Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Kerknieuws.
Marine en leger,
Kunstnieuws.
Rechtszaken,
bevingen in de Andes vaak evenzoo plaatsen
worden overgeslagen. Naar het noorden toe,
tusschen Dusseldorf en den Eitel, was de bewe
ging het sterkst. Te Aken werden vier stooten
waargenomen; te 8.55 gedurende 20 seconden
met twee hevige schokkente 9.1 een korte vrij
krachtige schok, te 9.30 kort en zwak, te 11.4
nog zwakker.
De snelheid der beweging was ongeveer 495
meter per seconde; in 1847 bij de aardbeving
aan den Eijn was zij 447 meter; te Lissabon in de
vorige eeuw 536.
De oorzaak is waarschijnlijk te vinden in
gloeiende massa's, die uit de diepte der aarde
opstijgen en op haar weg water ontmoeten, dat
zij in stoom doen overgaan en waardoor een
ontploffing veroorzaakt wordt. De kans, dat wel
dra weder een beving van bedenkelijker karakter
zal voorkomen, is blijkens de ervaring zeer gering.
Invloed op den barometer heeft de schudding
niet gehad; maar zelfs bij de sterkste kanonnade
is van zulk een invloed nooit gebleken. übl
De nieuw benoemde gouverneur der provincie
West-Vlaanderen, de heer Hey vaart, heeft bij het
aanvaarden zijner betrekking eene aanschrijving
gericht tot de „heeren burgemeester en schepenen
der steden en gemeenten, heeren arrondissements
commissarissen en andere bestuursambtenaren" in
de provincie.
Aan de voorstanders der Vlaamsche beweging
heeft het genoegen gedaan, dat dit stuk in het
Vlaamsch gesteld was. Wij laten het hier volgen
minder om deze bijzonderheid, dan wel omdat het
ons karakteristiek voorkomt, voor het verschil
in toestanden, dat aan deze en gene zijde van de
Schelde wordt aangetroffen. Bij ons te lande zou
het waarschijnlijk een commissaris des konings
niet zeer goed worden afgenomen, wanneer hij bij
zijn optreden begon met zijne „politieke denkwijs"
officieel voorop te stellen.
De aanschrijving luidt aldus:
„Mijne heeren:
„Min om te hoorzamen aan een oud gebruik, dan
om te voldoen aan mijn verlangen van dadelijk
in rechtstreeksche betrekking met iedereen van u
te treden, heb ik de eer u kenbaar te maken dat
ik van het bestuur van West-Vlaanderen bezit
heb genomen.
„Ik ben in deze provincie geboren en zoo goed
als onder u opgebracht door een vader, die zijn
leven lang de treffendste bewijzen heeft gegeven
van zijne verkleefdheid aan het zedelijk en stof
felijk welzijn van ons schoon West-Vlaanderen.
Ook kan ik niet nalaten u, van eerst af aan, al
mijn geluk uit te drukken mij weer in uw midden
te bevinden, met de zending van u dienstig te zijn.
„Ik heb al de kracht van dit gevoel moeten
ondervinden om het besluit te kunnen nemen
eene bediening te verlaten, die mij nauw aan het
hart lag.
„In die zoo geëerbiedigde magistratuur, tot
welke het voor mij altijd de grootste eer zal zijn
behoord te hebben, leerde ik boven alles de zucht
plaatsen om nooit af te wijken van de baan des
plichts.
„Dit zal mijn gedragsregel zijn, in de nieuwe
en hooge bediening welke de koning mij wel
heeft willen toevertrouwen.
„'t Is op dit plichtgevoel dat ik een beroep
maak, mijne heeren, met u te verzoeken mij uwe
trouwe en verlichte medewerking te verleenen.
„Wees verzekerd dat ik, van mijnen kant,
geene moeiten ontzien zal om u te helpen onze
provincie op den rang te houden, die haar toe
komt in ons vrij en voorspoedig België.
„De wet van het land zal mijn eenig richtsnoer
zijn.
„Al mijne pogingen zullen voor doel hebben
haar stipt en billijk te doen in eere houden zon
„Neen, niet wegwerpen. Maar hij zal misschien
nog wel een hooger bod voor mij willen doen dan
voor dien fraaien lokvogel, „Beauty;" en het zou
mij kunnen behagen mij voor een bovenmatigen
prijs te verkoopen. Kijk nu niet zoo verbaasd,
mijnheer Carlton en bedenk wat ik u verleden
gezegd heb. Geld, kleeren, rijtuigen, weelde, dat
alles is mij onontbeerlijk. Het leven heeft zonder
dat geen waarde voor mij. Hoe ik er toe geraak
is van onderschikt belang voor mij." Zij had
op haar gewonen zachten toon gesprokenmaar
uitte die laatste woorden zeer beslist. Het zou
moeielijk zijn de gedachten te ontleden, die Carlton
vervulden terwijl hij luisterde naar die vrouw,
die zoo onverschrokken, zoo onbeschaamd en
toch voor hem zoo boeiend was. Misschien was
zijn eerste en sterkste indruk dat hij haar tot
eiken prijs moest beletten zich dusdanig op te
offeren en hij zou dit dwaze denkbeeld stellig
onder woorden gebracht hebben, als de stem zijner
vrouw hem niet tot zichzelven gebracht had.
Pearl met haar lieve stem en zachte manieren
oefende een kalmeerenden invloed op hem uit, en
toen zij de rivier bereikten was hij bijna vergeten
dat hij in geestelijken zin „van de wijs" was geweest
en hij voelde zich even als zijn dapper vrouwtje
bereid een der riemen te vatten. Zij roeiden
vroolijk naar een naburig eilandje. Sibylle leunde
tegen de blauwe kussens en Dora, die vond dat
ze het gemakkelijkst op den grond zat, liet haar
hoofdje tegen de knie van Sibylle rusten, sloot
haar oogea en bij het gekabbel van het water
der onderscheid van gezindheid en zonder zwak
heid.
„Het is u niet onbekend, mijne heeren, dat
mijne politieke denkwijze diegene is, aan welke
onlangs door de meerderheid der Belgische kiezer»
een zoo schitterende hulde gebracht werd.
„In mijne overtuiging, zoowel als in die van
's konings landsbestuur, dat ik hier vertegenwoordig,
moet de rechtzinnige toepassing dezer denkwijze
aan alle vrijheden een waarborg, aan al de ware
belangen eene bescherming, en aan het ganse he
land den stoffelijken vooruitgang en de zedelijke
grootheid verzekeren."
verbetering.
Het bestuur van de vereeniging Uit het volk-
voor het volk verzoekt ons het volgende te ver
beteren in hare eergisteren aan ons medegedeelde
lijst van bekroningen:
de eerste premie voor eene verzameling van 5
planten is niet behaald door de wed. Valkhofl,
op n° 59, maar door W. P. Gruson op n°60;
de derde premie voor eene verzameling van 4
planten is niet behaald door J. H. C. Net op n°
226, maar door E. de Pagter op n° 227.
huis des konings. Benoemd tot ZrMs. adju
dant in buitengewonen dienst, de kapitein ter
zee jhr. H. O. Wichers, minister van marine.
De uitslag van de toelatingsexamens tot de
lessen der rijks hoogere burgerschool alhier, ge
houden 24 Sept. jl. is als volgt: van 27
candidaten, die zich hadden aangemeld, zijn 3
afgewezen. Een van de afgewezenen, die plaatsing
in eene hoogere klasse gevraagd had, is in eene
lagere toegelaten, en een tweede is alleen voor die
vakken geplaatst, waarin hij voldaan had.
De lessen zijn op den 5en Sept. aangevangen
met 87 leerlingen, waarvan 68 alle lessen volgen.
Op den 3en, 4«n en 5*a dezer heeft te Botter
dam de 81" jaarvergadering van het Nederlandsch
Zendeling-genootschap plaats gehad.
In een uitvoerige memorie legde het hoofdbe
stuur den standder zaken in de Minahassa bloot,
met het oog op de maatschappelijke toestanden,
den godsdienst, de kerk, het schoolwezen, de
zendelingen en de nog steeds stijgende geldelijke
eischen bij voortzetting van alles wat tot hiertoe
door het genootschap in en voor de Minahassa
verricht was.
Nagenoeg met algemeene stemmen werd beslo
ten tot het geleidelijk overdragen van de gemeen
ten in de Minahassa aan de Protestantsche kerk
in Ned.-Indië, binnen een tijdsverloop van twee
a drie jaren, met behoud van de scholen waar
dit noodig is, óf omdat ter plaatse geen gouver-
nementsschool is, óf omdat blijkt dat door het
opheffen der school te kort zou gedaan worden
aan de godsdienstige vorming van de jeugd.
Tot dit laatste hoopte men in staat gesteld te
worden door het krachtig werken van de Kwart
gulden vereenigingen, door het vermeerderen van
haar getal en door de giften, sedert eenige jaren
aan het genootschap voor dit doel toegevloeid.
Bestuurders wilden niet uit het oog verliezen de
godsdienstige belangen der gemeentende Chris
telijke gemeenschap onderhouden, maar het beleid
geheel overdragen aan de hulppredikers, onder
toezicht van het bestuur der Protestantsche kerk
in Ned.-Indië, die zij daartoe alleszins geschikt
en bevoegd achten. Voor de zending stonden
andere velden open.
kwamen haar al de legenden weer in de gedachten,
die Felix haar verteld had; vooral die van de
schoone Loreley, die op een rots gezeten was en
hare goude lokken met een gouden kam kamde,
en al zingende de schippers ten verderve bracht.
Loreley dacht zij, móest veel op Sibylle geleken
hebben; maar Sibylle zong niet en zij zou ook
nooit zoo wreed kunnen zijn als Loreley.
Den volgenden dag ging Carlton voor zaken
naar de stad. Hij had dien nacht verscheiden uren
slapeloos doorgebracht en werd steeds vervolgd
door de honende woorden van Sibylle. De men-
schen wisten dus van zijn „slooperswerk," en
de manier waarop hij zijn geld verdiende stond
zijn positie in den weg. Wie kon haar dat ver
teld hebben? Was het feit algemeen bekend
onder de kennissen van lady Carolina? Was het
daarom dat zij zooveel moeite had om zich staande
te houden onder „den fatsoenlijken stand"
terwijl het doel van haar leven was daartoe te
behooren? Neen, zij had nog een ander doel en
dat was geld bezitten, ofschoon er nooit over
gesproken werd, maar haar zoon wist het heel
goed en anderen vermoedden het.
Wordt vervolgd.)
Het hoofdbestuur heeft verder de afdeeliugen
verzocht schriftelijke mededeelingen in te zenden
omtrent het door haar verrichte tot vermeerde
ring der inkomsten van het Genootschap, en de
permanente commissie uitgenoodigd, te trachten
de belangstelling in de zending te verhoogen
door bespreking in grooter en kleiner kring.
Begunstigd door schoon weder en eene lichte
koelte, vertoonde zich de vijandelijke vloot, voor
gesteld door de ramsckepen Stier en Guinea,
Dinsdag morgen voor de kust ter hoogte van
Loosduinen. Het stoomjacht de Schelde, als aviso
dienst doende, had de bewegingen des vijands
van nabij gevolgd en stoomde, toen het doel der
aanvallende macht duidelijk werd, teu snelste
tegenover een der seinposten, waarmede de noo-
dige seinen gewisseld werden. Slechts weinige
oogenblikken later was de geheele 2e brigade in
beweging naar het bedreigde punt en spoedig
donderde het kanon uit de duinen, om den lan
dingstroepen, die in sloepen naar den wal geroeid
werden, te toonen dat, ware het ernst geweest,
zij niet zoo voetstoots het doel bereiken zouden.
Te 12 uren verliet de vijand de kust en konden
de troepen zich gereed gaan maken naar hunne
kwartieren terug te marcheeren. (N. v. d. D
De luitenant ter zee 2e kl. F. B. 's Jacob,
dienende aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip
van Galen, wordt, met den 16en dezer, overge
plaatst in de rol van Z'. M'. wachtschip te Wil
lemsoord, en vervangen door den luit. ter zee
2n kl. J. Bollaan.
De luit. ter zee 2e kl. J. C. van Wessem,
behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië,
en den 29en Augustus 11. in Nederland terugge
keerd, wordt met dien datum beschouwd te zijn
geplaatst in de rol van Is. Ms. wachtschip te
Amsterdam.
De luit. ter zee le kl. D. M. G. de Swart,
oudste officier aan boord van Zr. M». fregat
Evertsen, wordt, met den 21™ dezer, gedetacheerd
bij de Nederlandscke Stoombootmaatschappij te
Feijenoord, teneinde tegenwoordig te zijn bij de
verdere gereedmaking van Zr. Ma. schroefstoom
schip Padang.
De scheepsklerk 0. van Merkesteyn wordt,
met den 16en dezer, geplaatst aan boord van
Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord.
Bij de laatste voorstelling, welke Woensdag jl.
door het gezelschap van den heer Driessens te
Goes gegeven werd, was hem eene aangename
verrassing bereid. Na 'teinde van 't2e bedrijf
van Peperman, of een pleizierreisje naar Spa,
waarin de heer Driessens de titelrol vervulde,
werd hem namens een Goeschen kunstvriend een
prachtige lauwerkrans aangebodenwaarvan
linten in de Goesche kleuren afhingen. De heer
Driessens dankte voor dit bewijs van waardeering
en verklaarde zich bereid, nog meermalen in
Goes op te treden.
-r- In een Duitsch muzikaal blad, Die Tonkunst,
treft men de volgende beoordeeling aan van de
uitvoeringen, door het orkest onder leiding van
den heer J M. Coenen in het Trocadero-paleis
te Parijs gegeven:
„Wanneer men bedenkt, dat vóór veertig jaren
de toonkunst in Holland niets te beteekenen had
(noch fast gans danieder lag) dan had men zich
nu te verbazen over de wijze, waarop zij thans,
geheel op éene lijn geplaatst met hare mededing
sters, de gevaarlijke arena betreden kon. Het
geheim van dezen buitengewonen omkeer ligt in
eene dèugd, die bij den Hollander in groote mate
te vinden is. Wat hij wil, dat wil hij met zijn
geheele ziel, met al zijn vermogen. Hij laat zich
door niets afleiden, maar houdt het doel voor
oogen en gaat daar onwrikbaar op af. Het loon
blijft niet uit, en Holland kenmerkt zich door
eene rijpe afgeronde school, die in compositie en
uitvoering zich deugdelijk onderscheidt. Het
Fransch nationaal karakter is echter ver van het
Hollandsehe: vandaar dat de uitvoering niet die
glansrijke opgewonden deelneming ondervond,
die zij verdiende. Deze innigheid der melodie,
deze heldere bewerking vol uitdrukking, het wel
gevallen in combinaties en detailarbeid, al deze
bijzonderheden verliezen voor den Franschman
hare bekoorlijkheid, maar ofschoon de beide
karakters elkander thans nog niet verstaan, zal
de ontmoeting in het Trocadero toch niet zonder
nut voor de toekomst blijken te zijn."
Onder de geschenken welke gisteren morgen
door verschillende deputatiën aan prins en prinses
Hendrik werden aangeboden, was er ook een
van het schilderkundig genootschap Pulchri Studio,
vertegenwoordigd door de heeren Israëls, Blom-
mers, Artz en Mesdag. Het bestond uit een
rood fluweelen album, waarvan de hoeken met
gouden ornamenten en 't bovenblad met een
gouden monogram H. M. is versierd, en waarvan
de inhoud zeer groote waarde bezit. Het zijn nl.
65 aquarellen Tan even zoo velen onzer uitne
mende schilders. Met groote ingenomenheid werd
dit geschenk aanvaard en de vorstelijke personen
verzuimden niet den kostbaren inhoud terstond te
doorbladeren. De prinses scheen vooral zeer
verrast met dit huwelijksgeschenk. De prins be
tuigde aan de commissie zijn oprechten dank voor
het schoone aandenken van Pulchri''» leden en
voegde er bij, dat hij niet nalaten zou zoo
spoedig mogelijk zijn belangstelling iu het schil
derkundig genootschap te bewijzen.
In de openbare zitting van strafzaken van het
kantongerecht te Middelburg van den 3en dezer,
zijn de navolgende vonnissen uitgesproken
J. M., P. d. V., S. v. E., P. K., NJ. Pwegens
het zich bevinden in kennelijken staat van dron
kenschap te Domburg, allen veroordeeld in eene
geldboete van f 5 of een dag gevangenisstraf en
de kosten; W. H., J. P. R., J. M. L., wegens het
zich bevinden in kennelijken staat van dronken
schap te Middelburg, na binnen de laatste twaalf
maanden aan deze overtreding voorafgaande, voor
eene gelijke overtreding te zijn veroordeeld, ver
oordeeld in eene geldboete van f 3 of twee dagen
gevangenisstraf, en de kosten; A. D., W. P., H.
d. S., H. V., J. S. en J. C. G., wegens het zich
bevinden in kennelijken staat van dronkenschap
te Middelburg, veroordeeld in eene geldboete van
f 1 of een dag gevangenisstraf en de kosten.
Het geschenk, dat van wege Utrechtsche
ingezetenen aan prins en prinses Hendrik zal
worden aangeboden, bestaat uit een twintigtal
fraaie gezichten van Utrecht, genomen door den
photograaf Mulder.
Deze platen, voorafgegaan door eene fraaie
opdracht en door eene allegorische voorstelling
van de stad, zijn besloten in een portefeuille, ver
vaardigd van rood Russisch juchtleder met zilver
gemonteerd, rustende op een zwart ebbenhouten
ezel, (afwisselend zwart mat en glanzend). Het
slot is een keurig ornement in zilver; in het
midden daarvan bevindt zich het monogram H. M.
waarvan de eene letter mat en de andere glan
zend verguld ishet ornement is gedekt door
een vergulde koningskroon.
Licht men de klep op, dan kan men het plat
van de portefeuille naar zich toehalen, waarop de
spijlen een knie beweging maken en met het voor
plat een tafel vormen, waarop de platen rusten
kunnen.
Het binnenste van de portefeulle is met wit
satijn en zilver bekleed.
Te Dwingeioo vermaakte men zich onlangs
met het z. g. n. aal-trekken, waaronder verstaan
wordt het aftrekken van den kop van een paling.
Onder de daarvoor uitgeloofde prijzen behoorde
ookeen kerkboek, met zilveren sloten
Wonderlijker combinatie om het wereldlijke aan
het kerkelijke, de wreedheid aan de vroomheid
dienstbaar te maken, is misschien nooit bedacht.
De eereboog, bij gelegenheid van de inkomst
van prins en prinses Hendrik in de Rhijnstraat
te 's Gravenhage opgericht, zal tot na het vertrek
van het echtpaar naar Soestdijk, den toegang
naar het station blijven versieren.
„Onteilbaar middel tegen de jicht'"
„Neem een zakdoek vaneen vijftigjarige maagd, die
nooit lust tot trouwen heeft gehad. Laat dien
door een eerlijk molenaar driemaal wasschen en
drogen op de heg van een kinderloozen dominé.
Merk den zakdoek met inkt van een advocaat,
die nooit gelogen heeft, en geef hem aan een
dokter, die de ziekte altijd raadt. Dia moet u
verbinden, en weg is de jicht
Het vóór korten tijd door Z. M. den koning
aangekochte buitenverblijf Welgelegen, te Rijswijk,
is, naar men verneemt, voor f 29,000 publiek
verkocht.
Twee kolossale „bomvrije" forten, behoorende
tot de verdedigingswerken van het, Nieuwediep
zijn gereed. Ze hebben echter een klein gebrek,
namelijk dat in het metselwerk belangrijke
scheuren gezien worden. Men schrijft dit hieraan
toe, dat er vergeten is voor de fundeeringen te
heien.
Yanwege den kerkeraad der Ned. hervormde
gemeente te 's Hage is aan H. K. K. prinses Hendrik
aangeboden een bij bel, gebonden in blauw fluweel en
goud, met deze opdracht op het eerste blad
„Aan H. K. H. Mevrouw de Prinses Maria van
Pruisen wordt, bij gelegenheid van Haar huwe
lijksverbintenis met Z. K. H. Prins Hendrik der
Nederlanden, deze huisbijbel als een hartelijke
welkomstgroete van de Nederduitsch hervormde
gemeente eerbiedig aangeboden, met de oprechte
bede, dat het licht van Gods woord en geest, in
Christus, het hart en huis en levenspad dei-
Vorstelijke Echtgenooten dagelijks moge bestralen,
tot heil voor tijd en eeuwigheid.
„Namens den Algemeenen Kerkeraad,
„J. Moll Jbz.,
„oudste predikant."
„'s Gravenhage, Aug. 1878."
De aanbieding, had plaats door den heer Moll
zei ven, die bij deze gelegenheid tevens geacht
werd zijn „huisbezoek" bij het vorstelijk echtpaar
af te leggen.
Een ander cadeau werd aangeboden door
dr. J. A. Gerth van Wijk, predikant, namens de
Vereeniging Bijbel en Oranje. Het bestaat in de
prachtig gebonden uitgaven van mr. Groen van
Prinsterer's Geschiedenis des Vaderlands en
Motiey's Opkomst en bloei der Nederlandsohe
Republiek.
—De hertogin van Edinburgh, schoondochter van
koningin Victoria, is vóór een paar dagen beval-