N°. 202. 12Ie Jaargang. 1878: "Woensdag 28 Augustus. are Jfiefile! Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m, franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiens 20 Cent per regel, Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte» Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de puhlicité étrangére G L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. RIJKS-BELASTINGEN. Middelburg, 27 Augustus, FBXTXXi31.ET03Sr_ de Schrijfster van „Jennie" enz. De burgemeester van Middelburg maakt bekend dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering is verzonden bet door den provincialen inspecteur der directe belastingen enz. te Middelburg, den 21 Augustus 1878, invorderbaar verklaarde kohier voor de belasting op het personeel voor het dienstjaar 1878/79, met uitnoodiging aan ieder wien zulks aangaat, om na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten, met herinnering tevens, dat de bezwa ren, welke dienaangaande mochten bestaan, binnen drie maanden na heden behooren te worden ingediend terwijl hij voorts de belastingplichtigen, die in den loop des dienstjaars een perceel verlaten, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand, in hunnen dienst achter te laten, indachtig maakt op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op de personeele belasting van den 9 April 1869 (Stbl. n° 59). Hiervan is heden afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 26 Augustus 1878. De burgemeester voornoemd, N. C. LAMBRECHTSEN VAN R1TTHEM, L. B. Met grooten eenvoud had heden op de begraaf plaats alhier de ter aarde bestelling van het stof felijk overschot van wijlen mr. G-. A. Fokker plaats. Behalve de familie-leden bevonden zich de commissaris des konings in deze provincie, een lid van gedeputeerde staten, benevens enkele belangstellenden en vrienden aan de groeve. In een kort doch hartelijk woord, zeide de heer Six dat het een troost was, te weten dat de man, die in den iaatsten tijd zooveel geleden had, nu van alle smart bevrijd is. „Hier, zeide hij, is het de plaats niet om te herdenken wat mr. G. A. Fokker voor zijn vaderland en zijn volk gewerkt heeft en geweest ismaar zijn voorbeeld en zijne nagedachtenis strekken ons allen tot opwekking om te woekeren met de talenten die ons geschonken zijn en met de jaren, die ons tot arbeiden gegund worden." Nadat door dr. A. A. Fokker, als oudsten broeder van den overledeneaan den spreker en de aanwezigen dank was betuigd, was de plech tigheid afgeloopen. Door den minister van waterstaat is bepaald dat het jagen met paarden door het kanaal van Zuid-Beveland met Januari 1878 zal vervangen worden door het slepen met stoombooten. 41 door HOOFDSTUK XXXIII. DE PBOCUBEITR DOET EEK ZET. „Het schijnt u ongetwijfeld zeer vermakelijk toe, om de zwakheden van een oud man te lachen," zei mijnheer "Walton eenigszins geraakt, „en dat is mijn verdiend loon, omdat ik u mijn ouderwetsche opvattingen wil opdringen. Neem mij niet kwalijk dat ik uwe vroolijkheid moet storen. Het doel van mijn komst van daag was evenmin om te prediken als om uitgelachen te worden. Ik ge loof dat ik twee leerlingen gevonden heb die geschikt voor u zijn." De weduwe boog eenigszins beschaamd haar schoon gevormd hoofd. „Hoe kondt gij mij zoo verkeerd verstaan, mijn goede vriend?" zei zij. „Gij zijt de laatste wien ik zou willen uitlachen. Ik ben maar zoo blij dat gij u de moeite gegeven hebt alleen om mijnentwil naar Hastings te komen. Mijn blijd schap is u opgevallen en die hebt ge verkeerd begrepen, is het zoo niet?" Volgens de Goesche courant is deze sleepdienst aan den heer P. Smit te Ridderkerk gegund. - In de had- en zweminrichting alhier wérden van 28 Juli tot 24 Augustus jl. 2832 baden ge nomen en wel waaronder mannen vrouwen gratis van 28 Juli-- 8 Aug. 314 82 20 4 Aug.—10 767 122 69 11 —17 504 51 77 18 —24 4:25 67 56 De aardschudding, welke naar ons gisteren ge telegrafeerd werd, in verschillende oorden van Duitschland is waargenomen, heeft zich ook gisteren morgen te 9 uren te Amsterdam doen voelen. Uit Winterswijk wordt bericht, dat aldaar door verschillende personen een vrij hevige aardschud ding is waargenomen. Schade is niet aangericht. Op hetzelfde uur werden te Maastricht schokken gevoelddie ongeveer 15 seconden duurden en vele gebouwen deden wankelen. Ook daar werd niets van ongelukken vernomen. In de Arrih. ct. wordt de volgende mededeeling gedaan „Even vóór 9 uren voelde ik, zittende voor mijn schrijfbureau, 3 schokken, loopende van het Z.Z.W. naar het N.N.O. Het kwam mij voor, alsof legen mijn stoel werd aangedrongen. De lamp boven het bureau, aan den muur bevestigd, was in een trillende beweging, hetgeen door mijn klerk werd opgemerkt. De hanglamp aan de zoldering was slechts weinig in beweging, doch het slot van eene ijzeren deur, om mijn brandkas af te sluiten, rammelde, even alsof zware wagens voorbijreden." Verscheidene personen kregen duizelingen en ondervonden een gevoel of zij onpasselijk werden. Uit Barmen (Rijn-Pruisen) wordt gemeld dat de huizen werden opgetild en de gevels scheurden. Tafels en lessenaars waggelden, de uitgestalde voorwerpen in de winkels werden door elkander geworpen. Te 11 uren heeft men in die streek andermaal schokken gevoeld. Bij besluit van den minister van binnenland- sche zaken is bepaald dat de verkiezing voor een lid van de tweede kamer der staten-generaal, in het hoofdkiesdistrict Dockum, ter vervanging van mr. B. P. baron van Harinxma thoe Slooten, zal plaats hebben op Dinsdag den 17 September 1878. De liberale kiezersvereeniging te 't Bildt heeft als opvolger van den beer van Harinxma, candi- daat gesteld den heer F. Lieftinck, predikant te Kimswerd. In plaats van te antwoorden stond hij op, ging met zijn rug voor het vuur staan, en zag neder op het schrandere gelaat tegenover hem. Dat was de houding van een man van zaken en dat be greep de scherpzinnige dame zeer goed. Welk personeel belang den heer Walton genoopt had naar Hastings te komen om haar over twee leer lingen te spreken deed er niet toe. Het feit was haar genoeg. Er waren twee dames Fennyton wier oom bereid was, met eenige vermindering, de aanzienlijke som te betalen welke mevrouw Moreton vorderde tot belooning harer goede zorgen voor de meisjes die bij haar geplaatst werden. Toen mijnheer Walton vertelde hoe onmogelijk het zijn cliënt was meer voor die nichtjes te doen, die eensklaps aan zijne zorgen toevertrouwd waren, meende mevrouw Moreton ten volle te begrijpen waarom»' hij zelf bij haar was gekomen en zei op theatrilen fluisterenden toon: „Ik begrijp u best, mijn goede mijnheer Walton. Gij hebt gedacht dat het het beste was zelf bij mij te komen. Ongetwijfeld zijt gij het reeds met u zeiven eens over hetgeen gij onder deze buiten gewone omstandigheden verlangt." Mijnheer Walton zag haar met, onverholen verbazing aan en zij vervolgde: „Waarlijk dit is heel natuurlijk, mijn waarde heer, en ik hoop dat gij zonder omwegen met mij zult spreken; maar wees tevens overtuigd dat ik uw aarzeling en kieschheid ten volle waardeer. Ik voor mij, ga in zaken altijd recht door zee Daar het theologisch element in onze politiek, naar onze bescheiden meening, reeds meer dan genoeg vertegenwoordigd is, zouden wij wel wen- schen dat het mogelijk ware voor het hoofdkies district Dokkum een ander vertegenwoordiger te vinden. Omtrent H. K. H. prinses Marie, echtgenoote van prins Hendrik, deelt der Bazareen Duitsch blad, eenige bijzonderheden uit hare kinderjaren mede, welke ons, even als andere anecdotes van „wonderkinderen" of buitengewone personen, min of meer apocrief voorkomen. De slotsom van het opstel in der Bazar is echter misschien der waarheid getrouw, en luidt als volgt. „Van de drie dochters van prins Frederik Karei, bezit ongetwijfeld prinses Marie den meestcn aan leg en is zij ook verstandelijk bet best ontwikkeld. Zij leest gaarne boeken over wetenschappelijke onderwerpen en spreekt en schrijft, behalve haar moedertaal, met veel gemak Fransch, Engelsch, Italiaansch en Latijndeze laatste taal leerde zij op verlangen haar» vaders. „Met groote liefde beoefent zij tevens de muziek en de schilderkunst en heeft zij daarvan veel kennisdoch moge zij uitmuntend voordeel hebben getrokken van een vorstelijke opvoeding, daar boven staat haar groote goedhartigheid, die zich uit in een streven om hulpvaardig te zijn en al haar plichten met nauwgezette stiptheid te ver vullen. Daardoor vooral heelt zij zich in haar vaderland zoo algemeen bemind gemaakt." De Staats-courant bevat de wet van den 6en Augustus 1878, houdende goedkeuring der over eenkomst betrekkelijk den onderhandschen ver koop aan de gemeente 's Hertogenbosch van de beschikbare vestinggronden aldaar. In de Staats-courant wordt bekend, gemaakt dat er gelegenheid bestaat tot plaatsing van een lithograaf bij den dienst der staatsspoorwegen op Java. Aan deze betrekking is verbonden een maande- lijksch inkomen van f 200, met vrijen overtocht als gouvernements-passagier le klasse, en f 500 voor uitrustingskosten, Zij, die voor genoemde betrekking in aanmer king wenschen te bomen, worden verzocht zich daarto vóór of op den lOen September e. k., bij gezegeld request aan het departement van koloniën te wenden. Zoo noodig zal een onderzoek naar de bekwaam heid van den sollicitant worden ingesteld. Omtrent de laatste algemeene vergadering van het XVI Nederlandsch taal- en letterkundig con- en aarzel niet u te vragen hoeveel commissieloon gij in deze of dergelijke gevallen verwacht." Hij stond nog altijd in stomme verbazing en zij vervolgde op den toon, waarmede zij gewoon was een verlegen schoolmeisje aan te moedigen. „Als uw cliënt zo'oveel aftrekt, zult gij daar natuurlijk even goed onder lijden als ik; maar als wij een beetje aanhouden zal hij wel de volle som betalen, te meer daar ik best begrijp wat hij verlangt en geheel bereid ben zijne wenschen te vervullen. Hij verlangt niets van die meisjes te zien of te hooren, maar daarentegen verlang ik dat hij goed betaalt en daar zal hij niet tegen hebben, vooral om dat de vader het hem terug- Onder deze openhartige verklaring had mijnheer Walton tijd gehad van zijne verbazing te bekomen en hij zet met een fijnen glimlach: „Daar dit de eerste overeenkomst is die wij sluiten, lieve mevrouw, verzoek ik u al het voor deel aan te nemen dat zij u oplevert. Bij een volgende gelegenheid zal ik vermoedelijk commis sieloon vragen." Mevrouw Moreton stemde dankbaar toe en overlaadde mijnheer Walton met gastvrije aan biedingen. „Ik vrees dat gij niet benieuwd zult zijn naar ons groot bal," zei zij. „Ik zou u anders gaarne voorstellen als gij gaan wilt. Lady Carolina Carlton gaat ook en er komen een menigte men- schen uit de stad voor over. Colonel Marsden kent gij colonel Marsden? heeft Sibylle een gres, den 24sten dezer te Kampen gebonden, valt nog het volgende te melden. De voorzitter, mr. de Jonge van Ellemeet, deed mededeeling van een ingekomen schrijven van het secretariaat van 't vorig congres, in 1876 te Brussel gehouden, over het nog niet verschijnen der handelingen van dat congres. De voorzitter stelde voor dit schrijven voor notificatie aan te nemen, waartoe word besloten. Daarna werd het voorstel der eerste afdeeling, om telegrammen van gelukwensching aan koning Leopold II en prins Hendrik te zenden, met acclamatie aange nomen. De heer Dyserinck droeg eenige dicht regelen van van Zeggelen voor, gewijd aan prinses Hendrik, voor welke bijdrage de dichter den dank der vergadering uit 's voorzitters mond ontving. Het voorstel der 3e afdeeling, om een schrijven van sympathie aan de Ned. toonkunstenaarsver- eeniging te zenden, werd aangenomen. De secre tarissen der le en 2e afdeelingen, de hh. Gallée en Vorsterman van Open, brachten verslag uit over het in die afdeelingen behandelde. Zes voor stellen van de 2e afdeelingalle betrekking hebbende op het behoud van gemeente- en andere archieven, werden met acclamatie aangenomen. Op voorstel van den voorzitter besloot de ver gadering, de aanwezige Zuid-Nederlandsche con gresleden te verzoeken, de plaats voor het vol gende congres te willen bepalen. De vergadering sprak daarbij den wensch uit, dat dit congres moge plaats hebben in het volgend jaar, dewijl in 1880 in Belgie feesten van anderen aard zullen worden gevierd, waarmee het XVIIe congres moeilijk kan samenvallen. De beer Brouwers sprak lang en met veel vuur over den Kampenaar Geert van Wou of van den Busscbe, genaamd Geert van Kampen, den grootsten klokkengieter der 15e eeuw. De heer Odillon Perier schetste daarna het wezen en den aard der Vlaamsche beweging. Mevrouw Lina Schneider droeg hare vertalingen voor van Vondels's Cherubijntjeda Costa's slot- hymne uit Vijfentwintig jarenten Kate's laatste Scheppingslied en Beets AU de hinderen groot zijn. Het voorstel van den heer Brouwers, om eeu krans op 't graf van Geert van Wou in de Bovenkerk te Kampen te leggen, werd aange nomen. Met de gebruikelijke dankbetuigingen en een toepasselijke toespraak, sloot daarna de voorzitter de laatste algemeene vergadering van het XVIe Nederlandsche taal- en letterkundig congres. De Delfshavensche courantheefi naar aanleiding van de eindstemming over de onderwijswet, ge schreven „Bij deze stemming waren afwezig de heeren uitnoodiging bezorgd en ik moet haar natuurlijk vergezellen. Het heeft ons nog eenige moeite gekost een kaart te krijgen: het zijn hier zulke gesloten kringenmaar lady Graan Basilisk behoeft zich toch waarlijk geen airs te gevenWij weten allen wie de baron is en waar hij in Polen te vinden is. Gij hebt natuurlijk van dat schandaal gehoord „En verdringen de menschen zich nu zoo om bij zijn vrouw toegelaten te worden?" vroeg mijnbeer Walton lachend. „Ja en al de eerste lui zullen er komen. Heeren zijn altijd welkom, dat weet ge. Gaat ge niet? Ik ben zeker dat het u zou amuseeren. „Neen, dank u. Ik sta mijn plaats af aan jeugdiger cavaliers. Is dat een dochter van u, mevrouw?" vervolgde hij en ging naar het por tret van de dame met de uitdagende oogen. „Ja; een goed en gelukkig kind, dat mij vol strekt geen last veroorzaakt heeft. Dat is haar man. Hij ontmoette haar kort na onzen terugkeer uit Indië en zette, duizend pond jaarlijks voor haar vast. Hij is een wijnhandelaar; zg wonen te Lissabon. Hij is een jood en iemand van leeltijd; maar wat doet er dat toe? Zijn vrouw heeft alles wat zij verlangt. Ik wilde slechts dat Sibylle het ook zoover gebracht had." Op dit oogenblik kwam Sibylle binnen, maakte in 't voorbijgaan een buiging voor mijnheer Walton en zei tot haar moeder dat majoor Alckenzie in aantocht was. „Ik wensch dat hij hier binnen komt," zei zij, „en dat heb ik Jane gezegd. Ik

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1