Dinsdag
No. 207.
121o Jaargang.
3 September.
Mar*
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
VEEMARKT TE MIDDELBURG.
Middelburg, 2 September.
zFiEJTTxm.ijiEi'roiisr.
door
de Schrijfster van „Jennie" enz.
Donderdag den 5en September 1878, van des
voormiddags 8 tot des namiddags 4 uren.
De burgem. en wethoud. van Middelburg,
SCHOEEE,
De secretaris,
Gr. N. DE STOPPELAAE.
De stoomboot de Eendracht, gezagvoerder de
Munck, varende tusschen Middelburg en Amsterdam,
is Zondag morgen te 3 uren van hier vertrokken
en is eenige uren later in de kreek nabij den
Spieringpolder vastgeraakt.
De stoomboot, geladen met vrachtgoederen, had
een tiental passagiers benevens eenige kinderen
aan boord en is tengevolge van het kooge water
waardoor de bakens onzichtbaar waren, omhoog
gevaren.
Hoog op het strand zittende werden pogingen
aangewend om het schip vlot te maken en zelfs
een gedeelte der lading (gaswater vaten) over
boord geworpen, zonder dat dit echter bet ge-
wenschte gevolg had.
Men deelt ons hierbij mede dat de spoorboot,
varende tusschen Zierikzee en Middelburg, die
te 5§ uur 's middags daar voorbij voer, niettegen
staande men aan boord zag dat de Eendracht
aan den grond zat en door den kapitein om
hulp gevraagd werd, is doorgevaren.
Het grootste deel der passagiers, die dit ver
langden, zijn door de Eotterdamsche stoomboot
opgenomen en naar Eotterdam gevoerd.
Men ziet er groot bezwaar in het schip vlot
te krijgen.
Door den gemeenteraad van Brummen is in
zijne zitting van 31 Aug. jl. benoemd tot ge
meente-veearts, de heer J. de Man, rijksveearts,
wonende te Middelburg.
Tot secretaris der vereeniging Eigen Hulp is
door het hoofdbestuur benoemd de heer J. C.
van Groens, gepensioneerd le luitenant der infan
terie te Breda.
Naar men verneemt heeft de minister van
waterstaat zich, onder voorbehoud van 'skonings
goedkeuring, vereenigd met het voorstel van den
heer M. A. Perk, om in plaats van 6 werklieden
gedurende 14 dagen, 12 gedurende 10 dagen naar
de wereldtentoonstelling te Parijs voor 's rijks
kosten te zenden, en in dien geest zijn eerste
45
HOOFDSTUK XXXVII.
VRAGEN.
Hij had het gewaagd dit aan mevrouw Moreton
te bekennen en hij had haar ook toevertrouwd
dat een ongewone schuchterheid hem de tong
verlamde in tegenwoordigheid zijner aangebedene.
„Eenmaal hoop ik dit bespottelijke gevoel van
verlegenheid, dat ik vroeger nooit gekend heb,
te boven te komen. Zoolang hoop ik zult gij
mijn geheim bewaren, mevrouw Moreton en mij
eene geschikte gelegenheid laten afwachten. Ik
heb zoo openhartig gesproken omdat ik gaarne
van uwe lippen wenschte te hooren dat gijhaar
moeder, niets tegen mij hebt."
Mevrouw Moreton had hem vriendelijk en heusch
geantwoord. Zij vond dat de goede majoor wel
deed met nog een poos te wachten. In geen
geval zou zij op dit oogenblik met haar gevoelig
kind over dat onderwerp spreken. De lieve Sibylle
was in den laatsten tijd stiller geweest dan ge
besluit gewijzigd. Ook beeft de minister goedge
keurd de voordracht van 12 personen, uit de
genen die onlangs op de tentoonstelling te
Amsterdam met eene eerste prijs bekroond
werden. Op éen na hebben al de patroons dezer
voorgedragenen zich bereid verklaard, hun loon
gedurende hun afwezigheid te laten doorgaan.
Het Nieuws van den Dag deelt het volgende
mede omtrent de haven te IJmuiden.
„Op 3000 meter van den duin voet liggen drie
boeien, waarbuiten het uit de voorhaven gebag
gerde zand in zee gestort wordt. Op deze plaats
stond vroeger 10.5 en 11.5 meter water met A. P.
Zijn wij wel ingelicht, dan staat er thans slechts
8.5 meter. Er vormt zich dus, 2000 meter voor
den havenmond, een soort van bank. Dit zoude
bewijzen, dat de stroom niet bij machte is, het
daar gestorte zand te verplaatsen."
Feestelijke intöeht vaa HH KK.
IIII. prins en prinses Hendrik.
II.
Do illuminatie.
's Gravenhage 31 Aug.
Te 4 uren heden middag was de commissie voor
de feestvieringen uit den gemeenteraad het nog
niet eens of de illuminatie van heden avond zou
doorgaan, dan wel of zij wegens het ongunstige
weder zou worden uitgesteld. Terwijl de heeren
over dit vraagpunt vergaderden, brak het zonnetje
voor eenige weinige oogenblikken door de dikke
regenwolken waarmede de lucht bedekt was, en
de uitslag der vergadering was dat de illuminatie
zou plaats hebben. Men had echter zeker een
andere beslissing genomen, indien men had kunnen
voorzien wat gebeurde. Nauwelijks toch was men
begonnen tegen licht en donker de vetpitjes in
vlam te zetten, of een hevige regenbui doofde
alles uit, terwijl de wind, waarmede die bui ver
gezeld ging, het weder aansteken nutteloos maakte,
't Was zeer jammer, want de .deelneming in het
ontsteken van het feestlicht was algemeen. Ik
zeide het u reedsgeen woning, hoe afgelegen en
klein, was achtergebleven in een hulde aan het
doorluchtig echtpaar. Voor een groot gedeelte
vielen die goede voornemens nu in duigen, maar
toch waren er nog straten die een verrassenden
aanblik opleverden.
Het zou mij al te ver leiden indien ik nauwkeurig
wilde gaan beschrijven wat 's Gravenhage's inge
zetenen hebben of zouden hebben tentoon gespreid,
indien het weder gunstiger ware geweest. Ik
moet mij dus bepalen met hier en daar een greep
te doen in die straten, waar de illuminatie tamelijk
woonlijk. Zou zij wellicht iets van de bedoelingen
van den majoor vermoeden?
Dat kon de majoor niet zeggen. Hij had er
geen geheim van willen maken; alleen zenuw
achtigheid had hem belet te spreken. Hij dacht
dat miss Sibylle het misschien wel begrepen zou
hebben. Hoe dit wezen mocht, de bezorgde
moeder vond toch dat het heter was haar lief
kind tijd te geven. De afleiding te Fern-Lea zou
haar amuseeren en goed doen. Een ding was
zeker: zij had'zich zeer gunstig over den majoor
uitgelaten en met groote achting over hem ge
sproken.
Hoe Sibylle in haar hart over hem mocht
denken, uiterlijk gaf zij niet het minste blijk van
ingenomenheid met den majoor. Zij had hem
slechts tweemaal gezien na dien gedenkwaardigen
avond van het bal bij lady Graan Basilisk, en bij
geen van die beide gelegenheden had zij meer voor
hem over dan een koude slappe band bij zijn
warmen handdruk, en op zijne gretige vragen
antwoordde zij met korte afgemeten volzinnen.
„Wij zullen elkaar weldra in Londen ontmoeten,"
zei de majoor, toen hij zijn afsckeidvisite te Glenville
House maakte. „Ik zou niet weg kunnen gaan
als ik daar de zekerheid niet van had. Mag ik u
te Eichmond komen zien, miss Moreton?"
„Dat zal vanmevronw Carlton afhangen," zei zij.
„Die zal u toch niet beletten visites te ontvangen
als gij het goed vindt J" sprak hij op een toon,
waarin mevrouw Carlton reeds met vijandschap
bedreigd werd.
wei gelukt is en daaronder behoort in de eerste
plaats het Voorhout, waar het paleis van prins
Hendrik gelegen is. Deze schoohe ruime dreef
leverde een werkelijk fantastischen aanblik op
toen, wel is waar met aanhoudende moeite,
het feestlicht in slingers langs de hoornen en in
zoogenaamde crinolines over de breede wandel
paden ontstoken was. Duizenden en duizenden
vreemdelingen en stadgenooten bewogen zich daar
om en nabij de eveneens verlichte muziektent,
waarin de kapel van de dd. schutterij, onder directie
van den heer C. J. Becht, een vroolijk en afwisselend
programma uitvoerde. Van het balcon van het
paleis vau den prins af had men op die woelende me
nigte een schoon gezicht en het duurde dan ook niet
lang qf de prins kwam met zijne gemalin
aan den arm op het balcon te voorschijn, om
van het panorama te genieten. Duizende kelen
begroetten de aangename verschijning met een
langdurig hoera, waarvoor de prins, op wiens
gelaat de vreugde over deze duidelijke blijken van
hartelijke genegenheid stond te lezen, met de hand
wuivende bedankte.
Een ander punt, waar de illuminatie goede sier
maakte, was de Vijverberg, waar eveneens langs
de boomen slingers,van feestlichten den weg in
gloed zetten en waar de bewoners ook huis aan
huis in verschillenden vorm hadden geïllumineerd.
Het eilandje in den Vijver was mede rondom
verlicht, hetgeen in het water teruggekaatst een
goed effect maakte. Het muziekkorps vau het
3e regiment huzaren, onder directie van den heer
A. Bernhardt, voerde hier van 7 tot 10 uren eene
reeks muzieknommers uit. Op den Kneuterdijk
trok de illuminatie van het huis van den heer
C. J. van der Oudermeulen hijzonder de aandacht,
even als die, schuins daartegenover, voor het minis
terie van financiën (een lauwerkrans met de mono
grammen H(endrik) en M(arie) met een globe aan
weerszijden). De ministeries waren meest allen
met gas geïllumineerd; voor Marine een lauwer
tak met een anker, voor Oorlog een dito met een
kanon, voor Binnenlandsche zaken en voor Kolo
niën een dito met de letters H. en M. enz. Ik
zou voort kunnen gaan met nog een aantal rijks-
of stadsgebouwen op te noemen, waar de ver
lichting geslaagd mocht heeten, evenals bij een
groot aantal particulieren, doch ik acht dat over
bodig. Ge kunt u nu wel reeds een denkbeeld
vormen hoe onze residentie er uitzag en mij
rest dus nog slechts te vermelden dat de vorste
lijke personen verschillende rijtoeren door de stad
maakten. Z. M. de koning reed te ongeveer
9 uren, met den groothertog van Saksen-Weimar
in een open rijtuig door de feestelijk verlichte
straten, allerwege door een jubelende en juichende
menigte begroet en langs alle zijden minzaam met
„Daar ik haar gast ben zal ik mij natuurlijk
met genoegen naar hare wenschen voegen,"
antwoordde Sibylle op zeer koelen toon.
„Gij behoeft slechts een visite bij den heer
Carlton te maken, dan zal hij u wel aan zijn
vrouw voorstellen," bracht mevrouw Moreton in
't midden, als gewoonlijk in de bres springende,
terwijl zij Gabriël met een waarschuwenden blik
verzocht zich te bedwingen.
„Gij zegt altijd iets dat iemand gerust stelt,"
zei de majoor dankbaar. „Ik zal mij dunkt mij
er op toe moeten leggen mij aangenaam te maken
bij dien stokvisch van een Cariton, ter wille van
de logée zijner vrouw."
„Ik moet u nu vaarwel zeggen," zei Sibylle
opstaandeen nadat zij hem het voorrecht gegund
had een paar liarer vingers te vatten verliet zij
de kamer.
Alckenzie wendde zich tot mevrouw Moreton
met een blik waaruit sprak:
„Kan iemand dit alles verduren en toch zijn
ongeduld en toorn bedwingen?"
De weduwe beantwoordde dien blik met een
spreuk, waar zij bijzonder veel mede ophad. „Met
geduld eu volharding komt men de meeste zwa
righeden te boven," zei zij.
HOOFDSTUK XXXVIII.
SIBYLLE TE ÏERN-LEA.
Mijnheer en mevrouw Carltow stonden op het
het hoofd groetende. Kort daarna reed ook
prins Frederik met den prins en de prinses v.on Wied
die in den namiddag hij prins en prinses Hen
drik reeds een bezoek hadden afgelegd geruimen
tijd door de stad om de feestviering in haar
geheel op te nemen.
Te half tien maakte ook het doorluchtig echt
paar in een open rijtuig met 4 paarden bespannen
een rijtoer door de stad en toen kwam er aan
het gejuich en de luide begroetingen schier geen
einde. Zoowel 's prinsen oog als het lieftallige
gelaat der prinses straalde van geluk bij het zien
van al dit eerbetoon. Met hand en zakdoek
wuifden zij de menigte onophoudelijk toe en
toen zij bij het paleis waren terugge
keerd, konden zij niet van het feesttooneel schei
den, maar reden nogmaals, onder het Wilhelmus
en Wien Neêrlands bloed, door honderden aange
heven en door het muziekkorps geaccompagneerd,
door de verlichte straten.
Eindelijk trokken de prins en de prinses zich
in het paleis, dat nog tot in den nacht door een
groote menigte was omgeven, terug, zeker ver
moeid van de buitengewone drukte en feestelijk
heden van de laatste dagen. Men kan natuurlijk
niet weten wat in beider hart is omgegaan, als
zij het gebeurde van heden in hun gedachten terug
roepen, maar veilig kan men, geloof ik, aannemen,
dat de werkelijkheid niet aan de verwachting
heeft te kort gedaan. Prinses Marie van Pruisen,
thans echtgenoote van prins Hendrik der Neder
landen, kan het hoofd reeds bij de eerste maal
in de echtelijke woning ter ruste leggen, in het
zoete bewustzijn dat zijmet een edel gemaal,
een nieuw vaderland en een gelukkig woonoord
is deelachtig geworden. Veel heeft zij zeker in
het land harer geboorte achtergelaten, maar veel
heeft zij hier teruggevonden en nog meer zal
langzamerhand haar goed hart en menschlievend
karakter hier vinden, dat in staat is den band
tusschen haar en ons volk vaster toe te halen.
Mogen de omstandigheden haar daartoe steeds
gunstig zijn. De dag van heden heeft haar doen
zien dat het Nederlandsche volk, en inzonderheid
de bewoners der residentie, den man, wiens leven
voortaan in het hare zal opgaan, lief heeft en
vereert. Het beschouwt baar thans als een telg
van het Huis van Oranje, en aan dat Huis blijft
bet „trouw tot in den dood."
1 September.
Z. K. II. prins Hendrik en zijne gemalin woon
den heden voormiddag de godsdienstoefening in
de Groote kerk alhier bij, onder het gehoor van
ds. Oort. Ook de groothertog en de grootherto
gin van Salcsen-Weimar waren in de kerk aan
wezig.
Nadat Z. M. de koning heden middag den
perron van het station om hun gast af te halen.
Pearl vatte een weinig verlegen miss Moreton
bij de hand en zag omhoog een heel eind
omhoog naar haar gesluierd gelaat. Die sluier
was zeer dicht en de oogleden verborgen de
oogen, maar door de kant heen was de blanke
gelaatskleur te zien en het koperkleurige haar
verloor niets van zijn glans door het contrast
met het zw^rt fluweelen hoedje, dat er coquet,
boven op geplaatst was.
,,'t Is zeer vriendelijk dat gij mij zijt komen
afhalen, mevrouw Carlton," zei Sibylle op zachten
toon en sprak verder bijna niet gedurende den
langen rit naar Eichmond.
Carlton had de dames alleen naar huis laten
rijden.
„Ik kom met den gewonen trein," zei hij. „Ik
heb nog wat te doen en hoop u tegen etenstijd
als een lid van de familie geëtablisseerd te vinden,
miss Moreton."
Toen mevrouw Carlton merkte dat hare pogingen
om een gesprek aan te knoopen mislukten, begreep
zij dat baar gast vermoeid was en hield zich
verder stil. Zij had nooit opgemerkt dat de rit
van Londen naar Eichmond zöo lang was en het
verwonderde haar niet dat miss Moreton met een
zucht van verlichting uitriep:
„Eindelijk!" toen Pearl tot haar zeide:
„Dit is Fern-Lea.""
„Het is een lief plaatsje; maar hoe ver van de
beschaafde wereldsprak Sibylle lusteloos. „Wat
heeft u bewogen u in zulk een woestijn te vestigen