1878.
121e Jaargan
V rijdag
6 Septem ber.
M°. 210.
Dit blad verschijnt dagelijks,'
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/rn. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertenties: 20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de publicité étrangére G„ L. Daube en Cie. te Parijs én Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg, 5 September.
IPSXJIX^I^EITOXSr.
de Schrijfster van „Jennie" enz.
"W"T "1
De bloemententoonstelling der vereeniging
Uit het volkvoor het volk werd hedenmiddag
bezocht door 242 personen; het geheele aantal
bezoekers heeft dit jaar 879 bedragen.
De tentoonstelling van Flor alia, zeker de
nuttigste en meest sympathiewekkende afdeeling
van de Middelburgsche Vereeniging Uit het volk,
'voor het volk, lokte niet ten onrechte gisteren en
heden een aantal bezoekers. Na hetgeen wij
vroeger herhaaldelijk gezegd hebben over het
nut dezer inrichting en over den weldadigen geur,
ook in figuurlijken zin door de bloem in het
huishouden verspreid, kunnen wij eene aanbeve
ling van Flor alia achterwege laten en volstaan
met een woord over de uitvoering van de taak,
welke de commissie zich heeft gesteld. De plaat
sing der bloemen in de kolfbaan van het
Schuttershof was geheel anders dan in vorige jaren.
Drie etalages verhieven zich pyramidaal, ieder
gedekt door eene sierlijk geschikte groep heelden
'en sierplanten. Deze wijze van tentoonstellen
heeft het dubbele voordeel, dat men de planten
meer op de hoogte van het oog kan brengen, en
dat het geheel een zeer aangenamen indruk geeft,
zoodat wij deze verandering een zeer gelukkig
denkbeeld achten.
Een talrijk publiek' was ook gisteren avond in
de groote zaal van het Schuttershof hijeen, om
getuige te zijn van de uitreiking der prijzen en
premiën, voor de best gekweekte planten uitge
loofd.
Nadat door het orkest, onder leiding van den
heer Liesoy een paar nommers waren uitgevoerd,
nam de heer de Stoppelaar, voorzitter der ver
eeniging, het woord en heette de feestgenooten
welkom.
Na er op gewezen te hebben dat geene zaak
zoo de sympathie van het volk heeft verworven
en geene zaak die sympathie zoo waardig is, als
de Flor alia, deed hij uitkomen dat het doel door
haar beoogd, hij uitnemendheid practiseh is; het
kwecken van jonge planten toch is een stil hui
selijk genot, boezemt liefde voor de natuur in en
bevordert den zin voor het schoone.
De bloem verschaft, zoowel in de woning van
den arbeider als in het paleis van den vorst,
genot, en dat genot kan ieder zich voor enkele
eenten deelachtig maken.
Het groot aantal planten, op deze vierde ten
toonstelling der Middelburgsche Floralia ingele
4»
DOOS
HOOFDSTUK I.
„beauty"
„Ja natuurlijk," antwoordde de majoor kortaf.
„Laat haar op en neer stappen. Wij kunnen er
in den stal niet over oordeelen en ik geef meer
om het oordeel van mijnheer Carlton dan om dat
van iemand anders in geheel Londen."
De toon van Alckenzie kwetste altijd en Hot
spur, die zeer licht geraakt was, liep gevaar van
door een scherp antwoord een klant te verliezen
gelukkig kwam Carlton tusschenheiden.
„Gij weet, Sago, dat ik mijn grootste kennis
van paarden aan u en uw broeder te danken heb.
Ik heb getoond een goed leerling te zijn en met
uw hulp heb ik mijn stal nog al goed voorzien,
niet waar? Maar zeg, hoe gaat het met mijnheer
Harrieote
„Nog al goed, dank u. Het meeste werk komt
nu op mij neer, dat kunt ge wel nagaan. Sedert
Harrieote die rheumatische koortsen heeft gehad
en nu hij vrouw en kinderen heeft, natuurlijk
Maar hier is de bruine, mijnheer!" riep hij op
geheel anderen toon uit. „Is zij niet mooi om te
verd, is een bewijs ën voor de waardeering èn
voor de vruchten van het streven der vereeniging
zeer verblijdend is dan ook voor haar het ver
schijnsel, dat 1644 planten door 296 inzenders zijn
tentoongesteld en slechts 18 aanvragers met een
150tal planten zijn achtergebleven. En dit te
meer als men opmerkt dat te Amsterdam, waar
door 1100 personen 5300bloemen aangevraagd
werden, slechts door 700 personen 3300 planten
zijn tentoongesteld.
Spreker achtte het onnoodig uit te weiden over
het nut der Floralia daar dit mag beschouwd
worden aan allen bekend te zijn.
Alleen wenschte hij in herinnering te brengen
dat aan de zaak der hloemenkweek nog andere
nuttige zaken verbonden zijn, vooral het opwek
ken van den lust tot sparen. Een elders geves
tigd menschenvriend, die jaarlijks en ook nu eene
belangrijke som aan onze Floralia schenkt, heeft
den wensch te kennen gegeven om de resultaten
te vernemen, door Floralia in dezen geest ver
kregen.
Daartoe in staat gesteld, kon spreker ook hier
mededeelen dat van de ia 1875, 1876 en 1877
uitgegeven 22 spaarbankboekjes 8 geheel zijn
uitgehaald, 5 onveranderd gebleven, 5 met be
staande vereenigd en 4 den lust tot sparen
hebben opgewekt.
Yan de 8 die geheel zijn uitgehaald, is het
hekend dat er twee zijn, waarvan de houders de
gelden tot het aanschaffen van kleedereD voor den
winter gebruikt hebben.
Om den lust tot sparen nog meer op te wekken
wenscht het bestuur van zijn kant eene poging
te doen, door de bepaling te maken dat aan hen,
die nu een spaarbankboekje ontvangen of dit
reeds van 't vorig jaar hadden en in het volgende
jaar het bewijs leveren dat op die hoekjes geld
is bijgeschreven, eene belooning van 1 of meer
zal worden toegekend.
Spreker wenschte, alvorens het woord aan de
jury tot het uitbrengen van het rapport te geven,
nog een woord van dank te brengen aan de
leden daarvan, die een geheelen dag aan hunne
moeilijke taak hebben besteed. Ook aan de
maatschappij tot bevordering van tuinbouw werd
door hem dank toegebracht voor hare stoffelijke
medewerking. En terwijl hij een woord van lof
bracht aan de commissie van rangschikking,
wenschte hij vooral ook aan den heer Blaas de
erkentelijkheid der vereeniging te betuigen voor
het verschaffen der planten en voor zijne gewaar
deerde hulp hij de rangschikking.
Spreker eindigde met de opmerking dat men
niet allen prijzen kan schenken en dat die prijzen
ook niet te veel als belooning moeten worden
beschouwd, maar veeleer als aandenken en als
zien In geheel Europa vindt gij zoo geen
tweede! Bezie haar goed, zie die bewegingen.
Zie die beenen - hoe fijn, hoe net, hoe sterk!
Is 't geen schilderij Een dame dragen, mijnheer
natuurlijk; zij zou een baby kunnen dragen."
„Dan zou de baby er toch slecht afkomen,"
zei Carlton lachend, toen de bruine een sprong
deed om los te komen.
„Dat is haar levendige aard, mijnheer," zei
Hotspur, in 't minst niet uit het veld geslagen.
„Ga er maar eens opzitten, mijnheer Carlton dan
zult ge spoedig zien wat voor een paard het is.
Er is geen tweede zoo in Europa wat levendigheid,
met rustigheid gepaard, aangaat."
Carlton sloeg het paardje nog een poos gade,
gaf bevel haar te zadelen en kreeg tegen alle
gewone regels, verlof om „Beauty" buiten de
plaats te brengen. Hij ging heel genoegelijk een
ritje maken door het Park.
„Nu die is ook goed, hij Jupiterriep Alcken-
z'e- „Daar rijdt hij w.eg zonder een woord te
zeggen en laat mij hier staan wachten, terwijl hij
misschien dat paard afjakkert.
„Vergeef mij, mijnheer," zei Sago hem in de
rede vallende,1 „daar is een dame die ik te woord
moet staan." Hij ging een knappe kleine dame te
gemoet, die juist uit haar rijtuig stapte en zeer
bevallig zijn buiging beantwoordde. Zij begon
hem terstond het doel van haar komst te ver
klaren, waarnaar Sago met veel aandacht luisterde.
Hij was altijd bekend geweest als de „damesvriend"
van de firma.
blijk van waardeering, daar toch ook voor hen
die niet bekroond zijn, de genoegens aan het
kweeken der planten verhonden en de zelfvol
doening, die men heeft ze nu door stadgenooten
bewonderd te zien, wel de moeite en zorgen er
aan besteed beloonen.
Vervolgens werd door den heer Verheij in korte
trekken medegedeeld hoe de heoordeeling der
planten, om in aanmerking te komen voor prijzen
of premiën, geschiedt en eenige wenken gegeven
hoe het best de verschillende soorten kunnen
gekwéekt worden.
Daarna was de uitreiking van de prijzen aan
de beurt, dat door de jongejuffrouw Doorenhos,
dochter van den secretaris der vereeniging, ver
richt werd.
Onder toejuiching van het publiek, bij elke af
deeling der bekroningen, gevolgd door fanfares
van de muziek, werden door de bekroonden hunne
prijzen en premiën in ontvang genomen.
Na de uitreiking der prijzen liet de muziek
het Volkslied hooren en in opgeruimde stemming
verliet men het Schuttershof; de bekroonden
trotsch op den behaalden prijs, de minder gelukkigen
met het vaste voornemen alles aan te wenden
om bij eene volgende gelegenheid er een te
verwerven.
Z. K. H. prins Frederik zal aanstaanden Zater
dag ter eere van prins en prinses Hendrik ieen
diner geven van ruim 100 couverts.
Na aïloop daarvan zal een bal volgen, waarop
ongeveer 300 gasten genoodigd zijn.
Voor een en ander worden groote toebereid
selen gemaakt.
Z. M. de koning en de overige leden der vorste
lijke familie zullen aan het diner deelnemen en
op de soirée tegenwoordig zijn.
Naar wij vernemen heeft er heden aan het
departement van waterstaat, handel en nijverheid
een conferentie plaats tusschen den minister en
de commissie, waaraan is opgedragen met het
hoofdbestuur van 'Eigen Hulp nieuwe statuten te
ontwerpen voor een algemeene spaar- en voor
schotbank.
Volgens een mededeeling in het orgaan van
bedoelde vereeniging biedt Eigen Hulp deu minis
ter de gelegenheid aan om een doeltreffende
postspaarbank in te richten, zonder dat het beheer
der spaarpenningen met het daaraan verhonden
gevaar op de schouders van den staat wordt
gelegd.
Wij hopen met den schrijver van het lezens
waardige opstel „Centrale postspaarbank" in het
laatste nommer van het orgaan van genoemde
vereeniging, dat bet onderling overleg tusschen
„Ik kon niet wachten op den colonel," zei de
dame en liep Alckenzie voorbij zonder op hem te
letten; „ik was zoo verlangend zelve deze
„Beauty" te zien. Het moet natuurlijk het liefste
paardje van de wereld zijn, daar het tot uw stal
behoort, mijnheer Sago," voegde zij er met een
fijn lachje bij. „Laat haar as je blieft dadelijk
buiten brengen."
„Neem mij niet kwalijk Sago," zei Alckenzie
die er geen geheim van maakte dat hij alles
gehoord had wat die dame gezegd had „is het
mijn bruine waarvan hier sprake is?"
„Hebt gij dan besloten haar te nemen, mijnheer
vroeg Sago zeer gevat.
„Ja, tegen den prijs dien ik bepaald heb."
„Dat kan ik wezenlijk niet doen, mijnheer."
„Gij wilt toch niet zeggen dat gij „Beauty"
wilt verkoopen, mijnheer Sago?" vroeg de dame
ontsteld.
„Ja mevrouw, deze heer verlangt zeer haar te
bezitten. Eu eerlijk gezegd kan ik niet anders
dan zijn smaak en oordeel bewonderen."
„Waarom hebt gij er dan met Colonel Winter
over gesproken, mijnheer Sago en hem het paard
laten zien Nu heeft hij mij van hare uitstekende
hoedanigheden verteld en er mij naar doen ver
langen haar te bezitten en haar zelve te berij
den zei de dame op verwijtenden toon.
„Waarlijk mevrouw, het spijt mij zeer dat gij
teleurgesteld zijt," zei Sago zeer nederig, „maar
om u de waarheid te zeggen, toen de colonel
haar gisteren zag, scheen hij volstrekt niet ge
den minister en de commissie tot goede uitkom
sten moge leiden.
Zou de vereeniging alsdan kunnen bogen op
een nuttige instelling, nuttig voor haar zelve,
nuttig ook voor de gansche gemeenschap, do naam
van den minister, door wiens medewerking zij
tot stand komt, zou op het gebied van het spaar
bankwezen in Nederland den roem verwerven,
welken die van Gladstone in 1861 in het Vereenigd
Koninkrijk heeft veroverd. Vad.)
De begrooting der gemeente Amsterdam over
1879 is gisteren avond aan de leden van den
gemeenteraad rondgezonden. Zij bedraagt in
ontvangsten en uitgaven f 5.792.754. Inkomsten
gewone f 5.738.669 buitengewone f 54.085. Uit
gaven: gewone f 5.597.093.97§ buitengewone
f 195.660.02i.
Blijkens bericht van den Nederlandschen minister
resident te Stockholm, is de invoer van honden,
vee, schapen en geiten in Noorwegen, ook uit de
Nederlandsche havens, verboden. De schippers,
die honden aan boord hebben, worden door de
regeering verzocht die dieren gedurende hun
verblijf in Noorwegen behoorlijk vastgelegd aan
boord te houden. (St,ct
De Staatscourant bevat de statuten der naam-
looze vennootschap ConcordiaMaatschappij tot
exploitatie van onroerende eigendommen, te Ylis-
singen, opgemaakt met vernietiging der op den
7 Mei dezes jaars daarvoor gepasseerde akte.
De Staatscourant bevat het koninklijk besluit
van den 25 Augustus 1878, houdende af- en over
schrijving van het Ie op het He hoofdstuk der
begrooting vanNederlandsch-Indië voor het dienst
jaar 1877.
De minister van binnenlandsche zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat de commissie,
belast met het afnemen van de examens van
apotheker, volgens art. 9 der wet van 1 Juni
1865 (Staatsblad no 59), en van de practische
examens van hulpapotheker, vermeld in art. 5 der
wet van 8 Juli 1874 Staatsblad no 97), zal zit
ting houden op Dinsdag 24 September e. k. en
volgende dagen te Amsterdam. (St. ct.)
De gemeente-secretaris van Schiermonnikoog
heeft zich verstout, caricaturen met aanteekeningen
te maken van de leden van den gemeenteraad
en die vruchten van zijn satirieken geest in een
koffiehuis ten toon te stellen.
In het verhaal, dat hiervan in 't Handelsblad
te vinden is, leest men dat door dit geval de
algemeene, Schiermonnikoogsehe verontwaardiging
neigd haar te koopen. Hij deed niet eens een
bod en daarna heb ik haar aan den majoor gepre
senteerd."
Mevrouw Winter, die gewoon was dat haar
wil als een vaste wet gehoorzaamd werd, keek
den majoor aan met een blik die wilde zeggen:
„zie terstond van dat paard af;" maar daar zij
hare bevelen slechts door hare blikken te kennen
gaf, deed de majoor alsof hij er niets van merkte.
„Beschouw haar als door mij gekocht, tegen
den door u genoemden prijs, Sago," sprak hij
gebiedend. „Dat wil zeggen, als mijnbeer Carlton
geen aanmerkingen op haar maakt, als hij terug
komt; en ik verwacht natuurlijk een attest,"
Sago kon zich bijna niet meer inhouden van
woede en beet al been en weer loopende op zijn
strootje. Intusschen boog Alckenzie voor de
dame en zei:
„Vergun mij, dat ik u mijn kaartje geef mevrouw.
Mocht uw colonel geneigd zijn in open onderhan
delingen met mij te treden, zult gij mij steeds
bereid vinden een dame een dienst te bewijzen."
Mevrouw Winter was een dame en voelde met
ergernis in welk een onaangename positie die
zwarte mijnbeer haar gebracht had; maar zonder
iets van hare gevoelens te verraden, nam zij met
een buiging het kaartje van dien afschuwelij
ken man aan.
„Ik zal uw aanbod aan den colonel overbren
gen," zei zij op zulk een kouden toon, dat zelfs
de woordenvloed van den majoor er tijdelijk door
bevroor.