ten derde, voor ons die de pen moeten voeren, ook door onze taal, Dit laatste punt wordt te zeer verwaarloosd, ja door sommigen met min achting bejegend. „Taalkundige muggenzifterij" heet het, wanneer de moeite waargenomen wordt, waarmede een enkele er naar streeft om zich in zijn moedertaal zuiver en nauw keurig uit te drukken. Een ondankbaar werk is het daardoor ook. Wanneer wij geen aan leiding vonden om er nu eens op te bluffen, zou waarschijnlijk door niemand onzer lezers, opgemerkt, veel minder op prijs gesteld zijn dat in dit opstel, dat zij lezen met slechts een enkele onvermijdelijke uitzondering, niet éen woord voorkomt van vreemden klank. Toch weet ieder, die „van het vak" is, welk eene aanhoudende waakzaamheid van hand en hoofd, slechts door een hooger plichtsgevoel levendig te houden, er vereischt wordt om in dezen niet aan gemak- en volgzucht toe te geven. Nog eens, dit is van meer belang dan men vermoedt. Slechts wat verstaanbaar is, lokt tot lezen uit; het niet verstaanbare wekt ergernis. Had de eerste onzer staathuishoud kundigen, die over „participatie-stelsel" te spreken had, zich de moeite gegeven er een Nederlandseh woordverdeeling-stelsel b. v. voor te zoeken, misschien zou prof. Pekelharing zich aan de misvormingen er van op de arbeiders-bijeenkomst niet geergerd hebben en zijne ergenis op hare beurt niet weder den toorn hebben kunnen opwekken der werklieden, over zijn scherpen spot met hun onkunde. De kloof, die beiden nu scheidt, ware dan mogelijk een paar strepen minder diep geweest. Ter aanvulling van het gisteren onder onze telegraphische berichten reeds medegedeelde, diene nog het volgende. De heeren d'. Stephan, post meester generaal van bet Duitsche rijk, Starklof Ober-Pvstdirector, Friederich, Ober-Postdirector en Geheimer PostrathHucke, Geheimer Ober Begie- rungsrath en Miessner, Geheimer Ober-Postrath zijn Donderdag avond te Vüssingen aangekomen, teneinde met het oog op het toenemend verkeer van Duitschland naar Engeland, aldaar alles in oogenschouw te nemen. Vrijdag morgen be zichtigden zij de havens zoowel als de schepen der stoomvaartmaatschappij Zeelandonder ge leide van den directeur dier maatschappij, en keerden te 12 u. 45 m. met den trein naar Duitsch land terug. Zoowel dit bezoek als dat, in de vorige week door de directeuren van verschillende Duitsche en Oostenrijksche spoorwegmaatschappijen te Vlissingen gebracht, bewijst hoezeer de verbinding van daar met Engeland, in het buitenland de aandacht begint te trekken. Door gedeputeerde staten dezer provincie is aan de leden der provinciale staten verzonden een voorstel om afwijzend te beschikken op het verzoek van den raad der gemeente Hoofdplaat, om die gemeente op te nemen onder de aanleg plaatsen van den stoombootdienst op de Wester- Schelde.Bij het voorstel is gevoegd het rapport van de commissie van toezicht op dien dienst en een bericht van den inspecteur van het loodswe zen te Vlissingen betrekkelijk de genoemde zaak. laarzen en de deftigheid van vroeger dagen op het doek weer te geven. No. 1 was eerst sedert zes maanden voltooid en verreweg het geriefelijkste van de twaalf. Het genoot het voorrecht twee deuren te bezitten, den hoofdingang in de laan en een zij deur in den langen steenen gang, waarin de elf anderen uitkwamen. Morel was een gelukkig mensch. Hij wijdde zich met hart en ziel aan zijn beroep; doch be hoefde het niet te doen voor zijn dagelijksch brood. Hij leefde voor zijn werkmaar behoefde niet te werken om te leven, daar hij een eenig kind was van niet onbemiddelde ouders, die hem genoeg nalieten om te leven en zich van zijn jeugd af te wijden aan de ontwikkeling van een talent, dat hem aangeboren was, evenals het aangename uiterlijk en het innemende karakter, dat hij van zijn moeder geërfd had. Claud had zich al sedert lang verheugd op de inrichting van dit nieuwe atelier en op al zijne reizen had hij wapens, behangsels, oude kasten, zijden gordijnen, lederwerken en kostumes uit de schilderachtigste tijdvakken daarvoor aangekocht. Eindelijk had hij een goede bergplaats voor al die schatten gevonden, maar nu was zijn tevredenheid en opgewektheid gevloden en hij begon zich met een beklemd hart en een zwaarmoedige stemming te vestigen in zijn tot nu toe zoo vurig gewenscht kunstenaarsverblijf. Het schikken zijner meubelen bezorgde hem eenige dagen lang genoeg bezigheid en liet hem geen tijd tot nadenken, en om geen Te Hoedekenskerke is in plaats van den heer H. Jasperse de heer J. Raven tot wethouder benoemd, die deze betrekking echter nog niet heeft aangenomen. Tengevolge der waarschuwing van het Nieuws van den Dag is door burg. en weth. van Amster dam een adres gericht aan den minister van waterstaat, waarin gewezen werd op het gevaar van de zandstórtingen op 2000 meter vóór den mond der haven van het Noordzeekanaal, tenge volge waarvan feitelijk reeds eene verondieping ver oorzaakt was. De minister heeft last gegeven om onmiddellijk met het storten verder in zee te beginnen. In de Staats-courant zijn opgenomen de ver slagen, betreffende de op 5, 6 en 7 Juni jl. te Apeldoorn gehouden tentoonstelling van zuivel en werktuigen tot zuivelbereiding. Het beeft H. K. H. prinses Hendrik behaagd den titel van beschermvrouw aan te nemen van de Algemeene Nederlandsche Vrouwenvereeniging Tesselschade. Woensdag 11. is een commissie van het bestuur dier Vereeniging toegelaten óm aan H. K. H. een geborduurd tafelkleed, door eene der dames-werksters vervaardigd, aan te bieden. Men schrijft ons uit den Haag De gala-voorstelling, gisteren door de Vereeni ging Het Nederlandseh Toonetl in den koninklij ken Hollandsehen schouwburg gegeven, mocht in waarheid schitterend heeten. Ieder plaatsje in de prachtig met bloemen versierde schouwburg zaal was bezet en ook daarbuiten vulde eene dichte menigte alle straten en ruimten in en nabij het gebouw, op het oogenblik dat Z. M. de koning, prins en prinses Hendrik, de groothertog van Saksen-Weimar en zijne gemalin zich der waarts begaven. Z. M. droeg de uniform der grenadiers, prins Hendrik die van luitenant-admi raal der vloot, de eenige dit in 't voorbijgaan gezegd, die de prins dragen kan, daar hij geen rang bij ons leger bekleedt. De verslagge vers die gemeend hebben hem in den laatsten tijd als generaal te zien, hebben dus gedroomd. Prins Hendrik is zeeofficier, heeft als zooda nig diens t gedaan hier zoowel als in de ko loniën, en draagt daarom zeeofficiers-uniform. Met rangen waarvan hem niets anders bekend is dan de titel en de uniform, heeft deze prins zich nooit willen laten bekleeden. Het programma der voorstelling hield, zooals u bekend is, zoowat van alles in. De gevierde Duitsche tooneelspeelster, mevrouw Seebach, op tredende als Borussia, sprak tot de gemalin van onzen prins een diep gevoeld woord tot afscheid van haar vaderland, dat algemeen, bijzonder door Z. M. den koning, warm werd toegejuicht. Me juffrouw de Groot, eene van 's konings kunst- pensionaires, oogstte niet minder lof in bij het voordragen van verschillende stukken uit het treurspel-répertoire. Haar viel de onderscheiding ten deel, van door Z. M. met een kostbaren armband, bestaande uit een smaragd met dia manten omzet, begiftigd te worden. Onze mevrouw Kleine eindelijk richtte tot slot der voorstelling, op de haar eigene indrukwekkende en waardige wijze, een door den heer Schimmel gedichten welkomstgroet tot de jeugdige vorstin, die van het Pruisische koningshuis tot het onze is over gekomen. Door den koning voor het grootste gedeelte, door de andere vorstelijke personen geheel tot het einde bijgewoond, nam deze voorstelling eene waardige plaats in de rij der Haagsche hoffeesten van deze maand in. Het door de gemeente Amsterdam voorZ. K. H. oogenblik te verliezen had hij besloten de nieuwe week te beginnen met geregeld te werken. Daarom had hij een model gehuurd en bepaalde hij dien geheelen Maandag morgen zijn aandacht bij de schilderij, die oorspronkelijk voor de tentoon stelling van dat jaar was bestemd. Hij had den heelen morgen ijverig doorgewerkt; maar aan het dejeuner voelde hij dat het verder niet meer gaan zou, zond zijn model weg en wierp zich op een antieke sofa met vergulde lijst en geschil derde satijnen kussens. Arme Claud! Het waren vreeselijkegedachten welke die rimpels op zijn voorhoofd riepen: zij be troffen het voor hem alles omvattend onderwerp Pearl, en de vraag hoe hij de verzoeking zou weer staan haar weer te zien. En hoe hij het zou kunnen verdragen haar te zien als de vrouw van een ander. En toch kon hij wegblijven zonder haar te beleedigen en zonder dat lieve, trouwe, blozende meisje in Hamburg verdriet aan te doen Hij zou zeker wijzer doen met zulke gevaarlijke ontmoetingen te vermijden; zijn zwakheid had hem reeds genoeg in moeielijkheid gebracht. Waarom had hij in Hamburg dien beslissenden dwazen stap gedaan? Dat was de 3chuld van Delroy geweest, die had zoolang gepraat van de liefde van Lotta voor Claud, dat Claud eindelijk uit medelijden de toestemming van haar vader was gaan vragen. Zijn toestemming, waarvoor Voor zijn levens lange verbintenis met Lotta, voor wie hij niets dan medelijden, geen liefde koesterde. Als hij na prins Hendrik en zijne gemalin bestemde huwe lijksgeschenk werd gisteren door de heeren Den Tex, burgemeester, Driessens, van Tienhoven en Tromp, wethouders en de Neufville, secretaris, allen in gala-kleeding, aangeboden. Het is een zilveren dessertservies, bestaande uit 4 kandela- bres, 2 fruitschalen met geslepen kristallen inzet- bakken, 12 bonbonschalen met kristallen inzet bakken, 4 prachtig geslepen compótes met dito deksels op zilveren voet en sierlijke zilveren bouquets op het deksel, 18 flesschenbakken en 18 zoutvaten met kristallen inzetbakjes. De prins aanvaardde het geschenk met ingenomenheid, gaf zijn sympathie te kennen voor Amsterdam en verklaarde voornemens te zijn, zoodra de ge legenheid zich aanbood, met de prinses een be zoek aan de hoofdstad te brengen. Aan het belangrijk verslag omtrent de heffing der inkomsten-belasting te Amsterdam zijn de volgende aanteekeningen ontleend. Het geheel belastbaar inkomen van de inwoners der hoofdstad bedroeg als minimum 73 millioen gulden, vertegenwoordigende een kapitaal-bezit van minstens 1500 millioen. Ruim 30,000 personen werden aangeslagen voor ongeveer 880 geschiedde die aanslag ambts halve op verzoek; bijna 9000 personen beweerden ten onrechte dat hun inkomen minder dan f 600 bedroeg, 23,600 deden vrijwillig aangifte van hun inkomen. Van deze laatsten werd slechts voor 15,865 of wel 54 pet. de aangifte voor juist aan genomen. Iemand beweerde 1500 inkomen te bezitten en werd voor f 14,000 aangeslagen een ander gaf een revenu van 4200 aan, maar bleek er een te hebben van meer dan f 20,000. Niet minder sterk sprekend i3 de plaatsing van een derde, die beweerde geen belastbaar inkomen te hebben, in de 12e klasse, een inkomen van ƒ5000—6000 vertegenwoordigende. Duidelijk blijkt bovendien, dat niet geschroomd werd zeer hooge aangiften, zoo dit noodig toescheen, als onjuist te verwerpen. Het meest werden betrekkelijk zij verhoogd, die bij het diamantvak werkzaam waren. Met slechts 11 pet. hunner aangiften werd genoegen genomen. Voor de tappers bedroeg het cijfer der eerlijke aangiften 26 pet.; ran de kooplieden (winkeliers daaronder begrepen, uitgesloten het hulppersoneel van den handel), zagen 56 pet. hunne aangifte bevestigd: van de ambtenaren 92 pet.; van hen eindelijk die geen beroep uit oefenen 76 pet. Het totaalcijfer van 73 millioen blijkt als volgt over de verschillende klassen der maatschappij verdeeld. Een inkomen van minder dan f 1000 hadden 40 pet.van f 10002000, 31ï pet.van ƒ20005000 19 pet.van f 500010,000 5.5 pet.; van f 10,00020,000 2.5 pet.van f 20,000— 106,000 1.5 pet. en meer dan laatstgenoemde som 21 personen of 0.07 pet. van het totaal. Gaan wij echter na hoeveel door ieder dezer rubrieken aan belasting opgebracht werd, dan krijgen wij geheel andere verhoudingen. De laagste klasse droeg 4.6 pet., en de daaropvol gende droegen resp. 11.8 pet., 24 pet., 16 pet., 14.5 pet., 23 5 pet. en 5.6 pet. bij in de f 1,170,000, die in stadskas vloeiden. Met andere woorden: 11,677 personen, met een inkomen van f 600 1000, betaalden gezamenlijk minder dan 21 per sonen met een jaarlijkach inkomen van f 106,000 en meer. De namen van hen, die tot het nationaal hul deblijk aan Z. K. H. prins Hendrik hebben bijge dragen, zijn vermeld op kartonnen bladen, bevat in eene cassette, welke heden met de daarbij behoorende oorkonde Z. K. H. aangeboden zal worden. Deze cassette staat op een tafel, wier koperen voet verguld en van hoogst bevallige bewerking niet geëngageerd was kon hij onbeschroomd weg blijven; maar indien hij dat nu deed zou Lotta zich verbazen en wellicht iets gaan vermoeden! Terwijl hij daar zoo op zijn antieke sofa lag te peinzen, werd het hem duidelijk dat hij alles moest doen wat in zijn vermogen wa3 om Lotta eenig leed te besparen; want dat lieve kind was reeds begonnen zich ongerust te maken over zijn onverklaarbaar gedrag op dien 21en December, en had hem daarover allerlei strikvragen gedaan, die hij altijd zorgvuldig ontweken had. Het beste wat hem dus te doen stond was dapper naar Fern-Lea te gaan, wat hem dit ook kosten mocht; den kalmen blik van mevrouw Carlton te verdu-. ren en zoo noodig zelfs met haar over zijn ver loving te spreken. Daarop werd hij toornig op zichzelven over zijn wankelmoedigheid, sprong van de sofa op en liep met groote stappen het atelier op en neder. Was hij dan geen man en kon hij die dwaasheid, die begoocheling niet te boven komen? Zij was als een vloek die op hem rustte en hem zijn geschiktheid, ja zelfs zijn lust tot werken benam. En toch, toen hij Pearl leerde kennen had hij gedacht en gehoopt Wordt vervolgd.) is. Deze voet draagt een blad, belegd met pu per fluweel afgezet met goud. De cassette heeft eene hoogte van omstreeks 1.5 decim. bij ongeveer 1 M. lengte, en bestaat uit zwart ebbenhout, waarvan de zijpaneelen belegd zijn met donker bruin marokkoleder, afgezet met goud. Van binnen is zij bekleed met donker purper kleurig satijn, waarin de kartonnen bladen worden gelegd. Het deksel van het kunststuk is in strengen stijl bewerkt. De uiterste rand is in het vierkant afgezet door een belegsel van palmbladen, terwijl de vier boeken op een relief van zacht groen kleurig email groote en fonkelende a jour geslepen robijnen dragen. In het midden van dit deksel, omgeven van een mirtenkrans met oranjeknoppen, ligt een medailjon, in monogram de letters M en H vermeldende, vereenigd door een lint, dat in wit en blauw émail „24 Augustus 1878" tot op schrift draagt. Dit letterteeken is gedekt met een koninklijke kroon. Aan weerszijden daarvan liggen op eene ciselure van blauw en wit zilver, de wapens van Oranje en Hohenzollern op schil den van gedreven goud bevestigd. Hierom heen ligt in het vierkant een rand op een émail van blauw met groen, de elf wapens vertoonende der Nederlandsche provinciën, elk op zichzelve meester stukken van goudsmids- en drijfwerk. Bovenaan prijkt in het midden van dezen rand het rijkswa pen van Nederland, uitgesneden in goud. De cassette wordt geopend met een sleutel, in wier oog het monogram M H is uitgesneden, en heeft aan weerszijden twee zware gouden hand vatsels. eerste kamer. Benoemd tot voorzitter van de eerste kamer der staten-generaal, gedurende de vergadering, die zal aanvangen op den derden Maandag van September 1878, mr. J. A. G. baron de Vos van Steenwijk, lid van die kamer. (Reeds onder de tel. ber. gemeld.) consulaten. Erkend en toegelaten als vice- consul van Frankrijk te Maastricht, op den voet van Nederlandseh onderdaan, de heer L. Regout. De raad der gemeente Apeldoorn heeft tot leeraar in geschiedenis en aardrijkskunde aan de H. B. school Prins Hendrik der Nederlanden benoemd den heer R. A. M. Stavenisse de Brauw, te 's Grave nhage. De heer E. E. Gewin, predikant te Abcoude, is beroepen te Wemeldinge. Ons leger wordt door de zeemacht op de Hol- landsche kust aanhoudend verrast en geslagen. Woensdag beproefde eene vijandelijke vloot te landen en had uitgekozen tot Iandingspunt het einde van den Wassenaarschen Slag; ook nu was het weder gunstig; troepen werden aan wal ge zet, en ofschoon zij met geweer- en kanonvuur begroet werden, kan veilig aangenomen worden, dat de landing gelukt is. Reeds vroeg in den morgen van Donderdag rukte het hoofdkwartier naar Katwijk a/z, daar een vermoeden bestond, dat daar een meer ern stige landing beproefd zou worden. De zee was spiegelglad en het voordeel dus geheel aan de zijde des vijands. De pantserschepen naderden dicht de kust en vulden hunne sloepen met scheepsvolk. In weinig tijds waren zij aan den wal. De verdedigende macht was uiterst gering en werd teruggedrongen. Naar hulp werd ver geefs uitgezien, en toen geconstateerd was dat de landing gelukt was, scheepte het zeevolk zich weder in, terwijl door de landmacht de kwartieren betrokken werden. Het hoofdkwartier begaf zich na afloop der manoeuvre naar Monster. Eenigen tijd geleden werd de concierge van bet Nuts-gebouw te Arnhem gevangen genomen ter zake van het ontvreemden van geiden uit het kerkezakje van de Remonstrantsche gemeente, welke in dat gebouw hare godsdienstoefe ningen houdt. De zaak was ontdektdoor dien iemanddie wist dat eene dame een belangrijke gift in het zakje had gestort, zich bij een der kerkeraadsleden informeerde, waarom van het ontvangen dier gift niet, zooals gewoonlijk, op het kerkbriefje melding was gemaakt. Bij onderzoek bleek nu, dat noch die giftnoch een andere, welke kort te voren was geschied, bij den penningmeester was ingekomen. De kerkeraads leden besloten nu onder elkander, den volgenden Zondag tien gemerkte guldens in het zakje te geven. Dit geschiedde en het zakje werd, evenals altijd, gedurende den verderen dienst geborgen in een kamer van het gebouw, waarvan de diaken den sleutel bij zich stak. Na afloop der gods dienstoefening werd het zakje geledigd en zeven der gemerkte guldens ontbraken. De con cierge en de kerkeknecht werden in verhoor genomen, zij brachten te voorschijn wat zij bij zich droegen, waaronder, voor zooveel betreft den concierge, behoorden enkele der gemerkte guldens.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2